Page 209 of 276

207
In geval van pech
8Accupoolklem met snelsluiting
Loskoppelen van de plusklem (+)
► Afhankelijk van de uitrusting tilt u het plastic
kapje van de pluspool (+)
op.
►
T
rek de hendel A zo ver mogelijk omhoog om
de accupoolklem B te ontgrendelen.
►
Beweeg de accupoolklem B
omhoog om hem
te verwijderen.
Weer aansluiten van de plusklem (+)
► Trek de hendel A zo ver mogelijk omhoog.
► Plaats de geopende accupoolklem B
op de
pluspool (+).
►
Druk de accupoolklem B
volledig omlaag.
►
Beweeg de hendel A
omlaag om de
accupoolklem B vast te zetten.
►
Afhankelijk van de uitrusting duwt u het
plastic kapje terug op de pluspool (+)
.
De hendel tijdens het vergrendelen niet
forceren omdat de klem dan mogelijk
verkeerd zit; start de procedure opnieuw.
Na het aansluiten van de kabels
Als de accukabels weer zijn aangesloten,
moet u het contact aanzetten en vervolgens 1
minuut wachten voordat u de motor start, zodat
de elektronische systemen kunnen worden
geïnitialiseerd.
Wanneer er zich na deze handeling kleine
storingen blijven voordoen, neem dan
contact op met een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
Aan de hand van het desbetreffende hoofdstuk
moet u bepaalde uitrustingselementen resetten:
–
Elektronische sleutel.
–
Schuif-/kanteldak en elektrisch zonnescherm.
–
Elektrische ruitbediening.
–
Datum en tijd.
–
Voorkeuzezenders.
Nadat de accu opnieuw is aangesloten,
wordt de melding "Storing
detectiesysteem kans op aanrijding"
weergegeven op het instrumentenpaneel
wanneer het contact wordt aangezet. Dit is
volkomen normaal. De melding zal tijdens het
rijden verdwijnen.
Tijdens de rit die volgt op het de eerste keer starten van de motor na het
aansluiten van de accukabels, werkt het Stop
& Start-systeem mogelijk niet.
Het systeem werkt dan pas weer als de auto
langere tijd heeft stilgestaan; hoe lang dat is,
is afhankelijk van de buitentemperatuur en de
laadtoestand van de accu (maximaal 8 uur).
12V-accu's (hybride)
Het hybridesysteem heeft twee 12V-accu's: een
voorin en een achterin de auto.
Deze accu's bevatten schadelijke
stoffen (zwavelzuur en lood).
Ze moeten conform de regelgeving worden
afgevoerd en mogen nooit samen met
huishoudelijk afval worden weggegooid.
Lever lege batterijen van de
afstandsbediening en accu's in bij een
speciaal inzamelpunt.
Page 210 of 276

208
In geval van pech
► Schakel om gevaarlijke vonken te voorkomen
de lader B uit alvorens de kabels op de accu aan
te sluiten.
► Controleer of de kabels van de lader in goede
staat zijn.
► Beweeg het kunststof kapje van de pluspool
(+) omhoog, wanneer uw auto hiermee is
uitgerust.
► Sluit de kabels van lader B als volgt aan:
• de rode pluskabel (+) op de pluspool (+) van
de accu A,
• de zwarte minkabel (-) op het massapunt C
van de auto.
► Zet na afloop van het laden eerst acculader B
uit voordat u de kabels loskoppelt van accu A.
Probeer nooit om een bevroren accu te
laden - Risico op explosie!
Als de accu bevroren is geweest, laat deze
dan door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats controleren op
beschadigingen van de inwendige delen en
op scheuren in de behuizing (kans op lekkage
van giftig en corrosief zuur).
De accu's loskoppelen/
aansluiten
Procedure voor het loskoppelen/aansluiten van
de accu's als de auto langdurig blijft stilstaan.
Voer de volgende handelingen uit alvorens de
accu's los te koppelen:
Bescherm uw ogen en gezicht voordat u
handelingen aan de accu's uitvoert.
Voer handelingen aan de accu's uitsluitend
uit in een goed geventileerde ruimte, ver van
open vuur of vonken veroorzakende bronnen,
om elk risico van brand- of explosiegevaar uit
te sluiten.
Was na afloop uw handen.
Laat accu's uitsluitend vervangen door een
PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Toegang tot de accu's
Voor
De voorste accu bevindt zich onder de motorkap.
Voor toegang tot de pluspool (+):
► Ontgrendel de motorkap door de
ontgrendelhendel in het interieur en vervolgens
de veilighe
idshaak van de motorkap te bedienen.
►
Open de motorkap. Pluspool
(+)
met snelsluiting.
Minpool (-).
Omdat de minpool van de accu niet bereikbaar
is, bevindt zich vlak bij de accu een afzonderlijk
massapunt.
Achter
De achterste accu bevindt zich in de
bagageruimte.
Voor toegang tot de accu:
► Til de vloerplaat op.
Pluspool (+), beschermd door een rood kunststof
kapje.
Minpool (-) met een zwarte snelsluitende
aansluiting.
De voorste accu laden met
behulp van een acculader
Voor een optimale levensduur van de voorste
accu is het noodzakelijk om ervoor te zorgen dat
de accu voldoende is opgeladen.
In sommige gevallen kan het dan ook nodig zijn
om de voorste accu op te laden:
–
Als de auto vooral voor korte ritten wordt
gebruikt.
– Als de auto meerdere weken niet wordt
gebruikt.
Neem contact op met een PEUGEOT
-dealer of
een gekwalificeerde werkplaats.
Als u de voorste accu van uw auto zelf gaat opladen, gebruik dan uitsluitend een
lader die geschikt is voor loodaccu's en die
een nominale spanning van 12
V heeft.
Volg de aanwijzingen van de fabrikant
van de acculader.
Sluit de kabels nooit aan op de verkeerde
polen.
De accu hoeft niet te worden
losgekoppeld.
►
Schakel het contact uit.
►
Schakel alle stroomverbruikers uit
(audiosysteem, ruitenwissers, verlichting enz.).
Page 211 of 276

209
In geval van pech
8► Schakel om gevaarlijke vonken te voorkomen
de lader B
uit alvorens de kabels op de accu aan
te sluiten.
►
Controleer of de kabels van de lader in goede
staat zijn.
►
Beweeg het kunststof kapje van de pluspool
(+) omhoog, wanneer uw auto hiermee is
uitgerust.
►
Sluit de kabels van lader B
als volgt aan:
•
de rode pluskabel (+) op de pluspool (+) van
de accu
A,
•
de zwarte minkabel (-) op het massapunt C
van de auto.
►
Zet na afloop van het laden eerst acculader B
uit voordat u de kabels loskoppelt van accu A.
Probeer nooit om een bevroren accu te
laden - Risico op explosie!
Als de accu bevroren is geweest, laat deze
dan door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats controleren op
beschadigingen van de inwendige delen en
op scheuren in de behuizing (kans op lekkage
van giftig en corrosief zuur).
De accu's loskoppelen/
aansluiten
Procedure voor het loskoppelen/aansluiten van
de accu's als de auto langdurig blijft stilstaan.
Voer de volgende handelingen uit alvorens de
accu's los te koppelen:
► Sluit alle te openen carrosseriedelen
(portieren, achterklep, ruiten, dak).
►
Schakel alle stroomverbruikers
(audiosysteem, ruitenwissers, verlichting enz.)
uit.
►
Zet het contact uit en wacht tot het
verklikkerlampje READY
uitgaat.
►
W
acht 4 minuten.
Loskoppelen
Voorkom onherstelbare schade en
koppel altijd los volgens de aangegeven
stappen!
►
Koppel de de minpool (-)
van de achterste
accu los met de zwarte aansluiting met
snelkoppeling.
► Koppel de de pluspool (+) van de voorste
accu los door de rode klem los te koppelen: •
T
rek de hendel A zo ver mogelijk omhoog
om de accupoolklem B te ontgrendelen.
• Beweeg de accupoolklem B omhoog om
hem te verwijderen.
Vastkoppelen
Voorkom onherstelbare schade en
koppel altijd vast volgens de aangegeven
stappen!
► Koppel de de pluspool (+) van de voorste
accu vast door de rode klem vast te koppelen: •
T
rek de hendel A zo ver mogelijk omhoog.
•
Plaats de geopende accupoolklem B
op de
pluspool (+).
•
Druk de accupoolklem B
volledig omlaag.
•
Beweeg de hendel A
omlaag om de
accupoolklem B vast te zetten.
►
Koppel de de minpool (-)
van de achterste
accu vast met de zwarte aansluiting met
snelkoppeling.
Page 212 of 276

210
In geval van pech
Toegang tot het
gereedschap
Berline
Na het aansluiten van de kabels
Als de accukabels weer zijn aangesloten,
moet u het contact aanzetten en vervolgens 1
minuut wachten voordat u de motor start, zodat
de elektronische systemen kunnen worden
geïnitialiseerd.
Wanneer er zich na deze handeling kleine
storingen blijven voordoen, neem dan
contact op met een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
Aan de hand van het desbetreffende hoofdstuk
moet u bepaalde uitrustingselementen resetten:
–
Elektronische sleutel.
–
Schuif-/kanteldak en elektrisch zonnescherm.
–
Elektrische ruitbediening.
–
Datum en tijd.
–
Voorkeuzezenders.Slepen van de auto
Algemene aanwijzingen
Houd u aan de ter plaatse geldende
regelgeving.
Controleer of het gewicht van de trekkende
auto hoger is dan van de auto die wordt
gesleept.
Er moet iemand achter het stuur van de
gesleepte auto blijven zitten. Deze persoon
moet beschikken over een geldig rijbewijs.
Gebruik bij het slepen met 4 wielen op de
grond altijd een goedgekeurde sleepstang;
kabels, touwen en riemen zijn verboden.
De bestuurder van de slepende auto moet
voorzichtig wegrijden.
Als de auto wordt gesleept met
uitgeschakelde motor, werken ook de rem- en
stuurbekrachtiging niet.
Neem contact op met een
professioneel bergingsbedrijf:
–
Als de auto is gestrand op de autosnelweg
of autoweg.
–
Als het niet mogelijk is de versnellingsbak
in de neutraalstand te zetten, het stuurslot te
ontgrendelen of de parkeerrem vrij te zetten.
–
Als het bij een auto met automatische
transmissie niet mogelijk is om deze te slepen
met draaiende motor
.
–
Bij het slepen met slechts twee wielen op
de grond.
–
Bij auto's met vierwielaandrijving.
–
Bij het ontbreken van een goedgekeurde
sleepstang.
Hybride auto's
Trap eerst het rempedaal in terwijl het contact aan is en selecteer modus N. Schakel vervolgens het hybridesysteem uit (verklikkerlampje READY
uit).
Roep altijd de hulp in van een professioneel bergingsbedrijf om uw auto \
met een bergingsauto of oplegger te bergen.
Gebruik het sleepoog alleen
om de auto los te trekken of vast te zetten totdat hij wordt geborgen me\
t een bergingsauto of oplegger.
Page 213 of 276
2 11
In geval van pech
8Beperkingen bij slepen
Type auto
(motor/versnellingsbak) Voorwielen op de grond Achterwielen op de
grondDieplader
4 wielen op de grond
met sleepstang
Interne verbranding / Handmatig
Interne verbranding / Automaat
Hybride 2WD
2WD: tweewielaandrijving.
Bij een storing in de accu of elektrische parkeerrem is het essentieel d\
at u contact opneemt met een professioneel bedrijf met een dieplader voor
berging (zonder handgeschakelde versnellingsbak).
Toegang tot het
gereedschap
Berline
SW
Het sleepoog is opgeborgen in een
gereedschapskist onder de vloerplaat van de
bagageruimte.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de toegang tot de
gereedschapsset
.
Slepen van de auto
Toegang tot de sleepoogaansluiting aan de
voorzijde:
Page 214 of 276

212
In geval van pech
► Maak het afdekplaatje los door op het
onderste gedeelte te drukken.
►
V
erwijder het afdekplaatje door het naar
rechts en vervolgens omlaag te bewegen.
Voor het slepen van uw auto:
►
Draai het sleepoog vast tot de aanslag.
►
Bevestig de sleepstang.
►
Zet de versnellingsbak in de neutraalstand.
Wanneer deze instructie niet wordt
nageleefd, kunnen bepaalde onderdelen
(rem, transmissie, enz.) beschadigd raken en
kan het zijn dat de rembekrachtiging niet
werkt wanneer de motor een volgende keer
wordt gestart.
Automatische transmissie: sleep de auto nooit met de aangedreven wielen op de
grond terwijl de motor is afgezet.
►
Ontgrendel het stuurwiel en zet de
parkeerrem vrij. ►
Schakel de alarmknipperlichten van beide
auto's in.
►
Rijd voorzichtig weg en houd zowel de
snelheid als de af te leggen afstand beperkt.
Slepen van een andere auto
Toegang tot de sleepoogaansluiting aan de
achterzijde:
► Maak het afdekplaatje los door op het
onderste gedeelte te drukken.
V
oor het slepen van een andere auto:
►
Draai het sleepoog vast tot de aanslag.
►
Bevestig de sleepstang.
►
Schakel de alarmknipperlichten van beide
auto's in.
►
Rijd voorzichtig weg en houd zowel de
snelheid als de af te leggen afstand beperkt.
Page 215 of 276

213
Technische gegevens
9Technische gegevens motoren en
aanhangergewichten
Motor
De technische gegevens van de motor van uw
auto staan vermeld op het kentekenbewijs en in
de commerciële documentatie.
Het maximumvermogen komt overeen
met de op de testbank gehomologeerde
waarde, onder de omstandigheden die zijn
vastgelegd in de Europese regelgeving
(richtlijn 1999/99/EG).
Raadpleeg voor meer informatie het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Gewichten en
aanhangergewichten
De gewichten en aanhangergewichten van de
auto staan vermeld op het kentekenbewijs van
uw auto en in de commerciële documentatie.
U vindt deze waarden ook op het
constructeursplaatje.
Raadpleeg voor meer informatie het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Het maximaal toegestane treingewicht (GTW) en
de aanhangergewichten gelden tot een hoogte
van maximaal 1000 meter. Het opgegeven
aanhangergewicht dient voor elke extra 1000
meter met 10% te worden verminderd.
De aanbevolen kogeldruk is het gewicht dat op
de trekhaakkogel mag rusten.
Bij hoge buitentemperaturen kunnen de
prestaties van de auto worden beperkt
om de motor te beschermen. Als de
buitentemperatuur meer dan 37°C bedraagt,
moet het aanhangergewicht worden verlaagd.
Het trekken van een aanhanger kan ook
bij een licht beladen auto een negatieve
invloed op de wegligging hebben.
De remweg neemt toe als de auto een
aanhanger trekt.
Rijd bij het trekken van een aanhanger nooit
sneller dan 100
km/h (houd u aan de ter
plaatse geldende regels).
Page 216 of 276

214
Technische gegevens
Gewichten en aanhangergewichten – BlueHDi
MotorenBlueHDi 130 S&S BVM6BlueHDi 130 S&S EAT8
Versnellingsbakken Handgeschakeld, 6 versnellingenAutomaat, 8 versnellingen
Codes DV5RC ML6C STTDV5RC ATN8 STT
Modelcodes
Berline: FB...
SW: FC... YHZJ
YHZR
Carrosserievariant BerlineSWBerline SW
Cilinderinhoud (cc) 1.4991499
Max. vermogen: EC-standaard (kW) 9696
Brandstof DieselDiesel
Aanhanger geremd (binnen max. toelaatbaar
treingewicht) (kg)
helling max. 10 % of 12 % 1500
150015001500
Aanhanger ongeremd (kg) 745745745745
Maximale kogeldruk (kg) 75757575
Motoren BlueHDi 160 S&S EAT8BlueHDi 180 S&S EAT8
Versnellingsbak/transmissie Automaat, 8 versnellingenAutomaat, 8 versnellingen
Codes DW10FCC AMN8 STTDW10FC AMN8 STT
Modelcodes
Berline: FH...
SW: FJ... EHYR
EHZR
Carrosserievariant BerlineSWBerline SW
Cilinderinhoud (cc) 1.9971.997
Motoren en aanhangergewichten - benzine
Motoren THP 150
EAT6 THP 165
EAT6 PureTech 180 S&S EAT8 PureTech 225 S&S EAT8
Versnellingsbakken Automaat, 6
versnellingen Automaat, 6
versnellingen Automaat, 8 versnellingen Automaat, 8 versnellingen
Codes EP6FDTMD
AT6III EP6FDTM
AT6III EP6FADTXD ATN8 STT EP6FADTX ATN8 STT
Modelcodes
Hatchback: F3...
SW: F4... 5GXV 5GYV
5GFT5GGT
Carrosserievariant Berline Berline BerlineSWBerline SW
Cilinderinhoud (cc) 1.5981.598 1.598 1.598
Max. vermogen: EC-standaard (kW) 11 0121 133 165
Brandstof Loodvrij Loodvrij Loodvrij Loodvrij
Aanhanger geremd (binnen max. toelaatbaar
treingewicht) (kg)
helling max. 10 % of 12 % 600
6001.600 1.6001.6001.600
Aanhanger ongeremd (kg) 600600745745745745
Maximale kogeldruk (kg) 757575757575