Page 113 of 248

Verplaats de voorstoel, voor de
installatie van het kinderzitje tegen de
rijrichting in, zoveel mogelijk vooruit;
verplaats het vervolgens weer zoveel
mogelijk achteruit zodat hij geen
contact maakt met het kinderzitje.
Voor in de rijrichting gerichte
kinderzitjes:
vermijd om de voor de rugleuning
van het kinderzitje geplaatste stoel
verder achteruit te verplaatsen dan
halverwege de mogelijke beweging;
kantel de rugleuning niet te veel
(maximaal 25°) en verplaats de stoel
zoveel mogelijk omhoog.
Verwijder de hoofdsteun van de
achterbank waar het kinderzitje wordt
geplaatst (zie de paragraaf "Achterste
hoofdsteun" in het hoofdstuk
"Kennismaking met het voertuig"). Doe
dit voordat het kinderzitje wordt
geplaatst.
Zorg dat het kinderzitje in de rijrichting
tegen de rugleuning van de stoel wordt
geplaatst.
Op de achterstoel in het midden
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel op
het kinderzitje is aangebracht. Wend u
tot het Fiat Servicenetwerk.
134)
KINDERZITJE MONTEREN
MET DE
VEILIGHEIDSGORDELS
135) 136)
De veiligheidsgordel moet goed zijn
afgesteld om zeker te zijn dat hij naar
behoren werkt in geval van plotseling
remmen of een botsing. Volg de
instructies voor de veiligheidsgordel van
de fabrikant van het kinderzitje.
Controleer of de veiligheidsgordel
correct is vastgezet.
Controleer of het kinderzitje goed op
zijn plaats vastzit, door het naar
links/rechts, en naar voren/achteren te
bewegen: de stoel moet stevig op zijn
plaats blijven zitten. Zorg dat het
kinderzitje niet dwars is gemonteerd en
niet tegen een ruit leunt.
111
Page 114 of 248
Bestelwagen met 2 zitplaatsen
controleer de status van de airbag voordat een passagier plaatsneemt of een kinderzitje wordt gemonteerd.
: stoel waarop geen kinderzitje mag worden gemonteerd.
Kinderzitje bevestigd met extra gordel
U: stoel waarop een goedgekeurd kinderzitje, zoals "Universal" met de veiligheidsgordel mag worden gemonteerd.
194T36600
112
VEILIGHEID
Page 115 of 248
Bestelwagen met 3 zitplaatsen
controleer de status van de airbag voordat een passagier plaatsneemt of een kinderzitje wordt gemonteerd.
: stoel waarop geen kinderzitje mag worden gemonteerd.
Kinderzitje bevestigd met extra gordel
U: stoel waarop een goedgekeurd kinderzitje, zoals "Universal" met de veiligheidsgordel mag worden gemonteerd.
195T36601
113
Page 116 of 248

De volgende tabel bevat dezelfde informatie als de voorgaande diagrammen, om aan te geven hoe de huidige wetgeving moet
worden opgevolgd.
Bestelwagens met 2 of 3 zitplaatsen
Kinderzitjes Gewicht kindVoorste passagiersstoel(en) (2)
Met enkele
passagiersstoel (1)Met 2 enkele stoelen
Middenstoel Stoelen aan de zijkant
Tegen de rijrichting in
geplaatst kinderzitje
Groepen 0, 0+ en 1<13kgenvan9tot
18 kgUXU
In de rijrichting
geplaatst kinderzitje
Groep 1van 9 tot 18 kg U X U
Stoelverhoging
Groepen 2 en 3van 15 tot 25 kg en van
22 tot 36 kgUXU
X: stoel waarop dit type kinderzitje niet mag worden gemonteerd.
U: stoel waarop een goedgekeurd kinderzitje, zoals "Universal" met de veiligheidsgordel mag worden gemonteerd; controleer of
montage mogelijk is.
(1): in de rijrichting geplaatst kinderzitje: plaats de rugleuning van het kinderzitje tegen de rugleuning van de stoel. Verwijder de
hoofdsteun. Zet de stoel van het voertuig zover mogelijk naar achteren en zo hoog mogelijk en kantel de rugleuning enigszins
(ongeveer 25°).
(2) GEVAAR VOOR DODELIJK OF ERNSTIG LETSEL.Voor het installeren van een kinderzitje achterstevoren op de voorste
passagiersstoel, controleren of de airbag correct gedeactiveerd is (zie paragraaf “zijairbag passagierszijde en kinderzitjes - hoe
de airbags te deactiveren” in dit hoofdstuk).
114
VEILIGHEID
Page 117 of 248
Combi 5 zitplaatsen
verifieer de staat van de airbag voordat u een passagier op de zitplaats laat plaatsnemen of er een kinderzitje op installeert.
Kinderzitje bevestigd met de veiligheidsgordel
U: zitplaats die geschikt is voor de bevestiging van een goedgekeurd «Universeel» kinderzitje met de veiligheidsgordel.
: zitplaats waarop de montage van een kinderzitje verboden is.
196T36605
115
Page 118 of 248

De volgende tabel bevat dezelfde informatie als de voorgaande diagrammen, om aan te geven hoe de huidige wetgeving moet
worden opgevolgd.
Combi-versies met 5 zitplaatsen
Kinderzitjes Gewicht kindPassagiersstoel voor
(1) (2)Achterstoel aan zijkantAchterstoel in het
midden
ReiswiegGroep 0 < 10 kg XU (3)
U (3)
U (3)
Tegen de rijrichting in
geplaatst kinderzitje
Groepen 0 en 0+< 13 kg U U (4) U (4)
Tegen de rijrichting in
geplaatst kinderzitje
Groepen 0 en 1+<13kgenvan9tot
18 kgU U (4) U (4)
In de rijrichting
geplaatst kinderzitje
Groep 1van 9 tot 18 kg X U (5) U (5)
StoelverhogingGroepen
2en3van 15 tot 25 kg en van
22 tot 36 kgX U (5) U (5)
X: stoel waarop dit type kinderzitje niet mag worden gemonteerd.
U: stoel waarop een goedgekeurd kinderzitje, zoals "Universal" met de veiligheidsgordel mag worden gemonteerd; controleer of
montage mogelijk is.
(2): zet de stoel van het voertuig zo ver mogelijk naar achteren en zo hoog mogelijk en kantel de rugleuning enigszins (ongeveer
25°).
(3): de reiswieg wordt dwars in het voertuig gemonteerd en beslaat ten minste twee zitplaatsen. Het hoofd van het kind mag
niet naast het portier van het voertuig liggen.
(4): zet de stoel zo ver mogelijk naar voren om het kinderzitje tegen de rijrichting in te monteren en zet de stoel vervolgens zo
ver mogelijk naar achteren zonder het kinderzitje te raken.
(5): in de rijrichting geplaatst kinderzitje: plaats de rugleuning van het kinderzitje tegen de rugleuning van de stoel. Verwijder in
ieder geval de hoofdsteun van de achterbank waar het kinderzitje tegenaan staat. Dit moet worden gedaan voordat het
kinderzitje wordt geplaatst (zie de paragraaf "Achterste hoofdsteun" in het hoofdstuk "Kennismaking met het voertuig"). Zet de
stoel vóór het kinderzitje niet meer dan een halve lengte naar achteren en kantel de rugleuning niet meer dan 25°.
116
VEILIGHEID
Page 119 of 248
Combi 6 zitplaatsen
verifieer de staat van de airbag voordat u een passagier op de zitplaats laat plaatsnemen of er een kinderzitje op installeert.
Kinderzitje bevestigd met de veiligheidsgordel
U: zitplaats die geschikt is voor de bevestiging van een goedgekeurd «Universeel» kinderzitje met de veiligheidsgordel;
: zitplaats waarop de montage van een kinderzitje verboden is.
197T36603
117
Page 120 of 248

De volgende tabel bevat dezelfde informatie als de voorgaande diagrammen, om aan te geven hoe de huidige wetgeving moet
worden opgevolgd.
Combi-versies met 6 zitplaatsen
Kinderzitjes Gewicht kindVoorste passagiersstoel Achterbank
Midden - - Midden
ReiswiegGroep 0 < 10 kg X X U (2) U (2)
Tegen de
rijrichting in
geplaatst
kinderzitjeGroepen
0en0+< 13 kg X U U (3) U (3)
Tegen de
rijrichting in
geplaatst
kinderzitjeGroepen
0en1+<13kgenvan9tot
18 kgX U U (3) U (3)
In de rijrichting
geplaatst
kinderzitjeGroep 1van 9 tot 18 kg X X U (4) U (4)
Stoelverhoging
Groepen 2 en 3van 15 tot 25 kg en
van 22 tot 36 kgX X U (4) U (4)
X: stoel waarop dit type kinderzitje niet mag worden gemonteerd.
U: stoel waarop een goedgekeurd kinderzitje, zoals "Universal" met de veiligheidsgordel mag worden gemonteerd; controleer of
montage mogelijk is.
(2): de reiswieg wordt dwars in het voertuig gemonteerd en beslaat ten minste twee zitplaatsen. Het hoofd van het kind mag
niet naast het portier van het voertuig liggen.
(3): zet de stoel zo ver mogelijk naar voren om het kinderzitje tegen de rijrichting in te monteren en zet de stoel vervolgens zo
ver mogelijk naar achteren zonder het kinderzitje te raken.
(4): in de rijrichting geplaatst kinderzitje: plaats de rugleuning van het kinderzitje tegen de rugleuning van de stoel. Verwijder in
ieder geval de hoofdsteun van de achterbank waar het kinderzitje tegenaan staat. Dit moet worden gedaan voordat het
kinderzitje wordt geplaatst (zie de paragraaf "Achterste hoofdsteun" in het hoofdstuk "Kennismaking met het voertuig"). Zet de
stoel vóór het kinderzitje niet meer dan een halve lengte naar achteren en kantel de rugleuning niet meer dan 25°.
118
VEILIGHEID