439
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
In deze modus wordt ook het stuurgevoel
gewijzigd, waardoor deze modus geschikt
is voor wanneer wendbaarheid is
gewenst, bijvoorbeeld bij het rijden op
zeer bochtige wegen.
Wanneer de sportmodus geselecteerd
wordt, gaat de sportmodusindicator bran-
den.
Auto's met handgeschakelde transmis-
sie: Wanneer de sportmodus wordt gese-
lecteerd, wordt de iMT ingeschakeld.
(
→ Blz. 275)
3 ECO-rijmodus
Helpt de bestuurder op milieuvriendelijke
wijze te accelereren en het brandstofver-
bruik te verlagen door een gematigde
afstelling van de smoorklep en door het
regelen van de werking van de airconditi-
oning (verwarmen/koelen).
Wanneer de ECO-rijmodus geselecteerd
wordt, gaat de ECO-rijmodusindicator
branden.
■Werking van de airconditioning in de
ECO-modus
De ECO-modus regelt het verwarmen/koe-
len en de aanjagersnelheid van het aircon-
ditioningsysteem om brandstof te
besparen. Doe het volgende om de presta-
ties van de airconditioning te verbeteren:
●Schakel de ECO-modus van de aircon-
ditioning uit (auto's met automatische
airconditioning) ( →Blz. 510)
●Wijzig de aanjagersnelheid ( →Blz. 503,
508)
●Schakel de ECO-rijmodus uit
■Automatisch uitschakelen van de
sportmodus
Als het contact UIT wordt gezet nadat is
gereden in de sportmodus, wijzigt de rij-
modus in de normale modus.
*: Indien aanwezig
Uitlaatgasfiltersysteem*
Het uitlaatgasfiltersysteem is
ontworpen om roetdeeltjes in de
uitlaatgassen te verzamelen met
behulp van een uitlaatgasfilter
dat in de uitlaatpijpen is
geplaatst.
OPMERKING
■Om storingen in het uitlaatgasfil-
tersysteem te voorkomen
●Gebruik geen andere brandstof dan
het voorgeschreven type brandstof
●Breng geen wijzigingen aan de uit-
laatpijp aan
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 439 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
505
6
COROLLA_TMUK_EE 6-1. Gebruik van de aircondition
ing en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
■Beslaan van de ruiten
●Auto's met aircoschakelaar: De ruiten
zullen gemakkelijk beslaan als de lucht-
vochtigheid in de auto hoog is. Als u de
aircoschakelaar inschakelt, wordt de
lucht die via de uitstroomopeningen
stroomt, ontvochtigd en wordt de voor-
ruit efficiënt ontwasemd.
●Auto's met aircoschakelaar: Als u de air-
coschakelaar uitschakelt, zullen de rui-
ten mogelijk sneller beslaan.
●De ruiten zullen mogelijk beslaan als de
recirculatiemodus is ingeschakeld.
■Buitenlucht-/recirculatiemodus
●Zet bij het rijden op stoffige wegen, in
tunnels of in druk verkeer de schakelaar
voor de buitenlucht-/recirculatiemodus
in de recirculatiemodus. Zo wordt voor-
komen dat er buitenlucht de auto in
stroomt.
●Auto's met aircoschakelaar: Wanneer tij-
dens het koelen de recirculatiemodus
wordt ingeschakeld, wordt ook het interi-
eur van de auto effectief gekoeld.
■Wanneer de buitentemperatuur tot
bijna 0°C daalt (auto's met aircoscha-
kelaar)
De ontvochtigingsfunctie werkt mogelijk
niet, zelfs niet wanneer de aircoschakelaar
wordt ingedrukt.
■Geuren ventilatie en airconditioning
●Zet de airconditioning in de buitenlucht-
modus om frisse lucht binnen te laten.
●Tijdens het gebruik kunnen verschil-
lende geuren van binnen en buiten de
auto in het airconditioningsysteem
terechtkomen. Dit kan tot gevolg hebben
dat de lucht die uit de uitstroomope-
ningen komt niet lekker ruikt.
●We raden u aan het airconditioningsys-
teem in de buitenluchtmodus te zetten
voordat u de motor uitschakelt.
●Bij het parkeren schakelt het systeem
automatisch de buitenluchtmodus in
voor een betere luchtcirculatie in de
auto, wat helpt om geuren bij het starten
van de auto te verminderen.
■Interieurfilter
→ Blz. 576
■ Plaats van uitstroomopeningen
De uitstroomopeningen en luchthoe-
veelheid veranderen overeenkom-
stig de geselecteerde
luchtcirculatiemodus.
: Indien aanwezig
WAARSCHUWING
■Voorkomen dat de voorruit beslaat
Gebruik de schakelaar voor de voorrui-
tontwaseming niet in combinatie met
koele lucht bij zeer vochtig weer. Het
verschil tussen de buitentemperatuur en
de temperatuur van de voorruit zorgt
ervoor dat de buitenkant van de voorruit
beslaat, waardoor het zicht wordt
belemmerd.
■Als de buitenspiegelverwarming
ingeschakeld is
Raak het oppervlak van de buitenspie-
gels niet aan, omdat dit heet kan wor-
den en brandwonden kan veroorzaken.
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
accu
Laat de airconditioning niet langer inge-
schakeld dan noodzakelijk is als de
motor niet draait.
Overzicht en bediening
uitstroomopeningen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 505 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
511
6
COROLLA_TMUK_EE 6-1. Gebruik van de aircondition
ing en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
• Het motortoerental en de werking van
de compressor worden geregeld om de
verwarm-/koelcapaciteit te beperken
• Wanneer de automatische modus is
gekozen, wordt de aanjagersnelheid
beperkt
●Doe het volgende om de prestaties van
de airconditioning te verbeteren:
• Wijzig de aanjagersnelheid
• Schakel de ECO-rijmodus uit (→ Blz. 438)
●Zelfs wanneer de rijmodus is ingesteld
op de ECO-modus, kan de ECO-modus
van de airconditioning worden uitge-
schakeld door op de schakelaar
FAST/ECO te drukken. ( →Blz. 510)
■Wanneer de buitentemperatuur tot
bijna 0°C daalt
De ontvochtigingsfunctie werkt mogelijk
niet, zelfs niet wanneer de aircoschakelaar
wordt ingedrukt.
■Geuren ventilatie en airconditioning
●Zet de airconditioning in de buitenlucht-
modus om frisse lucht binnen te laten.
●Tijdens het gebruik kunnen verschil-
lende geuren van binnen en buiten de
auto in het airconditioningsysteem
terechtkomen. Dit kan tot gevolg hebben
dat de lucht die uit de uitstroomope-
ningen komt niet lekker ruikt.
●Het voorkomen van mogelijke geuren:
• We raden u aan het airconditioningsys-
teem in de buitenluchtmodus te zetten
voordat u de motor uitschakelt.
• Mogelijk wordt het inschakelen van de aanjager direct nadat de airconditioning
in de automatische modus wordt inge-
schakeld even vertraagd.
●Bij het parkeren schakelt het systeem
automatisch de buitenluchtmodus in
voor een betere luchtcirculatie in de
auto, wat helpt om geuren bij het starten
van de auto te verminderen.
■Interieurfilter
→ Blz. 576
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aange-
past aan de persoonlijke voorkeur.
( → Blz. 659)
1 Druk op de schakelaar voor de
automatische modus.
2 Wijzig de ingestelde temperatuur.
3 Druk op de schakelaar OFF om
de procedure te beëindigen.
Als de instelling van de aanjagersnel-
heid of de luchtcirculatiemodi wor-
den bediend, dooft het
controlelampje van de automatische
modus. De automatische modus blijft
echter ingeschakeld voor de andere
functies dan die worden bediend.
■Gebruik van de automatische modus
De aanjagersnelheid wordt automatisch
geregeld op basis van de gekozen tempe-
ratuur en de omgevingscondities.
WAARSCHUWING
■Voorkomen dat de voorruit beslaat
Gebruik de schakelaar voor de voorrui-
tontwaseming niet in combinatie met
koele lucht bij zeer vochtig weer. Het
verschil tussen de buitentemperatuur en
de temperatuur van de voorruit zorgt
ervoor dat de buitenkant van de voorruit
beslaat, waardoor het zicht wordt
belemmerd.
■Als de buitenspiegelverwarming
ingeschakeld is
Raak het oppervlak van de buitenspie-
gels niet aan, omdat dit heet kan wor-
den en brandwonden kan veroorzaken.
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
accu
Laat de airconditioning niet langer inge-
schakeld dan noodzakelijk is als de
motor niet draait.
Gebruik van de
automatische modus
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 511 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
549
7
COROLLA_TMUK_EE 7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
WAARSCHUWING
●Laat geen brandbare voorwerpen,
zoals een stuk papier of een doek,
achter in de motorruimte.
●Rook niet, veroorzaak geen vonken
en voorkom open vuur in de buurt van
brandstof of de accu. De brandstof-
en accudampen zijn licht ontvlam-
baar.
●Wees uiterst voorzichtig als u aan de
accu werkt. De accu bevat namelijk
het giftige en corrosieve zwavelzuur.
●Wees voorzichtig, want remvloeistof
is gevaarlijk voor uw handen en ogen
en kan gelakte oppervlakken bescha-
digen. Als u remvloeistof op uw han-
den of in uw ogen krijgt, spoel ze dan
onmiddellijk met schoon water.
Raadpleeg een arts als u last blijft
houden.
■Werkzaamheden bij de elektrische
koelventilatoren of de radiateur
Zorg ervoor dat het contact UIT staat.
Wanneer het contact AAN staat, kunnen
de elektrische koelventilatoren automa-
tisch worden ingeschakeld als de air-
conditioning wordt ingeschakeld en/of
als de koelvloeistoftemperatuur hoog is.
(→ Blz. 556)
■Veiligheidsbril
Draag een veiligheidsbril om uw ogen te
beschermen tegen rondvliegend of val-
lend materiaal, een straal vloeistof, enz.
OPMERKING
■Wanneer u het luchtfilter verwijdert
Rijden zonder luchtfilter kan leiden tot
overmatige motorslijtage door vuil in de
inlaatlucht.
■Als het vloeistofniv eau te laag of te
hoog is
Het is normaal dat het remvloeistof-
niveau iets lager wordt door slijtage van
de remblokken of door een hoog vloei-
stofniveau in de accumulator.
Als het reservoir regelmatig moet wor-
den bijgevuld, kan dit duiden op een
serieus probleem.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 549 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
554
COROLLA_TMUK_EE7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
2
Giet beetje voor beetje motorolie
in de vulopening en controleer
ondertussen het oliepeil steeds
door middel van de peilstok.
3 Plaats de olievuldop door deze
rechtsom te draaien.
■Olieverbruik
Er wordt tijdens het rijden een bepaalde
hoeveelheid motorolie verbruikt. In de vol-
gende situaties neemt het olieverbruik
mogelijk toe en moet er mogelijk tussen de
onderhoudsintervallen motorolie worden
bijgevuld.
●Als de motor nog nieuw is, bijvoorbeeld
direct na aanschaf van de auto of nadat
de motor is vervangen
●Als een lagere kwaliteit motorolie of
motorolie met een verkeerde viscositeit
wordt gebruikt
●Bij het rijden met hoge motortoerental-
len, met een zwaar beladen auto, met
een aanhangwagen of bij veelvuldig
optrekken en afremmen
●Als de motor langdurig stationair draait,
of bij veelvuldig rijden in druk verkeer
■Na het verversen van de motorolie
Het indicatiesysteem motorolie verversen
moet worden gereset. Ga als volgt te werk:
1 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpa-
neel om te selecteren.
2 Druk op of om “Vehicle Set-
tings” (voertuiginstellingen) te selecte-
ren en houd vervolgens
ingedrukt.
3 Druk op of om “Oil Mainte-
nance” (verversen motorolie) te selec-
teren en druk vervolgens op .
4 Druk op of om “Yes” (ja) te
selecteren en druk vervolgens op
. Er wordt een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay wanneer de reset-
procedure is voltooid.
WAARSCHUWING
■Afgewerkte motorolie
●Afgewerkte motorolie bevat schade-
lijke stoffen die huidaandoeningen
zoals ontsteking of huidkanker kun-
nen veroorzaken. Wees daarom voor-
zichtig en vermijd langdurig en
herhaaldelijk contact met de huid.
Verwijder afgewerkte motorolie door
goed met water en zeep te wassen.
●Voer afgewerkte motorolie en
gebruikte oliefilters op een veilige en
acceptabele manier af. Gooi afge-
werkte motorolie en gebruikte oliefil-
ters nooit weg in de vuilnisbak, in het
riool of zomaar ergens.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur, een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige, tankstation of een automateria-
lenzaak voor meer informatie over
recycling of afvoeren.
●Houd motorolie buiten het bereik van
kinderen.
OPMERKING
■Voorkomen van e
rnstige schade
aan de motor
Controleer regelmatig het oliepeil.
■Bij het olie verversen of bijvullen
●Let erop dat er geen motorolie op
onderdelen van de auto terechtkomt.
●Vul nooit te veel olie bij, anders kan
de motor beschadigd raken.
●Controleer na het olie verversen altijd
het oliepeil met de peilstok.
●Controleer of de olievuldop goed is
vastgedraaid.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 554 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
576
COROLLA_TMUK_EE7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Gebruik uitsluitend de wielmoeren
van Toyota en de juiste wielmoer-
sleutel voor uw lichtmetalen vel-
gen.
Controleer de wielmoeren na de
eerste 1.600 km telkens als een
band is verwisseld, een band is
gerepareerd of is vervangen.
Pas op dat lichtmetalen velgen niet
beschadigd raken als u sneeuw-
kettingen gebruikt.
Bij het balanceren moet gebruik
worden gemaakt van Toyota- of
gelijkwaardige balanceergewicht-
jes, die geplaatst dienen te worden
met een kunststof of rubber hamer. 1
Zet het contact UIT.
2 Open het dashboardkastje. Maak
de demper los.
3 Duw het dashboardkastje aan de
zijde die zich het dichtst bij het
portier bevindt naar binnen om de
klauwen vrij te maken. Trek ver-
volgens het dashboardkastje naar
buiten en maak de onderste klau-
wen vrij.
Voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot lichtmetalen
velgen (indien aanwezig)Interieurfilter
Het interieurfilter moet regelma-
tig worden vervangen om de
optimale werking van de aircon-
ditioning te behouden.
Verwijderen van het
interieurfilter
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 576 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
577
7
COROLLA_TMUK_EE 7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
4
Ontgrendel de afdekkap van het
filter ( ), haal de afdekkap van
het filter uit de klauwen ( ) en
verwijder de afdekkap van het fil-
ter.
5 Verwijder de filterhouder.
6 Verwijder het interieurfilter uit de
filterhouder en vervang het.
Plaats het filter en de filterhouder met de
aanduiding UP naar boven gericht.
■Controle-interval
Controleer en vervang het interieurfilter
volgens het onderhou dsschema. In gebie-
den met veel stof of met veel verkeer moet
vervanging vaker plaatsvinden. (Zie het
onderhoudsboekje of het garantieboekje
voor het onderhoudsschema.)
■Als er te weinig lucht uit de ventilatie-
roosters stroomt
Het filter kan verstopt zitten. Controleer het
filter en vervang het indien nodig.
AB 2 3 0 ( 5 . , 1 *
■Bij het gebruik van de airconditio-
ning
Controleer of het interieurfilter aanwezig
is.
Als de airconditioning zonder filter
gebruikt wordt, kan het systeem
beschadigd raken.
■Voorkomen van s chade aan de
afdekkap van het filter
Oefen bij het bewegen van de afdekkap
van het filter in de richting van de pijl om
de bevestiging los te nemen, geen over-
matige kracht uit op de klauwen. De
klauwen zouden hierdoor beschadigd
kunnen raken.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 577 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
675
COROLLA_TMUK_EEAlfabetische index
Alfabetische index
A
A/C
Automatische airconditioning ........ 507
Handmatig bediende airconditioning ............................ 502
Interieurfilter .................................. 576
Aan audiosystee m gekoppelde
weergave ........................................ 127
Aan navigatiesysteem gekoppelde weergave ........... 127, 130
Aan/uit-schakelaar airbag ................. 46
ABS (antiblokkeersysteem) ............ 440 Waarschuwingslampje .................. 601
ACA (Active Cornering Assist) ....... 440
Accessoireaansluiting .................... 532
Accu Accu controleren ........................... 556
Als de accu ontladen is ................. 638
Voorbereidingen en controles bij rijden in de winter................... 446
Waarschuwingslampje .................. 600
Achterklep ........................................ 182
Achterlichten Lampen vervangen ....................... 585
Lichtschakelaar ............................. 283
Achterruitenwisser .......................... 297
Achterruitverwarming ............. 504, 510 Achterruit .............................. 504, 510
Buitenspiegels ...................... 504, 510
Voorruit ................................. 504, 509
Achterstoelen................................... 230 Hoofdsteunen ............................... 232
Stoelverwarming ........................... 514
Achteruitrijlicht Lampen vervangen ....................... 585
Actieradius ............................... 125, 126
Active Cornering A ssist (ACA)....... 440
Actueel brandstofverbruik .............. 125
Adaptive High Beam-systeem ........ 289
Afdekplaat ........................................ 523
Afmetingen ....................................... 648
Afstand ............................................. 127
Afstand tot de motorolie moet worden ververst ............114, 120 Afstandsbediening
Batterij vervangen ......................... 578
Energiebesparende functie ........... 195
Vergrendelen/ontgrendelen........... 140
Airbags Aan/uit-schakelaar airbag ............... 46
Airbags ............................................ 37
Algemene voorzorgsmaatregelen airbags .......................................... 42
De juiste houding achter het stuur .. 31
Plaats van airbags .......................... 37
Voorwaarden voor activering curtain airbags .............................. 39
Voorwaarden voor activering van airbags .......................................... 39
Voorwaarden voor activering van de side airbags ...................... 39
Voorwaarden voor activering van de side airbags en curtain
airbags .......................................... 39
Voorzorgsmaatregelen airbag voor kinderen ................................ 42
Voorzorgsmaatregelen curtain airbags .......................................... 42
Voorzorgsmaatregelen side airbags .......................................... 42
Voorzorgsmaatregelen side airbags en curtain airbags ............ 42
Waarschuwingslampje SRS .......... 600
Wijzigingen aan en afvoeren van airbags .......................................... 44
Airconditioning Automatische airconditioning ........ 507
Handmatig bediende
airconditioning ............................ 502
Interieurfilter .................................. 576
Alarm Alarm............................................. 104
Waarschuwingszoemer ................. 599
Alarmknipperlichten ........................ 590
Antennes (Smart entry-systeem met startknop) ....................... 193, 194
Antiblokkeersysteem (ABS)............ 440 Waarschuwingslampje .................. 601
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 675 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM