Page 337 of 666

335
5
5-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
Het controlelampje van het Automatic High
Beam-systeem gaat branden als het sys-
teem werkt.
■Voorwaarden voor het automatisch in-
of uitschakelen van het grootlicht
●Als aan alle onderstaande voorwaarden is
voldaan, wordt het grootlicht automatisch
ingeschakeld (na ongeveer 1 seconde):
• De rijsnelheid hoger is dan ongeveer 30 km/h.
• Het gebied voor de auto is niet verlicht.
• Er zijn geen tegenliggers of voorliggers met ingeschakelde koplampen of achter-
lichten.
• Er bevinden zich weinig straatlantaarns op de weg voor u.
●Als aan een van onderstaande voorwaar-
den is voldaan, wordt het grootlicht auto-
matisch uitgeschakeld:
• De rijsnelheid wordt lager dan ongeveer 25 km/h.
• Het gebied voor de auto is verlicht.
• Tegenliggers of voorliggers hebben de koplampen of achterli chten ingeschakeld.
• Er bevinden zich veel straatlantaarns op de weg voor u.
■Detectie-informatie camera voor●In de volgende situaties wordt het groot-
licht mogelijk niet automatisch uitgescha-
keld:
• Als plotseling een tegenligger uit een bocht opdoemt
• Als plotseling een andere auto voor de eigen auto invoegt
• Als tegenliggers of voorliggers aan het zicht zijn onttrokken als gevolg van een
reeks bochten, wegafscheidingen of
bomen langs de weg
• Wanneer tegenliggers opdoemen uit de rechter tegemoetkomende rijstrook op een
brede weg
• Wanneer er tegenliggers of voorliggers met uitgeschakelde verlichting zijn
●Het grootlicht wordt mogelijk uitgeschakeld
als een tegenligger wordt gesignaleerd die
zijn mistlampen aan heeft terwijl zijn kop-
lampen uit zijn.
●Door de aanwezigheid van huisverlichting,
straatverlichting, verkeerslichten of ver-
lichte billboards of verkeersborden wordt
mogelijk geschakeld van grootlicht naar
dimlicht of blijft het dimlicht mogelijk inge-
schakeld.
●De volgende factoren kunnen van invloed
zijn op de reactietijd voor het in- of uitscha-
kelen van het grootlicht:
• De helderheid van koplampen, mistlampen en achterlichten van tegenliggers en voor-
liggers
• De beweging en richting van tegenliggers en voorliggers
• Als de verlichting van een tegenligger of voorligger slechts aan één kant werkt
• Als een tegenligger of voorligger een voer- tuig op twee wielen betreft
• De toestand van de weg (stijgingspercen- tage, bochten, toestand van het wegdek,
enz.)
• Het aantal inzittenden en de hoeveelheid bagage
●Het grootlicht kan op voor de bestuurder
onverwachte momenten worden in- en uit-
geschakeld.
●Fietsen of vergelijkbare objecten worden
mogelijk niet gesignaleerd.
●In de onderstaande situaties kan het sys-
teem de helderheid van het omgevingslicht
mogelijk niet juist signaleren. Hierdoor blij-
ven de dimlichten mogelijk branden of
zorgt het grootlicht mogelijk voor proble-
men bij voetgangers, tegenliggers of voor-
liggers of anderen. In dergelijke gevallen
moet handmatig worden geschakeld tus-
sen grootlicht en dimlicht.
• Bij slecht weer (regen, sneeuw, mist, zand- stormen, enz.)
• Het zicht door de voorruit wordt belem- merd door damp, wasem, ijs, vuil, enz.
• De voorruit is gebarsten of beschadigd
• De camera voor is vervormd of vuil.
• Als de temperatuur van de camera voor extreem hoog is
• De helderheid van het omgevingslicht komt overeen met die van koplampen,
achterlichten of mistlampen.
• Als de koplampen of achterlichten van tegenliggers of voorliggers zijn uitgescha-
keld, vuil zijn, een andere kleur hebben of
niet correct zijn afgesteld
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 335 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 338 of 666

3365-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
• Als de auto wordt geraakt door water, sneeuw, stof, enz. van een voorligger
• In gebieden waar lichte en donkere stuk- ken elkaar afwisselen.
• Als geregeld en herhaal delijk over stij-
gende en dalende wegen wordt gereden,
of over wegen met een slecht of oneffen
wegdek (zoals klinkerwegen, grindwegen,
enz.)
• Als geregeld en herhaaldelijk over boch- tige wegen wordt gereden.
• Als er zich een st erk spiegelend voorwerp,
zoals een verkeersbord of spiegel, voor de
auto bevindt
• De achterzijde van een voorligger is sterk spiegelend, zoals een container op een
truck
• De koplampen van de auto zijn beschadigd of vuil of zijn niet correct afgesteld
• De auto helt naar één kant over door bij- voorbeeld een lekke band of ligt aan de
achterzijde wat lager doordat een aan-
hangwagen is aangekoppeld.
• Er wordt herhaaldelijk en op een abnor- male manier geschakeld tussen dimlicht
en grootlicht.
• De bestuurder meent dat andere bestuur- ders of voetgangers last hebben van het
grootlicht.
• De auto wordt gebruikt in een gebied waar men aan de andere kant van de weg rijdt.
Bijvoorbeeld, een auto bestemd voor
rechtsrijdend verkeer in een gebied voor
linksrijdend verkeer of vice versa
• Wanneer men door een lange tunnel rijdt.
■Als “Headlight System Malfunction Visit
Your Dealer” (Storing koplampsysteem.
Laat auto bij dealer controleren.) op het
multi-informatiedisplay wordt weerge-
geven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Grootlicht inschakelen
Duw de hendel van u af.
Het controlelampje van het Automatic High
Beam-systeem dooft en het controlelampje
van het grootlicht gaat branden.
Trek de hendel in de oorspronkelijke stand
om het Automatic High Beam-systeem weer
te activeren.
■Dimlicht inschakelen
Druk de Automatic High Beam-schake-
laar in.
Het controlelampje van het Automatic High
Beam-systeem dooft.
Druk de schakelaar in om het Automatic
High Beam-systeem weer in te schakelen.
Handmatig in- en uitschakelen
van het grootlicht
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 336 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 339 of 666

337
5
5-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
■Tijdelijk inschakelen van het dim-
licht
Trek de hendel naar u toe en laat hem
vervolgens terugkeren in de oorspron-
kelijke stand.
Het grootlicht blijft ingeschakeld terwijl de
hendel naar u toe is getrokken. Nadat de
hendel echter weer in de oorspronkelijke
stand is teruggekeerd, blijft het dimlicht
gedurende enige tijd branden. Vervolgens
wordt de Automatic High Beam weer inge-
schakeld.
■Tijdelijk inschakelen van het dimlicht
Het verdient aanbeveling om het dimlicht in
te schakelen wanneer het grootlicht andere
bestuurders of voetgangers in de buurt hin-
dert.1 Schakelt de mistlampen
voor en het mistachterlicht uit
2 Schakelt de mistlampen
voor in
3 Schakelt de mistlampen
voor en het mistachterlicht in
Als de schakelaarring wordt losgelaten,
keert de ring terug naar de stand .
Door de schakelaarring nogmaals te
draaien, wordt alleen het mistachterlicht uit-
geschakeld.
■Mistlampen kunnen worden gebruikt als
Mistlampen voor: De koplampen of parkeer-
lichten voor zijn ingeschakeld.
Mistachterlicht: De mistlampen voor zijn inge-
schakeld.
Schakelaar mistlampen
De mistlampen zorgen voor meer
zicht bij ongunstige rijomstandig-
heden, zoals bij regen en mist.
Bediening
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 337 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 340 of 666

3385-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Door de hendel te bedienen
werken de ruitenwissers en -sproeiers
als volgt:
1 Uit
2 Stand AUTO
3 Lage snelheid
4 Hoge snelheid
5 Enkele slag
In de stand AUTO werken de ruitenwissers
automatisch wanneer de sensor signaleert
dat het regent. De wissnelheid wordt auto-
matisch afgestemd op de hoeveelheid neer-
slag en de rijsnelheid.
In de stand AUTO kan de sensorgevoe-
ligheid worden ingesteld.
6Verhoogt de gevoeligheid
7 Verlaagt de gevoeligheid
8 Gelijktijdig inschakelen rui-
tensproeiers en ruitenwissers
Door aan de hendel te trekken treden de rui-
tenwissers en -sproeiers in werking.
De ruitenwissers zullen automatisch een
aantal slagen maken als de ruitensproeiers
worden ingeschakeld.
Auto's met koplampsproeiers: Als het con-
tact AAN staat, de koplampen zijn ingescha-
keld en u de hendel naar u toe trekt, werken
de koplampsproeiers één keer. Daarna wer-
ken de koplampsproeiers elke vijfde keer dat
u de hendel naar u toe trekt.
Ruitenwissers en
-sproeiers
Door de hendel te bedienen kan
worden geschakeld tussen auto-
matische werking en handbedie-
ning, of kan de sproeier worden
gebruikt.
OPMERKING
■Als de voorruit droog is
Gebruik de ruitenwissers niet als de voor-
ruit droog is omdat hierdoor de voorruit
beschadigd kan worden.
Bedienen van de
ruitenwisserhendel
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 338 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 341 of 666

339
5
5-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
■De ruitenwissers en ruitensproeiers
kunnen worden bediend als
Het contact AAN staat.
■Effecten van de rijsnelheid op de ruiten-
wisserwerking
In de stand voor de lage snelheid schakelt de
ruitenwisser over van lage snelheid naar
interval als de auto stilstaat. (Maar als de
gevoeligheid van de sensor wordt aangepast
tot het hoogste niveau, kan de stand niet wor-
den veranderd.)
■Regensensor
●De regensensor registreert de hoeveelheid
neerslag.* De auto is voorzien van een
optische sensor. Deze werkt mogelijk niet
goed als zonlicht van de opkomende of
ondergaande zon af en toe op de voorruit
valt of als er insecten o.i.d. op de voorruit
zitten.
●Als de ruitenwisserschakelaar in de stand
AUTO wordt gezet terwijl het contact AAN
is, maken de ruitenwissers één wisbewe-
ging om aan te geven dat de stand AUTO
is ingeschakeld.
●Als de ruitenwisser gevoeliger wordt afge-
steld, kan de wisser één keer werken om
aan te geven dat de gevoeligheid is gewij-
zigd.
●Als de temperatuur van de regensensor
85°C of hoger, of -15°C of lager is, werkt
de automatische functie mogelijk niet. Zet
de ruitenwisserschakelaar in dat geval in
een andere stand dan AUTO.
*: Deze zijn mogelijk aan de andere kant
geplaatst, afhankelijk van de regio.
■Als er geen vloeistof uit de ruitensproei-
ers komt
Controleer of er ruitensproeiervloeistof in het
reservoir aanwezig is en controleer als dat
het geval is of de sproeierkoppen niet ver-
stopt zijn.
■Sproeierkopverwarming (indien aanwe-
zig)
De sproeierkopverwarming treedt in werking
om te voorkomen dat de sproeierkoppen
bevriezen wanneer de buitentemperatuur
5°C of lager is en het contact AAN staat.
WAARSCHUWING
■Waarschuwing met betrekking tot het
gebruik van de ruitenwissers in de
stand AUTO
De ruitenwissers voor kunnen onverwacht
in werking treden als de sensor wordt aan-
geraakt of als de voorruit aan trillingen
wordt blootgesteld terwijl de ruitenwissers
in de stand AUTO staan. Let erop dat er
niets bekneld raakt als de ruitenwissers in
werking treden.
■Waarschuwing met betrekking tot het
gebruik van ruitensproeiervloeistof
Gebruik bij koud weer de ruitensproeier-
vloeistof pas wanneer de voorruit warm is.
De vloeistof kan anders op de voorruit
bevriezen en zo het zicht belemmeren. Dit
kan leiden tot een ongeval waarbij ernstig
letsel kan ontstaan.
■Wanneer de sproeierkopverwarming
in werking is (indien aanwezig)
Raak het oppervlak rond de sproeierkop
niet aan, omdat dit heet kan worden en
brandwonden kan veroorzaken.
OPMERKING
■Als het sproeierreservoir leeg is
Druk niet constant op de schakelaar, aan-
gezien de sproeierpomp oververhit kan
raken.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 339 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 342 of 666

3405-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Door de schakelaar te bedienen
werkt de achterruitenwisser als volgt:
1 Uit
2 Intervalwerking
3 Normale werking
OPMERKING
■Wanneer een sproeier verstopt raakt
Neem in dit geval contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
Probeer als een sproeierkop verstopt is
geraakt deze niet schoon te maken met
een naald of iets dergelijks. Hierdoor kan
de sproeierkop beschadigd raken.
■Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
Laat de ruitenwissers niet langer inge-
schakeld dan noodzakelijk is als het hybri-
desysteem niet ingeschakeld is.
Achterruitenwisser
en -sproeier
De achterruitenwisser en -sproeier
kunnen worden bediend met de
hendel.
OPMERKING
■Als de achterruit droog is
Gebruik de ruitenwisser niet als de achter-
ruit droog is omdat de achterruit hierdoor
beschadigd kan raken.
Bedienen van de
ruitenwisserhendel
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 340 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 343 of 666

341
5
5-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
4
Gelijktijdig inschakelen rui-
tensproeiers en ruitenwissers
Door de hendel naar voren te duwen treden
de ruitenwissers en -sproeiers in werking.
De ruitenwisser maakt automatisch een aan-
tal wisbewegingen nadat de sproeier in wer-
king is getreden.
■De achterruitenwisser en -sproeier kun-
nen worden bediend als
Het contact AAN staat.
■Als er geen ruitensproeiervloeistof op
de ruit terechtkomt
Controleer of er ruitensproeiervloeistof in het
reservoir aanwezig is en controleer, als dat
het geval is, of de sproeierkop niet verstopt
is.
■Aan het openen van de achterklep
gekoppelde onderbreking van de wer-
king van de achterruitenwisser
Als de achterruitenwisser in werking is en bij
stilstaande auto de achterklep wordt
geopend, wordt de werking van de achterrui-
tenwisser onderbroken om te voorkomen dat
iemand in de buurt van de auto natgespetterd
wordt. Als de achterklep wordt gesloten,
wordt de werking van de achterruitenwisser
hervat.
*
*
: Deze instellingen moeten aan de persoon- lijke voorkeur worden aangepast door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
■Aan de achteruitversnelling gekoppelde
werking van de achterruitenwisser
Als de selectiehendel in stand R wordt gezet
terwijl de ruitenwissers voor in werking zijn,
maakt de achterruitenwisser één wisslag.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instelling van de aan de achteruitversnel-
ling gekoppelde werking kan worden gewij-
zigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoon-
lijke voorkeur sinstellingen: Blz. 637)
OPMERKING
■Als het sproeierreservoir leeg is
Druk niet constant op de schakelaar, aan-
gezien de sproeierpomp oververhit kan
raken.
■Wanneer een sproeier verstopt raakt
Neem in dit geval contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
Probeer als een sproeierkop verstopt is
geraakt deze niet schoon te maken met
een naald of iets dergel ijks. Hierdoor kan
de sproeierkop beschadigd raken.
■Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
Laat, als het hybridesysteem is uitgescha-
keld, de ruitenwisser niet langer ingescha-
keld dan noodzakelijk is.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 341 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 344 of 666

3425-4. Tanken
5-4.Tanken
Sluit alle portieren en ruiten en zet
het contact UIT.
Controleer de brandstofsoort.
■Brandstofsoorten
Blz. 627
■Vulopening brandstoftank voor lood-
vrije benzine
Om vergissingen bij tankstations te voorko-
men, is uw auto uitgerust met een kleinere
vulopening speciaal vo or loodvrije benzine.
Openen van de tankdop
Voer de volgende stappen uit om
de tankdop te openen:
Voor het tanken
WAARSCHUWING
■Bij het tanken
Neem bij het tanken de volgende voor-
zorgsmaatregelen in acht. Het niet in acht
nemen van de voorzorgsmaatregelen kan
ernstig letsel tot gevolg hebben.
●Raak na het verlaten van de auto en
voor het openen van de tankdopklep
een ongeverfd metalen oppervlak aan
om eventuele statische elektriciteit af te
voeren. Het is belangrijk om statische
elektriciteit af te voeren voordat u gaat
tanken, omdat vonken als gevolg van
statische elektriciteit brandstofdampen
tot ontbranding kunnen brengen.
●Pak de tankdop bij de greep vast en
draai hem langzaam los.
Tijdens het losdraaien van de tankdop
kan er een sissend geluid hoorbaar zijn.
Wacht tot het geluid verdwenen is alvo-
rens de tankdop te verwijderen. Bij hoge
buitentemperaturen kan er brandstof uit
de vulpijp spuiten en letsel veroorzaken.
●Zorg ervoor dat er niemand die de even-
tueel aanwezige stat ische elektriciteit
van zijn lichaam niet heeft afgevoerd, in
de buurt van een niet afgesloten brand-
stoftank komt.
●Adem de brandstofdampen niet in.
Brandstof bevat stoffen die schadelijk
zijn als ze ingeademd worden.
●Rook niet tijdens het tanken.
Als u dat wel doet, kan er brand ont-
staan.
●Keer niet naar de auto terug als u sta-
tisch geladen bent. Statis che elektriciteit
kan vonkvorming en daarmee brand
veroorzaken.
■Bij het tanken
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht om te voorkomen dat de brandstof-
tank overstroomt:
●Plaats het vulpistool nauwkeurig in de
vulpijp.
●Stop met het vullen van de tank wan-
neer het vulpistool automatisch uit klikt.
●Vul de brandstoftank niet tot de rand.
OPMERKING
■Tanken
Mors geen brandstof tijdens het tanken.
Anders kan schade aan de auto ontstaan,
zoals het slecht func tioneren van het emis-
sieregelsysteem, of beschadiging van de
onderdelen van het brandstofsysteem of
van de lak.
■Opmerking over brandstof
Blz. 98
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 342 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM