395
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Omstandigheden waaronder de RCTA
een auto niet signaleert
De RCTA is niet ontworpen om de vol-
gende typen voertuigen en/of objecten te
signaleren:
●Auto's die direct van achteren naderen
●Voertuigen die achteruit inparkeren in
een parkeerruimte naast uw auto
●Voertuigen die niet kunnen worden
gesignaleerd door de sensoren als
gevolg van obstakels
●Vangrails, muren, bebording, gepar-
keerde auto's en vergelijkbare stil-
staande objecten
*
●Kleine motorfietsen, fietsen, voetgan-
gers, enz.*
●Voertuigen die van de auto af bewegen
●Voertuigen die naderen vanuit parkeer-
ruimtes naast uw auto*
*
: Afhankelijk van de omstandigheden wordt er mogelijk een auto en/of object
gesignaleerd.
■Omstandigheden waaronder de RCTA
mogelijk niet goed werkt
●Onder de volgende omstandigheden
signaleert de RCTA auto's mogelijk niet
correct:
• Als een sensor niet goed is uitgelijnd doordat de sensor of de omgeving ervan
is blootgesteld aan hevige schokken
• Wanneer een sensor of de omgeving ervan op de achterbumper is bedekt
door modder, sneeuw of ijs of wanneer
er een sticker op is geplakt
• Bij het rijden op een nat wegdek als gevolg van slecht weer, zoals zware
regenval, sneeuw, of mist
• Wanneer meerdere auto's naderen met slechts weinig ruimte tussen elke auto
• Als er een auto snel van achteren nadert • Wanneer een sleepoog op de achter-
zijde van de auto is gemonteerd
• Bij het achteruitrijden op een helling met een grote verandering in het hellingsper-
centage
• Bij het onder een kleine hoek achteruit uitrijden van een parkeerplaats
• Direct nadat de RCTA is ingeschakeld
• Direct nadat de motor is gestart terwijl de RCTA is ingeschakeld
• Als de sensoren een voertuig niet kun- nen signaleren als gevolg van obstakels
●Onder de volgende omstandigheden is
de kans dat de RCTA onnodig een auto
en/of object signaleert groter:
• Wanneer een voertuig uw auto van opzij
passeert
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 395 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
396
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
• Wanneer de parkeerplaats uitkijkt op een straat en er auto's over die straat rij-
den
• Wanneer de afstand tussen uw auto en metalen objecten, zoals een vangrail,
muur, verkeersbord of geparkeerde
auto, die mogelijk elektrische golven
richting de achterzijde van de auto
reflecteren, kort is
• Wanneer een sleepoog op de achter- zijde van de auto is gemonteerd
*: Indien aanwezig
■ Parking Support Brake-functie
(voor stilstaande objecten)
(indien aanwezig)
Er worden ultrasoonsensoren
gebruikt om bij rijden met een lage
snelheid of achteruitrijden stil-
staande objecten, zoals een muur, te
signaleren in het detectiegebied.
( →Blz. 402)
PKSB (Parking Suppor t
Brake)*
Het Parking Support Brake-sys-
teem bestaat uit de volgende
functies die werken bij rijden
met een lage snelheid of achter-
uitrijden, bijvoorbeeld bij het
parkeren. Wanneer het systeem
oordeelt dat de kans op een aan-
rijding met een object groot is,
wordt er een waarschuwing
geactiveerd om de bestuurder
aan te sporen om uit te wijken.
Wanneer het systeem oordeelt
dat de kans op een aanrijding
met een gesignaleerd object
zeer groot is, worden de remmen
automatisch bekrachtigd om te
helpen een aanrijding te voorko-
men of om de impact van een
aanrijding te helpen verminde-
ren.
PKSB-systeem (Parking
Support Brake)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 396 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
397
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■
Parking Support Brake-functie
(voor voertuigen die achter-
langs rijden) (indien aanwezig)
Er worden radarsensoren achter
gebruikt om bij achteruitrijden nade-
rende auto's in het detectiegebied ach-
ter de auto te signaleren. (
→Blz. 408)
De Parking Support Brake kan wor-
den ingeschakeld/uitgeschakeld via
het multi-informatiedisplay. Alle func-
ties van de Parking Support Brake
(voor stilstaande objecten en voor
voertuigen die achterlangs rijden)
worden gelijktijdig ingeschakeld/uit-
geschakeld.
Gebruik de bedieningstoetsen van
het instrumentenpaneel om de Par-
king Support Brake in of uit te scha-
kelen. ( →Blz. 124)
1 Druk op of om te
selecteren.
2 Druk op of om te
selecteren en druk vervolgens op
.
Wanneer de Parking Support Brake wordt
uitgeschakeld, gaat het controlelampje
PKSB OFF ( →Blz. 111) branden.
Als het systeem is uitgeschakeld en u het
weer wilt inschakelen, selecteer dan
op het multi-informatiedisplay, selecteer
en vervolgens “On” (aan). Als het
systeem door middel van deze methode
is uitgeschakeld, wordt het niet automa-
tisch weer ingeschakeld nadat het contact
UIT en weer AAN is gezet.
Als de begrenzingsregeling van het
motorvermogen of de remregeling in wer-
king is, klinkt een zoemer en wordt een
WAARSCHUWING
■Beperkingen van het Parking Sup-
port Brake-systeem
Vertrouw niet blindelings op het systeem,
omdat dit kan leiden tot een ongeval.
●De bestuurder is zelf verantwoordelijk
voor een veilig rijgedrag. Rijd altijd
voorzichtig en houd rekening met de
omgeving. Het Parking Support
Brake-systeem is ontworpen om te
helpen de ernst van een aanrijding te
verminderen. Onder sommige
omstandigheden is het echter moge-
lijk dat het systeem niet werkt.
●Het Parking Support Brake-systeem
is niet ontworpen om de auto volledig
tot stilstand te brengen. Bovendien is
het, zelfs wanneer het systeem de
auto tot stilstand heeft gebracht,
noodzakelijk om onmiddellijk het rem-
pedaal in te trappen, omdat de remre-
geling na ongeveer 2 seconden wordt
uitgeschakeld.
OPMERKING
■Wanneer “Parking Support Brake
Unavailable” (Parking Support
Brake niet beschik baar) op het
multi-informatiedisplay wordt
weergegeven en het controle-
lampje PKSB OFF knippert
Als deze melding direct nadat het contact
AAN is gezet wordt weergegeven, bedien
de auto dan voorzichtig en let daarbij
goed op de omgeving. Het is wellicht
nodig om een bepaalde tijd met de auto
te rijden voordat het systeem weer nor-
maal werkt. (Als het systeem nog niet
normaal werkt nadat een poosje met de
auto gereden is, reinig dan de sensoren
en hun omgeving op de bumpers.)
Inschakelen/uitschakelen
van de Parking Support
Brake
Weergaven en zoemers voor
begrenzingsregeling motor-
vermogen en remregeling
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 397 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
401
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Als de Parking Sup
port Brake in wer-
king is getreden
Als de auto is stilgezet door de werking
van de Parking Support Brake, wordt de
Parking Support Brake uitgeschakeld en
gaat het controlelampje PKSB OFF bran-
den. Als de Parking Support Brake onno-
dig in werking treedt, kan de remregeling
worden geannuleerd door het rempedaal
in te trappen of door ongeveer 2 seconden
te wachten totdat deze automatisch wordt
geannuleerd. Vervolgens kunt u verder rij-
den door het gaspedaal in te trappen.
■Opnieuw inschakelen van de Parking
Support Brake
Wanneer de Parking Support Brake is uit-
geschakeld door de werking ervan, kunt u
zelf het systeem weer inschakelen
( → Blz. 397) of het contact UIT en vervol-
gens weer AAN zetten. Het systeem wordt
automatisch weer ingeschakeld als het
obstakel zich niet langer in de rijrichting
van de auto bevindt of als de auto van rij-
richting verandert (bijvoorbeeld achteruit in
plaats van vooruit of andersom).
■Wanneer “Parking Support Brake
Unavailable” (Parki ng Support Brake
niet beschikbaar) op het multi-infor-
matiedisplay wordt weergegeven en
het controlelampje PKSB OFF knip-
pert
Als de auto is stilgezet door de werking
van de Parking Support Brake, wordt de
Parking Support Brake uitgeschakeld en
gaat het controlelampje PKSB OFF bran-
den.
●Mogelijk is een van de sensoren bedekt
met bijvoorbeeld ijs, sneeuw of vuil. Ver-
wijder dit van de sensor om te zorgen
dat het systeem weer normaal werkt.
Ook wordt er bij lage temperaturen
mogelijk een waarschuwingsmelding
weergegeven doordat zich ijs vormt op
een sensor en een sensor daardoor
mogelijk geen obstakels signaleert.
Zodra het ijs smelt, zal het systeem
weer normaal werken.
●Wanneer deze melding wordt weerge-
geven is een sensor op de voor- of ach-
terbumper mogelijk vuil. Reinig de
sensoren en het omliggende gebied op
de bumpers.
●Als deze melding na het schoonmaken
van de sensor nog steeds wordt weer-
gegeven of wordt weergegeven
ondanks dat de sensor schoon is, laat
uw auto dan controleren door een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
●Mogelijk is het systeem na het losnemen
en weer aansluiten van een accuklem
niet geïnitialiseerd. Initialiseer het sys-
teem. ( →Blz. 401)
Als deze melding na de initialisatie nog
steeds wordt weergegeven, laat de auto
dan controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Als een accuklem is losgenomen en
weer is aangesloten
Het systeem moet worden geïnitialiseerd.
Rijd om het systeem te initialiseren gedu-
rende ten minste 5 seconden recht vooruit
met een snelheid van ongeveer 35 km/h of
hoger. Draai daarnaast, bij auto's met Par-
king Support Brake-functie, als de auto
stilstaat, het stuurwiel geheel naar links en
vervolgens geheel naar rechts.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 401 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
402
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
*: Indien aanwezig
Deze functie werkt in situaties zoals hieronder aangegeven wann eer in de rij-
richting van de auto een object wordt gesignaleerd.
■ Er wordt langzaam gereden en het rempedaal wordt niet of te laa t inge-
trapt
Parking Suppor t Brake-functie (voor stilstaande
objecten)*
Als de sensoren een stilstaand object, zoals een muur, signaler en in de
rijrichting van de auto en het systeem oordeelt dat zich een aanrijding
voor kan doen doordat de auto p lotseling naar voren beweegt doo rdat
het gaspedaal per ongeluk wordt ingetrapt, wanneer de auto de v er-
keerde kant op rijdt doordat de verkeerde schakelstand wordt ge selec-
teerd of tijdens het parkeren of het rijden met een lage snelheid, werkt
het systeem om de gevolgen van een aanrijding met het gesignaleerde
stilstaande object zo veel mogelijk te beperken.
Voorbeelden van het in werking treden van de functie
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 402 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
403
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■
Wanneer het gaspedaal diep wordt ingetrapt
■ Wanneer de auto de verkeerde kan t op rijdt doordat de verkeerde scha-
kelstand is geselecteerd
→ Blz. 383
Soorten sensorenWAARSCHUWING
■Om ervoor te zorgen dat de Par-
king Support B rake goed werkt
Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len met betrekking tot de sensoren in
acht ( →Blz. 383). Het niet in acht
nemen van de voorschriften kan er toe
leiden dat een sensor niet goed werkt,
waardoor een ongeval kan ontstaan.
●Wijzig, demonteer of spuit de senso-
ren niet.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 403 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
404
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
■Voorwaarden voor werking van de
Parking Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten)
De functie werkt als het controlelampje
PKSB OFF niet brandt of knippert
(→ Blz. 109, 111) en aan alle onderstaande
voorwaarden wordt voldaan:
●Begrenzingsregeling motorvermogen
• De Parking Support Brake is ingescha- keld.
• De rijsnelheid is 15 km/h of lager.
WAARSCHUWING
●Vervang een defecte sensor uitslui-
tend door een originele sensor.
●Stel een sensor en zijn omgeving niet
bloot aan krachtige schokken.
●Beschadig de sensoren niet en houd
ze altijd schoon.
●Wanneer het gebied rondom een
radarsensor wordt blootgesteld aan
een krachtige schok, werkt het sys-
teem mogelijk niet goed meer doordat
de sensor niet goed meer werkt. Laat
de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige.
■Omgaan met de wielophanging
Breng geen wijzigingen aan de wielop-
hanging aan, aangezien veranderingen
in de wagenhoogte of de hellingshoek
van de auto ervoor kunnen zorgen dat
de sensoren objecten niet juist signale-
ren, dat het systeem niet werkt of dat
het systeem onnodig werkt.
■Als de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande
objecten) onnodig wordt geacti-
veerd, bijvoorbeeld op een spoor-
wegovergang
Als de Parking Support Brake-functie
(voor stilstaande objecten) onnodig in
werking treedt op een spoorwegover-
gang e.d., wordt de remregeling na
ongeveer 2 seconden uitgeschakeld,
zodat u verder kunt rijden en de plek
kunt verlaten. De remregeling kan ook
worden geannuleerd door het rempe-
daal in te trappen. Wanneer u het gas-
pedaal intrapt nadat de remregeling is
geannuleerd, kunt u weer verder rijden
en de plek verlaten.
■Opmerkingen bij het wassen van
de auto
Stel de omgeving van de sensoren niet
bloot aan sterke waterstralen of stoom.
Anders kan de sensor defect raken.
●Spuit bij het wassen van de auto met
een hogedrukreiniger niet recht-
streeks op de sensoren, omdat dit er
toe kan leiden dat een sensor niet
meer goed werkt.
●Richt bij het wassen van de auto met
stoom de stoom niet rechtstreeks op
de sensoren, omdat dit er toe kan lei-
den dat een sensor niet meer goed
werkt.
■Wanneer moet de Parking Support
Brake uitgeschakeld worden
Schakel in de onderstaande situaties de
Parking Support Brake uit, omdat het
systeem anders mogelijk zelfs werkt als
er geen kans op een aanrijding is.
●Bij een controle van de auto op een
rollenbank o.i.d.
●Wanneer de auto op een schip,
vrachtwagen of ander transportmiddel
wordt geladen
●Als de wielophanging is gewijzigd of
als er een andere maat banden dan
voorgeschreven is gemonteerd
●Als de voorzijde van de auto omhoog
of omlaag staat door de belading van
de auto
●Als er uitrusting die een sensor kan
hinderen, zoals een sleepoog, bum-
perbeschermer (een extra bescherm-
strip, enz.), fietsendrager of
sneeuwploeg, is geplaatst
●Bij het wassen van de auto in een
wasstraat
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 404 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
405
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
• Er bevindt zich een stilstaand object in
de rijrichting van de auto, op een
afstand van 2 tot 4 m.
• De Parking Support Brake stelt vast dat
er harder dan normaal moet worden
geremd om een aanrijding te voorko-
men.
●Remregeling
• De begrenzingsregeling motorvermogen is in werking
• De Parking Support Brake stelt vast dat
er onmiddellijk moet worden geremd om
een aanrijding te voorkomen.
■Voorwaarden voor h et stoppen van
de werking van de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objec-
ten)
De werking van de functie stopt als aan
één van de volgende voorwaarden wordt
voldaan:
●Begrenzingsregeling motorvermogen
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Het systeem stelt vast dat de aanrijding voorkomen kan worden met normaal
remmen.
• Het statische object bevindt zich niet langer op een afstand van 2 tot 4 m van
de auto in de rijrichting van de auto.
●Remregeling
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken nadat de auto door de remregeling tot
stilstand is gebracht.
• Het rempedaal wordt ingetrapt nadat de auto tot stilstand is gebracht door de
remregeling.
• Het statische object bevindt zich niet langer op een afstand van 2 tot 4 m van
de auto in de rijrichting van de auto.
■Opnieuw inschakelen van de Parking
Support Brake-functie (voor stil-
staande objecten)
→ Blz. 401
■Detectiebereik van de Parking Sup-
port Brake-functie (voor stilstaande
objecten)
Het detectiebereik van de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objecten)
verschilt van dat van de Toyota Parking
Assist-sensor. ( →Blz. 388) Daardoor wordt de Parking Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten) mogelijk niet geacti-
veerd, ook al signaleert de Toyota Parking
Assist-sensor een obstakel en wordt er
een waarschuwing gegeven.
■Objecten die mogelijk niet door de
Parking Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten) worden gesig-
naleerd
Het kan voorkomen dat de sensoren
bepaalde objecten niet signaleren, zoals
de volgende:
●Voetganger
●Katoen, sneeuw of andere materialen
die ultrasoongolven slecht weerkaatsen.
●Objecten die niet loodrecht op de grond
staan, objecten die niet in een rechte
hoek ten opzichte van de rijrichting van
de auto staan en ongelijkmatige of gol-
vende objecten
●Lage objecten
●Dunne objecten zoals draden, hekken,
touwen en palen van verkeersborden
●Objecten die zich extreem dicht bij de
bumper bevinden
●Zeer hoekige objecten
●Hoge obstakels waarbij het bovenste
deel uitsteekt in de richting van uw auto
■Zoemer Toyota Parking Assist-sensor
Als, ongeacht of de zoemer van de Toyota
Parking Assist-sensor is ingeschakeld of
niet ( →Blz. 384), de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objecten) is
ingeschakeld ( →Blz. 397) en de sensoren
voor en achter een obstakel signaleren en
de remregeling wordt uitgevoerd, klinkt de
zoemer van het Toyota Parking Assist
Sensor-systeem om de geschatte afstand
tot het obstakel aan te geven.
■Omstandigheden w aaronder de Par-
king Support Brake-functie (voor stil-
staande objecten) mogelijk werkt,
zelfs als er geen kans op een aanrij-
ding is
Onder sommige omstandigheden, zoals
de onderstaande, werkt de Parking Sup-
port Brake-functie (voor stilstaande objec-
ten) mogelijk zelfs als er geen kans op een
aanrijding is.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 405 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM