348
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
*: Indien aanwezig
■Weergave instrumentenpaneel
Multi-informatiedisplay
Ingestelde snelheid
Controlelampjes ■
Bedieningsschakelaars
Afstandsschakelaar
Schakelaar +RES
Cruise control-hoofdschakelaar
Uitschakeltoets
Schakelaar -SET
Dynamic Radar Cruise
Control*
Wanneer de afstandsregelmo-
dus is ingeschakeld, accelereert
en decelereert de auto automa-
tisch overeenkomstig de veran-
deringen in snelheid van de
voorligger, zelfs wanneer het
gaspedaal niet wordt ingetrapt.
In de constante-snelheidsregel-
modus rijdt de auto met een con-
stante snelheid.
Gebruik de Dynamic Radar
Cruise Control op autowegen en
snelwegen.
Afstandsregelmodus
(→Blz. 351)
Constante-snelheidsregelmo-
dus ( →Blz. 354)
Systeemonderdelen
WAARSCHUWING
■Voor het gebruik van de Dynamic
Radar Cruise Control
●Voor veilig rijden is alleen de bestuur-
der verantwoordelijk. Vertrouw niet
alleen op het systeem en rijd voor-
zichtig door altijd goed op de omge-
ving te letten.
●Het Dynamic Radar Cruise Con-
trol-systeem biedt ondersteuning bij
het rijden om de bestuurder te ontlas-
ten. Er zijn echter grenzen aan de
geboden ondersteuning.
Lees de hierna gegeven aanwijzingen
aandachtig door. Vertrouw niet blinde-
lings op dit systeem en rijd altijd voor-
zichtig.
• Omstandigheden waarin de sensor voorliggers mogelijk niet op de juiste
manier signaleert: →Blz. 357
• Omstandigheden waaronder de afstandsregelmodus mogelijk niet
goed werkt: →Blz. 358
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 348 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
350
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
WAARSCHUWING
●Op invoegstroken van autowegen en
snelwegen
●Als de weersomstandigheden zo
slecht zijn dat ze een juiste signale-
ring door de sensoren onmogelijk
zouden kunnen maken (mist, sneeuw,
zandstorm, zware regenval, enz.)
●Als er regen, sneeuw, enz. op de
voorzijde van de radar of de camera
voor zit
●In verkeersomstandigheden waarbij
herhaaldelijk accelereren en decele-
reren noodzakelijk is
●Bij het rijden met een aanhangwagen
of tijdens het slepen in een noodgeval
●Als er vaak een naderingswaarschu-
wing hoorbaar is
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 350 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
351
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
In deze modus registreert een radar of er binnen ongeveer 100 m
eter voor u
een voertuig rijdt. Deze sensor wordt tevens gebruikt om de afstand tussen uw
auto en de voorligger te berekenen en een geschikte afstand tussen uw auto en
de voorligger te handhaven. De gewenste tussenafstand kan teven s met de
afstandsschakelaar worden ingesteld.
Bij het afdalen van een helling kan de tussenafstand korter wor den.
Voorbeeld van het rijden met een constante snelheid
Wanneer er geen voorliggers zijn
De auto rijdt met de snelheid die door de bestuurder is ingesteld.
Voorbeeld van deceleratie en het volgen van een auto
Wanneer een voorligger langzamer rijdt dan de ingestelde snelhe id
Als er een voorligger wordt gesignaleerd, verlaagt het systeem automatisch de snelheid
van uw auto. Als de snelheid nog meer moet worden gereduceerd, schakelt het systeem
het remsysteem in (de remlicht en gaan dan branden). Het systeem regelt de snelheid
van de auto zo dat de afstand die de bestuurder heeft ingesteld tot de voorligger gehand-
haafd blijft. Als het systeem de snelheid niet genoeg kan verla gen om een veilige afstand
tot de voorligger te creëren, kl inkt er een naderingswaarschuwi ng.
Als u de richtingaanwijzers inschakelt en bij een rijsnelheid v an 80 km/h of hoger een rij-
strook naar links opschuift, zal de auto snel accelereren zodat een voertuig op de rij-
strook rechts van u sneller kan worden ingehaald.
Voorbeeld van acceleratie
Als er geen voorliggers meer zijn die langzamer rijden dan de ingestelde
snelheid
Het systeem verhoogt de snelheid totdat de ingestelde snelheid bereikt wordt. Het sys-
teem schakelt vervolgens weer over op het rijden met constante snelheid.
Rijden in de afstandsregelmodus
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 351 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
356
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
■Selectie schakelstand
Selecteert een schakelstand die past bij de
rijsnelheid. Als het motortoerental te hoog
of te laag is, kan de regeling automatisch
worden uitgeschakeld.
■Automatisch uitschakelen van de
afstandsregelmodus
De afstandsregelmodus wordt automatisch
uitgeschakeld in de volgende situaties.
●Werkelijke rijsnelheid zakt onder onge-
veer 25 km/h.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde
periode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitge-
schakeld.
●De sensor kan niet goed signaleren
omdat hij ergens door bedekt is.
●Pre Crash Brake-functie is geactiveerd.
●Als de selectiehendel in de neutraal-
stand staat of het koppelingspedaal
gedurende een bepaalde tijd of langer
wordt ingetrapt.
Als de afstandsregelmodus om een
andere dan de hierboven genoemde rede-
nen automatisch uitgeschakeld wordt, kan
er een storing in het systeem aanwezig
zijn. Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
■Automatisch uitschakelen van de
constante-snelheidsregelmodus
De constante-snelheidsregelmodus wordt
automatisch uitgeschakeld in de volgende
situaties:
●Actuele rijsnelheid zakt tot meer dan
ongeveer 16 km/h onder de ingestelde
rijsnelheid.
●Werkelijke rijsnelheid zakt onder onge-
veer 30 km/h.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde
periode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitge-
schakeld.
●Pre Crash Brake-functie is geactiveerd.
●Als de selectiehendel in de neutraal-
stand staat of het koppelingspedaal
gedurende een bepaalde tijd of langer
wordt ingetrapt.
Als de constante-snelheidsregelmodus om
een andere dan de hierboven genoemde
redenen automatisch uitgeschakeld wordt,
kan er een storing in het systeem aanwe-
zig zijn. Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
■De Dynamic Radar Cruise Control
met Road Sign Assist werkt mogelijk
niet goed wanneer
De Dynamic Radar Cruise Control met
Road Sign Assist werkt mogelijk niet goed
in situaties waarbij de RSA mogelijk niet
goed werkt of niet goed signaleert
(→ Blz. 366). Controleer daarom, wanneer
u deze functie gebruikt, het weergegeven
verkeersbord met de snelheidslimiet.
In de onderstaande gevallen wordt de
ingestelde snelheid mogelijk niet gewijzigd
in de herkende snelheidslimiet door het
ingedrukt houden van de schakelaar
+RES/-SET:
●Als er geen informatie over de snel-
heidslimiet beschikbaar is
●Wanneer de herkende snelheidslimiet
gelijk is aan de ingestelde snelheid
●Wanneer de herkende snelheidslimiet
buiten het snelheidsbereik van het
Dynamic Radar Cruise Control-systeem
ligt
■Werking van de remmen
Er kan een geluid van de remmen hoor-
baar zijn en de reactie van het rempedaal
kan veranderen, maar dit duidt niet op een
storing.
■Waarschuwingsmeldingen en zoe-
mers voor Dynami c Radar Cruise
Control
Waarschuwingsmeldingen en zoemers
worden gebruikt om een systeemstoring
aan te geven of om de bestuurder te infor-
meren dat hij tijdens het rijden extra moet
opletten. Lees de op het multi-informatie-
display weergegeven waarschuwingsmel-
ding en volg de aanwijzingen op.
(→ Blz. 310, 608)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 356 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
357
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Omstandigheden w
aarin de sensor
voorliggers mogelijk niet op de juiste
manier signaleert
Bedien in onderstaande gevallen en
afhankelijk van de omstandigheden het
rempedaal wanneer het systeem onvol-
doende decelereert of bedien het gaspe-
daal wanneer moet worden geaccelereerd.
Omdat de sensor deze voertuigen wellicht
niet op de juiste manier signaleert, wordt
er mogelijk geen naderingswaarschuwing
( → Blz. 354) gegeven.
●Auto's die plotseling voor u invoegen
●Auto's die met lage snelheden rijden
●Auto's die niet op dezelfde rijstrook rij-
den
●Voertuigen met een relatief kleine ach-
terzijde (aanhangwagens zonder lading,
enz.)
●Motorfietsen die op dezelfde rijstrook rij-
den
●Als door omringend verkeer opgewor-
pen water of sneeuw de signalering door
de sensor hindert
●Als de achterzijde van de auto ver inge-
zakt is (omdat er zware lading in de
bagageruimte vervoerd wordt, enz.)
●De voorligger heeft een extreem grote
bodemvrijheid
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 357 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
358
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
■Omstandigheden waaronder de
afstandsregelmodus mogelijk niet
goed werkt
Bedien indien nodig in onderstaande
gevallen het rempedaal (of, afhankelijk
van de situatie, het gaspedaal).
Doordat de sensor voorliggers mogelijk
niet op de juiste manier signaleert, werkt
het systeem mogelijk niet goed.
●Als de weg erg bochtig is of de rijstroken
erg smal zijn
●Als u veelvuldig stuurcorrecties moet uit-
voeren of frequent van rijstrook wisselt
●Als uw voorligger plotseling decelereert
●Als u op een weg rijdt die wordt omge-
ven door een constructie, zoals in een
tunnel of op een ijzeren brug
●Als de rijsnelheid afneemt tot de inge-
stelde snelheid na acceleratie van de
auto door intrappen van het gaspedaal.
*: Indien aanwezig
■ Weergave instrumentenpaneel
Ingestelde snelheid
Controlelampjes
■ Bedieningsschakelaars
Schakelaar +RES
Cruise control-hoofdschakelaar
Uitschakeltoets
Schakelaar -SET
Cruise control*
Met de cruise control kan een
ingestelde snelheid worden
vastgehouden zonder dat hier-
voor het gaspedaal hoeft te wor-
den ingetrapt.
Systeemonderdelen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 358 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
366
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
van het navigatiesysteem, knippert
het verkeersbord voor verboden in
te rijden en klinkt er een zoemer.
*
Als wordt gesignaleerd dat uw
auto een ander voertuig inhaalt
terwijl er een verkeersbord voor
een inhaalverbod wordt weergege-
ven op het multi-informatiedisplay,
gaat het verkeersbord knipperen
en klinkt er een zoemer.
Afhankelijk van de situatie wordt de
verkeerssituatie (richting en snelheid
van het verkeer en hoeveelheid ver-
keer) mogelijk niet goed gesignaleerd
en werkt de waarschuwing mogelijk
niet goed.
*: Auto's met navigatiesysteem
■Instellen
1 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpa-
neel en selecteer
2 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpa-
neel en selecteer . Druk
vervolgens op .
■Automatisch uitschakelen van weer-
gave verkeersborden RSA
In de volgende situaties worden een of
meer verkeersborden automatisch uitge-
schakeld.
●Een nieuw verkeersbord wordt over een
bepaalde afstand niet herkend.
●De weg verandert als gevolg van een
afslag naar links of rechts, enz.
■Omstandigheden waaronder de func-
tie mogelijk niet goed werkt of niet
goed signaleert
In de volgende situaties werkt de RSA niet
normaal en worden verkeersborden moge-
lijk niet herkend, worden onjuiste verkeers- borden weergegeven, enz. Dit duidt echter
niet op een storing.
●De camera voor is niet goed uitgelijnd
doordat de sensor, enz. is blootgesteld
aan hevige schokken.
●Er zit(ten) vuil, sneeuw, stickers, enz. op
de voorruit in de buurt van de camera
voor.
●Onder barre weersomstandigheden, bij-
voorbeeld bij zware regenval, mist,
sneeuw of zandstormen
●Licht van een tegenligger, de zon, enz.
dringt de camera voor binnen.
●Het verkeersbord is vuil, vervaagd,
gekanteld of krom of, in geval van een
elektronisch verkeersbord, het contrast
is slecht.
●Het verkeersbord gaat helemaal of
gedeeltelijk verscholen achter boombla-
deren, een paal, o.i.d.
●Het verkeersbord is alleen korte tijd
zichtbaar voor de camera voor.
●De omgeving (bij afslaan, rijstrookwisse-
ling, enz.) wordt onjuist beoordeeld.
●Ook wanneer een verkeersbord niet van
toepassing is op de rijstrook waar op dat
moment op wordt gereden, staat dit bord
wel direct na een vertakking van de
snelweg of bij een aangrenzende rij-
strook net voordat rijstroken samenko-
men.
●Er zitten stickers op de achterzijde van
de voorligger.
●Er wordt een verkeersbord herkend dat
lijkt op een verkeersbord dat compatibel
is met het systeem.
●Mogelijk worden verkeersborden met de
snelheidslimiet voor parallelwegen
gesignaleerd en weergegeven (wanneer
deze in het zicht van de camera voor
staan) terwijl de auto op de hoofdweg
rijdt.
●Mogelijk worden verkeersborden met de
maximaal toegestane snelheid voor
afslagen van rotondes gesignaleerd en
weergegeven (wanneer deze in het zicht
van de camera voor staan) terwijl de
auto op de rotonde rijdt.
●De voorzijde van de auto staat omhoog
of omlaag door de belading van de auto.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L
25E.book Page 366 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
375
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Als op de uitschakeltoets van het
Stop & Start-systeem wordt gedrukt
terwijl de auto stilstaat
●Als de motor is uitgezet door het Stop &
Start-systeem, kunt u de motor weer
starten door op de uitschakeltoets van
het Stop & Start-systeem te drukken.
●Als het Stop & Start-systeem is uitge-
schakeld en op de uitschakeltoets van
het Stop & Start-systeem wordt gedrukt,
wordt het systeem weer
ingeschakeld,
maar zal de motor blijven draaien.
Vanaf de volgende keer dat de auto tot
stilstand wordt gebracht (nadat het Stop
& Start-systeem is ingeschakeld), zal de
motor worden uitgezet.
Als de motor wordt uitgeschakeld
door het Stop & Start-systeem wan-
neer de auto op een helling rijdt, wor-
den de remmen nog enige tijd
bekrachtigd om te voorkomen dat de
auto achteruitrolt voordat de motor
weer wordt gestart en er aandrijf-
kracht wordt gegenereerd.
Als er aandrijfkracht wordt gegene-
reerd, wordt de vastgehouden rem-
kracht automatisch uitgeschakeld.
Deze functie werkt zowel op
vlakke oppervlakken als op steile
hellingen.
De remmen kunnen geluid maken,
maar dit duidt niet op een storing.
De reactie van het rempedaal kan
veranderen en er kunnen trillingen
aanwezig zijn, maar dit duidt niet
op een storing.
*: Indien aanwezig
Hill Start Assist Control
(auto's met Multidrive CVT)
BSM (Blind Spot
Monitor)*
De Blind Spot Monitor is een
systeem dat radarsensoren aan
de linker en rechter binnenzijde
van de achterbumper gebruikt
om de bestuurder te helpen de
veiligheid te controleren bij het
wisselen van rijstrook.
WAARSCHUWING
■Waarschuwingen met betrekking
tot het gebruik van het systeem
De bestuurder is zelf verantwoordelijk
voor een veilig rijgedrag. Rijd altijd veilig
en houd rekening met de omgeving.
De Blind Spot Monitor is een aanvul-
lende functie die de bestuurder er attent
op maakt dat er zich een auto in de
dode hoek van de buitenspiegels
bevindt of snel van achteren nadert rich-
ting de dode hoek. Vertrouw niet blinde-
lings op de Blind Spot Monitor. De
functie kan niet beoordelen of u veilig
van rijstrook kunt wisselen. Wanneer u
alleen op de functie vertrouwt, kan dit
leiden tot een ongeval met ernstig letsel
tot gevolg.
Aangezien het systeem onder bepaalde
omstandigheden mogelijk niet goed
werkt, dient de bestuurder altijd zelf de
veiligheid te controleren.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 375 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM