Page 193 of 248

Koplampen reinigen
Gebruik voor de koplampen, aangezien
deze zijn voorzien van kunststof
materialen, een zachte doek of watten.
Als dit niet voldoende is, maak dan de
koplamp vochtig met zeepwater en doe
hem af met een zachte doek of watten.
Droog de koplamp tot slot voorzichtig
met een zachte, droge doek. Gebruik
geen alcoholhoudende
reinigingsmiddelen of gereedschappen
(bijv. een schraper).
Ruiten
(bijv.: instrumentenpaneel, klok, display
buitentemperatuur, display autoradio,
multimedia- of multifunctioneel display,
enz.)
Gebruik een zachte, katoenen doek. Als
dit niet voldoende is, gebruik dan een
enigszins met zeepwater bevochtigde
zachte doek (of watten) en doe af met
een zachte doek of watten.
Droog de koplamp tot slot voorzichtig
met een zachte, droge doek.
Gebruik geen alcoholhoudende
producten en/of vernevelaars in het
gebied.
BELANGRIJK
225)Om de esthetische eigenschappen
van de lak te behouden, mogen er geen
schuur- en/of polijstmiddelen voor het
reinigen van het voertuig worden gebruikt.226)Niet wassen met rollen en/of borstels
in autowasstraten. Was het voertuig
uitsluitend met de hand en gebruik
pH-neutrale reinigingsmiddelen; droog af
met een vochtige leren zeem. Schuur-
en/of polijstmiddelen mogen niet gebruikt
worden om het voertuig schoon te maken.
Vogelpoep moet zo snel en zo goed
mogelijk verwijderd worden, omdat hierin
bijzonder agressieve zuren aanwezig zijn.
Vermijd (indien mogelijk) om het voertuig
onder bomen te parkeren; verwijder
plantaardige harsen onmiddellijk omdat
deze, als ze drogen, alleen verwijderd
kunnen worden met schuur- en/of
polijstmiddelen die ten zeerste afgeraden
worden omdat ze de karakteristieke
matheid van de lak kunnen aantasten.
Gebruik geen onverdunde
ruitensproeiervloeistof om de voorruit en
achterruit te reinigen; verdun dit met
minstens 50% water. Gebruik alleen
onverdunde ruitensproeiervloeistof
wanneer de buitentemperaturen dit
vereisen.
BELANGRIJK
7)Schoonmaakmiddelen verontreinigen het
milieu. Om die reden mag het voertuig
alleen gewassen worden op plaatsen waar
het afvalwater opgevangen en gezuiverd
wordt.
INTERIEUR
227) 228) 229)
62) 63)
Een correct onderhoud komt ten goede
aan de levensduur van het voertuig. We
adviseren u daarom regelmatig het
interieur van uw voertuig te
onderhouden.
Iedere vlek moet snel worden
opgemerkt.
Gebruik, ongeacht de oorzaak van de
vlek, koud zeepwater (eventueel warm)
gebaseerd op natuurlijke zeep.
Schoonmaakmiddelen zijn verboden
(vloeibare vaatwasmiddelen,
poedervormige schoonmaakmiddelen,
alcoholhoudende producten).
Gebruik een zachte doek.
Spoel en dep het overtollige water weg.
Glas instrumenten
(Bijvoorbeeld: instrumentenpaneel, klok,
display buitentemperatuur, display
radio, enz.)
Gebruik een zachte, katoenen doek. Als
dit niet voldoende is, gebruik dan een
enigszins met zeepwater bevochtigde
zachte doek (of watten) en doe af met
een zachte doek of watten.
Droog de koplamp tot slot voorzichtig
met een zachte, droge doek.
Gebruik geen alcoholhoudende
producten en/of sprays in het gebied.
191
Page 194 of 248

Veiligheidsgordels
Ze moeten schoon worden gehouden.
Gebruik producten geselecteerd door
het Fiat Servicenetwerk of zeep en
warm water, een spons voor het
schoon schrobben en een droge doek
voor het drogen.
Gebruik geen schoonmaakmiddelen of
chemische producten.
Stof (stoelen, portierbekleding,
enz.)
Neem regelmatig stof af.
Vloeibare vlekken
Gebruik zeepwater.
Dep zachtjes (zonder te schrobben) met
een zachte doek en spoel het
vervolgens af en verwijder de
restvloeistof.
Vaste of kleverige vlekken
Verwijder direct en voorzichtig het
overtollige vaste of kleverige materiaal
met een spatel (vanaf de randen naar
het midden, zodat de vlek niet groter
wordt). Reinig zoals aangegeven voor
vloeibare vlekken.
Speciale procedure voor snoep,
kauwgom
Houd er een ijsblokje op om de vlek te
kristalliseren en ga vervolgens te werk
zoals aangegeven voor vaste vlekken.
BELANGRIJK Raadpleeg het Fiat
Servicenetwerk voor advies over het
onderhoud van het interieur of voor
tegenvallende resultaten.Demonteren/hermonteren
verwijderbare originele uitrusting
van het voertuig
Als u onderdelen van de originele
uitrusting uit het interieur moet
verwijderen (zoals de matten) om ze te
reinigen, plaats ze dan zorgvuldig terug
aan de correcte zijde (de
bestuurdersmat moet aan de
bestuurderszijde) en bevestig ze met de
bijbehorende componenten (de
bestuurdersmat moet bijv. op zijn plaats
worden gehouden met standaard
bevestigingsonderdelen).
Controleer in ieder geval als het voertuig
stilstaat, of niets het rijden kan
verhinderen (obstakels die het gebruik
van de pedalen verhinderen, een hak
die blijft steken in de mat, enz.).
Wat niet te doen
Voorwerpen bij de luchtroosters
aanbrengen, zoals deodorant,
luchtverfrissers, enz., waardoor de
bekleding van het dashboard zou
kunnen beschadigen.
We raden gebruik van een
hogedrukreiniger in het interieur af:
zonder de nodige
voorzorgsmaatregelen kunnen de
elektrische of elektronische
componenten in het voertuig
beschadigd raken.
BELANGRIJK
227)Gebruik nooit ontvlambare producten
zoals petroleum of wasbenzine voor het
reinigen van het interieur van het voertuig.
De elektrostatische lading die door het
wrijven tijdens het reinigen ontstaat, kan
brand veroorzaken.
228)Bewaar geen spuitbussen in het
voertuig: ontploffingsgevaar. Spuitbussen
mogen niet blootgesteld worden aan
temperaturen boven 50°C. Wanneer het
voertuig in de zon staat, kan de
binnentemperatuur deze waarde ruim
overschrijden.
229)Er mogen geen voorwerpen op de
vloer onder de pedalen liggen; verzeker u
ervan dat de matten altijd vlak liggen en
geen contact met de pedalen maken.
BELANGRIJK
62)We raden gebruik van een
hogedrukreiniger in het interieur af: zonder
de nodige voorzorgsmaatregelen kunnen
de elektrische of elektronische
componenten in het voertuig beschadigen.
63)Gebruik nooit alcohol, benzine en
hiervan afgeleide producten om het
dashboard en het glas van het
instrumentenpaneel te reinigen.
192
ONDERHOUD EN ZORG
Page 195 of 248
TECHNISCHE GEGEVENS
Alles dat u nuttig kunt vinden om te
begrijpen hoe uw voertuig is gemaakt
en hoe het werkt is in dit hoofdstuk
vermeld en wordt toegelicht met
gegevens, tabellen en grafieken. Voor
de liefhebbers en de monteurs, maar
ook gewoon voor degenen die elk detail
van hun voertuig willen kennen.IDENTIFICATIEGEGEVENS......194
MOTOR..................195
REMSYSTEEM..............197
TRANSMISSIE..............198
STUREN..................199
BANDEN.................200
AFMETINGEN..............201
VOLUMES................212
VULINHOUDEN.............220
KLIMAATREGELING..........222
VLOEISTOFFEN EN
SMEERMIDDELEN...........224
PRESTATIES...............226
193
VERBRUIK................228
CO
2-EMISSIE..............230
WAT TE DOEN ALS............233
Page 196 of 248
IDENTIFICATIE-
GEGEVENS
VOERTUIGIDENTIFICATIEPLAATJE
De aanduidingen op het plaatje A
fig. 289 moeten in iedere schriftelijke
communicatie of bestelling worden
doorgegeven.
De aanwezigheid en locatie van de
gegevens zijn afhankelijk van het
voertuig fig. 290 – fig. 291.Kentekenplaat A fig. 289 van de
fabrikant.
1Naam van de fabrikant.
2Nummer van landidentificatie of
goedkeuring.
3Identificatienummer.
Afhankelijk van de versie van het
voertuig, is deze informatie op afdruk B
fig. 291 gekopieerd.
4MMAC (Max. toegestaan volume bij
volledige belading).
5MTR (Totaal autonoom gewicht -
voertuig belast met aanhangwagen).
6MMTA (Totaal max. toegestaan
volume) vooras.
7MMTA achteras.
8Gereserveerd voor extra
inschrijvingen.
9Ongebruikt.
10Lakcode (kleurcode).MOTORIDENTIFICATIEPLAATJE
(Verschillende positie afhankelijk van de
motor fig. 292 )
Kentekenplaat A fig. 293:
1Motortype.
2Motorindex.
3Motornummer.
289T35982
290T36711
291T36710
292T36714
293T33293
194
TECHNISCHE GEGEVENS
Page 197 of 248
MOTOR
Multijet 115 Ecojet 120 Ecojet 140
EMISSIENIVEAU Euro 5 Euro4/Euro5 Euro5
MOTOR
MotortypeR9M
Cilinderinhoud (cm³) 1598
Type inspuiting Common rail turbo Common rail twin turbo Common rail twin turbo
Type brandstof Diesel
Start&Stop – Standaard Opties
Aantal cilinders 4
Aantal kleppen 16
Boring/slag (bij tpm) 80/79,5
Roetfilter Ja Ja
Maximum motorvermogen 84 KW (115 pk) bij 3500 tpm 88 KW (120 pk) bij 3500 tpm 103 KW (140 pk) bij 3500 tpm
Maximum koppel 300 Nm bij 1500 tpm 320 Nm bij 1550 tpm 340 Nm bij 1550 tpm
Tankinhoud (liter) 80
Type brandstof Het etiket op het tankluikje geeft de goedgekeurde brandstof aan.
195
Page 198 of 248

Multijet 95 Ecojet 95 Multijet 120 Ecojet 125 Ecojet 145
EMISSIENIVEAU Euro 6
MOTOR
MotortypeR9M
Cilinderinhoud (cm³) 1598
Type inspuiting Common rail turbo Common rail turbo Common rail turboCommon rail twin
turboCommon rail twin
turbo
Type brandstof Diesel
Start&Stop – Standaard – Standaard Standaard
Aantal cilinders 4 in lijn
Aantal kleppen 16
Boring/slag (bij tpm) 80/79,5
Roetfilter SCR-katalysator en Adblue-injectie met roetfilter (DPF)
Compressieverhouding 15,45:1
Maximum motorvermogen70 KW (95 pk) bij
3500 tpm70 KW (95 pk) bij
3500 tpm88 KW (120 pk) bij
3500 tpm92 KW (125 pk) bij
3500 tpm107 KW (145 pk)
bij 3500 tpm
Maximum koppel260 Nm bij
1500 tpm260 Nm bij
1500 tpm300 Nm bij
1750 tpm320 Nm bij
1500 tpm340 Nm bij
1750 tpm
Tankinhoud (liter) 80
Type brandstof Het etiket op het tankluikje geeft de goedgekeurde brandstof aan.
BELANGRIJK
230)Wijzigingen of reparaties aan het brandstoftoevoersysteem die niet correct zijn uitgevoerd en waarbij geen rekening wordt gehouden met
de technische systeemgegevens, kunnen storingen in de werking en zelfs brand tot gevolg hebben.
196
TECHNISCHE GEGEVENS
Page 199 of 248
REMSYSTEEM
Multijet (Euro 5 – Euro 6) Ecojet (Euro 5 – Euro 6)
Voor: 296 x 28 Geventileerd
Achter:280 x 12
197
Page 200 of 248
TRANSMISSIE
Multijet (Euro 5 — Euro 6) Ecojet (Euro 5 — Euro 6)
Type Handgeschakeld: PF6
Aantal vooruitversnellingen 6
Tractie Voorwielaandrijving
198
TECHNISCHE GEGEVENS