361
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Accelereren na het instellen van de
rijsnelheid
Bedien het gaspedaal om te accelere-
ren. Na het accelereren gaat de auto
weer rijden met de ingestelde snelheid.
Als de afstandsregelmodus is ingescha-
keld, neemt de rijsnelheid echter moge-
lijk af tot onder de ingestelde snelheid,
zodat de afstand to t de voorligger
gehandhaafd blijft.
■Als de auto stopt tijdens rijden met
de volgregeling
●Door op de schakelaar +RES te druk-
ken terwijl de voorli gger stopt, wordt,
als de voorligger begint te rijden, bin-
nen ongeveer 3 seconden nadat op
de schakelaar is gedrukt het rijden
met de volgregeling hervat.
●Als de voorligger binnen 3 seconden
nadat uw auto is gestopt begint te rij-
den, wordt het rijden met de volgrege-
ling hervat.
■Automatisch uitschakelen van de
afstandsregelmodus
De afstandsregelmodus wordt automa-
tisch uitgeschakeld in de volgende situa-
ties.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde
periode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitge-
schakeld.
●De sensor kan niet goed signaleren
omdat hij ergens door bedekt is.
●Pre Crash Brake-functie is geacti-
veerd.
●De parkeerrem is geactiveerd.
●De auto wordt door het systeem stil-
gezet op een steile helling.
●Als de auto door het systeem is stilge-
zet, wordt het volgen van de voorlig-
ger in de volgende gevallen niet
hervat:
• De bestuurder draagt geen veilig- heidsgordel.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De auto heeft ongeveer 3 minuten stil-
gestaan.
Als de afstandsre gelmodus om een
andere dan de hierboven genoemde
redenen automatisch uitgeschakeld
wordt, kan er een storing in het systeem
aanwezig zijn. Neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■Automatisch uitschakelen van de
constante-snelheidsregelmodus
De constante-snelheidsregelmodus
wordt automatisch uitgeschakeld in de
volgende situaties:
●Actuele rijsnelheid zakt tot meer dan
ongeveer 16 km/h onder de inge-
stelde rijsnelheid.
●Werkelijke rijsnelheid zakt onder
ongeveer 30 km/h.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde
periode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitge-
schakeld.
●Pre Crash Brake-fu nctie is geacti-
veerd.
Als de constante-snelheidsregelmodus
om een andere d an de hierboven
genoemde redenen aut omatisch uitge-
schakeld wordt, kan er een storing in het
systeem aanwezig zijn. Neem contact
op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 361 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
3624-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■De Dynamic Radar Cruise Control
met Road Sign Assist (auto's met
RSA) werkt mogelijk niet goed wan-
neer
De Dynamic Radar Cruise Control met
Road Sign Assist werkt mogelijk niet
goed in situaties waarbij de RSA moge-
lijk niet goed werkt of niet goed signa-
leert ( →Blz. 350). Controleer daarom,
wanneer u deze functie gebruikt, het
weergegeven verkeersbord met de snel-
heidslimiet.
In de onderstaande gevallen wordt de
ingestelde snelheid mogelijk niet gewij-
zigd in de herkende snelheidslimiet door
het ingedrukt houden van de schakelaar
+RES/-SET:
●Als er geen informa tie over de snel-
heidslimiet beschikbaar is
●Wanneer de herkende snelheidsli-
miet gelijk is aan de ingestelde snel-
heid
●Wanneer de herkende snelheidsli-
miet buiten het snelheidsbereik van
het Dynamic Radar Cruise Control-
systeem ligt
■Werking van de remmen
Er kan een geluid v an de remmen hoor-
baar zijn en de reactie van het rempe-
daal kan veranderen, maar dit duidt niet
op een storing.
■Waarschuwingsmeldingen en zoe-
mers voor de Dynamic Radar
Cruise Control met volledig snel-
heidsbereik
Waarschuwingsmeldingen en zoemers
worden gebruikt om een systeemstoring
aan te geven of om de bestuurder te
informeren dat hij tijdens het rijden extra
moet opletten. Lees de op het multi-
informatiedisplay weergegeven waar-
schuwingsmelding en volg de aanwijzin-
gen op. ( →Blz. 320, 616)
■Omstandigheden waarin de sensor
voorliggers mogelijk niet op de
juiste manier signaleert
Bedien in onderstaande gevallen en
afhankelijk van de omstandigheden het rempedaal wanneer het systeem onvol-
doende decelereert of bedien het gas-
pedaal wanneer moet worden
geaccelereerd.
Omdat de sensor deze voertuigen wel-
licht niet op de juist
e manier signaleert,
wordt er mogelijk geen naderingswaar-
schuwing ( →Blz. 358) gegeven.
●Auto's die plotseling voor u invoegen
●Auto's die met lage snelheden rijden
●Auto's die niet op dezelfde rijstrook rij-
den
●Voertuigen met een relatief kleine
achterzijde (aanh angwagens zonder
lading, enz.)
●Motorfietsen d ie op dezelfde rijstrook
rijden
●Als door omringend verkeer opgewor-
pen water of sneeuw de signalering
door de sensor hindert
●Als de achterzijde van de auto ver
ingezakt is (omdat er zware lading in
de bagageruimte vervoerd wordt,
enz.)
●De voorligger heeft een extreem grote
bodemvrijheid
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 362 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
363
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Omstandigheden waaronder de
afstandsregelmodus mogelijk niet
goed werkt
Bedien indien nodig in onderstaande
gevallen het rempedaal (of, afhankelijk
van de situatie , het gaspedaal).
Doordat de sensor voorliggers mogelijk
niet op de juiste manier signaleert, werkt
het systeem mogelijk niet goed.
●Als de weg erg bochtig is of de rijstro-
ken erg smal zijn
●Als u veelvuldig stuurcorrecties moet
uitvoeren of frequent van rijstrook wis-
selt
●Als uw voorligger plotseling decele-
reert
●Als u op een weg rijdt die wordt omge-
ven door een constructie, zoals in een
tunnel of op een ijzeren brug
●Als de rijsnelheid afneemt tot de inge-
stelde snelheid na acceleratie van de
auto door intrappe n van het gaspe-
daal.
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 363 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
3644-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
■Weergave instrumentenpaneelMulti-informatiedisplay
Ingestelde snelheid
Indicatoren
■BedieningsschakelaarsAfstandsschakelaar
Schakelaar +RES
Cruise control-hoofdschakelaar
Uitschakeltoets
Schakelaar -SETDynamic Radar Cruise
Control*
Wanneer de afstandsregelmo-
dus is ingeschakeld, accele-
reert en decelereert de auto
automatisch overeenkomstig
de veranderingen in snelheid
van de voorligger, zelfs wan-
neer het gaspeda al niet wordt
ingetrapt. In de constante-
snelheidsregelmodus rijdt de
auto met een constante snel-
heid.
Gebruik de Dynamic Radar
Cruise Control op autowegen
en snelwegen.
Afstandsregelmodus
(→ Blz. 366)
Constante-snelheidsregelmo-
dus ( →Blz. 370)
Systeemonderdelen
A
B
C
: $ $ 5 6 &