Page 121 of 248
Combi/bestelwagen 8 zitplaatsen
controleer de status van de airbag voordat een passagier plaatsneemt of een kinderzitje wordt gemonteerd.
Kinderzitje bevestigd met extra gordel
U: stoel waarop een goedgekeurd kinderzitje, zoals "Universal" met de veiligheidsgordel mag worden gemonteerd.
: stoel waarop geen kinderzitje mag worden gemonteerd.
198T36604
119
Page 122 of 248

De volgende tabel bevat dezelfde informatie als de voorgaande diagrammen, om aan te geven hoe de huidige wetgeving moet
worden opgevolgd.
Combi/bestelwagen 8 zitplaatsen
Kinderzitjes Gewicht kindPassagiers.
voor (1) (2)Achterbank
Zijkant 2e rij Midden 2e rij Zijkant 3e rij Midden 3e rij
ReiswiegGroep 0 < 10 kg X U (3) U (3) U (3) U (3)
Tegen de rijrichting in
geplaatst kinderzitje
Groepen 0 en 0+< 13 kg U U (4) U (4) U (4) U (4)
Tegen de rijrichting in
geplaatst kinderzitje
Groepen 0 en 1+<13kgenvan
9 tot 18 kgU U (4) U (4) U (4) U (4)
In de rijrichting
geplaatst kinderzitje
Groep 1van 9 tot 18 kg X U (5) U (5) U (5) U (5)
Stoelverhoging
Groepen 2 en 3van 15 tot 25 kg
en van 22 tot
36 kgU U (5) U (5) U (5) U (5)
X: stoel waarop dit type kinderzitje niet mag worden gemonteerd.
U: stoel waarop een goedgekeurd kinderzitje, zoals "Universal" met de veiligheidsgordel mag worden gemonteerd; controleer of
montage mogelijk is.
(2): zet de stoel van het voertuig zo ver mogelijk naar achteren en zo hoog mogelijk en kantel de rugleuning enigszins (ongeveer
25°).
(3): de reiswieg wordt dwars in het voertuig gemonteerd en beslaat ten minste twee zitplaatsen. Het hoofd van het kind mag
niet naast het portier van het voertuig liggen.
(4): zet de stoel zo ver mogelijk naar voren om het kinderzitje tegen de rijrichting in te monteren en zet de stoel vervolgens zo
ver mogelijk naar achteren zonder het kinderzitje te raken.
(5): in de rijrichting geplaatst kinderzitje: plaats de rugleuning van het kinderzitje tegen de rugleuning van de stoel. Verwijder in
ieder geval de hoofdsteun van de achterbank waar het kinderzitje tegenaan staat. Dit moet worden gedaan voordat het
kinderzitje wordt geplaatst (zie de paragraaf "Achterste hoofdsteun" in het hoofdstuk "Kennismaking met het voertuig"). Zet de
stoel vóór het kinderzitje niet meer dan een halve lengte naar achteren en kantel de rugleuning niet meer dan 25°.
120
VEILIGHEID
Page 123 of 248
Combi/bestelwagen 9 zitplaatsen
controleer de status van de airbag voordat een passagier plaatsneemt of een kinderzitje wordt gemonteerd.
Kinderzitje bevestigd met extra gordel
U: stoel waarop een goedgekeurd kinderzitje, zoals "Universal" met de veiligheidsgordel mag worden gemonteerd.
: stoel waarop geen kinderzitje mag worden gemonteerd.
199T36602
121
Page 124 of 248

De volgende tabel bevat dezelfde informatie als de voorgaande diagrammen, om aan te geven hoe de huidige wetgeving moet
worden opgevolgd.
Combi/bestelwagen 9 zitplaatsen
KinderzitjesGewicht
kindVoorste passagiersstoel Achterbank
Passagier
in het
middenPassagiers.
aan de
zijkant (1)Zijkant
2e rijMidden
2e rijZijkant
3e rijMidden
3e rij
ReiswiegGroep 0 < 10 kg X U U (2) U (2) U (2) U (2)
Tegen de rijrichting in
geplaatst kinderzitje
Groepen 0 en 0+< 13 kg X U U (3) U (3) U (3) U (3)
Tegen de rijrichting in
geplaatst kinderzitje
Groepen 0 en 1+<13kgen
van 9 tot
18 kgX U U (3) U (3) U (3) U (3)
In de rijrichting
geplaatst kinderzitje
Groep 1van 9 tot
18 kgX U U (4) U (4) U (4) U (4)
StoelverhogingGroepen
2en3van 15 tot
25 kg en van
22 tot 36 kgX U U (4) U (4) U (4) U (4)
X: stoel waarop dit type kinderzitje niet mag worden gemonteerd.
U: stoel waarop een goedgekeurd kinderzitje, zoals "Universal" met de veiligheidsgordel mag worden gemonteerd; controleer of
montage mogelijk is.
(2): de reiswieg wordt dwars in het voertuig gemonteerd en beslaat ten minste twee zitplaatsen. Het hoofd van het kind mag
niet naast het portier van het voertuig liggen.
(3): zet de stoel zo ver mogelijk naar voren om het kinderzitje tegen de rijrichting in te monteren en zet de stoel vervolgens zo
ver mogelijk naar achteren zonder het kinderzitje te raken.
(4): in de rijrichting geplaatst kinderzitje: plaats de rugleuning van het kinderzitje tegen de rugleuning van de stoel. Verwijder in
ieder geval de hoofdsteun van de achterbank waar het kinderzitje tegenaan staat. Dit moet worden gedaan voordat het
kinderzitje wordt geplaatst (zie de paragraaf "Achterste hoofdsteun" in het hoofdstuk "Kennismaking met het voertuig"). Zet de
stoel vóór het kinderzitje niet meer dan een halve lengte naar achteren en kantel de rugleuning niet meer dan 25°.
122
VEILIGHEID
Page 125 of 248

ISOFIX-BEVESTIGINGS-
SYSTEEM
Geautoriseerde kinderzitjes zijn in de
volgende drie gevallen goedgekeurd
conform Richtlijn ECE-R44:
universele ISOFIX met 3 naar voren
gerichte koppelingen;
semi-universele ISOFIX met
2 koppelingen;
specifiek.
Controleer voor de twee
laatstgenoemde of het kinderzitje kan
worden gemonteerd door de lijst met
compatibele voertuigen te raadplegen.
Plaats het kinderzitje met de
ISOFIX-verankeringen, waar voorzien.
Het ISOFIX-systeem maakt een
eenvoudige, snelle en veilige installatie
mogelijk.
Het ISOFIX-systeem bestaat uit
2 ringen en, in sommige gevallen, een
derde ring.De twee ringen 1 fig. 200 die op een
etiket
worden weergegeven,
bevinden zich tussen de rugleuning en
het stoelkussen.
Naar voren gerichte
koppelingsringen kinderzitje voor
de achterste zijstoelen: de 3e ring
wordt gebruikt om de bovenste
veiligheidsgordel van bepaalde
kinderzitjes vast te haken.
Zet de hoofdsteun in de hoogste
stand of verwijder hem;
geleid riem 2 fig. 201 (meegeleverd
bij de stoel) tussen de twee stangen
van de hoofdsteun door;
bevestig haak 3 met ring 4 fig. 201,
aangeduid met symbool
op de
rugleuning van de stoel;
bevestig de gordel zodanig dat het
kinderzitje contact maakt met de
rugleuning van het voertuig.
i-Size-KINDERZITJES
Deze kinderzitjes, gefabriceerd en
typegoedgekeurd volgens de norm
i-Size (ECE R129), garanderen betere
veiligheidsomstandigheden voor het
vervoer van kinderen in een voertuig:
het kind moet in een tegen de
rijrichting in gemonteerd zitje vervoerd
worden tot de leeftijd van 15 maanden;
bescherming door het kinderzitje is
verbeterd in het geval van een
flankbotsing;
het gebruik van ISOFIX-systeem
wordt aanbevolen, om een onjuiste
montage van het kinderzitje te
voorkomen;
efficiëntie in de keuze voor het
kinderzitje, niet meer op basis van
gewicht maar op de lengte van het
kind, is verbeterd;
1
200T32862
2
3 4
201T36598
123
Page 126 of 248
compatibiliteit tussen voertuigstoelen
en kinderzitjes is beter: de
i-Size-kinderzitjes kunnen beschouwd
worden als "Super ISOFIX", dit betekent
dat ze uitstekend gemonteerd kunnen
worden in de typegoedgekeurde
i-Size-stoelen, maar ook gemonteerd
kunnen worden op de ISOFIX (ECE
R44) typegoedgekeurde stoelen.
202F1B0124C
124
VEILIGHEID
Page 127 of 248
In de volgende tabel is, in overeenstemming met de Europese regelgeving ECE 129, de mogelijkheid voor montage van
i-Size-kinderzitjes aangegeven.
i-Size-PLAATSEN IN DE AUTO
Apparaat Passagier voorPassagiers achterin
aan de zijkantenPassagier achterin in
het midden
i-Size-kinderzitjesISO/R2XXX
ISO/R2XXX
X stoel niet geschikt voor Universele i-Size-kinderzitjes.
125
Page 128 of 248
Combi 5 zitplaatsen
137)
Stoel waarop dit type kinderzitje niet mag worden gemonteerd.
Kinderzitje bevestigd met ISOFIX-systeem
Stoel waarop een ISOFIX-kinderzitje mag worden gemonteerd.
De achterstoelen hebben een verankering waarmee een universeel ISOFIX-kinderzitje tegen de rijrichting in kan worden
gemonteerd. De verankeringen zitten in de bagageruimte en zijn zichtbaar.
De afmetingen van een ISOFIX-kinderzitje worden aangegeven door een letter:
A, B en B1: voor stoelen uit groep 1 (van 9 tot 18 kg) die in de rijrichting worden geplaatst;
C: voor stoelen uit groep 1 (van 9 tot 18 kg) die tegen de rijrichting in worden geplaatst;
D en E: voor stoelen uit groep 0 of 0+ (minder dan 13 kg) die tegen de rijrichting in worden geplaatst;
F en G: reiswiegen uit groep 0 (minder dan 10 kg).
203T36642
126
VEILIGHEID