Functies van instrumenten en bedieningselementen
5-6
5
OPMERKINGNadat de motorolie is ververst, moeten de
ritteller olieverversing en de indicator olie-
verversing worden teruggesteld. Anders zal
de indicator olieverversing niet op het juiste
moment gaan branden.
DAU89172
Ritteller voor V-snaarvervanging
Deze ritteller toont de afgelegde afstand
sinds de V-snaar voor het laatst werd ver-
vangen. De indicator voor V-snaarvervan-
ging “BELT” gaat na elke 20000 km (12500
mi) knipperen om aan te geven dat de V-
snaar moet worden vervangen.
Selecteer om zowel de ritteller als de indi-
cator te resetten de ritteller V-snaarvervan-
ging en houd dan de schakelaar “RES”ingedrukt totdat de ritteller begint te knip-
peren. Houd terwijl de ritteller knippert de
schakelaar “RES” ingedrukt totdat de rittel-
ler is teruggesteld.
OPMERKINGAls de V-snaar is vervangen, moeten de rit-
teller en de indicator worden teruggesteld.
Anders zal de indicator V-snaarvervanging
niet op het juiste moment gaan branden.
DAU89180
Weergave huidig brandstofverbruik
Deze weergave toont het brandstofverbruik
onder de huidige rijomstandigheden. De
weergave kan worden ingesteld op “km/L”
of “L/100 km”, of “MPG” wanneer mijlen
worden gebruikt. Houd om te wisselen tus-sen de eenheden voor het brandstofver-
bruik de schakelaar “SEL” ingedrukt totdat
de eenheid wordt gewijzigd.
z“km/L”: de afstand die kan worden af-
gelegd op 1.0 L brandstof.
z“L/100 km”: de hoeveelheid brandstof
die nodig is om 100 km af te leggen.
z“MPG”: de afstand die kan worden af-
gelegd op 1.0 Imp.gal brandstof.
OPMERKINGBij snelheden onder 10 km/h (6 mi/h) wordt
DAU87790
OPMERKINGHet huidige verbruik dient alleen gebruikt te
worden als algemene referentie. Gebruik
dit getal niet om de afstand te schatten die
met de huidige brandstoftank kan worden
afgelegd.
1.
2. Ritteller voor V-snaarvervanging
2
1
1. Weergave huidig brandstofverbruik
1
UBX9D0D0.book Page 6 Tuesday, January 21, 2020 5:05 PM
Gebruik en belangrijke rij-informatie7-2
7
DAU86720
De motor startenHet startspersysteem staat starten toe
wanneer de zijstandaard omhoog is gezet.
Om de motor te starten1. Draai het contactslot naar ON en zet
de noodstopschakelaar in de stand
“run”.
2. Controleer of de indicator en het/de
waarschuwingslampje(s) enkele se-
conden oplichten en dan uitgaan. (Zie
pagina 5-1.)OPMERKING zStart de motor niet als het waarschu-
wingslampje motorstoring blijft bran-
den.
zHet ABS-waarschuwingslampje moet
gaan branden en aan blijven totdat de
machine een snelheid van 10 km/h (6
mi/h) bereikt.LET OP
DCA24110
Als een waarschuwings- of controle-
lampje niet werkt zoals hierboven be-
schreven, vraag dan uw Yamaha dealer
om de machine te controleren.3. Draai het gas volledig dicht.4. Druk op de startknop terwijl de voor-
of achterrem wordt bediend.
5. Laat de startknop los als de motor
start, of na 5 seconden. Wacht 10 se-
conden voordat u opnieuw op de
knop drukt om de accuspanning weer
te laten opbouwen.
LET OP
DCA11043
Trek nooit snel op terwijl de motor nog
koud is, dit verkort de levensduur van de
motor!
DAU78221
OPMERKINGDit model is uitgerust met een hellings-
hoeksensor, waarbij de motor afslaat bij
kanteling. In dat geval gaat ook het waar-
schuwingslampje motorstoring branden,
maar dit is geen storing. Zet alvorens de
motor opnieuw te starten het contactslot uit
en weer aan om het waarschuwingslampje
motorstoring te resetten. Wanneer u dit
niet, doet zal de motor niet aanslaan, ook al
probeert de startmotor de motor op gang te
brengen na het indrukken van de startknop.
UBX9D0D0.book Page 2 Tuesday, January 21, 2020 5:05 PM