Page 25 of 276

23
Instrumentenpaneel
1Traject "1" en "2" zijn onafhankelijk en kunnen op
dezelfde manier worden gebruikt.
Begrippen
Actieradius
(km of mijl)Afstand die u nog met de resterende hoeveelheid brandstof kunt afleggen
(afhankelijk van het gemiddelde verbruik over de
laatste afgelegde kilometers).
Deze waarde kan variëren door een gewijzigde
rijstijl of andere rijomstandigheden, zoalshet
rijden op een helling, waardoor het actuele
brandstofverbruik aanzienlijk kan wijzigen.
Als de actieradius minder dan 30
km bedraagt,
worden streepjes weergegeven.
Na het tanken van minimaal 5 liter brandstof
wordt de actieradius opnieuw berekend en
weergegeven als deze meer dan 100
km
bedraagt.
Wanneer tijdens het rijden permanent streepjes
in plaats van waarden worden weergegeven,
neem dan contact op met het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Huidig verbruik
(l/100 km, km/l of mijl/gallon)Berekend over de laatste seconden.
Deze functie wordt alleen weergegeven
bij snelheden vanaf 30
km/u.
Gemiddeld verbruik
(l/100 km, km/l of mijl/gallon)Berekend sinds de laatste nulstelling van
de trajectgegevens.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)Berekend sinds de laatste nulstelling van
de trajectgegevens.
Afgelegde afstand
(km of mijl)Berekend sinds de laatste nulstelling van
de trajectgegevens.
Tijdteller Stop & Start-systeem
(minuten/seconden of uren/minuten)
Als uw auto is uitgerust met het Stop &
Start-systeem, registreert een tijdteller hoelang
de STOP-stand tijdens een rit is geactiveerd.
De teller wordt elke keer als u het contact aanzet
weer op nul gezet.
Touchscreen
Dit systeem heeft de volgende functies:
– Permanente weergave van de tijd en de
buitentemperatuur (er brandt een blauw lampje
bij kans op gladheid).
–
Bediening van de verwarming/airconditioning.
–
T
oegang tot de configuratiemenu's van de
functies en systemen van de auto.
– Bediening van het audiosysteem en
de telefoonfuncties, en weergave van de
bijbehorende informatie.
–
W
eergave van de informatie van de
parkeerhulpsystemen (grafische weergave van
de parkeerhulp, Park Assist
enz.).
–
T
oegang tot de internetdiensten en weergave
van de bijbehorende informatie.
–
Bediening van het navigatiesysteem en
weergave van de bijbehorende informatie
(afhankelijk van de uitvoering).
Zet de auto uit
veiligheidsoverwegingen altijd stil
voordat u handelingen uitvoert die uw
volledige aandacht vragen.
Bepaalde functies zijn niet beschikbaar als de
auto rijdt.
Adviezen
Het touchscreen is een capacitief scherm.
Houd geen puntige voorwerpen tegen het
touchscreen.
Raak het touchscreen niet aan met vochtige
vingers.
Gebruik een schone en zachte doek om het
touchscreen te reinigen.
Werkingsprincipes
► Gebruik de toetsen onder het touchscreen
om de menu's te openen en druk vervolgens op
de aanraaktoetsen op het touchscreen.
Page 26 of 276

24
Instrumentenpaneel
Bepaalde menu's worden op twee pagina's
weergegeven: druk op de toets "OPTIES" om de
tweede pagina te bekijken.
Als u enkele seconden niets op de tweede pagina doet, wordt automatisch
de eerste pagina weer weergegeven.
Druk op "ON" of "OFF " om een functie in of uit te
schakelen.
Instellingen voor een functieToegang tot aanvullende informatie
over de functie
BevestigenTerug naar de vorige pagina of bevestigen
Menu's
* Het logo van TomTom Traffic wordt op de kaart weergegeven om te bevestigen dat de Connected Services van het navigatiesysteem beschikbaar zijn.
Zie voor meer informatie het hoofdstuk over de online navigatie.
Druk met drie vingers op het touchscreen
om alle menutoetsen weer te geven.
Radio / Media
Zie hoofdstuk “Audio en telematica”.
Airconditioning
Instellingen voor de temperatuur,
luchtopbrengst, enz.
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor
meer informatie over de automatische
airconditioning met gescheiden regeling .
Online Navigatie* (Afhankelijk van de
uitrusting)
Zie hoofdstuk “Audio en telematica”.
Rijverlichting of Auto (afhankelijk van
uitvoering)
Activering, deactivering en instellingen van
bepaalde functies.
De functies staan op 2 tabbladen:
"Snelkoppelingen " en "Overige instellingen ".
Telefoon
Zie hoofdstuk “Audio en telematica”.
Connect-App
Toegang tot bepaalde te configureren
functies.
Zie het hoofdstuk "Audio en telematica" voor de
andere functies.
Instellingen Belangrijkste instellingen van het
audiosysteem, het touchscreen en het digitale
instrumentenpaneel.
of
Hybride
Toegang tot de functies van
het hybridesysteem (energiestroom,
verbruiksstatistieken, geprogrammeerd laden,
functie eSave).
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het laden van de batterij
(hybride).
Instellen van het volume/onderbreken van
het geluid.
Zie het hoofdstuk "Audio en telematica".
Menu Hybride
Energiestroom
Het tabblad Stroom toont de werking van het
oplaadbare hybridesysteem in real time.
1. Actieve rijstand
Page 27 of 276

25
Instrumentenpaneel
12.Benzinemotor
3. Elektromotor
4. Laadniveau tractiebatterij
De kleur van de energiestromen is afhankelijk
van de manier van rijden:
–
Blauw: 100% elektrische energie.
–
Oranje: energie van de benzinemotor
.
–
Groen: terugwinning van energie.
Verbruiksstatistieken
Op het tabblad Statistieken staan statistieken
van het verbruik van elektrische energie en
brandstof.
1. Gemiddeld stroomverbruik voor de huidige rit
(kWh/100 km) en historische waarden:
–
Blauwe staven: direct verbruikte energie die
door de tractiebatterij is geleverd.
–
Groene staven: tijdens het vaart minderen
en remmen teruggewonnen energie die wordt
gebruikt om de tractiebatterij op te laden.
2.
Gemiddeld brandstofverbruik voor de huidige
rit (l/100
km) en historische waarden (oranje
staven).
► U kunt de schaal van de weergegeven tijd
veranderen met de toetsen - en +.
eSave-functie
Het tabblad eSave maakt het mogelijk de
elektrische energie van de tractiebatterij geheel
of gedeeltelijk te reserveren voor later gebruik
tijdens een rit (bv. rijden in de bebouwde kom
of in een gebied dat is gereserveerd voor
elektrische auto's).
►
Activeer de functie door ON
te kiezen en
selecteer vervolgens hoeveel elektrische
energie u wilt reserveren: 10 km, 20 km of alle
elektrische energie ( MAX).
De activering van de functie wordt
bevestigd door het oplichten van dit
verklikkerlampje in het instrumentenpaneel en de
weergave van de energiereserve in mijlen of
kilometers.
►
Om de energiereserve te gebruiken, kiest u
de rijstand ELECTRIC
met de keuzeschakelaar.
De functie-instellingen worden niet opgeslagen
bij het afzetten van het contact.
Als de gevraagde actieradius groter is dan de beschikbare actieradius (niet
aanbevolen), wordt de verbrandingsmotor
gestart om ervoor te zorgen dat de
tractiebatterij wordt opgeladen tot de
gevraagde waarde; hierdoor kunnen
prestaties verminderen en kan
brandstofverbruik toenemen!
Informatiebalk(en)
Bepaalde informatie wordt permanent
weergegeven in de informatiebalk(en) van het
touchscreen.
Bovenste balk van het touchscreen van
10 inch
– Tijd en buitentemperatuur (er gaat een blauw
lampje branden bij kans op gladheid).
–
Informatie over de airconditioning en
rechtstreekse toegang tot het desbetreffende
menu.
–
Informatie over de menu's Radio
Media en
Telefoon.
–
Berichten.
–
T
oegang tot de Instellingen voor het
touchscreen en het digitale instrumentenpaneel
(datum/tijd, taal, eenheden enz.).
Zijbalken van het 10 inch HD-touchscreen
– Buitentemperatuur (er gaat een blauw lampje
branden bij kans op gladheid).
–
T
oegang tot de Instellingen voor het
touchscreen en het digitale instrumentenpaneel
(datum/tijd, taal, eenheden enz.).
–
Berichten.
–
Informatie over de airconditioning en
rechtstreekse toegang tot het betreffende menu.
–
Tijd.
Page 28 of 276
26
Instrumentenpaneel
Op afstand bedienbare
functies (hybride)
Deze functies zijn toegankelijk
met een smartphone, via de
MyPeugeot App:
–
Aansturen van het laden van de tractiebatterij.
–
V
oorverwarming beheren.
–
Statistieken van verbruik, laadtoestand en
actieradius.
Installatieprocedure
► Download de MyPeugeot App vanaf de
voor uw smartphone juiste online store.
►
Maak een account.
►
V
oer het VIN van de auto in (het nummer op
het kentekenbewijs van de auto dat begint met
"VF").
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de identificatie.
Netwerkbereik
Zorg ervoor dat uw auto zich bevindt
in een gebied met dekking van een mobiel
netwerk wanneer u op afstand bedienbare
functies wilt gebruiken.
Wanneer deze dekking er niet is, kan uw
smartphone niet met de auto communiceren
(bijvoorbeeld in een ondergrondse
parkeergarage). De app geeft dan een
melding dat er geen verbinding met de auto
kan worden gemaakt.
Page 29 of 276

27
Toegang tot de auto
2Elektronische sleutel
met afstandsbediening
en ingebouwde fysieke
sleutel,
Functies van de
afstandsbediening
Afhankelijk van de uitvoering heeft de
afstandsbediening de volgende functies:
– Ontgrendelen/vergrendelen/
supervergrendelen van de auto.
–
Ontgrendelen - openen/sluiten van de
bagageruimte.
–
V
erlichting op afstand bedienen.
–
Inklappen/uitklappen van de buitenspiegels.
–
Inschakelen/uitschakelen van het
alarmsysteem.
–
Lokaliseren van de auto.
–
Openen/sluiten van de ramen. –
Sluiten van het zonnedak.
–
Activeren van de elektrische startonderbreker
van de auto.
De auto kan met behulp van noodprocedures
worden vergrendeld/ontgrendeld als
bijvoorbeeld de afstandsbediening of de centrale
vergrendeling defect is, of als de accu leeg is.
Raadpleeg het desbetreffende gedeelte voor
meer informatie over de Noodprocedures
.
Geïntegreerde sleutel
De sleutel in de afstandsbediening kan voor het
volgende worden gebruikt, afhankelijk van de
uitvoering:
–
De auto ontgrendelen/vergrendelen/
supervergrendelen.
–
De handmatige kinderbeveiliging inschakelen/
uitschakelen.
–
De airbag vóór aan passagierszijde
inschakelen/uitschakelen.
–
De portieren met de reservefunctie
ontgrendelen/vergrendelen.
► Houd de knop uitgetrokken om de sleutel te
verwijderen of terug te plaatsen.
Ontgrendelen van de auto
De selectieve ontgrendeling
(bestuurdersportier, achterklep) kan
worden ingesteld in het menu
Rijverlichting /Auto
van het touchscreen.
Volledige ontgrendeling
► Druk op de ontgrendelknop.
Selectieve ontgrendeling
Bestuurdersportier en brandstofvulklep/
laadklep
►
Druk op de ontgrendelknop.
►
Druk nogmaals op de knop om de andere
portieren en de achterklep te ontgrendelen.
De volledige of selectieve ontgrendeling en de
uitschakeling van het alarm worden bevestigd
Page 30 of 276

28
Toegang tot de auto
van de uitvoering) gedurende ongeveer 10
seconden.
– Branden van de instapverlichting van de
buitenspiegels.
– Branden van de plafonniers.
► Druk op deze knop.
Op afstand inschakelen van
de verlichting
De beschikbaarheid van deze functie is
afhankelijk van de uitvoering.
► Druk op deze knop. De parkeerlichten,
het dimlicht, de kentekenplaatverlichting
en de instapverlichting in de buitenspiegels gaan
gedurende 30 seconden branden.
Wanneer u nogmaals op de knop drukt voordat
de tijd is verstreken, wordt de verlichting
onmiddellijk uitgeschakeld.
Advies
Afstandsbediening
De afstandsbediening is een gevoelig
apparaat dat met hoge frequentie werkt; zit
niet aan de afstandsbediening terwijl u deze
in uw zak hebt, omdat u dan per ongeluk de
auto kunt ontgrendelen.
Druk niet op de toetsen van de
afstandsbediening wanneer u buiten het
bereik van de auto bent, omdat dat ervoor
kan zorgen dat de afstandsbediening
door het knipperen van de parkeerlichten en/of
dagrijverlichting.
De buitenspiegels worden uitgeklapt.
Selectief ontgrendelen en openen van
de achterklep
Selectief ontgrendelen van de achterklep
is standaard uitgeschakeld en elektrische
bediening is standaard ingeschakeld.
► Houd deze toets ingedrukt.om de
bagageruimte te ontgrendelen en
automatisch openen van de achterklep te
activeren.
De portieren en de brandstofvulklep blijven
vergrendeld.
Als de selectieve ontgrendeling van de achterklep is uitgeschakeld, wordt bij het
indrukken van de knop de auto volledig
ontgrendeld.
Als de elektrische werking van de achterklep is uitgeschakeld, wordt de
achterklep bij het indrukken van de knop op
een kier gezet.
Om de auto te kunnen vergrendelen, moet u
de achterklep weer sluiten.
De auto vergrendelen
Normale vergrendeling
► Druk op de vergrendelknop.
De vergrendeling en inschakeling van het alarm
worden bevestigd door het branden van de
richtingaanwijzers.
De buitenspiegels worden ingeklapt.
Als een van de portieren of de achterklep niet goed is gesloten, kan de auto niet
worden vergrendeld. Als de auto echter is
uitgerust met een alarmsysteem, dan wordt
dit na ongeveer 45 seconden ingeschakeld.
Als de auto wordt ontgrendeld maar
de portieren of de achterklep worden
vervolgens niet geopend, dan wordt de auto
automatisch na ongeveer 30 seconden weer
vergrendeld. Als de auto is uitgerust met een
alarmsysteem, dan wordt dit automatisch
weer ingeschakeld.
Supervergrendeling
► Druk binnen 5 seconden nogmaals op de
vergrendelknop om de supervergrendeling van
de auto in te schakelen (wordt bevestigd door
het knipperen van de richtingaanwijzers).
Als de supervergrendeling is ingeschakeld, werken de
binnenportiergrepen niet. Tevens wordt de
toets van de centrale vergrendeling in het
interieur uitgeschakeld.
De claxon blijft werken.
Schakel nooit de supervergrendeling in als
er zich iemand in de auto bevindt.
Sluiten van de ruiten
Door de vergrendelknop langer dan 3
seconden in te drukken worden de ruiten
gesloten.
Houd tijdens het sluiten van de ruiten in
de gaten of er geen personen of
voorwerpen zijn die het correct sluiten van de
ruiten kunnen hinderen.
Wanneer u, bij uitvoeringen met een
alarmsysteem, de ruiten van de auto op
een kier wilt laten staan, moet u eerst de
interieurbeveiliging van het alarmsysteem
uitschakelen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het alarm.
"Peugeot Adaptive LED Technology"
Met Full LED 3D-achterlichten gaan de
achterlichten sequentieel branden wanneer
de auto vergrendeld of ontgrendeld wordt
en wanneer de verlichting op afstand wordt
ingeschakeld.
Lokaliseren van de auto
Met deze functie kunt u uw vergrendelde auto op
afstand herkennen, door:
–
Knipperen van de richtingaanwijzers of
parkeerlichten en/of dagrijverlichting (afhankelijk
Page 31 of 276

29
Toegang tot de auto
2van de uitvoering) gedurende ongeveer 10
seconden.
–
Branden van de instapverlichting van de
buitenspiegels.
–
Branden van de plafonniers.
► Druk op deze knop.
Op afstand inschakelen van
de verlichting
De beschikbaarheid van deze functie is
afhankelijk van de uitvoering.
► Druk op deze knop. De parkeerlichten,
het dimlicht, de kentekenplaatverlichting
en de instapverlichting in de buitenspiegels gaan
gedurende 30 seconden branden.
W
anneer u nogmaals op de knop drukt voordat
de tijd is verstreken, wordt de verlichting
onmiddellijk uitgeschakeld.
Advies
Afstandsbediening
De afstandsbediening is een gevoelig
apparaat dat met hoge frequentie werkt; zit
niet aan de afstandsbediening terwijl u deze
in uw zak hebt, omdat u dan per ongeluk de
auto kunt ontgrendelen.
Druk niet op de toetsen van de
afstandsbediening wanneer u buiten het
bereik van de auto bent, omdat dat ervoor
kan zorgen dat de afstandsbediening
niet meer werkt. In dat geval moet de
afstandsbediening worden gereset.
Diefstalbeveiliging
Was de elektronische startblokkering
niet aan, omdat er dan storingen kunnen
ontstaan.
Vergrendelen van de auto
Wanneer de deuren onder het rijden
zijn vergrendeld, kunnen hulpdiensten in
noodgevallen lastig in de auto komen.
Neem uit veiligheidsoverwegingen de
elektronische sleutel mee als u de auto
verlaat, zelfs al is dit voor korte duur.
Bij het aanschaffen van een gebruikte
auto
Laat uw sleutels door een PEUGEOT-dealer
in het elektronische geheugen van de auto
opslaan, zodat u zeker weet dat de sleutels
in uw bezit de enige sleutels zijn waarmee de
auto kan worden gestart.
Keyless entry and start
Met dit systeem kunt u de auto ontgrendelen,
vergrendelen en starten terwijl u de elektronische
sleutel op zak heeft in het detectiegebied ( A).
Ontgrendelen van de auto
De selectieve ontgrendeling
(bestuurdersportier, achterklep) kan
worden ingesteld in het menu
Rijverlichting /Auto
van het touchscreen.
De selectieve ontgrendeling is standaard
uitgeschakeld.
Page 32 of 276

30
Toegang tot de auto
vergrendelknop op de achterklep om de auto te
vergrendelen.
► Druk er binnen 5 seconden nog een keer
op om de supervergrendeling van de auto in
te schakelen (de richtingaanwijzers gaan kort
knipperen om dit te bevestigen).
"Peugeot Adaptive LED Technology"
Met Full LED 3D-achterlichten gaan de
achterlichten sequentieel branden wanneer
de auto vergrendeld of ontgrendeld wordt
en wanneer de verlichting op afstand wordt
ingeschakeld.
Als een van de deuren of de bagageruimte nog open is of als de
elektronische sleutel voor het Keyless entry
and start-systeem nog in de auto is
achtergebleven, dan wordt de centrale
vergrendeling uitgeschakeld.
Als de auto echter is uitgerust met een
alarmsysteem, dan wordt dit na ongeveer 45
seconden ingeschakeld.
Als de auto is ontgrendeld, maar de deuren of de bagageruimte daarna niet
worden geopend, dan wordt de auto
automatisch na ongeveer 30 seconden weer
vergrendeld. Als de auto is uitgerust met een
alarmsysteem, dan wordt dit automatisch
weer ingeschakeld.
Volledig ontgrendelen
► Leg uw hand achter de portiergreep van een
van de vier portieren of druk op de schakelaar
voor het openen van de achterklep.
Als de elektrische bediening van de achterklep
is ingeschakeld, activeert u zo de automatische
opening.
Openen van de ruiten
Afhankelijk van de uitvoering kunt u de ruiten
tot in de gewenste positie openen door uw hand
achter de handgreep te houden of de schakelaar
voor het openen van de achterklep in te drukken.
Selectieve ontgrendeling
Bestuurdersportier en brandstofvulklep/
laadklep
►
Leg uw hand achter de portiergreep van het
bestuurdersportier
.
►
W
anneer u de volledige auto wilt
ontgrendelen, legt u uw hand achter de
portiergreep van een van de passagiersportieren
terwijl de elektronische sleutel zich in de
buurt van dit portier bevindt, of drukt u op de
schakelaar voor het openen van de achterklep
terwijl de elektronische sleutel zich in de buurt
van de achterzijde van de auto bevindt.
De volledige of selectieve ontgrendeling en,
afhankelijk van de uitvoering, de uitschakeling
van het alarm worden bevestigd door het
knipperen van de parkeerlichten en/of
dagrijverlichting.
De buitenspiegels worden uitgeklapt.
Selectief ontgrendelen van de
achterklep
► Druk op de schakelaar voor het openen van
de achterklep om uitsluitend de achterklep te
ontgrendelen.
De portieren blijven vergrendeld.
Als de selectieve ontgrendeling van de achterklep is uitgeschakeld, worden bij
het indrukken van deze knop ook de portieren
ontgrendeld.
Vergrendelen van de auto
Normale vergrendeling
► Druk op de handgreep van een van de
vier portieren (bij de markeringen) of de
vergrendelknop op de achterklep.
De auto kan niet worden vergrendeld als een
van de elektronische sleutels is achtergebleven
in het interieur van de auto.
Sluiten van de ruiten en het schuif-/kanteldak
Als u de voorportiergreep of de vergrendelknop
op de achterklep ingedrukt houdt, worden de
ruiten en, afhankelijk van de uitvoering, het
schuif-/kanteldak gesloten tot u de knop loslaat.
Hierbij wordt ook het zonnescherm van het
schuif-/kanteldak gesloten.
Zorg ervoor dat het sluiten van de ruiten
en het schuif-/kanteldak niet gehinderd
wordt door voorwerpen of personen.
Let vooral goed op als kinderen de ruiten
bedienen.
De vergrendeling en, afhankelijk van de
uitvoering, de inschakeling van het alarm
worden bevestigd door het oplichten van de
richtingaanwijzers
De buitenspiegels worden ingeklapt.
Supervergrendeling
Als de supervergrendeling is ingeschakeld, werken de
binnenportiergrepen niet. Ook wordt de toets
van de centrale vergrendeling in het interieur
uitgeschakeld.
De claxon blijft werken.
Schakel nooit de supervergrendeling in als er
zich iemand in de auto bevindt.
► Druk op de handgreep van een van de
vier portieren (bij de markeringen) of de