574
COROLLA_TMUK_EE7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Let er bij het vervangen van velgen
op dat deze hetzelfde draagvermo-
gen, dezelfde diameter, velgbreedte
en ET-waarde
* hebben.
Vervangende velgen zijn verkrijgbaar
bij een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
*: “Offset” is de gebruikelijke term.
Toyota adviseert u het volgende niet
te gebruiken:
Velgen van verschillende maten of
types
Gebruikte velgen
Verbogen velgen die hersteld zijn
■Wanneer velgen wo rden vervangen
(auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
De velgen van uw auto zijn uitgerust met
bandenspanningssensoren en -zenders
voor het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem, dat in een vroegtijdig sta-
dium waarschuwt als de bandenspanning
te laag wordt. Bij het vervangen van vel-
gen moeten er bandenspanningssenso-
ren en -zenders worden geplaatst.
(→ Blz. 569)
WAARSCHUWING
●Groter risico op beschadiging van de
band tijdens het rijden (als gevolg van
voorwerpen op het wegdek, verbin-
dingsstukken of scherpe randen in
het wegdek, enz.)
OPMERKING
■Controleren en op de juiste span-
ning brengen van de banden
Plaats na controle altijd de ventieldop-
jes.
Zonder de ventieldopjes kan er vuil en
vocht in het inwendige van de ventielen
doordringen. Hierdoor kan de afdich-
ting in gevaar komen, wat kan leiden tot
een lagere bandenspanning.
Velgen
Als een velg verbuigingen of
scheuren vertoont of erg gecor-
rodeerd is, moet deze vervangen
worden. Anders kan de band van
de velg raken of kan de auto
moeilijk beheersbaar worden.
Keuze van velg
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 574 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
575
7
COROLLA_TMUK_EE 7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
■Bij het verwijderen van de wieldop
(auto's met een wieldopclip)
Verwijder de wieldop met een wieldopclip
*.*: De wieldopclip bevindt zich in het dash- boardkastje. ( →Blz. 520)
WAARSCHUWING
■Vervangen van velgen
●Gebruik alleen de in deze handleiding
aanbevolen maat velgen en banden.
Een andere maat kan resulteren in
een slechtere controle over de auto.
●Gebruik nooit een binnenband bij een
poreuze velg die ontworpen is voor
een tubeless band.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot
een ongeval waarbij ernstig letsel kan
ontstaan.
■Plaatsen van wielmoeren
●Plaats de wielmoeren met de schuine
kant naar het wiel toe. Als de wiel-
moeren worden geplaatst met de
schuine kant van het wiel af, kan de
velg scheuren waardoor het wiel tij-
dens het rijden kan losraken. Dit kan
leiden tot een ongeval, met ernstig
letsel als gevolg.
Taps gedeelte
●Breng nooit olie of vet aan op de wiel-
bouten of -moeren.
Door het gebruik van olie of vet wor-
den de wielmoeren mogelijk te vast
aangedraaid waardoor de bouten of
de velg beschadigd kunnen raken.
Daarnaast kunnen de wielmoeren
loslopen en de wielen losraken, wat
kan leiden tot een ongeval met ern-
stig letsel als gevolg. Verwijder olie of
vet van de wielbouten of wielmoeren.
■Gebruik van beschadigde velgen
niet toegestaan
Gebruik geen gescheurde of vervormde
velgen. Als u dat wel doet, kan er tijdens
het rijden lucht uit de band ontsnappen,
waardoor een ongeval zou kunnen ont-
staan.
OPMERKING
■Vervangen van bandenspannings-
sensoren en -zenders (auto's met
bandenspanning swaarschuwings-
systeem)
●Omdat het repareren of vervangen
van een band invloed kan hebben op
de bandenspanningssensoren en
-zenders, adviseren we u deze werk-
zaamheden uit te laten voeren door
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige. Ga ook voor de
aanschaf van bandenspanningssen-
soren en -zenders naar een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige.
●Gebruik voor uw auto alleen originele
Toyota-velgen.
Bij niet-originele velgen kan niet wor-
den gegarandeerd dat de banden-
spanningssensoren en -zenders goed
werken.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 575 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
604
COROLLA_TMUK_EE8-2. Stappen die genomen moe
ten worden in noodgevallen
■Controlelampje (waarschuwingszoem er) Toyota Parking Assist-sensor
OFF
■ Controlelampje (waarschuwingszoemer) RCTA OFF
■ Controlelampje (waarschuwingszoemer) PKSB OFF
Waarschuwings-
lampjeDetails/handelingen
(Knippert)
(indien aanwe- zig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de Toyota Parking
Assist-sensor
→Laat de auto onmiddellijk n akijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Dit geeft aan dat het systeem tijdelijk niet beschikbaar is, do ordat een
sensor mogelijk vuil is of is bedekt met bijvoorbeeld ijs.
→ Volg de instructies die wo rden weergegeven op het
multi-informatiedisplay. ( →Blz. 386)
Waarschuwings-
lampjeDetails/handelingen
(Knippert)
(indien aanwe- zig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de RCTA (Rear Crossing
Traffic Alert)
→Laat de auto onmiddellijk n akijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Geeft aan dat de achterbumper rondom de radarsensor vuil is, en z.
(→ Blz. 380)
→ Volg de instructies die wo rden weergegeven op het
multi-informatiedisplay. ( →Blz. 392)
Waarschuwings-
lampjeDetails/handelingen
(Knippert)
(indien aanwe- zig)
Wanneer er een zoemer klinkt:
Geeft aan dat er een storing aan wezig is in het PKSB-systeem (Par-
king Support Brake)
→ Laat de auto onmiddellijk n akijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Wanneer er geen zoemer klinkt:
Dit geeft aan dat het systeem tijdelijk niet beschikbaar is, do ordat een
sensor mogelijk vuil is of is bedekt met bijvoorbeeld ijs.
→ Volg de instructies die wo rden weergegeven op het
multi-informatiedisplay. ( →Blz. 401, 608)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 604 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
606
COROLLA_TMUK_EE8-2. Stappen die genomen moe
ten worden in noodgevallen
■Controlelampje Brake Hold-systeem in werking
■ Controlelampje iMT
■Waarschuwingszoemer
In sommige gevallen is de zoemer niet
hoorbaar door omgevingsgeluiden of
geluid van het audiosysteem.
■Detectiesensor vo orpassagier, con-
trolelampje veiligheidsgordel en
waarschuwingszoemer
●Als er bagage wordt geplaatst op de
passagiersstoel kan de detectiesensor
het controlelampje laten knipperen en
de waarschuwingszoemer laten klinken,
ook al zit er niemand op de passagiers-
stoel.
●Als er op de stoel een kussen wordt
geplaatst, werkt de sensor wellicht niet
goed, waardoor ook het waarschuwings-
lampje niet goed werkt.
■Als het motorcontrolelampje tijdens
het rijden gaat branden
Bij sommige uitvoeringen gaat het motor-
controlelampje branden als de brandstof-
tank geheel leeg gereden is. Vul de
brandstoftank onmiddellijk als deze leeg is.
Het motorcontrolelampje gaat na enkele
ritten weer uit.
Neem zo snel mogelijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als het
motorcontrolelampje niet uitgaat.
■Waarschuwingslampje (waarschu-
wingszoemer) elektrische stuurbe-
krachtiging
Als de laadtoestand van de accu laag
wordt of de spanning tijdelijk daalt, kan het
waarschuwingslampje van de elektrische
stuurbekrachtiging gaan branden en kan
er een waarschuwingszoemer klinken.
■Als het waarschuwingslampje lage
bandenspanning gaat branden
(auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
Controleer het uiterlijk van de banden om
na te gaan of er een band lek is.
Als een band lek is: →Blz. 610, 621
Als geen van de banden lek is:
Zet het contact UIT en vervolgens AAN.
Controleer of het waarschuwingslampje
lage bandenspanning gaat branden of
knipperen.
Als het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gedurende ongeveer 1
minuut knippert en vervolgens blijft
branden
Er kan een storing aanwezig zijn in het
bandenspanningswaarschuwingssys-
teem. Laat de auto onmiddellijk nakijken
door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwings- lampjeDetails/handelingen
(Knippert)
Geeft aan dat er een storing aan wezig is in het Brake Hold-systeem
→ Laat de auto onmiddellijk n akijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwings-
lampjeDetails/handelingen
(Oranje)
(indien aanwe- zig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de iMT
→Laat de auto onmiddellijk n akijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 606 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
607
8
COROLLA_TMUK_EE 8-2. Stappen die genomen moe
ten worden in noodgevallen
Bij problemen
Als het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gaat branden
1 Controleer de bandenspanning voor
iedere band nadat de banden vol-
doende zijn afgekoeld en breng de
banden op de voorgeschreven span-
ning.
2 Als het waarschuwingslampje zelfs na
enkele minuten niet uitgaat, controleer
dan of de bandenspanning voor iedere
band in orde is en voer de initialisatie
uit. ( →Blz. 570)
■Het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gaat mogelijk branden
door een natuurlijke oorzaak (auto's
met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
Het waarschuwingslampje lage banden-
spanning gaat mogelijk branden door een
natuurlijke oorzaak, zoals het onvermijde-
lijke spanningsverlies dat op den duur
optreedt of een veranderde bandenspan-
ning die veroorzaakt wordt door tempera-
tuurveranderingen. In dat geval zal het
waarschuwingslampje na een paar minu-
ten uitgaan als de banden weer op de
juiste spanning gebracht zijn.
■Als een wiel wordt vervangen door
het reservewiel (auto's met banden-
spanningswaarschuwingssysteem)
Auto's met compact reservewiel: Het com-
pacte reservewiel is niet voorzien van een
bandenspanningssensor en -zender. Bij
een lekke band zal het waarschuwings-
lampje lage bandenspanning niet uitgaan,
ook al is het wiel met de lekke band ver-
vangen door het reservewiel. Vervang het
reservewiel door het wiel met de gerepa-
reerde band en breng de band op de juiste
spanning. Het waarschuwingslampje lage
bandenspanning zal na een paar minuten
uitgaan.
Auto's met volwaardig reservewiel: Ook
het volwaardige reservewiel is voorzien
van een bandenspanningssensor en -zen-
der. Als de bandenspanning van het reser-
vewiel te laag is, zal het
waarschuwingslampje lage bandenspan-
ning gaan branden. Bij een lekke band zal
het waarschuwingslampje lage banden-
spanning niet uitgaan, ook al is het wiel
met de lekke band vervangen door het
reservewiel. Vervang het reservewiel door het wiel met de gerepareerde band en
breng de band op de juiste spanning. Het
waarschuwingslampje lage bandenspan-
ning zal na een paar minuten uitgaan.
■Omstandigheden waaronder het ban-
denspanningswaarschuwingssys-
teem mogelijk niet juist werkt (auto's
met bandenspan
ningswaarschu-
wingssysteem)
→ Blz. 561
WAARSCHUWING
■Als de waarschuwingslampjes van
het ABS en het remsysteem blijven
branden
Breng de auto onmiddellijk op een vei-
lige plaats tot stilstand en neem contact
op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
De auto kan tijdens het remmen
extreem onstabiel worden en het
ABS-systeem treedt mogelijk niet in
werking, waardoor een aanrijding en
ernstig letsel kunnen ontstaan.
■Als het waarschuwingslampje elek-
trische stuurbekrachtiging gaat
branden
Als het lampje geel gaat branden, wordt
de stuurbekrachtiging beperkt. Als het
lampje rood gaat branden, werkt de
stuurbekrachtiging niet meer en gaat
het draaien van het stuurwiel zeer
zwaar.
Als het stuurwiel zwaarder werkt dan
gebruikelijk, houd het dan stevig vast en
oefen meer kracht uit dan anders.
■Als het waarschuwingslampje lage
bandenspanning gaat branden
(auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over
het stuur verliezen, waardoor ernstig let-
sel kan ontstaan.
●Zet de auto zo snel mogelijk stil op
een veilige plaats. Breng de banden
meteen op spanning.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 607 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
619
8
COROLLA_TMUK_EE 8-2. Stappen die genomen moe
ten worden in noodgevallen
Bij problemen
Als de bandenspanning juist is
(→ Blz. 655): Ga verder met stap
27 .
26 Zet de compressor aan om de
band op de voorgeschreven span-
ning te brengen. Rijd ongeveer 5
km en voer dan stap 24 uit.
27 Hatchback: Berg de compressor
op in de bagageruimte.
Wagon: Plaats de compressor in
de originele tas en berg de repa-
ratieset op in de bagageruimte.
28 Voorkom plotseling remmen, plot-
seling accelereren en scherpe
bochten. Rijd voorzichtig met een
snelheid van maximaal 80 km/h
naar de dichtstbijzijnde erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige voor het repareren of
vervangen van de band.
Laat wanneer u de band laat repareren of
vervangen, de erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige weten dat er bandenrepara-
tievloeistof is ingespoten.
■Als de band te hard wordt opgepompt
1 Druk op de knop om wat lucht te laten
ontsnappen.
2 Controleer of de bandenspanningsme-
ter de voorgeschreven spanning aan-
geeft. Zet de compressor weer aan als de span-
ning onder de voorgeschreven waarde ligt
en vul de band tot de juiste spanning is
bereikt.
■Het ventiel van een gerepareerde
band (auto's zonder bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem)
Nadat de band met de bandenreparatieset
is gerepareerd, moet het ventiel bij een
definitieve reparatie worden vervangen.
■Nadat een band is gerepareerd met
de bandenreparatieset (auto's met
bandenspanning swaarschuwings-
systeem)
●Vervang de bandenspanningssensor en
-zender.
●Zelfs als de bandenspanning op het
voorgeschreven niveau ligt, gaat moge-
lijk het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning branden/knipperen.
WAARSCHUWING
■Rijd niet door als de auto een lekke
band heeft
Rijd niet door met een lekke band.
Zelfs als er over een korte afstand met
een lekke band wordt doorgereden,
kunnen band en velg zodanig bescha-
digd worden dat reparatie niet meer
mogelijk is.
Door het rijden met een lekke band kan
er op de wang rondom een groef ont-
staan. In zo'n geval kan de band bij het
gebruik van een reparatieset explode-
ren.
■Bij het repareren van een lekke
band
●Parkeer de auto op een veilige plaats
en een vlakke ondergrond.
●Raak de wielen of het gedeelte rond
de remmen direct nadat met de auto
is gereden niet aan.
Nadat met de auto is gereden, zijn de
wielen en het gedeelte rond de rem-
men mogelijk zeer heet. Wanneer u
deze delen met uw handen, voeten of
andere lichaamsdelen aanraakt, kan
dit leiden tot brandwonden.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 619 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
621
8
COROLLA_TMUK_EE 8-2. Stappen die genomen moe
ten worden in noodgevallen
Bij problemen
Breng de auto tot stilstand op een
veilige plaats en een stevige,
vlakke ondergrond.
Activeer de parkeerrem.
Zet de selectiehendel in stand P
(Multidrive CVT) of de achteruit
(handgeschakelde transmissie).
Zet de motor af.
Schakel de alarmknipperlichten in.
OPMERKING
●Zet de bandenreparatieset niet op
een stoffige ondergrond, zoals in het
zand of in de berm. Als de reparatie-
set stof e.d. opzuigt, kunnen er storin-
gen optreden.
●Houd de fles tijdens het gebruik niet
ondersteboven, om schade aan de
compressor te voorkomen.
■Voorzorgsmaatregelen voor de
bandenreparatieset
●De reparatieset heeft als voeding
12V-gelijkstroom nodig. Sluit de repa-
ratieset niet aan op andere voedings-
bronnen.
●Als er brandstofdruppels op de repa-
ratieset terechtkomen, kan de set
beschadigd raken. Zorg dat de set
niet met brandstof in aanraking kan
komen.
●Berg de reparatieset op, zodat de set
beschermd is tegen vuil en vocht.
●Berg de reparatieset op in de bagage-
ruimte, buiten bereik van kinderen.
●Demonteer de reparatieset niet en
breng geen wijzigingen aan. Stel
onderdelen als de bandenspannings-
meter niet bloot aan schokken. Hier-
door kunnen storingen optreden.
■Voorkomen van schade aan de
bandenspanningssensoren en
-zenders (auto's met bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem)
Als een band is gerepareerd met ban-
denreparatievloeistof, werken de ban-
denspanningssensor en -zender
mogelijk niet goed. Neem wanneer ban-
denreparatievloeistof is gebruikt zo snel
mogelijk contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige. Ver-
vang na het gebruik van
bandenreparatievloeistof de banden-
spanningssensor en -zender wanneer
de band wordt gerepareerd of vervan-
gen. ( →Blz. 569)
Als uw auto een lekke
band heeft (auto's met
een reser vewiel)
Uw auto is voorzien van een
reservewiel. De lekke band kan
worden vervangen door het
reservewiel.
Meer informatie over banden:
→Blz. 559
WAARSCHUWING
■Als uw auto een lekke band heeft
Rijd niet door met een lekke band. Zelfs
als er over een korte afstand met een
lekke band wordt doorgereden, kunnen
band en velg zodanig beschadigd wor-
den dat reparatie niet meer mogelijk is
en kan er een ongeval ontstaan.
Voor het opkrikken van de
auto
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 621 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
631
8
COROLLA_TMUK_EE 8-2. Stappen die genomen moe
ten worden in noodgevallen
Bij problemen
■Bij gebruik van het reservewiel
(auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
Het compacte reservewiel is niet voorzien
van een bandenspanningssensor en -zen-
der, waardoor een te lage bandenspan-
ning hiervan niet wordt aangegeven door
het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem. Verder zal, als u het reservewiel
monteert nadat het waarschuwingslampje
voor een lage bandenspanning is gaan
branden, dit lampje blijven branden.
■Als uw auto een lekke voorband krijgt
op een weg die bedekt is met sneeuw
of ijs
Vervang een van de achterwielen van de
auto door het compacte reservewiel. Voer
onderstaande stappen uit en monteer
sneeuwkettingen op de voorwielen:
1 Vervang het wiel links of rechts achter
door het compacte reservewiel.
2 Vervang het wiel met de lekke voor-
band door het wiel dat van de achter-
zijde afkomstig is.
3 Monteer sneeuwkettingen op de voor-
wielen.
■Monteren wieldop (indien aanwezig)
Breng de uitsparing in de wieldop in lijn
met het ventieldopje zoals aangegeven in
de afbeelding.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 631 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM