Page 105 of 666

103
2
2-1. Plug-in hybridesysteem
Plug-in hybridesysteem
■Trap bij het wegrijden het gaspe-
daal geleidelijk in om te accelere-
ren
Accelereer als richtlijn maximaal onge-
veer 20 km/h in de eerste 5 seconden.
Het elektriciteits- en brandstofverbruik
kunnen eenvoudig worden verbeterd
door de begeleiding milieubewust
bedienen gaspedaal die wordt weerge-
geven op het multi-informatiedisplay te
gebruiken en door rustig weg te rijden.
(Blz. 182)
Wanneer de rijmodus is ingesteld op de
ECO-rijmodus, wordt door het intrappen van
het gaspedaal geleidelijk koppel gegene-
reerd waardoor het gemakkelijker wordt het
gaspedaal rustig te bedienen.
■Houd voldoende tussenafstand
en accelereer en decelereer niet
onnodig
Probeer tijdens het rijden een con-
stante snelheid aan te houden. Het rij-
den met een korte tussenafstand
resulteert in herhaaldelijk onnodig
accelereren en decelereren, waardoor
het elektriciteits- en brandstofverbruik
toenemen.
■Laat het gaspedaal vóór het tot
stilstand brengen van de auto, bij-
voorbeeld bij ee n verkeerslicht,
tijdig los.
Het regeneratieve remsysteem treedt in
werking om de kinetische energie van
de auto om te zetten in elektrische
energie, waarmee het batterijpakket
(tractiebatterij) geladen wordt.
De regeneratiestatus kan worden
gecontroleerd op de hybridesysteemin-
dicator. ( Blz. 177) Als het rempedaal tijdens het decelere-
ren licht wordt ingetrapt, neemt de hoe-
veelheid geregenereerde energie toe,
waardoor meer elektrische energie kan
worden teruggewonnen.
Als het rempedaal te sterk wordt ingetrapt,
bereikt de indicator voor de hoeveelheid
geregenereerde energie het maximumni-
veau en wordt de bovenste limiet van de
regenereerbare energie overschreden.
Bedien het rempedaal om die reden tijdig.
■Gebruik de airconditioning op de
juiste manier en gebruik tevens
de stuurwielverwarming (indien
aanwezig) en de stoelverwarming
In de EV-modus wordt de auto gekoeld
en verwarmd met elektrische energie.
(Behalve bij extreem lage temperaturen
van ongeveer -10°C of lager.)
Voorkomen van overmatig afkoelen of
opwarmen van de auto beperkt het
energieverbruik en komt de elektrische
efficiëntie ten goede.
De stuurwielverwarming (indien aanwe-
zig) en stoelverwarming zijn efficiënte
verwarmingsapparaten die het lichaam
rechtstreeks verwarmen terwijl ze min-
der elektrisch vermogen verbruiken.
In combinatie met de airconditioning kan
een lage temperatuurinstelling worden
gebruikt om het elektriciteits- en brandstof-
verbruik te verbeteren.
■Controleer de bandenspanning
Als de bandenspanning lager is dan
voorgeschreven, nemen het elektrici-
teits- en brandstofverbruik toe.
Een bandenspanning die 50 kPa (0,5 kg/
cm2 of bar, 7 psi) lager is dan voorgeschre-
ven zal een toename van enkele procent-
punten veroorzaken.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 103 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 106 of 666

1042-1. Plug-in hybridesysteem
■Gebruik de selectieschakelaar
EV-/HV-modus om naar de
HV-modus te schakelen bij het rij-
den op de snelweg
Het energieverbruik neemt aanzienlijk
toe als er in de EV-modus wordt gere-
den op de snelweg.
■Vervoer geen onnodige voorwer-
pen in de auto
Als u rijdt met voorwerpen van 100 kg
in de auto, nemen het elektriciteits- en
brandstofverbruik met ongeveer 3%
toe.
De luchtweerstand heeft ook een grote
invloed op het elektriciteits- en brand-
stofverbruik. Verwijder eventueel aan-
wezig accessoires aan de buitenzijde,
zoals een imperiaal, als ze niet worden
gebruikt.
De rijweerstand van winterbanden is
hoog en het gebruik van winterbanden
zal dan ook leiden tot een hoger elektri-
citeits- en brandstofverbruik. Vervang
ze door standaardbanden zodra ze niet
meer nodig zijn.
■Zorg ervoor dat u op de hoogte
bent van de elektrische en brand-
stofefficiëntie van uw auto
Als u op de hoogte bent van de dage-
lijkse elektrische en brandstofefficiën-
tie van uw auto, begrijpt u de voordelen
van Eco-rijden.
Gebruik “Power Consumption/Fuel
Economy” (stroomverbruik/brandstof-
verbruik), “ECO Accelerator Guidance”
(begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal)/“Eco Score” en andere
gegevens die op het multi-informatie-
display worden weergegeven. Het volgende geeft aan dat de laadpro-
cedure op de juiste manier is uitge-
voerd.
De laadindicator van de laadaanslui-
ting gaat uit
“Charging Complete” (opladen vol-
tooid) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay als een por-
tier wordt geopend terwijl het contact
UIT staat ( Blz. 131)
Ongeacht het type voedingsbron of het
gebruik van de laadschemafunctie is de
laadprocedure voltooid als aan boven-
staande voorwaarden is voldaan.
Laadgerelateerde meldingen: Blz. 160
Manieren waarop wordt
aangegeven dat het laden is
voltooid
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 104 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 107 of 666
105
2
2-2. Laden
Plug-in hybridesysteem
2-2.Laden
AC-laadcontact
Verlichting AC-laadcontact
Laadindicator (
Blz. 106)
Kap AC-laadcontact
Waarschuwingslabel/identificatielabel
Klep laadaansluiting ( Blz. 106)
AC-laadkabel
* ( Blz. 108)
Laadaansluiting
*: Het aantal AC-laadkabels kan per regio verschillend zijn.
Laaduitrusting
Deze auto kan worden aangesloten op een externe voedingsbron.
Laaduitrusting en benamingen
A
B
C
D
E
F
G
H
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 105 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 108 of 666
1062-2. Laden
■Openen van de klep van de laad-
aansluiting
Druk op het midden van de achterste
rand van de klep van de laadaansluiting
(op de in de afbeelding aangegeven
positie) terwijl de portieren ontgrendeld
zijn.
Druk en haal uw hand weg om de klep van
de laadaansluiting iets te openen. Open de
klep vervolgens volledig met de hand.
■Sluiten van de klep van de laad-
aansluiting
Sluit de klep van de laadaansluiting en
druk op het midden van de achterste
rand van de klep van de laadaansluiting
(op de in de afbeelding aangegeven
positie).
Als de portieren worden vergrendeld, wordt
de klep van de laadaansluiting ook vergren-
deld. ( Blz. 121)
Het branden/knipperpatroon verandert op de volgende manieren om de gebruiker te
informeren over de laadstatus.
Openen en sluiten van de klep
van de laadaansluiting
Laadindicator
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 106 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 109 of 666

107
2
2-2. Laden
Plug-in hybridesysteem
*: Knippert gedurende een bepaalde tijd en gaat vervolgens uit.
■Laadindicator van de laadaansluiting
Als er een systeemstoring optreedt tijdens het laden of als de op afstand bedienbare airconditi-
oning wordt gebruikt, knippert de laadindicator snel gedurende een bepaalde tijd en gaat hij
vervolgens uit.
Als dit gebeurt terwijl een portier wordt geopend en het contact UIT staat, wordt een melding
weergegeven op het multi-informatiedisplay. Volg de instructies die worden weergegeven op
het display als er een melding wordt weergegeven.
Branden/knipperpatroonConditie auto
Brandt
Bezig met laden
Laden is mogelijk
De “Battery Heater” (batterijverwarming) ( Blz. 128) is in
werking
De “Battery Cooler” (batterijkoeler) ( Blz. 129) is in wer-
king
Knippert (normaal)*Als het laadschema is geregistreerd ( Blz. 143) en de AC-
laadkabel is aangesloten op de auto
Knippert snel*Als laden niet mogelijk is door een storing in de voedings-
bron of auto, enz. ( Blz. 158)
Brandt niet
De laadstekker is niet aangesloten op het AC-laadcon-
tact.
Als het laadschema ( Blz. 143) stand-by staat
Als het laden is voltooid
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 107 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 110 of 666

1082-2. Laden
AC-laadkabel
De functie, de bedieningsproce-
dure, enz. van de AC-laadkabel
worden uitgelegd.
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van de AC-laadkabel en het
CCID (Charging Circuit Interrupting
Device, onderbrekingsapparaat laad-
systeem)
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Als u dat niet doet, kunt u een ongeval ver-
oorzaken, waardoor ernstig letsel kan ont-
staan.
●Probeer de AC-laadkabel, de laadstekker,
de stekker en het CCID (Charging Circuit
Interrupting Device, onderbrekingsappa-
raat laadsysteem) niet te demonteren of
repareren.
Stop onmiddellijk met laden als er een
probleem optreedt met de AC-laadkabel of
het CCID (Charging Circuit Interrupting
Device, onderbrekingsapparaat laadsys-
teem) en neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
●Stel de AC-laadkabel, de laadstekker, de
stekker en het CCID (Charging Circuit
Interrupting Device, onderbrekingsappa-
raat laadsysteem) niet bloot aan sterke
schokken.
●Oefen geen overmatige kracht uit op de
AC-laadkabel. Rol de AC-laadkabel niet te
strak op, tordeer de AC-laadkabel niet en
trek er ook niet aan.
●Beschadig de AC-laadkabel niet met
scherpe voorwerpen.
●Vouw de laadstekker of de stekker niet op
en steek er geen vreemde voorwerpen in.
●Dompel de laadstekker en de stekker niet
onder in water.
●Houd de AC-laadkabel uit de buurt van
voorwerpen met een hoge temperatuur
zoals een kachel.
●Belast de AC-laadkabel en het aansluit-
snoer niet (bijvoorbeeld door de AC-laad-
kabel om het CCID (Charging Circuit
Interrupting Device, onderbrekingsappa-
raat laadsysteem) en de laadstekker te
wikkelen).
●Gebruik de AC-laadkabel niet en laat hem
niet achter in situaties waarin de contact-
doos en de stekker belast worden (bijvoor-
beeld wanneer het CCID (Charging Circuit
Interrupting Device, onderbrekingsappa-
raat laadsysteem) in de lucht hangt zon-
der contact te maken met de grond).
●AC-laadkabel modus 3: Gebruik hem niet
buiten de nominale spanning (lager dan
277 V) of de nominale stroom (lager dan
20 A).
OPMERKING
■Voorzorgsmaatregelen bij het omgaan
met de AC-laadkabel.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht. Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregelen kan schade aan de
AC-laadkabel en het AC-laadcontact tot
gevolg hebben.
●Steek de laadstekker recht in het AC-
laadcontact.
●Oefen na het aansluiten van de laadstek-
ker geen overmatige kracht uit op de
stekker en verdraai hem ook niet. Leun
niet op de stekker en hang er ook geen
voorwerpen aan.
●Trap niet op en struikel niet over de AC-
laadkabel.
●Controleer voor het verwijderen van de
laadstekker of hij ontgrendeld is.
(
Blz. 121)
●Berg de AC-laadkabel na het verwijderen
direct op zijn oorspronkelijke positie op.
●Plaats na het verwijderen van de laad-
stekker de kap van het AC-laadcontact.
■Bij gebruik van de AC-laadkabel en
bijbehorende onderdelen
Blz. 135
■Voorzorgsmaatregelen met betrek-
king tot lage temperaturen
Bij lage temperaturen kunnen de AC-laad-
kabel en het aansluitsnoer stug worden.
Oefen er geen overmatige kracht op uit als
ze stug zijn. Als er overmatige kracht wordt
uitgeoefend op de stugge AC-laadkabel en
het aansluitsnoer, kunnen ze beschadigd
raken.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 108 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 111 of 666
109
2
2-2. Laden
Plug-in hybridesysteem
AC-laadkabel modus 2
Laadstekker
Identificatielabel
Stekker
Aansluitsnoer
CCID (Charging Circuit Interrupting Device)
Controlelampje Power ( Blz. 112)
Laadindicator ( Blz. 112)
Waarschuwingslampje storing ( Blz. 112)
De namen van alle onderdelen van de AC-laadkabel
A
B
C
D
E
F
G
H
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 109 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 112 of 666

1102-2. Laden
AC-laadkabel modus 3 (indien aanwezig)
Laadstekker (zijde voertuig)
Identificatielabel (op de laadstekker)
Laadstekker (zijde lader)
Identificatielabel (op de laadstekker)
■Typen AC-laadkabels
De volgende laadmodi zijn ingedeeld op basis van de aanwezigheid van een laadsysteemrege-
lapparaat, dat storingen signaleert zoals lekstr omen, en de locatie (aangesloten op een lader of
op de AC-laadkabel). Het type AC-laadkabel dat kan worden gebruikt, is afhankelijk van de
laadmodus.
LaadmodusBeschrijving
Modus 1
Een laadmethode waarbij geen gebruik wordt gemaakt van een
laadsysteemregeling om lekstromen te signaleren tussen een externe
voedingsbron en de auto. Niet van toepassing bij deze auto.
Modus 2
Een laadmethode waarbij de auto op een externe voedingsbron wordt
aangesloten met een AC-laadkabel met een CCID (Charging Circuit
Interrupting Device, onderbrekingsapparaat laadsysteem).
Wordt gebruikt voor het laden via de meeste standaard contactdozen.
Modus 3
Een laadmethode waarbij geladen word t via een lader (zoals een open-
baar laadstation) uitgerust met een laadsysteemregeling voor het sig-
naleren van lekspanningen. De r egeling voor het signaleren van
lekspanningen wordt uitgevoerd door de l ader. Daarom is er in de AC-
laadkabel geen CCID (Charging Circuit Interrupting Device, onderbre-
kingsapparaat laadsysteem) aanwezig.
Niet alle laders zijn uitgerust met AC-laadkabels. Gebruik de AC-laad-
kabel voor modus 3 die bij de auto hoort als er geen AC-laadkabel
beschikbaar is. (indien aanwezig)
A
B
C
D
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 110 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM