387
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Ook wordt er bij lage temperaturen moge-
lijk een waarschuwingsmelding weergege-
ven doordat zich ijs vormt op een sensor
en een sensor daardoor mogelijk geen
obstakels signaleert. Zodra het ijs smelt,
zal het systeem weer normaal werken.
■Detectie-informatie sensoren
Tijdens het gebruik kunnen zich de vol-
gende situaties voordoen:
●De sensoren signaleren mogelijk alleen
objecten die zich dicht bij de voor- of
achterbumper bevinden.
●Afhankelijk van de vorm van het object
en andere factoren kan de detectieaf-
stand korter worden of kan detectie niet
mogelijk zijn.
●Obstakels worden mogelijk niet gesigna-
leerd als ze zich te dicht bij de sensor
bevinden.
●Tussen het signaleren van een object en
de weergave zit een kleine vertraging.
Ook als er met lage snelheid wordt gere-
den, bestaat de mogelijkheid dat het
object binnen het detectiegebied van de
sensoren komt voordat het display wordt
weergegeven en het waarschuwingssig-
naal hoorbaar is.
●Het kan moeilijk zijn om de zoemer te
horen als het audiosysteem hard staat
of als de luchtcirculatie van de airconditi-
oning veel geluid produceert.
●De zoemer is mogelijk moeilijk te horen
doordat zoemers van andere systemen
klinken.
■Omstandigheden waaronder de func-
tie mogelijk niet goed werkt
De staat van de auto en de omgeving kun-
nen van invloed zijn op de capaciteit van
de sensor om objecten correct te signale-
ren. Specifieke situaties waarin dit voor
kan komen ziet u hieronder.
●De sensor is bedekt met vuil, sneeuw of
ijs. (Het reinigen van de sensoren zal
het probleem oplossen.)
●De sensor is bevroren. (Het ontdooien
van de sensor zal het probleem oplos-
sen.)
Vooral bij lage buitentemperaturen kan
het gebeuren dat er ten gevolge van een
bevroren sensor een abnormaal beeld te zien is op het display of dat objecten,
zoals een muur, niet worden gesigna-
leerd.
●Een sensor wordt ergens door afgedekt.
●Wanneer een sensor of de omgeving
van een sensor zeer heet of koud is.
●De auto rijdt op een bijzonder hobbelige
weg, op een helling, op grind of op gras.
●Er is veel omgevingslawaai rond de auto
van claxons, motorfietsmotoren, lucht-
remmen van vrachtwagens of andere
geluidsbronnen die ultrasone geluids-
golven produceren.
●Er is een andere auto uitgerust met Par-
king Assist-sensoren in de nabije omge-
ving.
●Een sensor is bedekt met een waterfilm
of er is sprake van zware regenval.
●Als een sensor wordt geraakt door een
grote hoeveelheid water, zoals bij het rij-
den op een overstroomde weg.
●Als de auto sterk naar één kant helt.
●De auto nadert een hoge of gebogen
stoeprand.
●Als het object zich te dicht bij de sensor
bevindt.
■Objecten die mogelijk niet goed wor-
den gesignaleerd
Door de vorm van het object kan de sen-
sor het mogelijk niet signaleren. Let goed
op bij de volgende objecten:
●Kabels, hekken, touwen, enz.
●Katoen, sneeuw en andere materialen
die geluidsgolven absorberen
●Zeer hoekige objecten
●Lage objecten
●Hoge obstakels waarbij het bovenste
deel uitsteekt in de richting van uw auto
Mogelijk worden mensen die bepaalde
soorten kleding dragen niet gesignaleerd.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 387 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
388
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
■Detectiebereik van de sensoren Ongeveer 100 cm
Ongeveer 150 cm
Ongeveer 60 cm
Ongeveer 115 cm (auto's met zij-
sensoren voor en zijsensoren
achter)
Het schema toont het detectiebereik van
de sensoren. Houd er rekening mee dat
de sensoren geen objecten kunnen signa-
leren die zich extreem dicht bij de auto
bevinden.
Meer informatie m.b.t. de signalering van
obstakels aan de zijkanten. (
→Blz. 386)
Het bereik van de sensoren kan verschil-
lend zijn, afhankelijk van bijvoorbeeld de
vorm van het object.
■ Multi-informatiedisplay, head-up display (indien aanwezig) en audio-
systeemdisplay (indien aanwezig)
Wanneer er een obstakel wordt gesignaleerd door een sensor, wor dt de globale
afstand tot het obstakel weergegeven op het multi-informatiedis play, het audio-
systeemdisplay (indien aanwezig) en het head-up display (indien aanwezig).
(Als de afstand tot het object klein wordt, gaan de afstandssegmenten mogelijk
knipperen.)
De displays van de werking van de zijsensor voor en zijsensor a chter (indien
aanwezig) worden niet weergegeven tot de gebieden aan de zijkan t volledig
zijn gescand.
Globale afstand tot object: 150 cm - 60 cm
* (binnenste sensor achter)
*: Functie automatisch dempen zoemer is ingeschakeld. ( →Blz. 390)
Weergave
sensorsignalering, afstand
tot object
Multi-informatiedisplayAudiosysteemdisplayHead-up display
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 388 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
389
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Globale afstand tot object: 100 cm - 60 cm* (binnenste sensor voor)
*: Functie automatisch dempen zoemer is ingeschakeld. ( →Blz. 390)
Globale afstand tot object: 60 cm - 45 cm* (behalve zijsensor voor, zijsensor
achter)
115 cm - 70 cm
* (zijsensor voor, zijsensor achter)
*: Functie automatisch dempen zoemer is ingeschakeld. ( →Blz. 390)
Globale afstand tot object: 45 cm - 30 cm* (behalve zijsensor voor, zijsensor
achter)
70 cm - 30 cm
* (zijsensor voor, zijsensor achter)
*: Functie automatisch dempen zoemer is ingeschakeld. ( →Blz. 390)
Globale afstand tot object: 30 cm - 15 cm*1
*1: Functie automatisch dempen zoemer is uitgeschakeld. ( →Blz. 390)
*2: De afstandssegmenten zullen langzaam knipperen.
Multi-informatiedisplayAudiosysteemdisplayHead-up display
Multi-informatiedisplayAudiosysteemdisplayHead-up display
Multi-informatiedisplayAudiosysteemdisplayHead-up display
Multi-informatiedisplay*2Audiosysteemdisplay*2Head-up display
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 389 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
390
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
Globale afstand tot object: minder dan 15 cm*1
*1: Functie automatisch dempen zoemer is uitgeschakeld. ( →Blz. 390)
*2: De afstandssegmenten zullen snel knipperen.
■ Werking zoemer en afstand tot
een obstakel
Een zoemer klinkt als de sensoren in
werking zijn.
De geluidssignalen volgen elkaar
sneller op naarmate de auto dich-
ter bij het object komt. Als de auto
het obstakel genaderd is tot onge-
veer 30 cm , klinkt de zoemer con-
tinu.
Als er gelijktijdig 2 of meer objec-
ten worden gesignaleerd, klinkt de
zoemer voor het dichtstbijzijnde
object. Als een of meer objecten
dichter bij de auto komen dan
ongeveer 30 cm, klinkt er een
langdurig piepsignaal, gevolgd
door elkaar snel opvolgende piep-
signalen.
Functie automatisch dempen zoe-
mer: Als, terwijl de zoemer klinkt,
de afstand tussen de auto en het
gesignaleerde object niet kleiner
wordt, wordt de zoemer automa-
tisch gedempt. (Als de afstand tus-
sen de auto en het object echter
30 cm of minder is, werkt de func-
tie niet.) ■
Aanpassen van het zoemer-
volume
Het zoemervolume kan worden aan-
gepast op het multi-informatiedis-
play. Het volume van de zoemers
voor de Toyota Parking Assist-sensor
en de RCTA (indien aanwezig) wordt
gelijktijdig aangepast.
Wijzig de instellingen met behulp van
de bedieningstoetsen van het instru-
mentenpaneel. ( →Blz. 124)
1 Druk op of om te
selecteren.
2 Druk op of om te
selecteren en houd vervolgens
ingedrukt.
3 Selecteer het volume en druk ver-
volgens op .
Elke keer dat de toets wordt ingedrukt,
wijzigt het volume tussen 1, 2 en 3.
■Dempen van het geluid van een
zoemer
Op het multi-informatiedisplay wordt
een toets MUTE weergegeven wan-
neer een object wordt gesignaleerd.
Druk op om het geluid van de
zoemer te dempen.
Multi-informatiedisplay*2Audiosysteemdisplay*2Head-up display
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 390 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
391
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Het volume van de zoemers voor de
Toyota Parking Assist-sensor en de
RCTA (indien aanwezig) wordt gelijk-
tijdig onderdrukt.
In de volgende gevallen wordt het
dempen automatisch geannuleerd:
Als de stand van de selectiehendel
wordt gewijzigd.
Als de rijsnelheid hoger wordt dan
een bepaalde snelheid.
Als de actieve functie tijdelijk wordt
geannuleerd.
Als de actieve functie handmatig
wordt uitgeschakeld.
Als het contact UIT wordt gezet.
*: Indien aanwezig
Bedieningstoetsen instrumenten-
paneel
Inschakelen/uitschakelen van de RCTA.
Wanneer de RCTA wordt uitgeschakeld,
gaat het controlelampje RCTA OFF bran-
den.
Indicatoren in buitenspiegel
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die
van rechts of links achter nadert, gaan de
indicatoren in beide buitenspiegels knip-
peren.
RCTA (Rear Crossing
Traffic Alert)*
De RCTA gebruikt de radarsen-
soren opzij achter van de BSM in
de achterbumper. Deze functie is
bedoeld om de bestuurder te
helpen gebieden te controleren
die bij het achteruitrijden niet
goed zichtbaar zijn.
Systeemonderdelen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 391 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
392
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
Audiosysteemdisplay (indien aan-
wezig)
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die
van rechts of links achter nadert, wordt
het RCTA-icoon (→Blz. 393) voor de des-
betreffende zijde weergegeven op het
audiosysteemdisplay. In deze afbeelding
wordt een voorbeeld getoond van auto's
die van zowel links als rechts achter
naderen.
RCTA-zoemer
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die
van rechts of links achter nadert, klinkt er
een zoemer. De zoemer klinkt ook gedu-
rende ongeveer 1 seconde direct nadat
de RCTA is ingeschakeld.
Gebruik de bedieningstoetsen van
het instrumentenpaneel om de RCTA
in of uit te schakelen. ( →Blz. 124)
1 Druk op of om te
selecteren.
2 Druk op of om RCTA te
selecteren en druk vervolgens op
.
Wanneer de RCTA wordt uitgeschakeld,
gaat het controlelampje RCTA OFF
(→ Blz. 111) branden. (Telkens wanneer
het contact UIT en weer AAN wordt gezet,
wordt de RCTA automatisch ingescha-
keld.)
■Zichtbaarheid van de indicatoren in
de buitenspiegels
Mogelijk zijn de indicatoren in de buiten-
spiegels bij fel zonlicht niet goed te zien.
■Hoorbaarheid van de RCTA-zoemer
De RCTA-zoemer komt mogelijk moeilijk
boven harde geluiden uit, zoals wanneer
het volume van het audiosysteem hoog
staat.
■Als “RCTA Unavailable” (RCTA niet
beschikbaar) op het multi-informatie-
display wordt weergegeven
Er zit mogelijk water, sneeuw, modder,
enz. rond de sensoren in de achterbum-
per. ( →Blz. 380) Wanneer het water, de
sneeuw, de modder, enz. rondom de sen-
soren in de achterbumper wordt verwij-
derd, moet het systeem weer normaal
gaan werken.
Ook werkt de functie mogelijk niet normaal
bij extreem warm of koud weer.
■Radarsensoren opzij achter
→ Blz. 380
Inschakelen/uitschakelen
van de RCTA
WAARSCHUWING
■Waarschuwingen met betrekking
tot het gebruik van de functie
De bestuurder is zelf verantwoordelijk
voor een veilig rijgedrag. Rijd altijd veilig
en houd rekening met de omgeving.
De RCTA is slechts een aanvullende
functie die de bestuurder waarschuwt
wanneer er een auto van rechts of links
achter de auto nadert. Aangezien de
RCTA onder bepaalde omstandigheden
mogelijk niet goed werkt, dient de
bestuurder altijd zelf visueel de veilig-
heid te controleren. Wanneer u te veel
op deze functie vertrouwt, kan dit leiden
tot een ongeval met ernstig letsel tot
gevolg.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 392 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
393
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■
Werking van de RCTA
De RCTA maakt gebruik van radarsensoren achter om auto's die van rechts of
links achter naderen te signaler en en waarschuwt de bestuurder voor de aan-
wezigheid van dergelijke auto's door de indicatoren in de buite nspiegels te
laten knipperen en een zoemer te laten klinken.
Naderende auto's
Detectiegebieden voor naderende auto's
■ Weergave RCTA-icoon
Wanneer een auto wordt gesigna-
leerd die van rechts of links achter
nadert, wordt het volgende weerge-
geven op het audiosysteemdisplay
(indien aanwezig).
Voorbeeld (Toyota Parking Assist
Monitor) (indien aanwezig): Er
naderen auto's van beide kanten
RCTA
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 393 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
394
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
■Detectiegebieden RCTA
Hieronder staan de gebieden aangegeven waarin auto's kunnen wor den gesig-
naleerd.
De zoemer kan de bestuurder waar-
schuwen voor snellere auto's die van
verder weg naderen.
Bijvoorbeeld:
■De RCTA werkt wanneer:
De RCTA werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan:
●Het contact AAN staat.
●De RCTA is ingeschakeld.
●De selectiehendel staat in stand R.
●De rijsnelheid is lager dan ongeveer 8
km/h.
●De rijsnelheid van de naderende auto
ligt tussen ongeveer 8 km/h en 28 km/h.
■Aanpassen van het zoemervolume
Het zoemervolume kan worden aangepast
op het multi-informatiedisplay. Het volume
van de zoemers voor de Toyota Parking
Assist-sensor en de RCTA wordt gelijktij-
dig aangepast.
Wijzig de instellingen met behulp van de
bedieningstoetsen van het instrumenten-
paneel. ( →Blz. 124) 1
Druk op of om te selecte-
ren.
2 Druk op of om RCTA te selec-
teren en houd vervolgens op
ingedrukt.
3 Selecteer het volume en druk vervol-
gens op .
Elke keer dat de toets wordt ingedrukt, wij-
zigt het volume tussen 1, 2 en 3.
■Dempen van het geluid van een zoe-
mer
Op het multi-informatiedisplay wordt een
toets MUTE weergegeven wanneer een
object wordt gesignaleerd. Druk op
om het geluid van de zoemer te dempen.
Het volume van de zoemers voor de
Toyota Parking Assist-sensor en de RCTA
wordt gelijktijdig onderdrukt.
In de volgende gevallen wordt het dempen
automatisch geannuleerd:
●Als de stand van de selectiehendel
wordt gewijzigd.
●Als de rijsnelheid hoger wordt dan een
bepaalde snelheid.
●Als de actieve functie tijdelijk wordt
geannuleerd.
●Als de actieve functie handmatig wordt
uitgeschakeld.
●Als het contact UIT wordt gezet.
Snelheid nade- rende auto Afstand waar-
schuwing (bij bena- dering)
28 km/h (snel)20 m
8 km/h (langzaam)5,5 m
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 394 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM