Welkom
Wij danken u voor uw keuze voor de Peugeot 508.
Dit boekje bevat alle belangrijke informatie en adviezen die u nodig hebt om
optimaal en in alle veiligheid gebruik te maken van de mogelijkheden van uw
auto. We raden u aan om dit document en het garantie- en onderhoudsboekje
goed te lezen.
Uw auto kan, afhankelijk van het uitrustingsniveau, het type, de uitvoering
004800510003
van een deel van de uitrusting in dit boekje zijn voorzien.
Aan de beschrijvingen en afbeeldingen kunnen geen rechten worden ontleen\
d.
Automobiles PEUGEOT behoudt zich het recht voor om de technische
kenmerken, uitrusting en accessoires te wijzigen zonder verplicht te zijn dit
boekje aan te passen.
Overhandig dit instructieboekje bij verkoop van de auto aan de nieuwe
eigenaar.
Legenda
Veiligheidswaarschuwing
Aanvullende informatie
Milieubeschermingsfunctie
Auto's met stuur links
Auto's met stuur rechtsLocatie van de beschreven uitrusting/toets,
aangeduid met een zwart gebied.
3
Inhoudsopgave
bit.ly/helpPSA
Programmeerbare snelheidsregelaar 130
Snelheden opslaan 131
Drive Assist Plus 132
adaptieve cruise control 132
Lane Positioning Assist 136
Active Safety Brake met Distance Alert en
intelligente noodremassistentie
140
Systeem voor detecteren van onoplettendheid 142
Lane Keeping Assist 143
actieve dodehoekbewaking 147
Parkeerhulp 149
Visiopark 1 - Visiopark 2 151
Park Assist 155
Full Park Assist 158
7Praktische informatie
Compatibiliteit van brandstoffen 164
Tanken 164
Tankbeveiliging (diesel) 165
Hybridesysteem 166
Laden van de tractiebatterij (hybride) 170
Trekhaak 172
Inklapbare trekhaak 172
Dakdragers 174
Sneeuwkettingen 175
Eco-stand 176
Motorkap 176
Onder de motorkap 177
Niveaus controleren 178
Controles 180
AdBlue® (BlueHDi) 182
Overgaan op vrijloop 184
Onderhoudstips 185
8In geval van pech
Gevarendriehoek 187
Brandstoftank leeg (diesel) 187
Boordgereedschap 188
Bandenreparatieset 189
Reservewiel 192
Een lamp vervangen 195
Een zekering vervangen 199
12V-accu 204
12V-accu's (hybride) 207
Slepen van de auto 210
9Technische gegevens
Technische gegevens motoren en
aanhangergewichten 213
Benzinemotoren 214
Dieselmotoren 215
Hybride motor 218
Afmetingen 219
Identificatie 220
10PEUGEOT Connect Radio
De eerste stappen 221
Stuurkolomschakelaars 222
Menu's 223
Applicaties 224
Radio 225
Digitale radio (DAB, Digital Audio
Broadcasting)
226
Media 227
Telefoon 228
Configuratie 232
Veelgestelde vragen 233
11PEUGEOT Connect Nav
De eerste stappen 236
Stuurkolomschakelaars 237
Menu's 238
Gesproken commando's 239
Navigatie 243
Online navigatie 245
Applicaties 248
Radio 251
Digitale radio (DAB, Digital Audio
Broadcasting)
252
Media 253
Telefoon 254
Configuratie 257
Veelgestelde vragen 259
■
Trefwoordenregister
Toegang tot aanvullende video's
4
Overzicht
Cockpit
Deze afbeeldingen en beschrijvingen dienen
alleen ter informatie. De aanwezigheid en
de locatie van bepaalde elementen kunnen
variëren afhankelijk van de uitvoering of het
uitrustingsniveau.
1.Bediening schuif-/kanteldak en
zonnescherm
Aanraakgevoelige plafonnier /
aanraakgevoelige kaartleeslampjes vóór 2.
Pictogrammendisplay veiligheidsgordels en
airbag vóór aan passagierszijde
Noodoproep / pechhulpoproep
3. Binnenspiegel / Indicatielampje voor rijstand
ELECTRIC
4. Digitaal head-up display
5. Schakelaarpaneel aan de zijkant /
parkeerkaarthouder
6. Zekeringkast
7. Openen motorkap
8. Bedieningspaneel buitenspiegels en
elektrisch bedienbare ruiten
9. Middenarmsteun voor
Jack-aansluiting
10. 12V-aansluiting of USB-aansluiting
11 . Airbag voorpassagier
12. Dashboardkastje
1.Alarmknipperlichten
Centrale vergrendeling
2.8" (PEUGEOT Connect Radio) of 10" HD
(PEUGEOT Connect Nav) touchscreen
3. 12V-aansluiting of USB-aansluiting(en)
Opbergruimte
Draadloze smartphonelader
4. Versnellingsbakbediening
Full Park Assist
5. Motor starten/stoppen "START/STOP"
6. Elektrische parkeerrem
7. "DRIVE MODE"-schakelaar.
Stuurkolomschakelaars
1.Schakelaar verlichting / richtingaanwijzers /
onderhoudsindicator
2. Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/
boordcomputer
3. Schakelflippers automatische transmissie
5
Overzicht
2.8" (PEUGEOT Connect Radio) of 10" HD
(PEUGEOT Connect Nav) touchscreen
3. 12V-aansluiting of USB-aansluiting(en)
Opbergruimte
Draadloze smartphonelader
4. Versnellingsbakbediening
Full Park Assist
5. Motor starten/stoppen "START/STOP"
6. Elektrische parkeerrem
7. "DRIVE MODE"-schakelaar.
Stuurkolomschakelaars
1.Schakelaar verlichting / richtingaanwijzers /
onderhoudsindicator
2. Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/
boordcomputer
3. Schakelflippers automatische transmissie 4.
Claxon / airbag vóór aan bestuurderszijde
5. Schakelaars snelheidsregelaar/-begrenzer/
adaptieve cruise control
6. Bediening audiosysteem
A. Selecteren weergavemodus
instrumentenpaneel
B. Gesproken commando's
C. Volume verlagen/verhogen
D. Selecteren van de vorige/volgende media
Een selectie bevestigen
E. Toegang tot het menu Telefoon
Gesprekken beheren
F. Selecteren van een audiobron
G. Weergave van de lijst van radiozenders/
muzieknummers
Schakelaarpaneel aan de zijkant
1. Hoogteverstelling halogeenkoplampen
2. Handsfree achterklep
3. Lane Keeping Assist
4. Lane Positioning Assist
5. Alarm 6.
Verklikkerlampje voorverwarming
7. Voorruitverwarming
8. Openen van de brandstofvulklep
Schakelaarpaneel in midden
1. Bediening 8" (PEUGEOT Connect Radio)
of 10"
HD (PEUGEOT Connect Nav)
touchscreen
Toegang tot het menu Hybride
2. Stoelverwarming
3. Stop & Start
4. Voorruitontwaseming
5. Luchtrecirculatie in het interieur
6. Achterruitverwarming
7. Automatische airconditioning
7
Eco-rijden
Eco-rijden
Eco-rijden staat voor een aantal dagelijkse
gewoontes voor verlaging van het
brandstofverbruik en de CO
2-uitstoot van de
auto.
Maak optimaal gebruik van de
versnellingsbak
Als uw auto is voorzien van een
handgeschakelde versnellingsbak, rijd dan rustig
weg en schakel zo snel mogelijk naar de tweede
versnelling. Schakel bij het accelereren bij
voorkeur snel over naar een hogere versnelling.
Als uw auto is voorzien van een automatische
transmissie, gebruik dan bij voorkeur de
automatische stand en trap het gaspedaal niet
bruusk of diep in.
De schakelindicator adviseert u de versnelling
in te schakelen die het best geschikt is
voor de rijomstandigheden: volg het op het
instrumentenpaneel weergegeven schakeladvies
zo snel mogelijk op.
Bij een auto met een automatische transmissie
wordt de schakelindicator alleen in de
handmatige stand weergegeven.
Kies voor een soepele rijstijl
Houd een veilige afstand tot de auto's voor
u aan, rem bij voorkeur af op de motor in
plaats van het rempedaal te gebruiken en trap
het gaspedaal geleidelijk in. Zo bespaart u
brandstof, verlaagt u de CO
2 en maakt de auto
minder geluid. Gebruik bij voorkeur de Eco-rijstand door deze te
selecteren met de knop voor de rijstand.
Als uw auto is voorzien van een
snelheidsregelaar, gebruik deze dan vanaf
een snelheid van 40 km/h als het verkeer goed
doorstroomt.
Gebruik de elektrische voorzieningen op
de juiste manier
Als bij het instappen blijkt dat de temperatuur
in de auto hoog is opgelopen, open dan alle
ruiten en de ventilatieroosters voordat u de
airconditioning inschakelt.
Sluit de ruiten bij snelheden boven 50
km/u,
maar laat de ventilatieroosters geopend.
Maak gebruik van alle voorzieningen die
de temperatuur in de auto kunnen verlagen
(zonnescherm van het schuif-/kanteldak,
zonneschermen voor de zijruiten enz.).
Schakel de airconditioning uit zodra de gewenste
temperatuur is bereikt (behalve bij auto's met
een automatische airconditioning).
Schakel de achterruitverwarming en de
ontwaseming uit zodra deze niet meer nodig zijn
als deze niet automatisch worden geregeld.
Schakel de stoelverwarming zo snel mogelijk uit.
Schakel de koplampen en de mistlampen vóór
uit als het zicht voldoende is.
Laat de motor vooral 's winters na het starten
niet stationair warmdraaien: uw auto warmt
sneller op als u rijdt.
Sluit als passagier zo min mogelijk
multimedia-apparatuur (DVD-speler, MP3-speler, spelcomputer enz.) op de auto
aan om het elektriciteitsverbruik, en dus het
brandstofverbruik, te beperken.
Koppel alle draagbare apparatuur los als u de
auto verlaat.
Beperk de oorzaken van een hoger
brandstofverbruik
Verdeel het gewicht gelijkmatig over de
auto: plaats de zwaarste voorwerpen in
de bagageruimte zo dicht mogelijk bij de
achterbank.
Beperk de belading en de luchtweerstand
(dakdragers, imperiaal, fietsendrager,
aanhanger, enz.) van uw auto. Gebruik bij
voorkeur een dakkoffer.
Verwijder de dakdragers en het imperiaal na
gebruik.
Vervang de winterbanden na de winter zo snel
mogelijk door zomerbanden.
Houd u aan de onderhoudsvoorschriften
Controleer de bandenspanning regelmatig
(bij koude banden) en houd u daarbij aan de
bandenspanning die staat vermeld op de sticker
op de sponning van het bestuurdersportier.
Controleer de bandenspanning met name:
–
voorafgaand aan een lange rit;
–
bij de wisseling van de seizoenen;
–
als de auto gedurende langere tijd niet is
gebruikt.
V
ergeet daarbij het reservewiel en de wielen
van een aanhanger of caravan (indien van
toepassing) niet.
8
Eco-rijden
Laat uw auto regelmatig onderhouden (olie
verversen, oliefilter, luchtfilter en interieurfilter
vervangen enz.) en houd u daarbij aan het
onderhoudsschema van de fabrikant.
Bij uitvoeringen met een BlueHDi-dieselmotor:
bij een storing in het SCR-systeem stoot de auto
te veel schadelijke stoffen uit. Ga in dat geval zo
snel mogelijk naar een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats om ervoor te zorgen
dat de uitstoot van stikstofoxiden van uw auto
weer aan de norm voldoet.
Laat bij het tanken het vulpistool niet meer dan
drie keer afslaan; zo voorkomt u dat brandstof uit
de tank stroomt.
U zult bij een nieuwe auto merken dat pas na
3000 km het gemiddelde brandstofverbruik zich
stabiliseert.
Optimaliseren van de actieradius (hybride
auto's)
Sluit de auto zo snel mogelijk aan.
Probeer in het gebied ECO op de
vermogensmeter te blijven door gelijkmatig te
rijden en de snelheid niet te veel te variëren.
Anticipeer op de situatie op de weg zodat u op
tijd en geleidelijk kunt remmen; rem zo veel
mogelijk op de motor af om energie terug te
winnen (vermogensmeter in de zone CHARGE).
Wanneer GPS-navigatie is geactiveerd,
selecteert u de modus HYBRIDE om
stroomverbruik te optimaliseren.
13
Instrumentenpaneel
1Oranje waarschuwingslampjes
Service
Brandt tijdelijk in combinatie met de
weergave van een melding.
Er zijn één of meer kleine storingen gedetecteerd
waarbij geen specifiek lampje gaat branden.
Identificeer de oorzaak van de storing
met behulp van de melding op het
instrumentenpaneel.
Bepaalde zaken kunt u zelf verhelpen, zoals een
geopend portier of het begin van verzadiging van
het roetfilter.
Voor andere problemen, zoals met het
bandenspanningscontrolesysteem, (3) uitvoeren.
Brandt permanent, in combinatie met de
weergave van een melding.
Er zijn één of meer ernstige storingen
gedetecteerd waarbij geen specifiek lampje gaat
branden.
Identificeer de oorzaak van de storing
met behulp van de melding op het
instrumentenpaneel en voer dan (3) uit.
Brandt permanent, in combinatie met de
melding "Storing parkeerrem".
De functie automatisch vrijzetten van de
elektrische parkeerrem is niet beschikbaar.
Voer (2) uit.
Waarschuwingslampje Service
brandt permanent en
onderhoudssleutel knippert en brandt vervolgens permanent.
Het interval voor de onderhoudsbeurt is
overschreden.
Laat de onderhoudsbeurt van uw auto zo snel
mogelijk uitvoeren.
Alleen bij BlueHDi-dieselmotoren.
Voorgloeien (diesel)Brandt tijdelijk
(tot ongeveer 30 seconden bij lage
temperaturen).
Wanneer het contact wordt aangezet, als de
weersomstandigheden en de motortemperatuur
dit noodzakelijk maken.
Wacht met starten totdat het lampje uit gaat.
Wanneer het waarschuwingslampje uit gaat,
wordt de motor onmiddellijk gestart wanneer u:
–
bij een auto met een handgeschakelde
versnellingsbak het koppelingspedaal ingetrapt
houdt.
–
bij een auto met een automatische transmissie
het rempedaal ingetrapt houdt.
Als de motor niet start, druk dan nogmaals op de
knop ST
ART/STOP terwijl u het pedaal ingetrapt
houdt.
Laag brandstofniveauBrandt permanent, waarbij de resterende
hoeveelheid brandstof in het rood wordt
weergegeven, vergezeld van een geluidssignaal
en een melding.
Als het lampje gaat branden, zit er nog
ongeveer 6 liter brandstof in de tank
(reservevoorraad). Zolang er niet voldoende brandstof is getankt,
wordt deze waarschuwing iedere keer herhaald
wanneer het contact wordt aangezet.Tijdens het
rijden wordt deze waarschuwing steeds vaker
herhaald naarmate de tank verder leeg raakt.
Tank bij de eerstvolgende gelegenheid om een
lege brandstoftank te voorkomen.
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is
,
hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het
injectiesysteem beschadigd raken.
Zelfdiagnosesysteem van de motorKnippert.
Een storing in het
motormanagementsysteem.
De katalysator kan onherstelbaar beschadigd
raken.
U moet (2) uitvoeren.
Brandt permanent.
Een storing in de emissieregeling.
Het lampje moet uit gaan als de motor draait.
Voer direct (3) uit.
AdBlue® (BlueHDi)
Brandt ongeveer 30 seconden nadat de
motor is gestart, in combinatie met een
melding over het aantal kilometers dat u nog
kunt rijden.
De actieradius ligt tussen de 2400 en 800 km.
Vul AdBlue
® bij.Brandt permanent nadat het contact is
aangezet, in combinatie met een
geluidssignaal en een melding over het aantal
17
Instrumentenpaneel
1Het verklikkerlampje gaat uit wanneer er een
snelheid van ongeveer 5 km/h is bereikt en gaat
weer branden als de auto tot stilstand komt.
Het lampje gaat uit als u de motor afzet en uit de
auto stapt.
Park Assist of Full Park AssistBrandt permanent.
De functie is actief.
Lane Positioning AssistBrandt permanent.
De functie is geactiveerd.
Er is aan alle voorwaarden voldaan: het systeem
is in werking.
Automatische ruitenwissersBrandt permanent.
De automatische stand van de
ruitenwissers vóór is geactiveerd.
Night VisionPermanent.
De functie is geactiveerd.
Er is aan alle voorwaarden voldaan: het systeem
is in werking.
RichtingaanwijzersKnippert, met geluidssignaal.
De richtingaanwijzers zijn ingeschakeld.
ParkeerlichtenBrandt permanent.
De verlichting brandt.
DimlichtBrandt permanent.
De verlichting brandt.
GrootlichtassistentPermanent.
De functie is via het touchscreen
ingeschakeld (menu Rijverlichting
/ Auto).
De lichtschakelaar staat in de stand "AUTO".
Blauwe verklikkerlampjes
Grootlicht
Permanent.
De lampen branden.
Zwarte/witte waarschuwingslampjes
Automatische transmissie of elektrische
automatische transmissie (e-EAT8)
(hybride)
Brandt permanent.
De automatische transmissie is
vergrendeld.
U moet op de toets Unlock drukken om deze te
ontgrendelen.
eSave-functie (hybride)Permanent, samen met de gereserveerde
actieradius.
De
eSave-functie is geactiveerd.
Meters
Onderhoudsindicator
De informatie over onderhoudsbeurten wordt
aangegeven in afstand (kilometer of mijl) en tijd
(maanden of dagen).
Er wordt een waarschuwing gegeven zodra een
van deze waarden wordt bereikt.
De informatie over onderhoudsbeurten wordt
op het instrumentenpaneel weergegeven.
Afhankelijk van de uitvoering van de auto:
–
De kilometerteller geeft de resterende
kilometers
tot de eerstvolgende onderhoudsbeurt
aan of de afgelegde afstand sinds de verstreken
onderhoudsdatum, voorafgegaan door het teken
-.
–
Een waarschuwingsmelding geeft de
resterende kilometers en de tijd tot de
eerstvolgende onderhoudsbeurt aan of hoe lang
deze is verstreken.
De weergegeven waarde wordt berekend
op basis van het aantal afgelegde
kilometers en de verstreken tijd sinds de
laatste onderhoudsbeurt.
De waarschuwing kan ook worden
weergegeven als het einde van het
onderhoudsinterval in tijd nadert.
Onderhoudssleutel
Brandt tijdelijk bij het aanzetten van het
contact.
Er kan nog 1.000 tot 3.000 km worden gereden
totdat de eerstvolgende beurt moet worden
uitgevoerd.
Permanent, bij het aanzetten van het
contact.
De volgende onderhoudsbeurt moet binnen
1.000 km worden uitgevoerd.