Page 137 of 156
SPIDER
VERWIJDERBARE SOFTTOP .......................................................................... 136
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD .......................................................... 139
EEN LAMP VAN DE BUITENVERLICHTING VERVANGEN.............. 140
TECHNISCHE GEGEVENS ................................................................................ 142
Page 138 of 156

SPIDER
136
VERWIJDERBARE SOFTTOP
135) 29)
De auto is uitgerust met een softtop
fig. 109 die met de hand verwijderd kan
worden en gebruiksgemak met totale
bescherming tegen weersinvloeden
combineert.
De softtop kan na verwijdering
opgeborgen worden in een speciale
houder in de bagageruimte.
Ga als volgt te werk om de softtop te
verwijderen:
❒ ontgrendel de twee middelste
borginrichtingen 1 fig. 110 in de auto
door ze ¼ slag linksom te draaien;
109A0L0200
❒ ga naast de auto staan en druk, met
geopend portier, de rail omlaag om de
spanning van de softtop te halen, en
schuif de twee voorzieningen aan de
zijkanten 2 fig. 111 naar binnen en til het
eindgedeelte van de softtop op door dit
uit zijn borgingen vrij te maken;
❒ vouw de eerste zijde van de softtop
op door deze tot de middellijn op te
rollen;
❒ ga op dezelfde manier te werk voor de
andere zijde van de softtop;
❒ verwijder de softtop met beide
opgerolde zijden en berg hem in de
speciale houder in de bagageruimte op.
❒ voordat de softtop in de speciale
houder wordt opgeborgen, moeten de
middelste pennen 1 fig. 112 worden
afgedekt met de geschikte
meegeleverde bescherming om te
voorkomen dat de stof van de softtop
tijdens het opbergen beschadigt.
110A0L0201
112A0L0198
111A0L0202
Page 139 of 156

137
Ga als volgt te werk om de softtop weer
op de auto aan te brengen:
❒ open de portieren;
❒ neem de softtop uit de bagageruimte
en plaats hem op de middellijn; de
voorkant is herkenbaar aan de
aanwezigheid van de zonneklep fig. 110;
❒ rol de softtop uit, breng hem onder de
spoiler aan en zorg ervoor dat hij op de
juiste plaats zit;
❒ draai de rail naar boven en breng hem
aan in de desbetreffende behuizingen in
de centreerpennen aan de zijkant van de
softtop fig. 113 op de auto en let erop
dat de voorste en de achterste pen ook
worden aangebracht;❒ druk de voorzieningen aan de zijkant 2
naar binnen fig. 114 en draai de rail
omlaag;
❒ laat de hendels los, blijf de rail draaien
door erop te drukken tot u de
vergrendeling dicht hoort klikken;
❒ controleer of de voorzieningen 2
volledig gesloten zijn fig. 115;
❒ ga op dezelfde manier te werk voor de
andere zijde van de softtop;
114A0L0220
❒ plaats de twee middelste
borginrichtingen 1 fig. 110 in hun
behuizingen in de auto en draai ze ¼ slag
rechtsom om ze vast te zetten; Controleer
of de pennen correct in hun zittingen zijn
aangebracht en zorg ervoor dat de
ringgreep in horizontale positie zit.
De bevestiging is alleen correct uitgevoerd
en de softtop zit alleen stevig vast als de
ring horizontaal zit (niet verticaal of in een
hoek van 45°).
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
❒ Het is raadzaam eerst de auto te
parkeren alvorens de softtop te
monteren. De gesloten softtop
beschermt de auto op doeltreffende
wijze tegen regen en diefstal.
115A0L0221
113A0L0203
Page 140 of 156

SPIDER
138
❒ Monteer geen imperiaal op de
softtop.
❒ Verwijder geen ijs van de sofftop met
scherpe voorwerpen.
❒ Plaats geen voorwerpen op de
sofftop, aangezien ze kunnen vallen en
letsel of schade kunnen veroorzaken.
❒ Het wordt aanbevolen de softtop af te
dekken met een beschermend zeil als de
auto langdurig buiten geparkeerd wordt.
❒ Bewaar de softtop niet gedurende
lange perioden in opgevouwen toestand:
dit kan vouwen en kreuken in de stof
veroorzaken.
❒ Bewaar de softtop niet in zijn houder
als hij zeer vuil of nat is, om
schimmelvorming of schade te
voorkomen.
❒ bij een gemonteerde softtop en een
rijsnelheid van 130 km/h of meer, is het
aerodynamische comfort wellicht niet
optimaal.SOFTTOP WASSEN/REINIGEN
30)
Het is raadzaam speciale producten voor
het reinigen van de stof van de softtop te
gebruiken.
De stof van het vouwdak is behandeld
met een speciaal waterafstotend en
waterdichtmakend product.
De waterafstotende eigenschappen
zullen in de loop der tijd slechter worden
vanwege de blootstelling aan de
weersinvloeden. Houdt u aan de volgende
aanwijzingen voor het wassen:
Aanbevolen wordt de softtop met de
hand te wassen.
Verwijder zoveel mogelijk vuil van het
oppervlak van de softtop met een zachte
borstel of een stofzuiger voordat u hem
gaat wassen.
Dit zal het eindresultaat aanmerkelijk
verbeteren.
Als er geen speciale producten
voorhanden zijn, het dak met water en
neutrale zeep reinigen met een spons (bij
voorkeur in de schaduw).
Spoel de softtop af met schoon water
nadat alle vlekken verwijderd zijn.
Laat de auto in de schaduw staan en
vermijd direct zonlicht.
De softtop waterdicht maken
31)
Gebruik speciale producten voor het
waterdicht maken van softtops.
Stof aan de binnenzijde van het
vouwdak
Verwijder stof met een zachte borstel.
Gebruik geen harde borstels van
synthetisch materiaal om te voorkomen
dat de stof onherstelbaar beschadigd
raakt.
Maak het oppervlak schoon met een
microvezeldoek of een spons gedrenkt in
een oplossing van water en neutrale zeep.
Maak het gehele oppervlak schoon,
inclusief de zones die niet gereinigd
hoeven te worden, om kringen of vlekken
te voorkomen.
Gebruik gewone, autovriendelijke
vlekkenverwijderaars voor hardnekkige
vlekken. Rechtstreeks deppend (nooit
wrijvend) aanbrengen op het gebied van
de vlek.
Page 141 of 156

139
GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUD
Controleer bij elke geprogrammeerde
onderhoudsbeurt en sowieso om de 12
maanden, de werking van de
borginrichtingen van de softtop.135)Zorg ervoor dat de softtop correct
vergrendeld is alvorens de auto te
starten.
Het is niet aan te bevelen om de softtop
te demonteren/monteren terwijl er
mensen in de auto zitten, aangezien de
softtop tijdens zijn hantering in het
interieur kan vallen.
Wees voorzichtig tijdens het
monteren/verwijderen van de softtop om
mogelijke schade of letsel te voorkomen.
Houd kinderen uit de buurt van de
bewegingszone van de softtop tijdens het
openen en sluiten.
BELANGRIJK
29)Open de softtop nooit als er sneeuw
of ijs op ligt, om beschadiging te
voorkomen. Er mogen geen ladingen op
het dak van de auto vastgemaakt worden.
30)Vogelpoep en plantaardige harsen
moeten zo snel mogelijk van de softtop
verwijderd worden, omdat deze de stof op
ernstige wijze kunnen beschadigen.
Gebruik nooit hogedrukreinigers. Als er
stroom- of hogedrukreinigers gebruikt
worden, houd dan een geschikte afstand
aan en gebruik geen water dat warmer is
dan 60 °C.
Als de afstand te kort en de druk te hoog
is, kan dat leiden tot schade,
vervormingen en binnendringen van
water.
WAARSCHUWINGEN
Als een spuitlans wordt gebruikt, richt
deze dan niet op de randen van de stof en
het frame van de voorruit: anders zou
water kunnen binnendringen. Gebruik
nooit alcohol, benzine, chemische
producten, reinigingsmiddelen,
vlekkenverwijderaars, was,
oplosmiddelen en “was- en
polijstmiddelen”. Spoel zeepresten
onmiddellijk af om vlekken en kringen te
voorkomen.
Herhaal de handeling indien nodig.
31) Volg de instructies op de verpakking
van het vochtwerende product om
perfecte resultaten te behalen.
De rubberen pakkingen van het cabriodak
mogen uitsluitend met water gereinigd
worden. Als opgemerkt wordt dat deze
droog of kleverig zijn, breng dan
talkpoeder aan of gebruik producten voor
de verzorging van rubber (siliconenspray).
Page 142 of 156

SPIDER
140
LAMP BUITENVERLICHTING
VERVANGEN
KOPLAMPUNITS
De koplampunits omvatten de
gloeilampen voor de
stadslichten/dagverlichting (DRL), het
dimlicht, het grootlicht en de
richtingaanwijzers.
De plaatsing van de lampen is zoals
getoond in fig. 116:
1 Richtingaanwijzers
2 Dimlicht/grootlicht
3 Stadslichten/dagverlichting (DRL)
116A0L0195
LAMP VERVANGEN
Neem contact op met een speciaal Alfa
Romeo Servicepunt voor het vervangen
van de lamp van het dimlicht/grootlicht
van versies met Xenon koplampen en
versies met Bi-LED koplampen (waar
aanwezig).
Open, om de lampen van het
dimlicht/grootlicht van versies met
halogeen-koplampen en van de
richtingaanwijzers te vervangen, de
betreffende beschermflappen, fig. 117,
op de binnenste wielkuip; deze kunnen
gevonden worden door het stuurwiel
volledig te verdraaien.
LAMPTYPE
LAMPENTYPEVERMOGEN
Richtingaanwijzers PY24W 24 W
Dimlicht / grootlicht
(versies met Bi-Xenon koplampen) D5S–
(waar aanwezig)
Dimlicht/grootlicht
(versies met Halogeen koplampen) HIR 2 55 W
Dimlicht / grootlicht
(versies met Bi-LED koplampen)
(waar aanwezig) LED –
Stadslichten/Dagrijlichten LED –
1 beschermflap lamp richtingaanwijzer
2 beschermflap lamp dimlicht/grootlicht
117A0L0092
Page 143 of 156

141
Richtingaanwijzers
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
❒ draai het stuur tot tegen de aanslag;
❒ open de beschermflap 1 fig. 117 door
de bevestigingsbout los te draaien;
❒ draai de plug 1 fig. 118
linksom en verwijder de lamphouder;
118A0L0196
❒ draai de lamp 2 fig. 119 om deze uit
zijn borgingen vrij te maken en verwijder
hem;
❒ vervang de lamp en controleer of hij
goed is vastgezet;
❒ sluit de beschermflap 1 fig. 117.
Stadslichten/dagrijlichten (DRL)
Dit zijn led-lampjes. Neem voor de
vervanging contact op met een speciaal
Alfa Romeo Servicepunt.
119A0L0197
Dimlicht/grootlicht
(versies met Halogeen koplampen)
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
❒ draai het stuur tot tegen de aanslag;
❒ open de beschermflap 2 fig. 117 door
de bevestigingsbout los te draaien;
❒ haal de elektrische stekker
1 fig. 120 weg en draai vervolgens de
lamphouder 2 linksom en verwijder hem;
❒ verwijder de lamp en vervang hem;
❒ monteer de nieuwe lamp, zorg ervoor
dat hij goed vergrendeld is en sluit
stekker 1 weer aan;
❒ sluit de beschermflap 2 fig. 117.
120A0L0093
Page 144 of 156
SPIDER
142
Versies1750 Turbo Benzine
Leeggewicht (met alle vloeistoffen, brandstoftank 99990% gevuld en zonder opties):
Nuttig laadvermogen inclusief de bestuurder: (*) 215
Maximum toelaatbare belastingen (**)
– vooras: 541
– achteras: 747
– totaal: 1220
Trekgewichten (kg)
– geremde aanhanger: 0
– niet-geremde aanhanger: 0
Max. dakbelasting: 0
Max. toelaatbare kogeldruk (geremde aanhanger): 0
(*) Als er speciale uitrustingen zijn gemonteerd stijgt het leeggewicht, waardoor het laadvermogen daalt, omdat de max. belastingen niet mogen
worden overschreden.
(**) Belastingen die niet overschreden mogen worden. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker de goederen in de laadruimte te plaatsen met
inachtneming van de maximum toelaatbare belastingen.
TECHNISCHE GEGEVENS
GEWICHTEN