395
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
*: Indien aanwezig
■Locatie en soorten sensoren
Hoeksensoren voor (indien aan-
wezig)
Binnenste sensoren voor (indien
aanwezig)
Hoeksensoren achter
Binnenste sensoren achter
■Display (multi-informatiedis-
play)
Wanneer de sensoren een object,
zoals een muur, signaleren, wordt er een afbeelding weergegeven op
het multi-informat
iedisplay over-
eenkomstig de positie van en de
afstand tot het object.
Signalering hoeksensor voor
(indien aanwezig)
Signaleren binnenste sensor
voor (indien aanwezig)
*1
Signaleren hoeksensor achter*2
Signaleren binnenste sensor
achter
*2
*1: Weergegeven als de selectiehendel in een rijpositie staat
*2: Weergegeven als de selectiehendel in stand R staat
■Display (scherm audiosys-
teem)
Wanneer de sensoren een object,
zoals een muur, signaleren, wordt
er een afbeelding weergegeven op
het scherm van het navigatiesys-
teem (indien aanw ezig) of het
scherm van het multimediasysteem
(indien aanwezig) overeenkomstig
de positie van en de afstand tot het
object.
Wanneer de Toyota Parking
Assist-monitor (indien aanwezig)
wordt weergegeven
Toyota Parking Assist-
sensor*
De afstand van uw auto tot
objecten, zoals een muur, bij
het fileparkeren en inparkeren
in een garage wordt gemeten
door sensoren en wordt door-
gegeven via het scherm van
het navigatiesysteem of het
scherm van het multimedia-
systeem en een zoemer. Con-
troleer bij gebruik van dit
systeem ook altijd zelf de
omgeving.
Systeemonderdelen
A
B
C
D
A
B
C
D
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 395 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
3964-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Bij detectie van een obstakel verschijnt er
in de bovenhoek van het scherm een ver-
eenvoudigde weergave.
Wanneer de Panoramic View
Monitor-monitor (indien aanwezig)
wordt weergegeven
Panoramabeeld*
Er wordt een afbeelding weergegeven
wanneer de Panoramic View Monitor
wordt weergegeven.
*: Bij detectie van een obstakel verschijnt er in de bovenhoek van het scherm een
vereenvoudigde weergave terwijl de
vergrote weergave wordt getoond.
Behalve panoramabeeld Bij detectie van een obstakel verschijnt er
in de bovenhoek van het scherm een ver-
eenvoudigde weergave.
De Toyota Parking Assist-sensor
kan worden ingeschakeld/uitge-
schakeld via het scherm van
het multi-informatiedisplay.
(
→ Blz. 134)
Wanneer de Toyota Parking Assist-
sensor wordt uitgeschakeld, gaat het
controlelampje Toyot a Parking Assist-
sensor OFF ( →Blz. 117) op het multi-
informatiedisplay branden.
Als u het systeem weer wilt inschake-
len, selecteer dan op het multi-
informatiedisplay, selecteer en
zet het vervolgens aan.
Wanneer het systeem is uitgeschakeld,
blijft het uitgeschak eld, zelfs als het
contact AAN wordt gezet nadat dit UIT
was gezet.
Toyota Parking Assist-
sensor in-/uitschakelen
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen Toyota
Parking Assist-sensor
Neem de volgende voorzorgsmaatre-
gelen in acht.
Anders kan een ongev al het gevolg
zijn.
●Rijd als het systeem is ingescha-
keld niet harder dan 10 km/h.
●Het detectiegebied van de senso-
ren en de reactietijden zijn beperkt.
Controleer tijdens het voor- of ach-
teruitrijden of de omgeving (vooral
naast de auto) veilig is en rijd lang-
zaam. Regel de snelheid met het
rempedaal.
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 396 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
397
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Het systeem kan worden geacti-
veerd wanneer
●Het contact AAN staat.
●De Toyota Parking Assist-sensor is
ingeschakeld.
●De rijsnelheid lager is dan ongeveer
10 km/h.
●De selectiehendel in een andere
stand dan P staat.
■Als “Parking Ass
ist Unavailable
Clean Parking Assist Sensor” (Par-
king Assist niet beschikbaar, reinig
Parking Assist-sensor) wordt weer-
gegeven op het multi-informatiedis-
play
Mogelijk is een van de sensoren bedekt
met bijvoorbeeld ijs, sneeuw of vuil. Ver-
wijder dit van de sensor om te zorgen
dat het systeem wee r normaal werkt.
Ook wordt er bij lage temperaturen
mogelijk een waarschuwingsmelding
weergegeven doordat zich ijs vormt op
een sensor en een sensor daardoor
mogelijk geen obstakels signaleert.
WAARSCHUWING
●Monteer geen accessoires in de
buurt van de bumpers omdat deze
gebieden binnen de detectiegebie-
den van de sensoren vallen.
●Objecten direct onder de bumper
worden niet waargenomen.
Smalle paaltjes of objecten die
lager zijn dan de sensor worden
mogelijk niet gesignaleerd wan-
neer u ze nadert, zelfs als ze een-
maal zijn gesignaleerd.
■Wanneer moet de functie uitge-
schakeld worden
Schakel in de volgende situaties de
functie uit, omdat deze anders moge-
lijk zelfs werkt als er geen kans op
een aanrijding is.
●De auto is uitgerust met een univer-
sele staafantenne, een draadloze
antenne of mistlampen.
●De voor- of achterbumper of een
sensor ondergaat een sterke schok.
●Als een niet-originele Toyota-wiel-
ophanging (bijvoorbeeld verlaagde
wielophanging) is gemonteerd.
●Er zijn sleepogen geplaatst.
●Er is een kentekenplaat met achter-
grondverlichting gemonteerd.
■Bij gebruik van de Toyota Par-
king Assist-sensor
In de volgende gevallen werkt het
systeem mogelijk niet goed als gevolg
van een storing in een sensor, enz.
Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalific eerde en uitge-
ruste deskundige.
●Het display van de Toyota Parking
Assist-sensor knippert of wordt con-
tinu weergegeven en er klinkt een
piepsignaal terwijl er geen objecten
worden gesignaleerd.
●Als het gedeelte r ond de sensor in
aanraking komt met iets of wordt
blootgesteld aan een krachtige
schok.
●Als de bumper of grille ergens
tegenaan komt.
●Als het display knippert of continu
wordt weergegeven en er geen
zoemer klinkt, behalve wanneer het
geluid is gedempt.
■Opmerkingen bij het wassen van
de auto
Stel de omgeving van de sensoren
niet bloot aan sterke waterstralen of
stoom.
Anders kan de sensor defect raken.
●Spuit bij het wa ssen van de auto
met een hogedrukreiniger niet
rechtstreeks op de sensoren,
omdat dit er toe kan leiden dat een
sensor niet meer goed werkt.
●Richt bij het was sen van de auto
met stoom de stoom niet recht-
streeks op de sensoren, omdat dit
er toe kan leiden dat een sensor
niet meer goed werkt.
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 397 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
3984-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Zodra het ijs smel t, zal het systeem
weer normaal werken.
Als er een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven terwijl de sensor schoon
is, is er mogelijk een storing aanwezig in
de sensor. Laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■Detectie-informatie sensoren
●Het detectiegebied van de sensoren is
beperkt tot het gebi ed rond de voor-
en achterbumper van de auto.
●Tijdens het gebrui k kunnen zich de
volgende situaties voordoen:
• Afhankelijk van de vorm van het
object en andere factoren kan de
detectieafstand korter worden of kan
detectie niet m ogelijk zijn.
• Tussen het signaleren van een sta-
tisch object en de weergave zit een
kleine vertraging (geluid waarschu-
wingszoemer). Ook als er met lage
snelheid wordt ger eden, bestaat de
mogelijkheid dat het object binnen 30
cm van de sensoren komt voordat het
display wordt weergegeven en de
waarschuwingszoemer hoorbaar is.
• Het kan moeilijk zijn om de zoemer te
horen als het audi osysteem hard staat
of als de luchtcirculatie van de aircon-
ditioning veel geluid produceert.
• Het kan moeilijk zijn om de geluidssig- nalen te horen ten gevolge van gelui-
den van andere systemen.
■Omstandigheden waaronder de
functie mogelijk niet goed werkt
De staat van de auto en de omgeving
kunnen van invloed zijn op de capaciteit
van de sensor om objecten correct te
signaleren. Specifieke situaties waarin
dit voor kan komen ziet u hieronder.
●De sensor is bedekt met vuil, sneeuw
of ijs. (Het reinigen van de sensoren
zal het probleem oplossen.)
●De sensor is bevroren. (Het ontdooien
van de sensor zal het probleem oplos-
sen.)
Vooral bij lage buitentemperaturen kan het gebeuren d
at er ten gevolge
van een bevroren sensor een abnor-
maal beeld te zien is op het display of
dat objecten, zoals een muur, niet
worden gesignaleerd.
●Een sensor wordt ergens door afge-
dekt.
●Wanneer een sensor of de omgeving
van een sensor zeer heet of koud is.
●De auto rijdt op e en bijzonder hobbe-
lige weg, op een he lling, op grind of
op gras.
●Er is veel omgevingslawaai rond de
auto van claxons, m otorfietsmotoren,
luchtremmen van vrachtwagens of
andere geluidsbronne n die ultrasone
geluidsgolven produceren.
●Er is een andere aut o uitgerust met
Parking Assist-sensoren in de nabije
omgeving.
●Een sensor is bedekt met een water-
film of er is spra ke van zware regen-
val.
●Als een sensor wordt geraakt door
een grote hoeveelheid water, zoals bij
het rijden op een o verstroomde weg.
●Als de auto sterk na ar één kant helt.
●De auto nadert een hoge of gebogen
stoeprand.
●Als het object zich te dicht bij de sen-
sor bevindt.
■Objecten die mog elijk niet goed
worden gesignaleerd
Door de vorm van he t object kan de
sensor het mogelijk ni et signaleren. Let
goed op bij de volg ende objecten:
●Kabels, hekken, touwen, enz.
●Katoen, sneeuw en andere materialen
die geluidsgolven absorberen
●Zeer hoekige objecten
●Lage objecten
●Hoge obstakels waarbij het bovenste
deel uitsteekt in d e richting van uw
auto
Mogelijk worden mensen die bepaalde
soorten kleding dragen niet gesigna-
leerd.
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 398 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
399
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Detectiebereik van de senso-
ren
Auto's zonder PKSB
Ongeveer 100 cm
*
Ongeveer 150 cm*
Ongeveer 65 cm
Ongeveer 60 cm
Auto's met PKSBOngeveer 100 cm
Ongeveer 150 cm
Ongeveer 63 cm
Ongeveer 63 cm
Het schema toont het detectiebe-
reik van de sensoren. Houd er
rekening mee dat de sensoren
geen objecten kunnen signaleren
die zich extreem dicht bij de auto
bevinden.
Het bereik van de sensoren kan
verschillend zijn, afhankelijk van bij-
voorbeeld de vorm van het object.
*: Indien aanwezig
■Weergave afstand
Wanneer er een object wordt ges ignaleerd door een sensor, wordt de glo-
bale afstand tot het object wee rgegeven op het scherm van het m ulti-infor-
matiedisplay, het navigatiesystee m of het multimediasysteem (indien
aanwezig). (Als de afstand tot het object klein wordt, gaan de afstandsseg-
menten mogelijk knipperen.)
De afbeeldingen wijken mogelijk a f van de getoonde afbeeldingen.
Auto's zonder PKSB
Globale afstand tot object
• Binnenste sensor voo r: 100 cm - 60 cm
• Binnenste sensor achter: 150 cm - 65 cm
Weergave
sensorsignalering, afstand
tot object
A
B
C
D
A
B
C
D
Multi-informatiedisplayScherm navigatie- of multimediasysteem
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 399 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
4004-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Globale afstand tot object
• Binnenste sensor voo r: 60 cm - 47,5 cm
• Binnenste sensor ach ter: 65 cm - 50 cm
Globale afstand tot object
• Binnenste sensor voo r: 47,5 cm - 35 cm
• Binnenste sensor ach ter: 50 cm - 35 cm
Globale afstand tot object: 35 cm - 28 cm
*: De afstandssegmenten zullen langzaam knipperen.
Globale afstand tot object: minder dan 28 cm
*: De afstandssegmenten zullen snel knipperen.
Multi-informatiedisplayScherm navigatie- of multimediasysteem
Multi-informatiedisplayScherm navigatie- of multimediasysteem
Multi-informatiedisplay*Scherm navigatie- of multimediasysteem
Multi-informatiedisplay*Scherm navigatie- of multimediasysteem
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 400 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
401
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Auto's met PKSB
Globale afstand tot object
• Binnenste sensor voo r: 100 cm - 63 cm
• Binnenste sensor achter: 150 cm - 63 cm
Globale afstand tot object: 63 cm - 48 cm
Globale afstand tot object: 48 cm - 34 cm
Globale afstand tot object: 34 cm - 15 cm
*: De afstandssegmenten zullen langzaam knipperen.
Globale afstand tot object: minder dan 15 cm
*: De afstandssegmenten zullen snel knipperen.
Multi-informatiedisplayScherm navigatie- of multimediasysteem
Multi-informatiedisplayScherm navigatie- of multimediasysteem
Multi-informatiedisplayScherm navigatie- of multimediasysteem
Multi-informatiedisplay*Scherm navigatie- of multimediasysteem
Multi-informatiedisplay*Scherm navigatie- of multimediasysteem
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 401 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
4024-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Werking zoemer en afstand tot
een object
Een zoemer klinkt a ls de sensoren
in werking zijn.
De geluidssignalen volgen elkaar
sneller op naarmate de auto
dichter bij het object komt.
Als de auto het object genaderd
is tot onderstaande afstand,
klinkt de zoemer continu.
• Auto's zonder PKSB: Ongeveer 35 cm
• Auto's met PKSB: O ngeveer 34 cm
Als 2 of meer sensoren gelijktij-
dig een statisch object signale-
ren, klinkt de zoemer voor het
dichtstbijzijnde object.
Zelfs als de sensoren in werking
zijn, kan het geluid van de zoe-
mer in sommige gevallen worden
gedempt. (functi e automatisch
dempen zoemer)
■Dempen van geluid zoemer (auto's
met PKSB)
●Functie automatisch dempen zoemer
Zelfs als de sensoren in werking zijn, zal
het geluid van de zoemer in de volgende
gevallen worden gedempt:
• De afstand tusse n de auto en het
gedetecteerde object wordt niet klei-
ner (behalve als de afstand tussen de
auto en het object 34 cm of kleiner is).
• Uw auto beweegt zic h van het object
af.
• Er zijn geen signaleerbare objecten in de rijrichting van uw auto.
Als echter een ander object gesigna-
leerd wordt of de si tuatie verandert ter-
wijl de zoemer gedempt is, begint de
zoemer weer geluid te maken.
●Dempen van het geluid van de zoe-
mer
De zoemer kan tijdelijk worden gedempt
door op van de bedieningstoetsen
van het instrumentenpaneel te drukken
terwijl op het multi-informatiedisplay de
suggestie wordt weergegeven dat dem-
pen mogelijk is.
●Wanneer wordt het dempen geannu-
leerd
Het geluid wordt in de volgende situaties
automatisch weer ingeschakeld:
• Als de selectiehendel in een andere stand wordt gezet
• Als de rijsnelhei d een bepaalde snel-
heid bereikt of overschrijdt
• Als de Toyota Parking Assist eenmaal
wordt uitgeschakeld en weer wordt
ingeschakeld
• Als het contact eenmaal UIT wordt
gezet en weer AAN wordt gezet
■Persoonlijke voor keursinstellingen
Het zoemervolume kan worden aange-
past op het multi-informatiedisplay.
(behalve auto's zonder sensoren voor)
(→Blz. 134)
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 402 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM