Page 25 of 112

Smart-sleutelsysteem
3-8
3
openen. Nadat de knop van het contactslot
is ingedrukt en de aanwezigheid van de
Smart-sleutel is bevestigd, kan het con-
tactslot worden gedraaid terwijl het contro-
lelampje van het Smart-sleutelsysteem
brandt (ongeveer 4 seconden).
WAARSCHUWING
DWA18720
Draai nooit het contactslot naar
“OFF”, “ ” of “OPEN” terwijl de machi-
ne rijdt. Hierdoor worden de elektrische
systemen uitgeschakeld, wat mogelijk
kan leiden tot verlies van de controle of
een ongeval.OPMERKINGDruk niet herhaaldelijk op de knop van het
contactslot en draai het contactslot niet va-
ker dan nodig is voor normaal gebruik. Als
u dit doet, wordt het Smart-sleutelsysteem
tijdelijk uitgeschakeld en gaat het controle-
lampje knipperen om schade aan het con-
tactslot te voorkomen. Wacht als dit
gebeurt tot het controlelampje stopt met
knipperen alvorens het contactslot weer te
bedienen.Hieronder worden de standen van het con-
tactslot beschreven.
DAU76500
ON (aan)
Alle elektrische circuits worden voorzien
van stroom en de motor kan worden ge-
start.
Het contact inschakelen1. Schakel de Smart-sleutel in en breng
deze binnen het ontvangstbereik van
het Smart-sleutelsysteem.
2. Druk op de knop van het contactslot:
het controlelampje van de Smart-sleu-
tel gaat ongeveer 4 seconden bran-
den.
3. Zet terwijl het controlelampje van het
Smart-sleutelsysteem brandt het con-
tactslot op “ON”. Alle richtingaanwij-
zers knipperen twee keer en het
contact wordt ingeschakeld.
OPMERKING zAls de spanning van de voertuigaccu
laag is, knipperen de richtingaanwij-
zers niet.
zZie “Noodmodus” op pagina 8-40
voor informatie over het inschakelen
van het contact zonder de Smart-
sleutel.
DAU76510
OFF (uit)
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld.
Het contact uitschakelen1. Zet het contactslot op “OFF” terwijl de
Smart-sleutel is ingeschakeld en zich
binnen het ontvangstbereik van het
Smart-sleutelsysteem bevindt.
1. Drukken.
2. Draaien.1
2
1. Draaien.
1
UBX9D0D0.book Page 8 Tuesday, January 21, 2020 5:05 PM
Page 26 of 112

Smart-sleutelsysteem
3-9
3
2. De richtingaanwijzers knipperen één
keer en het contact wordt uitgescha-
keld.OPMERKING
aanwezigheid van de Smart-sleutel niet kan
worden bevestigd (omdat de Smart-sleutel
zich buiten het ontvangstbereik bevindt of
is uitgeschakeld), klinkt er gedurende 3 se-
conden een piepsignaal en gaat het contro-
lelampje van het Smart-sleutelsysteem 30
seconden knipperen.
zTijdens deze 30 seconden kan het
contactslot gewoon worden bediend.
zNa 30 seconden wordt het contact au-
tomatisch uitgeschakeld.
zWanneer u het contact onmiddellijk
wilt uitschakelen, druk dan binnen 2
seconden vier keer op de knop van
het contactslot.
DAU89021
OPEN (open)
Het contactslot wordt van stroom voorzien.
Het zadel en het tankdopdeksel kunnen
worden geopend.Om het zadel en het tankdopdeksel te ope-
nen1. Druk op de knop van het contactslot
terwijl de Smart-sleutel is ingescha-
keld en zich binnen het ontvangstbe-
reik van het Smart-sleutelsysteem
bevindt.
2. Draai terwijl het controlelampje van
het Smart-sleutelsysteem brandt het
contactslot op “OPEN”.
3. Druk om het zadel te openen op de
knop “SEAT” en til dan het zadel aan
de achterzijde op.4. Druk op de knop “FUEL” om het tank-
dopdeksel te openen.1. Drukken.
2. Draaien.1
2
1.
1
UBX9D0D0.book Page 9 Tuesday, January 21, 2020 5:05 PM
Page 27 of 112

Smart-sleutelsysteem
3-10
3
OPMERKINGZorg dat het zadel en het tankdopdeksel
stevig zijn gesloten alvorens te gaan rijden.
Herinnering voor open stand
Om te voorkomen dat u de machine onver-
grendeld achterlaat met het contactslot in
de stand “OPEN”, klinkt de zoemer van het
Smart-sleutelsysteem in de volgende om-
standigheden.
zAls het contactslot 3 minuten in de
stand “OPEN” heeft gestaan
zAls de Smart-sleutel wordt uitgescha-
keld terwijl het contactslot in de stand
“OPEN” staat
zAls u zich buiten het ontvangstbereik
van het Smart-sleutelsysteem begeeft
met het contactslot in de stand
“OPEN”
Als de zoemer na 3 minuten klinkt, draai
dan het contactslot naar “OFF” of “ ”.
Als de zoemer klinkt omdat de Smart-sleu-
tel werd uitgeschakeld of buiten het ont-
vangstbereik werd bewogen, zet dan de
Smart-sleutel aan en loop terug in het be-
reik.OPMERKING zDe zoemer gaat na 1 minuut uit.
zHet zadel kan ook met de mechani-
sche sleutel worden geopend. (Zie pa-
gina 5-18.)
DAU76521
“” (vergrendelen)
Het stuur is vergrendeld en alle elektrische
systemen zijn uitgeschakeld.
Om het stuur te vergrendelen1. Draai het stuur helemaal naar links.
2. Druk op de knop van het contactslot
terwijl de Smart-sleutel is ingescha-
keld en zich binnen het ontvangstbe-
reik van het Smart-sleutelsysteem
bevindt.
3. Druk terwijl het controlelampje van het
Smart-sleutelsysteem brandt het con-
tactslot in en draai het naar “ ”.
1. “FUEL”-toets
1. Tankdopdeksel
1
1
1. Drukken.
2. Indrukken en draaien.1
2
UBX9D0D0.book Page 10 Tuesday, January 21, 2020 5:05 PM
Page 28 of 112
Smart-sleutelsysteem
3-11
3
OPMERKINGAls het stuur niet wordt vergrendeld, pro-
beer het dan iets terug naar rechts te draai-
en.Het stuur ontgrendelen1. Druk op de knop van het contactslot
terwijl de Smart-sleutel is ingescha-
keld en zich binnen het ontvangstbe-
reik van het Smart-sleutelsysteem
bevindt.
2. Draai en druk terwijl het controlelamp-
je van het Smart-sleutelsysteem
brandt het contactslot in de gewenste
stand.1. Drukken.
2. Indrukken en draaien.1
2
UBX9D0D0.book Page 11 Tuesday, January 21, 2020 5:05 PM
Page 29 of 112

Stahulp
4-1
4
DAU89244
StahulpDe stahulp helpt de bestuurder om de ma-
chine rechtop te houden als deze is gestopt
of bij het parkeren. Als u op de stahulp-
schakelaar drukt, wordt het hulpsysteem
ingeschakeld en helpt het u om de machine
in de huidige kantelhoek te houden.
WAARSCHUWING
DWA20982
zZorg er bij duwen van de machine
voor dat de machinevoeding is uit-
geschakeld. Anders kan de stahulp
onbedoeld worden uitgeschakeld.
zSchakel de stahulp altijd uit in de
volgende situaties. Anders kan de
machine uit balans raken, mogelijk
met kantelen tot gevolg.
bstakels in uw baan lig-
gen (verkeersdrempels, trottoir)de machine zich op een on-
verharde of ruwe ondergrond be-
vindt.
de machine zich op een hel-
ling
bevindt.
Op- en afstappen
Zorg alvorens op de machine te stappen
dat de machinevoeding is uitgeschakeld en
bekrachtig de voor- of achterrem.
Bekrachtig alvorens van de machine te
stappen de parkeerrem en zet de machine-
voeding uit.
WAARSCHUWING
DWA20992
Stap als de machine is gestopt met de
stahulp ingeschakeld nooit op de voet-
steun aan één kant en belaad de machi-
ne niet ongelijkmatig met bagage.
Anders kan de machine uit balans raken,
mogelijk met kantelen tot gevolg.Werking van de stahulp
WAARSCHUWING
DWA21002
De stahulp kan zelfs worden bediend als
de machine overhelt. Houd daarom het
volgende in gedachten: zSchakel de stahulp nooit in tijdens
het rijden. Anders kan de machine
in een ongewenste leunhoek wor-
den vastgehouden, mogelijk met
verlies van de controle tot gevolg.
zZorg ervoor dat de stahulp is uitge-
schakeld alvorens weg te rijden.
Anders zal de stahulp plotseling
worden uitgeschakeld, mogelijk
met balansverlies tot gevolg.
De stahulp inschakelen1. Stop de machine en sluit de gasgreep
volledig. Het controlelampje van de
stahulp begint te knipperen.
2. Druk één keer op de stahulpschake-
laar.
3. Het controlelampje van de stahulp
gaat branden en de zoemer klinkt één
keer. Het hulpsysteem is nu ingescha-
keld.
Inschakelomstandigheden van de sta-
hulp
De stahulp kan worden ingeschakeld onder
de volgende omstandigheden.
zDe rijsnelheid is 10 km/h (6 mi/h) of la-
ger met de machinevoeding inge-
schakeld
zHet motortoerental is 2000 tpm of la-
ger
1. Controlelampje stahulp “ ”
1
UBX9D0D0.book Page 1 Tuesday, January 21, 2020 5:05 PM
Page 30 of 112