96Instrumenten en bedieningsorganenDe informatie verschijnt als een beelddat vanuit een lens op het instrumen‐
tenpaneel wordt geprojecteerd op
een inklapbaar scherm in het zicht
van de bestuurder. Het beeld
verschijnt gericht naar buiten naar de voorkant van de auto toe.
Head-updisplayweergaven:
● rijsnelheid
● maximumsnelheden door de verkeersbordherkenning
● snelheidsinstelling van snel‐ heidsbegrenzer
● snelheidsinstelling van cruise‐control
● navigatie-informatie.
De stand van het beeld van het
head-updisplay aanpassen
1. De bestuurdersstoel verstellen.
2. Start de motor.
3. Druk op ä of å om het beeld te
centreren. Het kan alleen omhoog en omlaag worden bijgesteld, niet
zijwaarts.
9 Waarschuwing
Als het beeld van het head-updis‐
play te helder is of te hoog in uw
gezichtsveld staat, kan dit uw zicht belemmeren als het buiten donker
is. Houd het beeld van het head-
updisplay gedimd en laag in uw
gezichtsveld geplaatst.
Helderheid aanpassen
Het beeld van het head-updisplay zal ter compensatie van de omgevings‐
verlichting automatisch dimmen en
helderder worden. Zo nodig kunt u de
helderheid ook handmatig aanpas‐
sen:
Druk op e om de helderheid van het
display te verhogen. Druk op æ om de
helderheid van het display te verla‐ gen.
Afhankelijk van de hoek en de stand van het zonlicht licht het beeld moge‐ lijk even op.
Uitschakelen
Houd æ ingedrukt om het head-
updisplay uit te schakelen.