KLIMAATREGELING..........42
Overzicht handmatige klimaatregeling met
touchscreen..................42
Functies van de klimaatregeling......49
Automatische temperatuurregeling (ATC) —
Indien aanwezig................49
Aanwijzingen voor de bediening......50
RAMEN....................51
Bedieningselementen voor de elektrische
raambediening.................51Automatische sluitfunctie met
klembeveiliging................52
Automatische sluitfunctie resetten....52
Raamblokkeerschakelaar..........53
ELEKTRISCH ZONNEDAK......53
Openen.....................53
Sluiten.....................54
Windgeruis...................54
Elektrisch bediende zonwering.......54
Klembeveiliging................55
Onderhoud van zonnedak..........55
MOTORKAP.................55
De motorkap openen.............55
De motorkap sluiten.............56
ACHTERKLEP...............56
Openen.....................56
Sluiten.....................57
BOORDAPPARATUUR.........58
Voedingsuitgangen..............58
Spanningsomvormer.............61
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
16
WAARSCHUWING!
• Personen die geen pijn op de huid kun-
nen voelen als gevolg van ouderdom,
chronische ziekte, diabetes, rugletsel,
medicatie, alcoholgebruik, uitputting of
een andere lichamelijke conditie, moe-
ten voorzichtig zijn bij het gebruik van
de stuurverwarming. Deze kan zelfs bij
lage temperaturen brandwonden veroor-
zaken, met name als de verwarming
langdurig wordt gebruikt.
• Plaats geen voorwerpen op het stuur die
warmte-isolerend werken, zoals een de-
ken of stuurhoes. Hierdoor kan de stuur-
verwarming oververhit raken.
SPIEGELS
Elektrisch inklapbare spiegels — indien
aanwezig
De schakelaar voor de elektrisch inklapbare
spiegels (indien aanwezig) bevindt zich tus-
sen de spiegelschakelaars L (links) en R
(rechts). Druk eenmaal op de schakelaar om
de spiegels in te klappen en druk nogmaals
op de schakelaar om de spiegels naar de
normale rijstand terug te klappen.
OPMERKING:
Als de rijsnelheid hoger is dan 16 km/u
(10 mph), is de inklapfunctie van de spiegels
uitgeschakeld.
Als de spiegels zich in de ingeklapte stand
bevinden en de snelheid van het voertuig is
gelijk aan of hoger dan 16 km/u (10 mph),wor-
den ze automatisch uitgeklapt.
De elektrisch inklapbare buitenspiegels reset-
ten
Om de elektrisch inklapbare spiegels te reset-
ten: klap ze in en uit door op de knop te
drukken (dit moet mogelijk worden her-
haald). Hierdoor worden ze in hun normale
stand teruggezet.
Verwarmde buitenspiegels — indien
aanwezig
Deze buitenspiegels worden ver-
warmd om ijs te ontdooien. Deze
functie wordt geactiveerd wanneer u
de achterruitverwarming inschakelt. Raad-
pleeg de paragraaf "Klimaatregeling" in dit
hoofdstuk voor meer informatie.
35
desbetreffende portier kan worden geopend
en gesloten. De raambediening werkt alleen
als de contactschakelaar in de stand ACC of
ON/RUN staat.
WAARSCHUWING!
Laat kinderen nooit zonder toezicht in een
auto achter en zorg dat kinderen niet met
de elektrisch bedienbare ramen spelen.
Laat de sleutelhouder niet achter in of in
de buurt van de auto (of op een voor
kinderen bereikbare plaats) en laat het
contact van een voertuig met Keyless
Enter-N-Go niet in de stand ACC of ON/
RUN staan. Inzittenden, en vooral kinde-
ren zonder toezicht, kunnen bekneld raken
in de raamopeningen wanneer ze de scha-
kelaars voor elektrische raambediening
bedienen. Een dergelijke beknelling kan
ernstig of zelfs dodelijk letsel tot gevolg
hebben.
Automatische sluitfunctie met
klembeveiliging
OPMERKING:
• Als het raam tijdens het automatisch slui-
ten op een obstakel stuit, wordt de bewe-
gingsrichting omgekeerd en wordt het raam
weer volledig geopend. Verwijder in dat
geval het obstakel en trek nogmaals aan de
schakelaar om het raam te sluiten.
• Tijdens het automatisch sluiten kunnen
schokken vanwege een slecht wegdek de
automatische omkeringsfunctie tijdens het
sluiten onverwachts activeren. Als dat ge-
beurt, trekt u de schakelaar iets omhoog en
houdt u de schakelaar vast om het raam
handmatig te sluiten.
WAARSCHUWING!
De obstakeldetectie wordt uitgeschakeld
wanneer het raam bijna gesloten is. Om
persoonlijk letsel te voorkomen, moet u
zorgen dat er geen armen, handen, vingers
en voorwerpen zich in het pad van het naar
boven bewegende raam bevinden voordat
het gesloten wordt.
Automatische sluitfunctie resetten
Als de automatische sluitfunctie niet meer
werkt, moet de functie mogelijk worden gere-
set. De automatische sluitfunctie resetten:
1. Trek de raambedieningschakelaar om-
hoog tot het raam volledig gesloten is en
houd de schakelaar vervolgens nog twee
seconden langer vast.
2. Druk de raambedieningsschakelaar goed
in om het raam helemaal te openen en
houd de schakelaar nog twee seconden
langer ingedrukt als het raam helemaal
open is.
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
52
SpanningsomvormerAchteraan op de middenconsole vindt u een
aansluitcontact van de spanningsomvormer
van 115 volt of 230 volt, 150 watt. Deze
aansluiting kan mobiele telefoons, elektroni-
sche apparaten en andere laagspanningsap-
paraten tot 150 Watt van spanning voorzien.
De spanningsomvormer is uitgerust met een
ingebouwde beveiliging tegen overbelasting.
Als het maximum vermogen van 150 Watt
wordt overschreden, schakelt de spannings-
omvormer automatisch uit. Zodra het elektri-
sche apparaat is losgekoppeld van de aan-
sluiting, schakelt de spanningsomvormer
automatisch weer in.
Als het vermogen hoger is geworden dan ca.
170 Watt, is het mogelijk dat de spannings-
omvormer handmatig moet worden gereset.
Koppel het apparaat los en sluit het weer aanom de omvormer handmatig te resetten. Con-
troleer om overbelasting te voorkomen het
vermogen op de elektrische apparaten voor-
dat u deze op de omvormer aansluit.
WAARSCHUWING!
Ter voorkoming van ernstig of zelfs dode-
lijk letsel:
• steek geen voorwerpen in de elektrische
aansluitingen
• raak de aansluitcontacten niet aan met
natte handen
Sluit het deksel indien niet in gebruik.
Onjuist gebruik van dit aansluitcontact
kan leiden tot een elektrische schok en
storing.
Spanningsomvormer
61
• Druk op de toetsOKvoor toegang tot en
selectie op de informatieschermen of sub-
menuschermen van een hoofdmenu. Houd
de toetsOKgedurende twee seconden inge-
drukt om weergegeven/geselecteerde func-
ties te resetten waarvoor dat mogelijk is.
Selecteerbare items op display in
instrumentengroep
Het display in de instrumentengroep kan wor-
den gebruikt voor weergave van de volgende
menu-items:
Speedometer (snel-
heidsmeter)Stop/Start
Vehicle Info (voer-
tuiginformatie)Audio
Bestuurderhulp Messages (berichten)
Brandstofverbruik Screen Setup (scherm
instellen)
Dagteller Schakelindicator
(GSI)
OPMERKING:
Afhankelijk van de voertuigopties kunnen de
functie-instellingen variëren. Raadpleeg de
paragraaf "Display in de instrumentengroep"
in het hoofdstuk "Uw Instrumentenpaneel
leren kennen" in het instructieboekje voor
meer informatie.
WAARSCHUWINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
De waarschuwings-/controlelampjes in het
instrumentenpaneel worden indien van toe-
passing samen met een speciale melding
en/of geluidssignaal weergegeven. Dit zijn
slechts indicaties en waarschuwingen die
niet mogen worden beschouwd als volledig
en/of alternatief voor de informatie in het
instructieboekje, die u in alle gevallen aan-
dachtig dient te lezen. Raadpleeg altijd de
informatie in dit hoofdstuk in het geval van
een storingsaanduiding. Alle actieve verklik-
kerlampjes worden indien van toepassing
eerst weergegeven. Het systeemcontrole-
menu kan er anders uitzien op basis vanuitrusting en opties en de huidige status van
het voertuig. Sommige verklikkerlampjes zijn
optioneel en worden mogelijk niet weergege-
ven.
Rode waarschuwingslampjes
— Waarschuwingslampje voor de vei-
ligheidsgordels
Dit lampje geeft aan dat de veiligheidsgordel
van de bestuurder of passagier niet is vastge-
maakt. Wanneer het contact de eerste keer in
de stand ON/RUN of ACC/ON/RUN wordt
gezet en als de veiligheidsgordel van de be-
stuurder is losgegespt, klinkt er een geluids-
signaal en gaat het lampje aan. Als tijdens
het rijden de veiligheidsgordel van de be-
stuurder of de voorpassagier niet is vastge-
gespt, gaat het waarschuwingslampje voor de
veiligheidsgordels branden of knipperen en
klinkt er een geluidssignaal. Raadpleeg de
paragraaf "Beveiligingssystemen voor inzit-
tenden" in het hoofdstuk "Veiligheid" voor
meer informatie.
65
• De accuvoeding afsluiten naar de:
– Motor
– Elektromotor (indien aanwezig)
– Elektrische stuurbekrachtiging
– Rembekrachtiging
– Elektrische parkeerrem
– Automatische schakelhendel
– Claxon
– Ruitenwissers vóór
– Koplampsproeierpomp
OPMERKING:
Vergeet niet om na een ongeval het contact in
de stand STOP (OFF/LOCK) te zetten en de
sleutel uit de contactschakelaar te verwijde-
ren om te voorkomen dat de accu leegloopt.
Controleer zorgvuldig de auto op brandstof-
lekkage in de motorruimte en op de grond in
de buurt van de motorruimte en de brandstof-
tank voordat u het systeem reset en de motor
te star. Als er na een ongeval geen brandstof-
lekkage of schade aan de elektrische appara-
ten van het voertuig (bijv. koplampen) is,
reset u het systeem door de hierna beschre-
ven procedure te volgen.Resetprocedure uitgebreid ongelukkenres-
ponssysteem
Om de functies van het uitgebreide ongeluk-
kenresponssysteem na een incident te reset-
ten, moet u de contactschakelaar van de
stand contact START of ON/RUN in de stand
contact OFF zetten. Controleer zorgvuldig de
auto op brandstoflekkage in de motorruimte
en op de grond in de buurt van de motor-
ruimte en de brandstoftank voordat u het
systeem reset en de motor te star.
Onderhoud van het airbagsysteem
WAARSCHUWING!
• Wijzigingen aan onderdelen van het air-
bagsysteem kunnen tot gevolg hebben
dat het systeem bij een aanrijding niet
functioneert. U kunt letsel oplopen door-
dat de airbag niet werkt en u niet be-
schermt. Breng geen wijzigingen aan de
onderdelen of bedrading aan en plak
nooit badges of stickers op het afdekpa-
neel op het stuur of aan de rechterbo-
venzijde van het instrumentenpaneel.
Breng geen wijzigingen aan in de voor-
WAARSCHUWING!
bumper of de carrosseriestructuur en
monteer geen treden of treeplanken.
• Het is gevaarlijk zelf onderdelen van het
airbagsysteem te repareren. Waarschuw
iedereen die aan uw auto werkt dat de
auto is uitgerust met een airbagsysteem.
• Probeer geen onderdelen van het airbag-
systeem te wijzigen. De airbag kan per
ongeluk worden opgeblazen of werkt mo-
gelijk niet goed meer als deze is gewij-
zigd. Breng de auto naar een erkende
dealer voor onderhoud aan het airbag-
systeem. Breng de auto naar een er-
kende dealer als onderhoud nodig is aan
de autostoel, waaronder het afdekpaneel
en het kussen (ook voor het verwijderen
of losdraaien/aantrekken van stoelbou-
ten). Er mogen uitsluitend door de fabri-
kant goedgekeurde stoelaccessoires
worden gebruikt. Neem contact op met
een erkende dealer als het airbagsys-
teem moet worden aangepast aan perso-
nen met een handicap.
VEILIGHEID
120
GEPLAND ONDERHOUD
Gepland onderhoud — benzinemotor
De geplande onderhoudsbeurten in deze
handleiding moeten op de aangeduide tijd-
stippen of kilometerstanden worden uitge-
voerd om uw garantie te behouden en opti-
male betrouwbaarheid en prestaties van het
voertuig te garanderen. Bij veeleisend ge-
bruik, bijvoorbeeld door het rijden in stoffige
omgevingen of veel korte ritten, is mogelijk
meer onderhoud vereist. Laat ook telkens
inspectie en onderhoud uitvoeren wanneer u
een defect vermoedt.
De indicator voor olieverversing herinnert u
eraan dat uw auto een onderhoudsbeurt no-
dig heeft.
De melding "Oil Change Required" (olie ver-
versen) wordt weergegeven op het display in
de instrumentengroep en er klinkt een ge-
luidssignaal om aan te geven dat de olie
ververst moet worden.Het bericht voor olieverversing wordt telkens
ongeveer 11.200 km (7000 mijl) na de laat-
ste olieverversing weergegeven. Laat het on-
derhoud zo snel mogelijk, binnen 800 km
(500 mijl), uitvoeren.
OPMERKING:
• Het systeem houdt geen rekening met de
tijd die is verstreken sinds de laatste olie-
verversing. Ververs de olie van uw voertuig
wanneer de laatste verversingsbeurt langer
dan 12 maanden geleden is, ook wanneer
het bericht voor olieverversing NIET wordt
weergegeven.
• Ververs de olie van uw auto vaker als u de
auto gedurende langere tijd gebruikt als
terreinwagen.
• Onder geen beding mogen de intervalter-
mijnen voor olieverversing groter zijn dan
12.000 km (7500 mijl) of 12 maanden,
afhankelijk van wat eerst komt.
De erkende dealer reset de indicator voor
olieverversing nadat de geplande olieverver-
sing is uitgevoerd. Als deze geplande olie-
beurt wordt uitgevoerd door iemand anders
dan uw erkende dealer, kan het bericht wor-
den gereset door de stappen te volgen zoalsbeschreven in de paragraaf "Display in de
instrumentengroep" in het hoofdstuk "Uw in-
strumentenpaneel leren kennen" voor meer
informatie.
Eenmaal per maand of voor een lange rit
• Oliepeil controleren.
• Niveau van de ruitensproeiervloeistof con-
troleren.
• Controleer de bandenspanning en let op
ongewone slijtage of beschadigingen. Rou-
leer banden bij de eerste tekenen van on-
gelijkmatige slijtage, zelfs voordat de indi-
cator voor olie verversen gaat branden.
• Controleer de vloeistofniveaus van het koel-
vloeistofreservoir en de hoofdremcilinder
en vul indien nodig vloeistof bij.
• De werking van alle lampen binnen en
buiten controleren.
Bij elke olieverversing
• Olie verversen en filter vervangen.
• Banden rouleren.Rouleer de banden bij de
eerste tekenen van ongelijkmatige slijtage,
zelfs voordat de indicator voor olie verversen
gaat branden.
SERVICE EN ONDERHOUD
228
4. Druk op de toets Phone en zeg "Send"
(verzenden).
VOORAF GEDEFINIEERDE SMS-ANTWOORDEN
VOOR SPRAAKHERKENNING
Yes (ja).Stuck in traf-
fic (Sta in de
file).See you later
(Tot straks).
No (nee).Start without
me. (Begin
maar zonder
mij).I'll be late (Ik
kom later).
Okay (OK).Where are
you? (Waar
ben je?)I will be <5,
10, 15, ...
etc. > mi-
nutes late (Ik
kom
minuten la-
ter). Call me (Bel
me).Are you there
yet? (Ben je
er al?)
I'll call you
later (Ik bel
je straks).I need direc-
tions (Ik heb
aanwijzingen
nodig).See you in
<5, 10,
15,...etc.>
minutes (Tot
over
minuten). I'm on my
way (Ik ben
onderweg).Can't talk
right now (Ik
kan nu niet
spreken). I'm lost (Ik
ben ver-
dwaald).Thanks (Be-
dankt).
OPMERKING:
Om te kunnen beschikken over de functie
voor het voorlezen van SMS-berichten, moet
de optie voor SMS-meldingen op de telefoon
zijn ingeschakeld; deze optie is gewoonlijk
beschikbaar op de telefoon in het menu voor
Bluetooth-verbindingen voor een apparaat
dat is geregistreerd als Uconnect. Nadat deze
functie is ingeschakeld op de mobiele tele-
foon, moet de telefoon worden losgekoppeld
van en weer worden gekoppeld aan het
Uconnect systeem om de functie te active-
ren.
Handige tips en veelgestelde vragen voor
het verbeteren van de Bluetooth-
prestaties met uw Uconnect systeem
Mobiele telefoon kan niet opnieuw verbinden
met systeem na het koppelen:
• Stel de mobiele telefoon in om automatisch
te verbinden of als vertrouwd apparaat in de
Bluetooth-instellingen van de mobiele tele-
foon (Blackberry-apparaten).• Herstel de fabrieksinstellingen van uw mo-
biele telefoon. Raadpleeg de fabrikant van
uw mobiele telefoon of uw mobiele provider
voor instructies.
• Veel mobiele telefoons maken niet automa-
tisch opnieuw verbinding na opnieuw te
worden opgestart (harde start). Uw mobiele
telefoon kan nog steeds handmatig worden
verbonden. Sluit alle toepassingen die mo-
gelijk actief zijn (raadpleeg de instructies
van de fabrikant van de mobiele telefoon)
en volg "Uw mobiele telefoon koppelen
(draadloos verbinden) aan het Uconnect
systeem".
Mobiele telefoon kan niet worden gekoppeld
aan het systeem:
• Voer een harde reset van de mobiele tele-
foon uit door de batterij te verwijderen
(indien verwijderbaar — zie de gebruikers-
handleiding van uw mobiele telefoon).
• Verwijder de koppelingsgeschiedenis van
de mobiele telefoon en het Uconnect sys-
teem; meestal vindt u deze in de Bluetooth-
verbindingsinstellingen van de telefoon.
MULTIMEDIA
310