Page 209 of 352

WAARSCHUWING!
Een losse krik of wiel kan bij een noodstop
of ongeval naar voren schieten en zo de
inzittenden ernstig letsel toebrengen. Berg
de krik en het reservewiel altijd op de
daarvoor bestemde plaatsen op. Laat de
leeggelopen (lekke) band onmiddellijk re-
pareren of vervangen.
Procedure voor verwisselen
1. Monteer het originele wiel op de as.
2. Breng de resterende wielbouten aan met
het schroefraadeinde naar het wiel ge-
richt. Draai de wielbouten licht aan.
WAARSCHUWING!
Om te voorkomen dat de auto door de op
de krik uitgeoefende kracht verschuift,
mogen de wielmoeren pas definitief wor-
den vastgezet als de auto weer vast op de
grond staat. Als u deze waarschuwing niet
opvolgt, kan dit ernstig letsel tot gevolg
hebben.3. Laat de auto zakken tot op de grond door
de slinger linksom te draaien.
4. Zet de wielbouten stevig vast. Duw de
moersleutel aan het einde van de hendel
omlaag voor meer hefboomwerking. Trek
de wielbouten in stervolgorde aan totdat
iedere wielbout twee keer aangetrokken
is. Raadpleeg de paragraaf "Voorgeschre-
ven aanhaalmomenten" in het hoofdstuk
"Technische gegevens" voor het juiste aan-
haalmoment voor de wielbouten. Als u
twijfelt of de moeren goed zijn vastgezet,
laat dit dan bij uw dealer of een banden-
servicebedrijf nog eens controleren met
een momentsleutel.
5. Laat de krik zakken tot deze vrij is. Verwij-
der de wielblokken. Bevestig de moersleu-
tel op de krik en berg deze in de opberg-
ruimte voor het reservewiel op. Zet het
geheel met de aanwezige bevestigings-
middelen vast. Zet de handrem vrij voor-
dat u met de auto gaat rijden.
6. Controleer na 40 km (25 mijl) het aan-
haalmoment van de wielbouten met een
momentsleutel om ervoor te zorgen dat
alle wielbouten goed tegen het wiel
aanliggen.
Verklaring van conformiteit
1. Ondergetekende, Tony Fabiano, als verte-
genwoordiger van de fabrikant, verklaart
hierbij dat de hieronder beschreven ma-
chine voldoet aan alle relevante bepalin-
gen van:
• De EG-richtlijn 2006/42/EG betref-
fende machines
2. Beschrijving van de machine.
a) Generieke benaming: krik
b) Functie: heffen van auto
d) Auto-
modelc) Model-
codef) Werk-
laste) Type
krik
Jeep
®
CompassMK 1200 kg
max.FGMF1
Jeep Che-
rokeeKL 1000 kg
max.FGLF1
Jeep
WranglerJK 1000 kg
max.FGLF2
Jeep
Grand
CherokeeWK 1700 kg
max.FGLF3
207
Page 210 of 352
3. Fabrikanten (1):
FlexNGate Seeburn, een divisie van Ventra
Group Co
P.O. Box 1170, 65 Industrial Road, Totten-
ham, ON CANADA L0G 1W0
4. Fabrikanten (2):
FlexNGate Querétaro Ventramex, S.A. de
C.V
Av. Manantiales No. 3
Parque Industrial Bernardo Quintana, El
Marqués Querétaro C.P. 76249 – Mexico5. Rechtspersoon die gemachtigd is het
technisch bestand samen te stellen:
FlexNGate – Barcelona
Avda de la Riera, 7-9
Sant Just Desvern, Barcelona, SPANJE
08960
6. Verwijzingen naar geharmoniseerde nor-
men: PF-12074
7. Uitgevoerd in: Bradford, ON CANADA8. Datum: 09-30-2015
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
208
Page 211 of 352
Page 212 of 352

Voorzorgsmaatregelen voor gebruik van
de krik
Ter aanvulling van het handboek voor gebruik
en onderhoud waarbij dit supplement hoort,
worden hieronder enkele aanwijzingen gege-
ven over het juiste gebruik van de krik.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de slinger bij gebruik vrij
kan draaien zonder dat u met uw hand over
de grond schuurt.
Ook de bewegende delen van de krik, de
"wormschroef" en koppelingen kunnen let-
sel veroorzaken: raak ze niet aan. Reinig
de krik grondig als er vet aan zit.
LET OP!
De krik is een hulpmiddel dat uitsluitend
is ontworpen voor het verwisselen van een
wiel, in het geval van een lekke band of
een beschadigde band van de auto waarin
deze is aangebracht of op auto's van het-
zelfde model. Ieder ander gebruik, bijv.
het opkrikken van andere automodellen of
LET OP!
andere zaken, is ten strengste verboden.
Gebruik hem nooit voor het uitvoeren van
onderhoud of reparaties onder de auto of
om zomerbanden te vervangen door win-
terbanden om omgekeerd. Begeef u nooit
onder de opgekrikte auto. Als er werk-
zaamheden onder het voertuig nodig zijn,
neemt u contact op met erkende dealer.
Onjuiste plaatsing van de krik kan ertoe
leiden dat de auto valt: zet de krik alleen
op de aangegeven plaatsen. Gebruik de
krik niet voor lasten die groter zijn dan die
op het label. Start de motor nooit terwijl de
auto is opgekrikt. Als de auto verder wordt
opgekrikt dan nodig, kan het geheel min-
der stabiel worden, met het risico dat de
auto plotseling met kracht valt. Krik de
auto daarom alleen zo ver als nodig voor
het vervangen van het (reserve)wiel.
Onderhoud
• Zorg ervoor dat er zich geen vuil ophoopt op
de "wormschroef".
•
Zorg dat de "wormschroef" altijd gesmeerd is.
• Pas de krik nooit aan.Gebruik de krik nooit:
• Bij temperaturen lager dan -40 °C.
• Op een zanderige of modderige onder-
grond.
• Op een ongelijke ondergrond.
• Op steile wegen.
• Onder extreme weersomstandigheden: on-
weer, tyfoons, orkanen, sneeuwstormen,
stormen, enz.
BANDENSERVICEKIT —
INDIEN AANWEZIG
Kleine gaatjes tot 6 mm (1/4 inch) in het
loopvlak van de band kunnen worden gedicht
met de bandenservicekit. Voorwerpen, zoals
als spijkers en schroeven, mogen niet uit de
band worden verwijderd. De bandenservice-
kit is te gebruiken bij buitentemperaturen tot
-20 °C (-4°F).
Met deze set kan een tijdelijke reparatie
worden uitgevoerd, waarmee u maximaal
160 km (100 mijl) met een snelheid van
maximaal 90 km/u (55 mph) kunt rijden.
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
210
Page 213 of 352

Opslagplaats van bandenservicekit
De bandenservicekit is opgeborgen onder de
laadvloer achter de achterbank.
1. Open de achterklep.
2. Til de afdekking met behulp van de laad-
vloergreep omhoog.
Onderdelen en gebruik van de
bandenservicekitGebruik van de functieregelknop en slangen
Uw bandenservicekit is voorzien van de vol-
gende symbolen, die de lucht- en afdicht-
functie aangeven.
Luchtfunctie selecteren
Draai de functieregelknop (5) naar de stand
voor alleen luchtpompbediening. Gebruik de
zwarte luchtpompslang (7) wanneer u deze
functie selecteert.
Afdichtfunctie selecteren
Draai de functieregelknop (5) naar deze
stand om het afdichtingsmiddel van de ban-
denservicekit in te spuiten en de band op te
pompen. Gebruik de afdichtingsslang (door-
zichtige slang) (6) wanneer u deze functie
kiest.
Gebruik van de aan/uit-knop
Druk eenmaal op de aan/uit-knop (4) om de
bandenservicekit in te schakelen. Druk nog-
maals op de aan/uit-knop (4) om de banden-
servicekit uit te schakelen.
Onderdelen bandenservicekit
1 — Fles met afdich-
tingsmiddel5 — Functieregelknop
2 — Knop voor leeglo-
pen6 — Afdichtingsslang
(transparant)
3 — Bandenspan-
ningsmeter7 — Luchtpompslang
(zwart)
4 — Aan/Uit-knop 8 —
Stekker (bevindt
zich aan de onderzijde
van de bandenservicekit)
211
Page 214 of 352

Gebruik van de knop voor leeglaten
Druk op de knop voor leeglaten (2) om de
luchtdruk in de band te verlagen wanneer de
bandenspanning te hoog is.
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik van
bandenservicekit
• Vervang de fles met afdichtingsmiddel uit
de servicekit (1) en de afdichtingsslang (6)
voordat de houdbaarheidsdatum (vermeld
op het etiket van de fles) is verstreken, om
er zeker van te zijn dat het systeem opti-
maal werkt. Raadpleeg de paragraaf "(F)
Fles met afdichtingsmiddel en slang ver-
vangen" in "Een band repareren met de
bandenservicekit" in dit hoofdstuk.
• De fles met afdichtingsmiddel (1) en de
afdichtingsslang (6) zijn bedoeld voor een-
malig gebruik en moeten telkens na gebruik
worden vervangen. Laat deze onderdelen
altijd onmiddellijk vervangen door een er-
kende dealer.
• Als het afdichtingsmiddel van de banden-
servicekit vloeibaar is, kan het met schoon
water en een vochtige doek van de lak of de
band- en wielonderdelen worden afge-
veegd. Als het afdichtingsmiddel droog is,kan het makkelijk worden verwijderd en op
de juiste wijze worden afgevoerd.
• Voor de beste prestaties dient u ervoor te
zorgen dat het ventiel op het wiel schoon is
voordat u de bandenservicekit aansluit.
• U kunt de luchtpomp uit de bandenservice-
kit gebruiken om fietsbanden op te pom-
pen. De set bevat tevens twee naalden, die
zich in de opbergruimte voor toebehoren
(aan de onderkant van de luchtpomp) be-
vinden, waarmee u ballen, luchtbedden of
andere opblaasbare voorwerpen kunt op-
pompen. Gebruik uitsluitend de zwarte
luchtpompslang (7) en zorg ervoor dat de
functieregelknop (5) op de luchtmodus is
afgesteld als zulke voorwerpen worden op-
gepompt om te voorkomen dat ze worden
ingespoten met afdichtingsmiddel. Het af-
dichtingsmiddel uit de bandenservicekit is
uitsluitend bedoeld voor het afdichten van
gaatjes met een maximale diameter van
1/4 inch (6 mm) in het loopvlak van een
band.
• U mag de bandenservicekit niet aan de
slangen optillen of dragen.
WAARSCHUWING!
• Probeer geen band af te dichten aan de
zijde van de auto waar ander verkeer
langs rijdt. Ga ver genoeg van de weg af
staan om ongelukken te voorkomen bij
gebruik van de bandenreparatieset.
• Onder de volgende omstandigheden
mag u de bandenreparatieset niet ge-
bruiken en niet met de auto rijden:
– Als het gat in het loopvlak van de
band ongeveer 6 mm (1/4 inch) of
groter is.
– Als de wang van de band bescha-
digd is.
– Als de band is beschadigd door rij-
den met zeer lage bandenspanning.
– Als de band is beschadigd door rij-
den met een lekke band.
– Als het wiel beschadigd is.
– Als u niet zeker weet in welke staat
de band of het wiel verkeert.
• Houd de bandenreparatieset uit de
buurt van open vuur en warmtebronnen.
• Een losse bandenreparatieset kan bij
een noodstop of ongeval naar voren
schieten en zo de inzittenden ernstig
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
212
Page 215 of 352

WAARSCHUWING!
letsel toebrengen. Berg de bandenrepa-
ratieset altijd op de daarvoor voorziene
plaats op. Als geen gehoor wordt gege-
ven aan deze waarschuwingen, kan dit
ernstig of dodelijk letsel tot gevolg heb-
ben voor u, uw passagiers en anderen in
uw omgeving.
• Voorkom dat de bandenreparatieset in
contact komt met uw haar, ogen of kle-
ding. Het afdichtmiddel van de banden-
reparatieset is schadelijk bij inademen,
inslikken en huidcontact. Het veroor-
zaakt irritatie van de huid, ogen en
luchtwegen. Spoel onmiddellijk met
veel water na eventuele aanraking met
de ogen of de huid. Trek zo snel mogelijk
andere kleding aan wanneer TIREFIT in
aanraking is gekomen met de kleding.
• De afdichtingsoplossing van de banden-
reparatieset bevat latexrubber. Raad-
pleeg bij een allergische reactie of huid-
uitslag onmiddellijk een arts. Houd de
bandenreparatieset buiten het bereik
van kinderen. Bij inslikken de mond met
veel water uitspoelen en veel water drin-
WAARSCHUWING!
ken. Braken niet opwekken! Direct een
arts raadplegen.
Een band repareren met de
bandenservicekit
(A) Wanneer u stopt om de bandenservice-
kit te gebruiken:
1. Parkeer de auto op een veilige plaats en
schakel de waarschuwingsknipperlichten
in.
2. Zorg dat het ventiel (op het wiel van de
lekke band) zich vlakbij de grond bevindt.
In die stand reiken de slangen (6) en (7)
van de bandenservicekit tot het ventiel en
kan de bandenservicekit recht op de
grond staan. Hierdoor bevindt de set zich
in de beste positie voor het inspuiten van
het afdichtingsmiddel in de lekke band en
het bedienen van de luchtpomp. Verplaats
de auto zo nodig om het ventiel in die
positie te brengen voordat u begint.3. Zet de versnellingsbak in de stand PARK
(automatische versnellingsbak) of in een
versnelling (handmatige versnellingsbak)
en zet het contact in de stand OFF.
4. Trek de handrem aan.
(B) Voorbereiding van het gebruik van band-
servicekit:
1. Druk de functieregelknop (5) in en draai
hem naar de stand voor de
afdichtingsfunctie.
2. Rol de afdichtingsslang (6) uit en verwij-
der de dop van de fitting aan het uiteinde
van de slang.
3. Zet de bandservicekit recht op de grond,
naast de lekke band.
4. Verwijder het dopje van het ventiel en
schroef de fitting aan het uiteinde van de
afdichtingsslang (6) op het ventiel.
5. Maak de stekker (8) los en steek de stek-
ker in de 12 Volt-aansluiting van de auto.
OPMERKING:
Verwijder geen voorwerpen (bijvoorbeeld
schroeven of spijkers) uit de band.
213
Page 216 of 352

(C) Afdichtingsmiddel uit de bandservicekit
in de lekke band spuiten:
• Start altijd de motor voordat u de bandser-
vicekit inschakelt.
OPMERKING:
Bij auto's met handmatige versnellingsbak
moet de handrem zijn aangetrokken en de
schakelhendel in de stand NEUTRAL staan.
• Nadat op de aan/uit-knop (4) wordt ge-
drukt, stroomt het afdichtingsmiddel (witte
vloeistof) van de fles (1) naar de afdich-
tingsslang (6) en in de band.
OPMERKING:
Het is mogelijk dat afdichtingsmiddel uit het
gaatje in de band lekt.
Als het afdichtingsmiddel (witte vloeistof) niet
binnen 0 tot 10 seconden door de slang (6)
stroomt:
1. Druk op de aan/uit-knop (4) om de band-
servicekit uit te schakelen. Maak de af-
dichtingsslang (6) los van het ventiel.
Zorg dat het ventiel schoon is. Sluit de
afdichtingsslang (6) weer aan op het ven-
tiel. Controleer of de functieregelknop (5)in de stand voor de afdichtingsfunctie
staat en niet in de stand voor de lucht-
functie. Druk op de aan/uit-knop (4) om
de bandservicekit in te schakelen.
2. Sluit de stekker (8) aan op een andere
12 Volt-aansluiting in uw auto of, indien
mogelijk, in een andere auto. Zorg dat de
motor draait voordat u de bandservicekit
inschakelt.
3. De fles (1) met afdichtingsmiddel is mo-
gelijk eerder gebruikt en daarom leeg.
Schakel hulp in.
OPMERKING:
Als de functieregelknop (5) in de stand voor
de luchtfunctie staat en de pomp in bedrijf
is, wordt lucht alleen via de luchtpompslang
(7) gedoseerd, niet via de afdichtingsslang
(6).
Als er afdichtingsmiddel (witte vloeistof) door
de afdichtingsslang (6) stroomt:
1. Laat de pomp werken totdat er geen af-
dichtingsmiddel meer door de slang
stroomt (dit duurt meestal 30 tot 70 se-
conden). Terwijl het afdichtingsmiddel
door de afdichtingsslang (6) stroomt, kande drukmeter (3) een waarde tot 4,8 bar
(70 psi) aangeven. De waarde van de
drukmeter (3) neemt snel af van ongeveer
4,8 bar (70 psi) tot de werkelijke banden-
spanning wanneer de fles met afdich-
tingsmiddel (1) leeg is.
2. Als de fles met afdichtingsmiddel (1) leeg
is, begint de pomp onmiddellijk met het
inspuiten van lucht in de band. Laat de
pomp werken en vul de band totdat de
bandenspanning is bereikt die op de stic-
ker op de B-stijl aan de bestuurderszijde
is vermeld (aanbevolen bandenspanning).
Controleer de bandenspanning op de
drukmeter (3).
Als de band niet binnen 15 minuten wordt ge-
vuld tot een druk van ten minste 1,8 bar
(26 psi):
• De schade aan de band is te groot. Probeer
niet door te rijden. Schakel hulp in.
OPMERKING:
Druk, als de band een te hoge spanning
heeft, op de knop Deflation (leeglopen) om
de bandenspanning te verminderen tot de
voorgeschreven bandenspanning voordat u
verder gaat.
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
214