Page 65 of 251

Opbergen63OpbergenOpbergruimten............................. 63
Opbergvakken ........................... 63
Handschoenenkastje .................63
Bekerhouders ............................ 63
Opbergvak middenconsole ........64
Bagageruimte .............................. 64
Bagageruimte-afdekking ...........66
Vloerafdekking bagageruimte ....67
Sjorogen .................................... 68
Gevarendriehoek .......................68
Verbanddoos ............................. 68
Dakdragersysteem .......................69
Dakdrager .................................. 69
Beladingsinformatie .....................70Opbergruimten
Opbergvakken9 Waarschuwing
Berg geen zware of scherpe
objecten in de opbergruimten op.
Anders kan de klep van de
opbergruimte open gaan en
kunnen de inzittenden bij krachtig
remmen, plotseling afslaan of een ongeval letsel door rondslinge‐
rende voorwerpen oplopen.
Handschoenenkastje
Houd het handschoenenkastje
tijdens het rijden gesloten.
Gekoeld handschoenenkastje
Het ventilatie- en temperatuurniveau
zijn afhankelijk van de instellingen
van de klimaatregeling. Het lucht‐
rooster in het handschoenenkastje is af te sluiten 3 122.
Bekerhouders
De bekerhouders zitten in de midden‐
console.
Page 66 of 251
64OpbergenOpbergvak middenconsole
In het opbergvak kunt u kleine voor‐
werpen opbergen.
Afhankelijk van de versie bevindt er
zich een opbergvak onder een afdek‐
king.
Bagageruimte
De rugleuning van de achterbankbestaat uit twee delen. U kunt beide
delen neerklappen.9 Waarschuwing
Bij opklappen moet u zich ervan
verzekeren dat de rugleuningen
stevig op hun plaats vergrendeld
zijn alvorens te gaan rijden. Het
nalaten hiervan kan lichamelijk
letsel of schade aan de bagage of de auto tot gevolg hebben bij
krachtig remmen of een botsing.
Voer zo nodig onderstaande stappen
uit voordat u de achterbank neerklapt:
● Bagagerolhoes bagageruimte verwijderen 3 66.
● Duw de hoofdsteunen omlaag door de pal in te drukken en inge‐
drukt te houden 3 40.
● Steek de veiligheidsgordels in de
geleidepallen.
Verlenging bagageruimte (versie
met hendel)
Page 67 of 251
Opbergen65● Trek aan één kant of beidebuitenste kanten aan de hendel
en klap de rugleuningen neer op
de zitting.
● U klapt de rugleuningen weer omhoog door deze zo ver
rechtop te zetten dat ze hoorbaar vastklikken.
De rugleuningen zijn goed
vergrendeld wanneer het rode
merkteken dicht bij de hendel niet meer zichtbaar is.
Verlenging bagageruimte (versie met lus)
● Zet beide achterstoelen zo ver mogelijk naar achteren 3 45.
● Klap de armsteun achter omhoog
voordat u het betreffende deel
van de rugleuning neerklapt.
Anders kan dit deel van de
rugleuning niet worden neerge‐
klapt.
● Trek aan de lus en klap de rugleuning naar de zitting.
● U klapt de rugleuningen weer omhoog door deze zo ver
rechtop te zetten dat ze hoorbaar vastklikken.
Op-/neerklapbare armsteun
Trek aan de lus om de armsteun van
de achterbank neer te klappen.
Page 68 of 251
66OpbergenDe armsteun kan ook worden neer‐geklapt vanuit de bagageruimte door
aan de lus te trekken en tegen de
middelste rugleuning te duwen.
De middelste rugleuning is goed
vergrendeld wanneer het rode merk‐
teken op de lus niet meer zichtbaar is.
Bagageruimte-afdekking
Leg niets op de hoedenplank.
Hoedenplank verwijderen
Maak de ophangkoorden los van de
achterklep.
Til de hoedenplank op, kantel deze
iets en draai deze.
Verwijder de hoedenplank.
Opbergen
De hoedenplank kan achter de
rugleuning van de achterbank worden opgeborgen.
Haak de ophangkoorden los en til de
hoedenplank naar achteren totdat
deze loskomt. Schuif de hoedenplank
vervolgens omlaag in de geleiders
achter de rugleuning van de achter‐ bank.
Hoedenplank plaatsen
Plaats de hoedenplank in de zijgelei‐
ders en klap de hoedenplank omlaag.
Bevestig de ophangkoorden aan de
achterklep.
Page 69 of 251
Opbergen67Vloerafdekking
bagageruimte
Til de afdekking bij de uitsparing
omhoog om bij de pechuitrusting voor
noodhulp te kunnen komen.
Bandenreparatieset 3 205.
Reservewiel 3 210.
Dubbele bagagevloer De dubbele bagagevloer kan in twee
standen in de bagageruimte worden
geschoven:
● onderste stand boven de vloeraf‐
dekking bagageruimte
● bovenste stand bevestigd aan de
handgreep op de achterste pane‐len
Druk op de handgreep om de baga‐
gevloer aan de handgreep op te tillen en te verwijderen.
In de bovenste stand kan de ruimte
tussen de bagagevloer en de afdek‐
king voor de reservewielbak als
opbergruimte dienen.
In deze stand, als de leuningen van
de achterbank naar voren zijn
geklapt, ontstaat er een bijna geheel
vlak bagagevak.
In de bovenste stand kan de dubbele bagagevloer een maximale ladingvan 100 kg dragen. In de onderste
stand kan de dubbele bagagevloer de toegestane maximale lading dragen.
Page 70 of 251
68OpbergenSjorogen
De sjorogen dienen om voorwerpen
vast te zetten, bijv. met spanbanden
of een bagagenet.
Gevarendriehoek
Plaats de gevarendriehoek op in de
voorziene uitsparing achter in de
bagageruimte en bevestig de geva‐
rendriehoek met de klittenband.
Verbanddoos
Klap het deksel links in de bagage‐
ruimte omlaag.
Page 71 of 251
Opbergen69Berg de verbanddoos op in de
opbergruimte.Dakdragersysteem
Dakdrager Om veiligheidsredenen en ter vermij‐ding van dakschade adviseren we het
voor uw auto goedgekeurde dakdra‐ gersysteem te gebruiken.
Gebruiksaanwijzing van het dakdra‐
gersysteem in acht nemen en dakdra‐ gersysteem verwijderen wanneer het
niet wordt gebruikt.
Dakdrager monteren
Open alle portieren.
De bevestigingspunten zitten aan weerszijden in de portieropeningen.
Maak de kap van elk bevestigings‐
punt los en zet de dakdrager vast met
de bijgeleverde bouten.
Page 72 of 251

70OpbergenBeladingsinformatie
●Zware voorwerpen in de bagage‐
ruimte tegen de rugleuningen
leggen. Controleer of de rugleu‐
ningen naar behoren zijn
vergrendeld 3 64. Bij stapelbare
voorwerpen de zwaarste voor‐
werpen onderop leggen.
● Losse spullen met banden aan de sjorogen vastzetten om te
voorkomen dat ze gaan schuiven 3 68.
● Bagage niet boven de rugleunin‐ gen laten uitsteken.
● Leg niets op de bagageruimte- afdekking of op het instrumenten‐
paneel en dek de sensor boven
op het instrumentenpaneel niet af.
● De bagage mag de bediening van pedalen, parkeerrem, scha‐kelhendel en de bewegingsvrij‐
heid van de bestuurder niet
belemmeren. Geen losse voor‐
werpen in het interieur leggen.
● Niet met een geopende achter‐ klep rijden.9Waarschuwing
Controleer altijd of de lading in het
voertuig goed vastgezet is. Als datniet het geval is, kunnen er voor‐
werpen in het voertuig rondslinge‐
ren en letsel of schade aan de
lading of de auto veroorzaken.
● Het nuttige draagvermogen is het
verschil tussen het maximale
toelaatbare totaalgewicht (zie
typeplaatje 3 227) en het EG-
leeggewicht. Raadpleeg de
EEG-typegoedkeuring bij uw
auto of andere landelijke registra‐
tiepapieren.
U berekent het nuttige draagver‐
mogen door de gegevens van uw auto in de tabel Gewichten voorin deze handleiding in te voeren.
Het EU-leeggewicht omvat ook
het gewicht van de bestuurder
(68 kg), de bagage (7 kg) en alle
vloeistoffen (brandstoftank voor
90% gevuld).
Extra uitrusting en accessoires
verhogen het leeggewicht.
● Rijden met daklading verhoogt de zijwindgevoeligheid van de
auto en verslechtert het rijgedrag
door het hogere zwaartepunt.
Lading gelijkmatig verdelen en
goed met spanbanden vastzet‐
ten. Bandenspanning en rijsnel‐
heid aan de beladingstoestand
aanpassen. Spanbanden regel‐
matig controleren en bijspannen.
Niet sneller rijden dan 120 km/u.
De toegestane daklast is 60 kg. De dakbelasting is de som van
het gewicht van het dakdrager‐
systeem en de lading.