Page 297 of 666

295
4
4-5. Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
Voordat u gaat rijden
Het panoramadak kan worden geopend van-
uit de omhoog gekantelde positie.
*: Door de schakelaar snel in één van
beide richtingen te schuiven en los te
laten, stopt het panoramadak in een
tussenstand.
Sluit het panoramadak
Schuif de schakelaar naar voren en
houd de schakelaar vast. Het panoramadak
sluit automatisch volledig.
■Het panoramadak kan worden bediend
als
Het contact AAN staat.
■Bedienen van het panoramadak nadat
het hybridesysteem is uitgeschakeld
Het panoramadak en het elektrisch bedien-
bare zonnescherm kunnen nadat het contact
in stand ACC of UIT is gezet nog ongeveer
45 seconden worden bediend. Ze kunnen
echter niet meer worden bediend zodra een
van de voorportieren is geopend.
■Klembeveiliging
Als tijdens het slui ten een object bekneld
raakt tussen het panoramadak en het frame,
stopt de beweging van het panoramadak en
wordt het weer iets geopend:
●Het panoramadak is aan het sluiten of naar
beneden aan het kantelen.
●Het elektrisch bedienbare zonnescherm is
aan het sluiten.
■Sluiten van zowel het panoramadak als
het elektrisch bedienbare zonnescherm
Schuif de schakelaar naar voren.
Het elektrisch bedienbare zonnescherm sluit
tot halverwege en stopt dan. Het panorama-
dak sluit vervolgens voll edig. Daarna sluit het
elektrisch bedienbare z onnescherm volledig.
■Aan portierslot gekoppelde werking
panoramadak
●Het panoramadak kan worden geopend en
gesloten met behulp van de mechanische
sleutel.
* ( Blz. 605)
●Het panoramadak kan worden geopend en
gesloten met behulp van de afstandsbe-
diening.
* ( Blz. 205)
●Auto's met een alarm: Het alarm kan wor-
den geactiveerd als het alarm is ingescha-
keld en het panoramadak wordt gesloten
met de aan het portierslot gekoppelde wer-
king van het panoramadak. ( Blz. 78)
*: Deze instellingen moeten aan de persoon-
lijke voorkeur worden aangepast door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
■Als het panoramadak of het elektrisch
bedienbare zonnescherm niet normaal
sluit
Ga als volgt te werk:
1 Breng de auto tot stilstand.
2 Zet het contact AAN.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 295 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 298 of 666

2964-5. Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
3 Schuif de schakelaar of
naar voren en houd de schakelaar vast.
Blijf dit gedurende ongeveer 10 secon-
den doen nadat het panoramadak of het
elektrisch bedienbare zonnescherm sluit
en weer opent. Het panoramadak en het
elektrisch bedienbare zonnescherm slui-
ten.
*
4Controleer of het panoramadak en het
elektrisch bedienbare zonnescherm vol-
ledig gesloten zijn en laat de schakelaar
los.
*: Als de schakelaar niet op het juiste
moment wordt losgelaten, moet de proce-
dure helemaal opnieuw worden uitge-
voerd.
Als het panoramadak of elektrisch bedien-
bare zonnescherm ook na het op de juiste
wijze uitvoeren van bovenstaande procedure
niet volledig sluit, laat dan uw auto controle-
ren door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Waarschuwingsfunctie panoramadak
open
Een zoemer klinkt en er verschijnt een mel-
ding op het multi-informatiedisplay wanneer
het contact UIT wordt gezet en het bestuur-
dersportier wordt geopend terwijl het panora-
madak geopend is.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde instellingen (bijvoorbeeld de kop-
peling aan de portiervergrendeling) kunnen
worden gewijzigd. (Systemen met mogelijk-
heden voor persoonlijke voorkeursinstellin-
gen: Blz. 636)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernsti g letsel tot gevolg
hebben.
■Openen en sluiten van het elektrisch
bedienbare zonnescherm
●Controleer of geen van de inzittenden
een lichaamsdeel naar buiten steekt dat
bekneld zou kunnen raken als het zon-
nescherm bediend wordt.
●Laat het zonnescherm niet bedienen
door kinderen. Het bekneld raken tus-
sen het frame en het zonnescherm kan
ernstig letsel veroorzaken.
■Openen van het panoramadak
●Laat geen van de inzittenden tijdens het
rijden zijn/haar hand of hoofd buiten de
auto uit steken.
●Ga niet op het panoramadak zitten.
■Openen en sluiten van het panorama-
dak
●De bestuurder is verantwoordelijk voor
het openen en sluiten van het panora-
madak.
Laat, om onbedoelde bediening, met
name door kinderen, te voorkomen, het
panoramadak niet door kinderen bedie-
nen. Het kan gebeuren dat een
lichaamsdeel van een kind of een
andere passagier klem komt te zitten
tussen het panoramadak.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 296 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 299 of 666

297
4
4-5. Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
Voordat u gaat rijden
WAARSCHUWING
●Controleer of geen van de inzittenden
een lichaamsdeel naar buiten steekt dat
bekneld zou kunnen raken als het pano-
ramadak bediend wordt.
●Wanneer het panoramadak wordt
bediend met de afstandsbediening,
sleutel of mechanische sleutel, bedien
dan het panoramadak nadat u hebt
gecontroleerd of er geen risico is dat
een passagier met een lichaamsdeel
bekneld kan raken tussen het panora-
madak. Laat kinderen het panoramadak
niet bedienen via de afstandsbediening
of mechanische sleutel. Het kan gebeu-
ren dat een lichaamsdeel van een kind
of een andere passagier klem komt te
zitten door het bedienen van het pano-
ramadak.
●Wanneer u uit de auto stapt, zet dan het
contact UIT en neem de sleutel en het
kind met u mee. Anders kan het kind de
auto mogelijk onbedoeld, uit katten-
kwaad, enz. bedienen, wat tot een
ongeval kan leiden.
■Klembeveiliging
●Gebruik geen lichaamsdelen om de
klembeveiliging opzette
lijk te activeren.
●Het is mogelijk dat de klembeveiliging
niet werkt als het panoramadak of het
elektrisch bedienbare zonnescherm
bijna gesloten is. Ook is de klembeveili-
ging niet ontworpen om te werken terwijl
de schakelaar wordt ingedrukt. Let erop
dat uw vingers, enz. niet bekneld raken.
■Voorkomen van brandwonden en
letsel
Raak het gedeelte tussen de onderzijde
van het panoramadak en het elektrisch
bedienbare zonnescherm niet aan. Anders
kan uw hand bekneld raken en kunt u let-
sel oplopen. Ook kan de onderzijde van
het panoramadak heet worden en brand-
wonden veroorzaken als de auto gedu-
rende langere tijd wordt blootgesteld aan
direct zonlicht.
OPMERKING
■Voorkomen van beschadigingen aan
het panoramadak
●Controleer voordat het panoramadak
wordt geopend of er zich geen vreemde
voorwerpen rond de opening bevinden,
zoals stenen of ijs.
●Zorg dat het oppervlak en de rand van
het panoramadak niet in aanraking
komen met harde voorwerpen.
■Nadat de auto gewassen is of in de
regen heeft gestaan
Veeg voor het openen van het panorama-
dak het eventueel aanwezige water van
het panoramadak. Anders kan het water in
het interieur terechtkomen als het panora-
madak wordt geopend.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 297 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 300 of 666
2984-5. Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Page 298 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 301 of 666

5
299
5
Rijden
Rijden
5-1. Voordat u gaat rijdenRijden met de auto ................ 300
Lading en bagage .................. 306
Rijden met een aanhangwagen.................... 308
5-2. Rijprocedures Startknop ............................... 317
Hybridetransmissie ................ 321
Richtingaanwijzerschakelaar . 325
Parkeerrem ............................ 326
Brake Hold ............................. 329
5-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar...................... 332
AHB (Automatic High Beam).................................. 334
Schakelaar mistlampen ......... 337
Ruitenwissers en -sproeiers .. 338
Achterruitenwisser en -sproeier .............................. 340
5-4. Tanken Openen van de tankdop ........ 3425-5. Gebruik van de
ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense .............. 344
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) . ..................355
LTA (Lane Tracing Assist)...... 362
RSA (Road Sign Assist) ......... 372
Dynamic Radar Cruise Control met volledig
snelheidsbereik .................... 376
Cruise control ......................... 388
Snelheidsbegrenzer ............... 391
BSM (Blind Spot Monitor)....... 393
Toyota Parking Assist-sensor ....................... 413
PKSB (Parking Support Brake) .................................. 420
Parking Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten) ............ 424
Parking Support Brake-functie (voor voertuigen die
achterlangs rijden) ............... 429
Rijmodusselectieschakelaar... 433
Trail-modus ............................ 434
GPF-systeem (benzineroetfilter) ................. 436
Ondersteunende systemen .... 437
5-6. Rijtips Rijden in de winter.................. 444
Voorzorgsmaatregelen bij terreinauto's .................... 447
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 299 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 302 of 666

3005-1. Voordat u gaat rijden
5-1.Voordat u gaat rijden
■Voor het starten van het hybride-
systeem
Controleer of de AC-laadkabel is losge-
nomen. ( Blz. 135)
■Starten van het hybridesysteem
Blz. 317
■Rijden
1 Zet met ingetrapt rempedaal de
selectiehendel in stand D.
(Blz. 321)
2 Deactiveer de parkeerrem.
(Blz. 326)
Als de parkeerrem in de automatische
modus staat, wordt de parkeerrem automa-
tisch gedeactiveerd wanneer de selectiehen-
del in een andere stand dan P wordt gezet.
( Blz. 327)
3 Laat het rempedaal geleidelijk
opkomen en trap langzaam het gas-
pedaal in om de auto in beweging te
brengen.
■Tot stilstand brengen van de auto
1 Trap, terwijl de selectiehendel in
stand D staat, het rempedaal in.
2 Activeer indien nodig de parkeer-
rem. ( Blz. 326)
Zet de selectiehendel in stand P als er gedu-
rende langere tijd wordt gestopt.
( Blz. 321)
■Parkeren van de auto
1 Trap, terwijl de selectiehendel in
stand D staat, het rempedaal in.
2 Activeer de parkeerrem ( Blz. 326)
en zet de selectiehendel in stand P.
(Blz. 321)
3 Zet het contact UIT om het hybride-
systeem uit te schakelen.
4 Vergrendel de portieren nadat u
gecontroleerd hebt of u de sleutel
bij u hebt.
Plaats bij het parkeren op een helling indien
nodig wielblokken.
■Wegrijden op een steile helling
omhoog
1 Zet met ingetrapt rempedaal de
selectiehendel in stand D.
(Blz. 321)
2 Trek de parkeerremschakelaar
omhoog om de parkeerrem hand-
matig te activeren. ( Blz. 326)
3 Laat het rempedaal opkomen en
trap langzaam het gaspedaal in om
de auto in beweging te brengen.
Functie automatisch deactiveren parkeer-
rem ( Blz. 328)
■Als u wegrijdt op een helling omhoog
De Hill Start Assist Control wordt geacti-
veerd. ( Blz. 437)
■Voor elektriciteits- en brandstofbespa-
rend rijden
Als u de systeemeigenschappen van de auto
begrijpt, kunt u de functies van het hybride-
systeem optimaal gebruiken. Houd er verder
rekening mee dat hybrideauto's vergelijkbaar
zijn met conventionele auto's en dat het
belangrijk is dat u niet plotseling accelereert
enz. Zie “Tips voor het rijden met een plug-in
hybrideauto” ( Blz. 100).
Rijden met de auto
Volg om veilig te kunnen rijden de
onderstaande procedures:
Rijprocedure
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 300 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 303 of 666

301
5
5-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
■Rijden in de regen
●Rijd voorzichtig als het regent, omdat het
zicht dan minder is, de ruiten beslagen
kunnen zijn en de weg glad kan zijn.
●Rijd extra voorzichtig wanneer het begint
te regenen, de weg kan dan immers bij-
zonder glad zijn.
●Matig uw snelheid bij het rijden in de
regen, tussen band en wegdek kan er zich
dan immers een waterfilm vormen die het
sturen en remmen kan bemoeilijken.
■Begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal (
Blz. 182)
Het is gemakkelijker om milieuvriendelijk te
rijden door te rijden overeenkomstig het dis-
play voor begeleiding milieubewust bedie-
nen gaspedaal. Ook kunt u door het gebruik
van de begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal uw “Eco Score” eenvoudig verho-
gen.
●Bij het wegrijden: Trap, terwijl u binnen het
bereik voor begeleiding milieubewust
bedienen gaspedaal blijft, het gaspedaal
geleidelijk in en accelereer tot aan de
gewenste snelheid. Wanneer wordt voor-
komen dat er overmatig wordt geaccele-
reerd, neemt de score van “Start” toe.
●Tijdens het rijden: Laat, nadat u de
gewenste snelheid hebt bereikt, het gaspe-
daal los en rijd met een constante snelheid
binnen het bereik voor begeleiding milieu-
bewust bedienen gaspedaal. Door de auto
binnen het bereik voor begeleiding milieu-
bewust bedienen gaspedaal te houden,
neemt de score van “Cruise” (constant)
toe.
●Bij het tot stilstand brengen van de auto:
Wanneer u bij het tot stilstand brengen van
de auto het gaspedaal eerder loslaat,
neemt de score voor “Stop” toe.
■Beperken van het vermogen van het
hybridesysteem (Brake Override-sys-
teem)
●Wanneer het gaspedaal en rempedaal
gelijktijdig worden ingetrapt, wordt het ver-
mogen van het hybridesysteem mogelijk
beperkt.
●Er wordt een waarschuwingsmelding weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay en
het head-up display (indien aanwezig) ter-
wijl het systeem in werking is. ( Blz. 574)
■Beperken plotseling wegrijden (wegrij-
regeling)
●Wanneer de onderstaande ongewone
bediening plaatsvindt, wordt het vermogen
van het hybridesysteem mogelijk beperkt.
• Wanneer de selectiehendel van R in D,
van D in R, van N in R, van P in D
* of van P
in R* (D omvat S) wordt gezet terwijl het
gaspedaal wordt ingetrapt, verschijnt er
een waarschuwingsmelding op het multi-
informatiedisplay en het head-up display
(indien aanwezig). Lees de op het multi-
informatiedisplay weergegeven waarschu-
wingsmelding en volg de aanwijzingen op.
• Wanneer het gaspedaal te diep wordt inge- trapt terwijl de auto in zijn achteruit staat.
*: Afhankelijk van de situatie is het wellicht
niet mogelijk om de selectiehendel in een
andere stand te zetten.
●Wanneer de wegrijregeling wordt geacti-
veerd, heeft uw auto mogelijk moeite met
het wegrijden in modder of op verse
sneeuw. Deactiveer in zo'n geval de TRC
( Blz. 438) om de wegrijregeling uit te
schakelen, zodat de auto gemakkelijker
wegrijdt in modder of op verse sneeuw.
●De wegrijregeling werkt niet als de Trail-
modus is ingeschakeld.
■Inrijden van uw nieuwe Toyota
Voor een maximale levensduur van de auto
adviseren wij rekening te houden met onder-
staande aanwijzingen:
●De eerste 300 km:
Voorkom plotseling sterk afremmen.
●De eerste 800 km:
Rijd niet met een aanhangwagen.
●De eerste 1.000 km:
• Rijd niet met extreem hoge snelheden.
• Vermijd plotseling sterk accelereren.
• Rijd niet langdurig in een lage versnelling.
• Rijd niet langdurig met een constante snel- heid.
■Rijden in het buitenland
Zorg ervoor dat uw auto voldoet aan de in het
desbetreffende land geldende wettelijke
voorschriften en controleer of de juiste brand-
stof verkrijgbaar is. ( Blz. 620)
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 301 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 304 of 666

3025-1. Voordat u gaat rijden
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
■Bij het starten van de auto
Houd het rempedaal altijd ingetrapt als de
auto stilstaat en het controlelampje
READY brandt. Dit voorkomt kruipen van
de auto.
■Tijdens het rijden
●Zorg ervoor dat u, voordat u wegrijdt,
blindelings het gas- en rempedaal kunt
vinden.
• Als u per ongeluk in plaats van het rem- pedaal het gaspedaal intrapt, zal de
auto onverwacht accelereren, wat een
ongeval tot gevolg kan hebben.
• Bij het achteruitrijden draait u wellicht uw lichaam, waardoor het bedienen van
de pedalen moeilijk wordt. Zorg dat u de
pedalen altijd goed kunt bedienen.
• Zorg dat u altijd in de juiste houding achter het stuur zit, ook als de auto
maar kort hoeft te rijden. Zo kunt u rem-
en gaspedaal goed bedienen.
• Trap het rempedaal met uw rechtervoet in. Wanneer u het rempedaal met uw
linkervoet intrapt, kan in een noodgeval
uw reactie vertraagd worden, waardoor
een ongeval kan ontstaan.
●De bestuurder moet extra goed letten
op voetgangers als de auto alleen wordt
aangedreven door de elektromotor
(tractiemotor). Aangezien er geen
motorgeluiden zijn, kunnen voetgangers
de beweging van de auto misschien
onjuist inschatten. Hoewel uw auto is
voorzien van een akoestisch voertuig-
waarschuwingssyst eem, dient u voor-
zichtig te rijden, aangezien voetgangers
in de buurt de auto mogelijk nog steeds
niet opmerken als er veel omgevingsge-
luid is.
●Rijd niet met de auto over licht ontvlam-
bare materialen zoals bladeren, papier
of doeken en parkeer de auto ook niet in
de buurt van dergelijke materialen.
Het uitlaatsysteem en de uitlaatgassen
kunnen zeer heet worden. Deze hete
onderdelen kunnen brand veroorzaken
als er licht ontvlambaar materiaal aan-
wezig is.
●Schakel het hybride systeem tijdens nor-
maal rijden niet uit. Door het uitschake-
len van het hybrides ysteem tijdens het
rijden verliest u niet de controle over het
stuurwiel of de remmen. De stuurbe-
krachtiging werkt echter niet meer. Hier-
door zal het sturen veel zwaarder gaan
dan normaal. Zet in dat geval de auto
aan de kant zodra dit veilig kan.
In geval van nood, bijvoorbeeld als de
auto onmogelijk op de normale manier
tot stilstand kan worden gebracht:
Blz. 560
●Rem bij het afdalen van een steile hel-
ling af op de motor (terugschakelen) om
een veilige snelheid aan te kunnen hou-
den.
Het continu gebruiken van de remmen
kan leiden tot oververhitting en een ver-
minderde remwerking. ( Blz. 321)
●Verstel het stuurwiel, de stoel en de bin-
nen- of buitenspiegel ni et tijdens het rij-
den.
Als u dat wel doet, kunt u de macht over
het stuur verliezen.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 302 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM