92
Veiligheid
aanrijding binnen (een gedeelte van) de
impactzone vóór (A).
De airbag vóór wordt opgeblazen tussen de
bestuurder en het stuur of tussen de passagier
voorin en het dashboard om te verhinderen dat
deze naar voren wordt geslingerd.
Zijairbags
Dit systeem beschermt de bestuurder en de
voorpassagier bij een ernstige zijdelingse
aanrijding om de kans op letsel aan het
bovenlichaam, tussen de heup en de schouder,
te verkleinen.
De zijairbags zijn aangebracht in het frame van
de rugleuning, aan de portierzijde.
Activering
De zijairbags worden aan de desbetreffende
zijde opgeblazen bij een ernstige zijdelingse
aanrijding binnen (een gedeelte van) de
impactzone B opzij. De zijairbag wordt opgeblazen tussen de
heup en de schouder van de inzittende en het
desbetreffende portierpaneel.
Window-airbags
Het systeem helpt de bestuurder en passagiers
(uitgezonderd de middelste passagier achter)
te beschermen bij een ernstige zijdelingse
aanrijding, om de kans op letsel aan de zijkant
van het hoofd te verkleinen.
De window-airbags zijn aangebracht in de stijlen
en in de hemelbekleding.
Activering
Elke window-airbag wordt gelijktijdig met de
zijairbag aan de desbetreffende zijde opgeblazen
bij een ernstige zijdelingse aanrijding binnen
(een gedeelte van) de impactzone opzij (
B).
De window-airbag wordt opgeblazen tussen de
inzittenden vóór en achter en de betreffende
zijruiten.
Storing
Als dit waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel gaat branden, neem
dan altijd contact op met een PEUGEOT-dealer
of een gekwalificeerde werkplaats om het
systeem te laten controleren.
De kans bestaat dat de airbags bij een ernstige
aanrijding niet worden geactiveerd.
Bij een lichte zijdelingse aanrijding of bij
over de kop slaan kan het zijn dat de
airbags niet worden geactiveerd.
Bij een aanrijding van achteren of een
frontale aanrijding worden de zijairbags niet
geactiveerd.
Adviezen
Houd u aan de onderstaande
veiligheidsvoorschriften voor een
maximale effectiviteit van de airbags.
Ga normaal en rechtop zitten.
Doe de veiligheidsgordel om en zorg dat deze
correct is geplaatst en afgesteld.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen
de airbag en de inzittenden (kinderen,
huisdieren, objecten, enz.) en bevestig niets
in de buurt van de airbags of in het gebied
waar de airbags afgaan. Dit kan de inzittende
bij het afgaan van de airbag verwonden.
Wijzig niets aan het oorspronkelijke ontwerp
van uw auto, vooral niet in de directe
omgeving van de airbags.
Laat na een aanrijding of diefstal van uw auto
de airbagsystemen controleren.
Werkzaamheden aan airbagsystemen mogen
uitsluitend door het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats worden
uitgevoerd.
Zelfs als alle bovenstaande voorschriften
worden nageleefd, blijft de kans bestaan
op letsel of lichte brandwonden aan het
93
Veiligheid
5hoofd, de borst of de armen als de airbag
wordt geactiveerd. De airbag wordt namelijk
zeer snel opgeblazen (binnen enkele
milliseconden) en loopt vervolgens even snel
leeg, waarbij de hete gassen via de daarvoor
bestemde openingen naar buiten stromen.
Airbags vóór
Houd het stuurwiel niet aan de
spaken vast en laat uw handen niet op het
stuurwielkussen rusten.
De voorpassagier mag zijn of haar voeten niet
op het dashboard laten rusten.
Rook niet in de auto. Als de airbag wordt
opgeblazen, kunnen brandende sigaretten
of een pijp brandwonden of ander letsel
veroorzaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen
gaten in de stuurwielbekleding en sla er niet
op.
Bevestig geen voorwerpen of stickers op
het stuurwiel of op het dashboard. Deze
kunnen bij het afgaan van de airbags letsel
veroorzaken.
Zijairbags
Breng uitsluitend goedgekeurde
stoelhoezen aan die compatibel zijn met
zijairbags. Voor informatie over stoelhoezen
die geschikt zijn voor uw auto kunt u zich
wenden tot het PEUGEOT-netwerk.
Bevestig nooit iets aan en hang nooit iets
over de rugleuning van de stoelen (kleding
enz.): dit zou bij het afgaan van de zijairbags
kunnen leiden tot verwondingen aan armen
of borstkas.
Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel
zitten.
De portierpanelen van de voorportieren
bevatten de zijdelingse schoksensoren van
de auto.
Schade aan het portier of het uitvoeren van
werkzaamheden (wijzigingen of reparaties)
die niet aan de voorschriften voldoen, kan
ertoe leiden dat deze sensoren niet meer
goed werken - In dat geval werken de
zijairbags mogelijk niet!
Laat dergelijke werkzaamheden uitsluitend
uitvoeren door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Window-airbags
Bevestig nooit iets op of aan de
hemelbekleding; dit zou bij het afgaan van de
window-airbags kunnen leiden tot hoofdletsel.
Schroef nooit de handgrepen van het dak los;
deze maken deel uit van de bevestiging van
de window-airbags.
Actieve motorkap
De actieve motorkap is ontwikkeld om een
voetganger te beschermen als deze frontaal
door de auto wordt aangereden.
Het activeren van de motorkap gaat
gepaard met wat onschadelijke rook en
een knal, als gevolg van de activering van de
pyrotechnische lading die in het systeem is
geïntegreerd. Het lampje van de airbag gaat
aan.
Probeer na de activering de motorkap
niet te openen of te sluiten. Neem contact
op met een bergingsbedrijf of ga naar
de dichtstbijzijnde PEUGEOT-dealer of
gekwalificeerde werkplaats, maar rijd daarbij
niet harder dan 30 km/u.
Zet de bestuurdersstoel hoger - kans op
verminderd zicht!
269
Trefwoordenregister
U
Uitgebreide verkeersbordherkenning 127
Uitschakelen airbag passagier ~
Passagiersairbag uitschakelen
91, 96–97
USB
227, 248, 253
USB-aansluiting
63, 66, 227, 248, 253
USB-poort
227, 253
V
Veiligheidsgordels 88–90, 97
Veiligheidsgordels achter
89
Veiligheidsvoorzieningen voor
kinderen
91, 94–95, 97–102
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen ~
Kinderen
(veiligheidsvoorzieningen)
91, 94–95, 97–102
Ventilatie
54–55, 59–60
Ventilatieroosters
54
Verbonden apps
249–250
Verbruikscijfers
25
Vergrendelen
28–30
Vergrendeling portieren ~ Portieren
vergrendelen
33–34
Vergrendeling van binnenuit
33
Vering met variabele demping
117
Verkeersinformatie (TMC)
245
Verklikkerlampje READY
176
Verklikkerlampjes ~ Controlelampjes
11
Verklikkerlampjes ~
Waarschuwingslampjes
11, 21
Verklikkerlampje veiligheidsgordel bestuurder
niet vastgemaakt ~ Gordellampje
89
Verklikkerlampje veiligheidsgordels ~ Gordel
(lampje)
89
Verlichting bagageruimte ~
Bagageruimteverlichting
72
Verlichting met Full
LED-technologie
75, 77, 196
Verlichting overdag ~
Dagrijverlichting
74, 196–197
Vermogen
20
Vermogensindicator
20
Verversen
178
Vervoer van lange voorwerpen ~ Lange
voorwerpen vervoeren
67
Vervuiling van het roetfilter (diesel)
181
Verwarming
54, 59–60
Video
253
Vierwielaandrijving (4WD)
176
Visiopark 1
152
Visiopark 1 - Visiopark 2
151, 153
Voorruitverwarming
59
Voorstoelen
47–49
Voorverwarming van het interieur
26, 61
W
Waarschuwing kans op aanrijding 140–141
Waarschuwing oplettendheid bestuurder
143
Waarschuwingssignaal stille auto
84
Waarschuwing vergeten verlichting
73–74
Wallbox
167
Wassen 123
Wassen (adviezen)
166, 185–186
Webbrowser
245, 250
Wiel demonteren
193–195
Wiel monteren
193, 195
Wielophanging
182
Wiel verwisselen
188, 192
WiFi-netwerkverbinding
250–251
Window-airbags
92–93
Z
Zekeringen 199–200, 203
Zekeringen vervangen
199–200, 203, 204
Zekeringkast dashboard
199, 200
Zekeringkast motorruimte
199, 203, 204
Zicht
58
Zicht naar voren 180°
154
Zij-airbags
92–93
Zijspots
76
Zonneklep
62
Zonnescherm
43–45
Zonnesensor
55
Zuinig rijden
7