Page 89 of 156
87
KENTEKENVERLICHTING
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
❒ druk op de zijkant van het lampenglas
(zoals weergegeven in fig. 64 ) om de
borgclip in te drukken en verwijder de
lampunit 1 van de kentekenverlichting;
64A0L0136
❒ draai de lamphouder 2 fig. 65 linksom,
verwijder de lamp 3 en vervang hem.
65A0L0099
ZEKERINGEN VERVANGEN
ALGEMENE INFORMATIE
De elektrische installatie wordt beveiligd
door zekeringen: bij een storing of bij
oneigenlijk gebruik van de installatie
brandt de zekering door.
90) 91) 92) 93) 94) 10)
ZEKERINGKASTEN
De zekeringen bevinden zich in twee
zekeringkasten in de motorruimte en in
het interieur.
Zekeringkast in motorruimte
Deze zit naast de accu fig. 66: voor
toegang tot de zekeringen,
de schroeven 1 losdraaien en het deksel
2 verwijderen.
66A0L0137
89)Het mistachterlicht en het
achteruitrijlicht bevinden zich vlakbij de
uitlaatpijpen; wees uiterst voorzichtig om
u niet te verbranden tijdens het
vervangen van de lamp.
BELANGRIJK
1
Page 90 of 156
Op de achterkant van het deksel zijn de
identificatienummers van de elektrische
onderdelen die met de zekeringen
overeenkomen aangegeven.
Monteer na het vervangen van de
zekering weer het deksel 2 op de
zekeringkast.
11)
67A0L0104
Zekeringkast in het dashboard
Deze bevindt onder het dashboard in de
zone vóór de passagiersstoel.
Voor toegang tot de zekeringkast fig. 69
het beschermpaneel verwijderen volgens
onderstaande procedure:
❒ draai de vier schroeven 1 fig. 68 los;
68A0L0105
❒ verwijder het blok 2 en het plastic
deksel 3 om de vijfde
bevestigingsschroef te vinden;
❒ nu kan de vijfde schroef 4 losgedraaid
worden en het beschermpaneel van de
zekeringkast verwijderd worden.
69A0L0106
NOODGEVALLEN
88
Page 91 of 156

89
Beschermd systeemAmpèreZekering
Omschakelaar koplampen (waar aanwezig) F09 5
Eentonige claxon F10 10
12 V stopcontact / aansteker F86 15
Buitenspiegelverwarming F88 7.5
Zekeringkast op het dashboard fig. 114
Beschermd systeemAmpèreZekering
Centrale portiervergrendeling F38 15
Tweeweg-ruitensproeierpomp F43 20
+30 Elektrische ruitbediening bestuurderszijde F47 20
+30 Elektrische ruitbediening passagierszijde F48 20
Zekeringkast in motorruimte, fig. 116
90)Als de zekering opnieuw doorbrandt, neem dan contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
91)Vervang een zekering nooit door een exemplaar met een grotere stroomsterkte (ampère); BRANDGEVAAR.
92)Als een hoofdzekering (MAXI-FUSE, MEGA-FUSE, MIDI-FUSE) doorbrandt, neem dan contact op met een speciaal Alfa Romeo Servicepunt.
93Controleer voordat een zekering wordt vervangen, of de contactsleutel verwijderd is en of alle stroomverbruikers uitstaan en/of zijn
ontkoppeld.
94)Als een hoofdzekering van een veiligheidssysteem (airbags, remmen), transmissiesysteem (motor, versnellingsbak) of stuurinrichting
doorbrandt, neem dan contact op met een speciaal Alfa Romeo Servicepunt.
BELANGRIJK
10)Vervang een doorgebrande zekering nooit door metalen draden of ander materiaal.
11)Als de motorruimte moet worden gereinigd, zorg er dan voor dat de waterstraal niet rechtstreeks op de zekeringkast wordt gericht.
WAARSCHUWINGEN
Page 92 of 156

NOODGEVALLEN
90
EEN WIEL VERVANGEN
ALGEMENE INSTRUCTIES
Voor bepaalde markten kan de auto
uitgerust zijn met een noodreservewiel:
zie de instructies op de volgende pagina’s
om een band te vervangen.
95) 96) 97) 98) 99)
KRIK
Het is nuttig om het volgende te weten:
❒ de krik weegt ongeveer 1,7 kg;
❒ de krik behoeft geen afstelling;
❒ de krik kan niet gerepareerd worden:
in geval van een defect moet de krik door
een origineel exemplaar worden
vervangen;
❒ afgezien van de slinger mag geen
enkel ander gereedschap op de krik
gemonteerd worden.
Onderhoud krik
❒ voorkom dat er vuil op de
“wormschroef” terechtkomt;
❒ zorg ervoor dat de “wormschroef”
altijd gesmeerd is;
❒ breng nooit wijzigingen aan de krik
aan.
Omstandigheden waarin de krik niet
gebruikt moet worden
❒ temperaturen lager dan – 40°C;
❒ op zanderige of modderige grond;
❒ op oneffen grond;
❒ op een weg met een steile helling;
❒ onder extreme
weersomstandigheden:
❒ onweer, tyfonen, orkanen,
sneeuwstormen, stormen, enz.
❒ bij directe aanraking met de motor of
voor werkzaamheden onder de auto;
❒ op schepen.
Ga als volgt te werk om een wiel te
vervangen:
❒ stop de auto op een plek die niet
gevaarlijk is voor het verkeer en waar het
wiel op veilige wijze vervangen kan
worden.
De grond moet zo mogelijk vlak en
voldoende compact zijn;
❒ zet de motor af, trek de handrem aan
en schakel de 1e versnelling of de
achteruit in. Doe het reflecterende
veiligheidsvest (wettelijk verplicht) aan
voordat u uit het voertuig stapt;
❒ neem het noodreservewiel;
❒ neem de vervangingskit wielen uit de
bagageruimte fig. 69;❒ neem sleutel 1 fig. 70 van de kit en
draai de wielbevestigingsbouten
ongeveer één slag los. Draai de wielen
opzij om het gemakkelijker te maken de
velg van de wielnaaf te verwijderen;
❒ zet de krik onder de auto, in de buurt
van het te vervangen wiel; dichtbij de
symbolen op de zijskirts;
69A0L0182
70A0L0183
Page 93 of 156
91
❒ breng de slinger 3 fig. 72 in de
behuizing van de inrichting 1 fig. 71 aan;
71A0L0184
72A0L0186
❒ duw de krik met de stang onder de
auto tot het woord “STOP” op de stang
overeenkomt met de zijskirt:
“FRONT” bij vervanging van het voorwiel,
“REAR” bij vervanging van het achterwiel
(zie fig. 73, 74);
❒ monteer het geschikte gereedschap 4
in Fig. 72 op de stang;
BELANGRIJK Zoals afgebeeld in fig. 73,
74, zit er op de stang een indicatie van de
max. limiet voor de plaatsing voor en
achter onder de auto die samen moet
vallen met het merkteken op de
zijskirts.
73A0L0189
❒ bedien het toestel 1 fig. 71 om de krik
te verlengen, tot het bovenste gedeelte
2 Fig. 71 correct op een van de hefpunten
rust, zoals getoond in fig. 75 - Fig. 76, zo
niet moet de krik opnieuw worden
gepositioneerd.
74A0L0190
75A0L0185
Page 94 of 156

NOODGEVALLEN
92
BELANGRIJK Zorg ervoor dat het
bovenste gedeelte 2 van de krik stevig
rust op de bodemplaat van de auto op de
punten afgebeeld in fig. 75, 76 om te
voorkomen dat de auto naar beneden
valt als hij wordt opgekrikt.
100)
❒ bedien de krik en hef het voertuig op
tot het wiel enkele
centimeters van de grond is;
❒ waarschuw alle omstanders dat de
auto wordt opgekrikt; zorg dat niemand
in de buurt van de auto komt tot deze
weer helemaal op grond staat;
❒ verwijder het beschadigde wiel:
76A0L0188
❒ zorg dat de contactvlakken van het
noodreservewiel en de velg schoon zijn,
verwijder eventueel vuil om het losraken
van de wielbouten te voorkomen;
❒ monteer het noodreservewiel en draai
de eerste wielbout in het onderste gat
enkele slagen vast. Draai de overige
wielbouten op dezelfde manier vast.
❒ neem de sleutel 1 fig. 70 en draai de
wielbouten volledig vast;
❒ bedien gereedschap 4 fig. 72 om de
auto omlaag te brengen.
Verwijder de krik;
❒ draai met sleutel 1 fig. 70 de
wielbouten volledig kruislings vast,
❒ in de numerieke volgorde
weergegeven in fig. 77.
WAARSCHUWING Bij het vervangen van
het wiel wordt geadviseerd om het
ondersteboven te zetten, met de
esthetische kant naar boven, om de
lichtmetalen velg niet te beschadigen.HET WIEL WEER MONTEREN
Volg de eerder beschreven procedure,
krik het voertuig op en verwijder het
ruimtebesparende reservewiel.
Ga als volgt te werk:
❒ zorg dat de contactvlakken van het
standaardwiel en de naaf schoon zijn,
verwijder eventueel vuil om het losraken
van de wielbouten te voorkomen;
❒ draai de wielbouten met de sleutel 1
fig. 70 vast;
❒ breng het voertuig omlaag en
verwijder de krik;
❒ draai de wielbouten volledig vast met
de sleutel 1 in de volgorde aangegeven in
fig. 77
101)
77A0L0187
Page 95 of 156

93
Na voltooiing van de werkzaamheden:
Ga als volgt te werk:
❒ zet het noodreservewiel weer op zijn
plaats;
❒ berg de krik en de andere werktuigen
in de gereedschapshouder op;
❒ berg de houder en gereedschappen op
in de bagageruimte.
95)Het noodreservewiel (waar voorzien)
is specifiek voor het voertuig: monteer
het niet op andere modellen, en monteer
ook geen noodreservewielen van andere
modellen op uw voertuig. Gebruik het
ruimtebesparende reservewiel alleen in
noodgevallen. Gebruik het nooit langer
dan strikt noodzakelijk en rijd nooit
harder dan 80 km/h. Op het
noodreservewiel is een oranje sticker
aangebracht waarop de belangrijkste
waarschuwingen over het gebruik en de
betreffende beperkingen zijn vermeld.
Deze sticker mag nooit verwijderd of
afgedekt worden. Op de sticker staan de
volgende aanwijzingen in vier talen:
“Waarschuwing!
Alleen voor tijdelijk gebruik! Max. 80
km/u! Vervang het noodreservewiel zo
snel mogelijk door het standaard wiel.
Dek deze aanwijzingen niet af”.
BELANGRIJK
96)Gebruik de alarmknipperlichten, de
gevarendriehoek etc., om de stilstaande
auto overeenkomstig de geldende
voorschriften aan te geven. Alle
inzittenden moeten de auto verlaten,
vooral als de auto zwaar beladen is, en uit
de buurt van gevaarlijk verkeer wachten
tot het wiel is verwisseld. Blokkeer de
wielen met blokken of andere geschikte
voorwerpen als de auto op een helling of
een slecht wegdek stilstaat.
97) Een gemonteerd reservewiel wijzigt
de rijeigenschappen van de auto. Vermijd
bruusk optrekken en remmen, scherpe
stuurbewegingen en snelle bochten. De
totale levensduur van het
ruimtebesparende reservewiel is
ongeveer 3000 km. Hierna moet de band
vervangen worden door een nieuw
exemplaar van hetzelfde type. Monteer
nooit een standaard band op de velg van
een ruimtebesparend reservewiel.
Zorg ervoor dat het verwisselde wiel zo
snel mogelijk wordt gerepareerd en
gemonteerd. Het gebruik van twee of
meer ruimtebesparende reservewielen is
verboden.
Smeer de schroefdraad van de tapbouten
niet voordat u ze monteert: ze zouden
tijdens het rijden naar buiten kunnen
schuiven!98) De krik is een gereedschap dat
ontwikkeld en ontworpen is voor het
vervangen van een wiel, als een band lek
of beschadigd raakt, op het voertuig
waarbij de krik is geleverd of bij
voertuigen van hetzelfde model.
Elk ander gebruik, bijv. om andere
modellen voertuigen of andere dingen op
te krikken, is ten strengste verboden.
Gebruik hem nooit voor onderhoud of
reparaties onder het voertuig of om
winterbanden te verwisselen voor
zomerbanden of andersom. Ga nooit
onder een opgekrikt voertuig liggen.
Indien er werkzaamheden onder het
voertuig nodig zijn, contact opnemen met
het Alfa Romeo Servicenetwerk. Onjuiste
plaatsing van de krik kan er toe leiden dat
het voertuig eraf valt: gebruik hem alleen
op de aangegeven plaatsen. Gebruik de
krik niet voor zwaardere lasten dan is
aangegeven op het plaatje op de krik.
Start de motor nooit wanneer het
voertuig opgekrikt is. Als het voertuig
meer dan noodzakelijk is opgekrikt, kan
alles onstabieler worden, met het risico
dat het voertuig met een harde klap
omlaag komt. Dus, hef het voertuig
slechts zo hoog op als nodig is om de zone
van het reservewiel te kunnen bereiken.
99) Er kunnen geen sneeuwkettingen op
het noodreservewiel worden gemonteerd.
Page 96 of 156

NOODGEVALLEN
94
“FIX&GO AUTOMATIC”-KIT
ALGEMENE INSTRUCTIES
De auto is voorzien van de snelle
bandenreparatiekit “Fix&Go Automatic”.
102) 103)
Volg onderstaande instructies om deze
te gebruiken.
104) 105) 106) 12) 3)
Deze bevindt zich in de bagageruimte.
De kit bevat:
❒ een busje 3 fig. 78 met afdichtmiddel,
voorzien van: een vulleiding 4 en een
sticker 2 met daarop het opschrift “Max.
80 km/h” die na reparatie van de band op
een goed zichtbare plaats moet worden
aangebracht (bijv. op het dashboard);
❒ compressor 1 compleet met
drukmeter en aansluitstukken;
❒ een informatiefolder fig. 79 met de
aanwijzingen voor een correct gebruik
van de bandenreparatiekit. Deze
informatiefolder moet worden
overhandigd aan het personeel dat de
band behandeld met deze kit moet
repareren;❒ een paar handschoenen in het zijvak
van de compressor;
❒ adapters voor het oppompen van
verschillende elementen.
BELANGRIJK Het afdichtmiddel werkt
bij buitentemperaturen tussen –20°C en
+50°C. Het afdichtmiddel heeft een
houdbaarheidsdatum.
78A0L0076
79A0L0077
100) Controleer voordat u aan de
krikhandgreep draait of de krikhandgreep
vrij kan bewegen zonder dat u met uw
hand over de grond schraapt.
Ook de bewegende delen van de krik
(“wormschroef” en gewrichten) kunnen
verwondingen veroorzaken: raak deze
delen niet aan. In geval van accidenteel
contact met smeervet, het betreffende
deel zorgvuldig schoonmaken.
101)Neem zo snel mogelijk contact op
met een speciaal Alfa Romeo Servicepunt
om het correcte aanhaalkoppel van de
wielbouten te laten controleren.
1
43
2