Page 129 of 254

128VEILIGHEID
KINDEREN VEILIG VERVOEREN
Voor optimale bescherming bij een ongeval moeten alle
inzittenden zittend reizen en beschermd worden door
goedgekeurde veiligheidssystemen.
Dit geldt met name voor kinderen.
Dit is een wettelijk voorschrift volgens richtlijn
2003/20/EU in alle lidstaten van de Europese Unie.
Het hoofd van kleine kinderen is in verhouding met de rest
van het lichaam groter en zwaarder dan dat van volwas-
senen, terwijl spieren en botstructuur nog niet volledig zijn
ontwikkeld.
Zij moeten daarom door andere systemen dan de veilig-
heidsgordels voor volwassenen worden beschermd tijdens
een ongeval.
De resultaten van onderzoek naar de optimale bescher-
ming van kleine kinderen zijn samengevat in de verplichte
Europese ECE-R44-voorschriften. De systemen zijn on-
derverdeeld in vijf groepen:
Groep 0 - gewicht: tot 10 kg
Groep 0+ - gewicht: tot 13 kg
Groep 1 gewicht: 9-18 kg
Groep 2 gewicht: 15-25 kg
Groep 3 gewicht: 22-36 kg
ZEER GEVAARLIJK: Monteer absoluut geen
kinderzitje achterstevoren op de passagiers-
stoel voorin als de frontairbag aan passa-
gierszijde is ingeschakeld. Als bij een onge-
val de airbag in werking treedt (opblaast),
kan dit ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg heb-
ben. Wij raden u aan kinderen altijd op de zit-
plaatsen achter te vervoeren, omdat die plaatsen bij
een ongeval de meeste bescherming bieden. Kinder-
zitjes mogen beslist niet op de voorstoel bij een au-
to met passagiersairbag worden geplaatst. Als de
airbag wordt geactiveerd, kan dit verwondingen of
de dood tot gevolg hebben, onafhankelijk van de
zwaarte van het ongeval waardoor de airbag is ge-
activeerd. Als het nodig is, kunnen kinderen op de
voorstoel worden vervoerd, als de auto is voorzien
van een uitschakelbare passagiersairbag. In dit ge-
val moet u er absoluut zeker van zijn dat de air-
bag is uitgeschakeld door te controleren of het waar-
schuwingslampje
“op het instrumentenpaneel
brandt (zie “Frontairbag aan passagierszijde” in
het hoofdstuk “Frontairbags”). Bovendien moet de
passagiersstoel zo ver mogelijk naar achteren zijn
geplaatst; hierdoor wordt voorkomen dat het kin-
derzitje het dashboard raakt.
121-141 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:21 Pagina 128
Page 130 of 254

VEILIGHEID129
2
Alle systemen moeten zijn voorzien van de typegoedkeu-
ring en van een goed vastgehecht plaatje met het contro-
lemerk, dat absoluut niet mag worden verwijderd.
Kinderen langer dan 1,50 m zijn, wat de veiligheidssys-
temen betreft, gelijk aan volwassenen en moeten normaal
de veiligheidsgordels dragen. In het Lancia Lineaccessori-
programma zijn kinderzitjes opgenomen voor elke ge-
wichtsgroep.
Wij raden het gebruik hiervan aan, omdat ze speciaal zijn
ontworpen en ontwikkeld voor de modellen van Lancia.
GROEP 0 en 0+
Kinderen tot 13 kg moeten in babyzitjes worden vervoerd
die achterstevoren zijn geplaatst, waardoor het achter-
hoofd wordt gesteund en bij plotseling remmen de nek niet
wordt belast.
Het wiegje moet op zijn plaats worden gehouden door de
veiligheidsgordel, zoals in fig. 4 is aangegeven, en het kind
moet op zijn beurt worden beschermd door de gordel van
het wiegje zelf.
GROEP 1
Kinderen met een gewicht tussen 9 en 18 kg moeten wor-
den vervoerd in kinderzitjes met een kussen die naar vo-
ren zijn gekeerd, waarbij de veiligheidsgordel van de au-
to zowel het kinderzitje als het kind op zijn plaats moet
houden fig. 4.
fig. 4L0E0064m
121-141 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:21 Pagina 129
Page 131 of 254

130VEILIGHEID
GROEP 2
Kinderen met een gewicht tussen 15 en 25 kg kunnen di-
rect door de veiligheidsgordels van de auto worden be-
schermd fig. 4.
Kinderen moeten zo in de kinderzitjes worden geplaatst,
dat het diagonale gordelgedeelte schuin over de borst en
niet langs de nek ligt. Het horizontale gordelgedeelte moet
over het bekken en niet over de buik van het kind liggen.
GROEP 3
Kinderen met een gewicht tussen 22 en 36 kg hebben een
borstomvang die groot genoeg is om gewoon tegen de rug-
leuning te kunnen steunen zonder hulp van een kinder-
zitje.In fig. 4 wordt een voorbeeld gegeven van de juiste posi-
tie van het kind op de achterbank. Kinderen die langer
zijn dan 1,50 m kunnen de gordels, net als volwassenen
omleggen. Hieronder zijn de richtlijnen voor een veilig ver-
voer van kinderen aangegeven:
1) Monteer kinderzitjes altijd op de zitplaatsen achterin,
omdat die plaatsen bij een ongeval de meeste be-
scherming bieden;
2) Als de frontairbag aan passagierszijde buiten werking
wordt gesteld, moet altijd gecontroleerd worden of de
airbag daadwerkelijk is uitgeschakeld: het betreffen-
de lampje “op het instrumentenpaneel moet conti-
nu branden;
3) Houdt u bij de montage van het kinderzitje strikt aan
de instructies. De fabrikant is verplicht deze instruc-
ties bij te leveren. Bewaar deze instructies samen met
de documenten en dit instructieboekje in de auto. Mon-
teer geen gebruikte kinderzitjes waarvan de gebruiks-
aanwijzingen niet meer aanwezig zijn.
4) Controleer of de gordels goed zijn vastgemaakt door
aan de gordelband te trekken;
5) Ieder veiligheidssysteem is bedoeld voor maximaal één
kind: gebruik een systeem nooit voor meer dan één kind.
6) Controleer altijd of de gordel niet langs de nek van het
kind loopt.
7) Zorg er tijdens de rit voor dat het kind geen afwijkende
houding aanneemt of de gordels losmaakt.
8) Vervoer kinderen nooit in uw armen, ook geen pasge-
boren kinderen. Niemand is sterk genoeg om ze bij een
ongeval vast te kunnen houden.
9) Na een ongeval moet het zitje door een nieuw exem-
plaar worden vervangen.
De afbeeldingen dienen alleen ter illustratie
van de bevestiging. Volg voor de montage van
het kinderzitje de verplicht bijgeleverde in-
structies op. Er bestaan kinderzitjes die geschikt
zijn voor de gewichtsgroepen 0 en 1 die uitgerust
zijn met een bevestigingspunt achter. Door het ge-
wicht kan het gevaarlijk zijn als de zitjes verkeerd
worden gemonteerd (bijvoorbeeld als de gordel
wordt omgelegd met een kussen tussen de gordel).
Houdt u voor de montage strikt aan de bijgelever-
de instructies.
121-141 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:21 Pagina 130
Page 132 of 254
VEILIGHEID131
2
GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE KINDERZITJES
De auto voldoet aan de nieuwe Europese 2000/3/EU-richtlijnen voor de montage van kinderzitjes op de verschillende
plaatsen het voertuig. Zie de volgende tabel:
Legenda:
U = geschikt voor “Universele” kinderzitjes overeenkomstig de Europese ECE/R44- voorschriften voor de aangegeven
“groepen”.
X = op de middelste zitplaats achter kan geen enkel type kinderzitje worden gemonteerd.
(*) De rugleuning van de achterbank moet volledig rechtop staan.
Passagier Passagier achterin Passagier achterin
Groep Gewichtsklasse voorin aan de zijkant in het midden
Groep 0, 0+ tot 13 kg U U (*) X
Groep 1 9-18 kg U U (*) X
Groep 2 15-25 kg U U (*) X
Groep 3 22-36 kg U U (*) X
121-141 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:21 Pagina 131
Page 133 of 254

132VEILIGHEID
INBOUWVOORBEREIDING VOOR
“ISOFIX”- KINDERZITJES
De auto is voorbereid op de montage van “Isofix Univer-
seel”-kinderzitjes; een nieuw gestandaardiseerd Europees
systeem voor het vervoeren van kinderen.
Er kan ook een mengvorm worden gekozen, een tradi-
tioneel kinderzitje en een Isofix-kinderzitje. In fig. 5 is een
voorbeeld gegeven van het kinderzitje. Het Isofix Univer-
seel-kinderzitje is er voor drie gewichtsgroepen: 1. Voor
de andere groepen is er een specifiek Isofix-kinderzitje dat
alleen kan worden gebruikt als het speciaal voor deze au-
to is ontworpen, getest en goedgekeurd (zie de lijst met
auto’s die bij het kinderzitje geleverd wordt).
Vanwege het afwijkende bevestigingssysteem, moet het
kinderzitje aan de daarvoor bestemde onderste metalen
beugels A-fig. 6 worden bevestigd. Deze bevinden zich tus-
sen de rugleuning en zitting van de achterbank. Verwij-
der daarna de hoedenplank en bevestig de bovenste riem
(bij het kinderzitje geleverd) aan de beugel B-fig. 6 aan
de achterkant van de rugleuning ter hoogte van het zitje. Bedenk dat bij Isofix Universeel-kinderzitjes, alle zitjes ge-
bruikt kunnen worden die goedgekeurd zijn volgens de
ECE R44/03-richtlijn “Isofix Universeel”.
In het Lancia Lineaccessori-programma is een “Isofix Uni-
verseel” “Duo Plus”-kinderzitje beschikbaar.
Zie voor meer informatie over de montage en/of het ge-
bruik van het kinderzitje, het instructieboekje dat bij het
kinderzitje wordt geleverd.
121-141 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:21 Pagina 132
Page 134 of 254
VEILIGHEID133
2
fig. 5L0E0065m
Monteer het kinderzitje alleen als de auto stilstaat. Het kinderzitje is op de juiste wijze aan de beugels
bevestigd als u het hoort vergrendelen. Houdt u in ieder geval aan de instructies voor de montage, de
demontage en de plaatsing. De fabrikant van het kinderzitje is verplicht deze instructies bij te leveren.
fig. 6L0E0066m
121-141 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:21 Pagina 133
Page 135 of 254

134VEILIGHEID
GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK VAN ISOFIX UNIVERSEEL
KINDERZITJES
In de volgende tabel worden, conform de Europese wetgeving ECE 16, de mogelijkheden weergegeven van de monta-
ge van Isofix Universeel kinderzitjes op de stoelen die zijn uitgerust met Isofix-beugels.
IUF: geschikt voor Isofix-kinderzitjes uit de universele klasse (met een derde bevestigingspunt boven) die in de rijrichting beves-
tigd moeten worden en goedgekeurd zijn voor het gebruik door die gewichtsgroep.
IL: geschikt voor Isofix-kinderzitjes, die speciaal ontworpen en goedgekeurd zijn voor dit type auto
X: plaats Isofix niet geschikt voor Isofix-kinderzitjes in deze gewichtsgroep en/of maatklasse.
Groep Richting Klasse Positie Isofix
zitje Isofix bevestiging zijkant achter
Draagbaar wiegje Zijkant F-G IL
Groep 0 tot 10 kg Tegen de rijrichting in E IL
Tegen rijrichting E IL
Groep 0+ tot 13 kg Tegen de rijrichting in D IL
Tegen de rijrichting in C IL
Tegen rijrichting D IL
Tegen de rijrichting in C IL
Groep I tot 9 tot 18 kg In de rijrichting B IUF
In de rijrichting B1 IUF
In de rijrichting A IUF
121-141 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:21 Pagina 134
Page 136 of 254

VEILIGHEID135
2
FRONTAIRBAGS
De auto is uitgerust met frontairbags, aan bestuurders-
zijde en passagierszijde, en een knie-airbag aan bestuur-
derszijde (waar voorzien) en zij-airbags (side bag - win-
dow bag).
De frontairbags (bestuurder, passagier en de knie-airbag
aan bestuurderszijde) beschermen de inzittenden voorin
bij een middelzware frontale botsing door het opblazen
van een luchtkussen tussen de inzittende en het stuur-
wiel of het dashboard.
Als de airbags niet worden geactiveerd bij andere soor-
ten botsingen (zijdelings, van achter, over de kop slaan
enz), betekent dit niet dat het systeem niet goed functio-
neert.
Bij een frontale botsing zorgt een regeleenheid ervoor, in-
dien nodig, dat het kussen wordt opgeblazen.
Het kussen blaast onmiddellijk op, waardoor het lichaam
van de inzittenden voorin wordt opgevangen en de kans
op letsel beperkt wordt. Direct daarna loopt het kussen
weer leeg.
De frontairbags (bestuurder en passagier) en de knie-air-
bag aan bestuurderszijde (indien aanwezig) zijn geen ver-
vanging voor de veiligheidsgordels, maar een aanvulling.
Draag dus altijd veiligheidsgordels. Bovendien is het dra-
gen van veiligheidsgordels wettelijk verplicht in Europa
en in de meeste landen daarbuiten.
Bij een ongeval kan een inzittende die de veiligheidsgor-
del niet heeft omgelegd in contact komen met de nog niet
volledig opgeblazen airbag. Hierdoor wordt de inzitten-
de minder door de airbag beschermd.De frontairbags kunnen in de volgende gevallen niet worden
geactiveerd:
❍bij frontale botsingen met een ander deel van de auto
dan het front tegen makkelijk vervormbare objecten
(bijv. als het voorspatbord tegen de vangrail komt);
❍als de auto onder andere auto’s of veiligheidsvoorzie-
ningen schuift (bijvoorbeeld onder vrachtwagens of de
vangrail);
omdat geen enkele aanvullende bescherming wordt ge-
boden op de veiligheidsgordels. De activering van de fron-
tairbags zou nutteloos zijn. Als de airbags in deze geval-
len niet geactiveerd worden, betekent dit niet dat het sys-
teem niet goed functioneert.
Plaats geen stickers of andere objecten op het
stuurwiel, op het dashboard ter hoogte van de
airbag aan passagierszijde of op de stoelen.
Plaats geen voorwerpen op het dashboard aan de
passagierszijde (bijv. een mobiele telefoon), omdat
deze het correct openen van de airbag aan passa-
gierszijde kunnen hinderen en de inzittenden ern-
stig kunnen verwonden.
121-141 Delta 2ed NL 5-08-2008 14:21 Pagina 135