Page 57 of 352

Klembeveiliging
Deze functie zorgt ervoor dat obstakels in de
opening van het zonnedak worden gedetec-
teerd bij gebruik van de functie Snel sluiten.
Als een obstakel in de baan van het zonnedak
wordt gedetecteerd, trekt het zonnedak zich
automatisch terug. Verwijder het obstakel als
dit gebeurt. Druk vervolgens de schakelaar
kort naar voren om het zonnedak snel te
sluiten.
OPMERKING:
Wanneer drie opeenvolgende pogingen om
het zonnedak te sluiten zijn onderbroken door
de obstakeldetectie, wordt de vierde poging
uitgevoerd als een handmatige sluiting met
uitgeschakelde klembeveiliging.
WAARSCHUWING!
• Laat kinderen niet spelen met het zon-
nedak. Laat nooit kinderen zonder toe-
zicht in een auto achter of in de buurt
van een auto die niet is afgesloten. Laat
de sleutelhouder niet achter in of in de
buurt van het voertuig en laat het con-
tact van voertuigen met Keyless Enter-
N-Go niet in de modus ACC of ON/RUN
staan. Inzittenden, en vooral kinderen
zonder toezicht, kunnen bekneld raken
in de opening van het elektrisch bedien-
bare zonnedak wanneer ze de schake-
laars voor het elektrisch bedienbare zon-
nedak bedienen. Een dergelijke
beknelling kan ernstig of zelfs dodelijk
letsel tot gevolg hebben.
• In geval van een aanrijding is het risico
om uit een voertuig geslingerd te worden
groter wanneer het zonnedak geopend
is. U kunt ernstig of zelfs dodelijk ge-
wond raken. Maak altijd uw veiligheids-
gordel op de juiste wijze vast en contro-
leer of alle passagiers dit ook gedaan
hebben.
WAARSCHUWING!
• Sta niet toe dat kleine kinderen het zon-
nedak bedienen. Steek nooit uw vingers,
andere lichaamsdelen of voorwerpen
door het zonnedak naar buiten. Anders
bestaat er kans op letsel.
Onderhoud van zonnedak
Gebruik voor het reinigen van het glaspaneel
uitsluitend niet-schurende schoonmaakmid-
delen en een zachte doek.
MOTORKAP
De motorkap openen
Voor het openen van de motorkap moeten
twee vergrendelingen worden vrijgezet.
1. Trek aan de motorkaphendel aan de be-
stuurderszijde onder het
instrumentenpaneel.
55
Page 58 of 352

2. Stap uit en trek de veiligheidsgrendel naar
voren (naar u toe). De veiligheidsgrendel
bevindt zich achter de voorste rand van de
motorkap, iets rechts van het midden.De motorkap sluiten
WAARSCHUWING!
Controleer voordat u gaat rijden of de mo-
torkap goed vergrendeld is. Als de motor-
kap niet volledig vergrendeld is, kan hij
opklappen tijdens rijden, waardoor uw
zicht wordt belemmerd. Als u deze waar-
schuwing niet opvolgt, kan dit ernstig en
zelfs dodelijk letsel tot gevolg hebben.
LET OP!
Om beschadigingen te voorkomen mag u
de motorkap niet hard dichtslaan. Laat de
motorkap zakken tot ongeveer 30 cm
(12 inch) en laat vervolgens de motorkap
vallen om hem te sluiten. Zorg ervoor dat
de motorkap helemaal gesloten is voor
beide vergrendelingen. Rijd nooit met de
auto wanneer motorkap niet volledig is
gesloten, waarbij beide vergrendelingen in
de gesloten stand zitten.
ACHTERKLEP
Openen
Achterklep ontgrendelen/openen
De elektrisch bediende achterklep kan wor-
den geopend door de elektronische ontgren-
deling van de achterklep in te drukken (raad-
pleeg de paragraaf "Keyless Enter-N-Go —
Passive Entry" in het hoofdstuk "Uw voertuig
leren kennen") of door op de achterkleptoets
op de sleutelhouder te drukken. Druk twee-
maal binnen vijf seconden op de achterklep-
toets op de sleutelhouder om de elektrisch
bediende achterklep te openen. Nadat de
achterklep is geopend, kunt u deze sluiten
door nogmaals binnen vijf seconden twee
keer op de knop te drukken.
Locatie van de veiligheidsvergrendeling
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
56
Page 59 of 352

De elektrisch bediende achterklep kan ook
worden geopend en gesloten door de achter-
kleptoets op de dakconsole vóór in te druk-
ken. Als de achterklep volledig is geopend,
kunt u de achterklep sluiten door op de ach-
terkleptoets te drukken in het bekledings-
paneel linksachter, vlakbij de opening van de
achterklep. Als de achterklep beweegt, kan
de beweging worden omgekeerd met de ach-
terkleptoets in het bekledingspaneel links-
achter.
De ontgrendelfunctie voor de achterklep van
Passive Entry is ingebouwd in de elektroni-
sche ontgrendeling van de achterklep. Met
een geldige sleutelhouder met Passive Entry
binnen 1,5 m (5 ft) van de achterklep drukt u
op de elektronische ontgrendeling van de
achterklep om deze in één vloeiende bewe-
ging te openen. Druk tweemaal binnen vijf
seconden op de achterkleptoets op de sleu-
telhouder om de achterklep te ontgrendelen.
Sluiten
Pak de handgreep van de achterklep en doe
de achterklep naar beneden. Laat de hendel
los wanneer de achterklep het sluiten over-
neemt.
Achterklep vergrendelen
Met een geldige sleutelhouder met Passive
Entry wordt het voertuig binnen een straal
van 1,5 m (5 ft) van de achterklep vergren-deld, door op de vergrendeltoets Keyless
Enter-N-Go —Passive Entry te drukken, die
zich links van de buitenhandgreep bevindt.
De elektrisch bediende achterklep kan wor-
den gesloten door op de knop in de bovenbe-
kleding links in de opening van de achterklep
te drukken. Door op de knop te drukken,
wordt alleen de achterklep gesloten. Met
deze toets kan de achterklep niet worden
geopend.
Achterklep openen
Schakelaar elektrisch bediende
achterklep
57
Page 60 of 352
OPMERKING:
De ontgrendelfunctie voor de achterklep is
ingebouwd in de elektronische ontgrendeling
van de achterklep.
BOORDAPPARATUUR
Voedingsuitgangen
In het voertuig zijn drie aansluitcontacten
van 12 volt aanwezig.Het 12 volt-aansluitcontact voorin bevindt
zich onder de klimaatregelknoppen in het
mediacenter, en levert voeding wanneer de
contactschakelaar in de stand ON/RUN
staat. Het aansluitcontact kan worden ge-
bruikt voor een conventionele sigarettenaan-
steker of voor de voeding van accessoires die
zijn ontworpen voor het gebruik met een
adapter voor een standaard voedingsuitgang.De 12 volt-voeding voor het aansluitcontact
in de middenconsole wordt rechtstreeks door
de accu geleverd. Dit contact levert daarom
altijd voedingsspanning. Accessoires die op
dit contact worden aangesloten, kunnen de
accu ontladen en/of het starten van de motor
onmogelijk maken.
Aansluitcontact voorin
Elektrisch aansluitcontact middenconsole
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
58
Page 61 of 352

Er is ook een 12 volt-aansluitcontact in de
bagageruimte van het voertuig. De voeding
van dit aansluitcontact wordt rechtstreeks
door de accu geleverd. Dit contact levert
daarom altijd voedingsspanning. Accessoires
die op dit aansluitcontact worden aangeslo-
ten, kunnen de accu ontladen en/of het star-
ten van de motor onmogelijk maken.
OPMERKING:
• Zorg ervoor dat het maximumvermogen van
160 watt (13 amp) bij 12 volt niet wordt
overschreden. Als het vermogen van
160 Watt (13 amp) wordt overschreden zal
de zekering, die het systeem beveiligt, ver-
vangen moeten worden.• De aansluitcontacten zijn uitsluitend be-
doeld voor accessoirestekkers. Steek geen
voorwerpen in de aansluiting, om te voorko-
men dat de contacten worden beschadigd
en de zekering doorbrandt. Bij verkeerd
gebruik van het elektrische aansluitcontact
kan schade worden veroorzaakt die niet
door de beperkte garantie van een nieuw
voertuig wordt gedekt.
• Het aansluitcontact in de bagageruimte
kan worden geschakeld naar continue "ac-
cuvoeding" door de zekering voor aansluit-
contacten in het paneel rechtsachter in het
zekeringenpaneel te verplaatsen.
Aansluitcontact laadruimte achterin
59
Page 62 of 352
Locaties van zekeringen voor aansluitcontacten
1 — F75 zekering 20 A geel aansluitcontact voorin / sigarettenaansteker opbergruimte console
2 — F81 zekering 20 A geel aansluitcontact achterin (altijd gevoed door accu)
3 — F91 zekering 20 A geel aansluitcontact achterin (gevoed als de contactschakelaar in de stand ON of ACC staat)
4 — F60 zekering 20 A geel aansluitcontact middenconsole
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
60
Page 63 of 352

SpanningsomvormerAchteraan op de middenconsole vindt u een
aansluitcontact van de spanningsomvormer
van 115 volt of 230 volt, 150 watt. Deze
aansluiting kan mobiele telefoons, elektroni-
sche apparaten en andere laagspanningsap-
paraten tot 150 Watt van spanning voorzien.
De spanningsomvormer is uitgerust met een
ingebouwde beveiliging tegen overbelasting.
Als het maximum vermogen van 150 Watt
wordt overschreden, schakelt de spannings-
omvormer automatisch uit. Zodra het elektri-
sche apparaat is losgekoppeld van de aan-
sluiting, schakelt de spanningsomvormer
automatisch weer in.
Als het vermogen hoger is geworden dan ca.
170 Watt, is het mogelijk dat de spannings-
omvormer handmatig moet worden gereset.
Koppel het apparaat los en sluit het weer aanom de omvormer handmatig te resetten. Con-
troleer om overbelasting te voorkomen het
vermogen op de elektrische apparaten voor-
dat u deze op de omvormer aansluit.
WAARSCHUWING!
Ter voorkoming van ernstig of zelfs dode-
lijk letsel:
• steek geen voorwerpen in de elektrische
aansluitingen
• raak de aansluitcontacten niet aan met
natte handen
Sluit het deksel indien niet in gebruik.
Onjuist gebruik van dit aansluitcontact
kan leiden tot een elektrische schok en
storing.
Spanningsomvormer
61
Page 64 of 352