• U kunt de vertragingstijd van de koplampen
programmeren met het Uconnect systeem,
raadpleeg de paragraaf "Instellingen van
Uconnect" in het hoofdstuk "Multimedia" in
het instructieboekje voor meer informatie.
Mistlampen vóór en mistachterlichten —
indien aanwezig
De schakelaars voor de mistlampen zijn geïn-
tegreerd in de koplampschakelaar.
Om de mistlampen vóór in te schakelen
drukt u op de bovenste helft van de koplamp-
schakelaar. Om de mistlampen vóór uit te
schakelen drukt u een tweede keer op de
bovenste helft van de koplampschakelaar.
Om de mistlampen achter in te schake-
len drukt u op de onderste helft van de
koplampschakelaar. Om de mistlampen ach-
ter uit te schakelen drukt u een tweede keer
op de onderste helft van de koplampschake-
laar.OPMERKING:
Om de mistlampen achter in te schakelen
moeten de dimlichten of de mistlampen vóór
aan zijn.
Wanneer de mistlampen zijn ingeschakeld,
brandt een indicatielampje in de instrumen-
tengroep branden.
Richtingaanwijzers
Beweeg de multifunctionele hendel op
of neer om te controleren of de pijlen
aan beide zijden op het display in de
instrumentengroep gaan knipperen, wat
betekent dat de richtingaanwijzers voor en
achter naar behoren werken.
OPMERKING:
• Als een van de lampjes blijft branden en
niet knippert, of als een van de lampjes
zeer snel knippert, controleer dan aan de
buitenzijde van de auto of een lamp defect
is. Wanneer een van de richtingaanwijzers
niet gaat branden wanneer u de hendel
beweegt, is waarschijnlijk de desbetref-
fende lamp defect.• Wanneer de daglichtlampen zijn ingescha-
keld en een richtingaanwijzer is geacti-
veerd, wordt de daglichtlamp aan de zijde
van de knipperende richtingaanwijzer uit-
geschakeld. De daglichtlamp gaat weer aan
wanneer de richtingaanwijzer wordt
uitgeschakeld.
Lane Change Assist
Tik de hendel eenmaal omhoog of omlaag
zonder hem in de klikstand te duwen; de
richtingaanwijzer (rechts of links) knippert
dan driemaal. Deze gaat vervolgens automa-
tisch uit.
Automatische hoogteverstelling
koplampen — alleen voor
hogedrukontladingslampen (HID)
Deze functie zorgt ervoor dat het grootlicht
tegenliggers niet verblindt. Door de automa-
tische hoogteverstelling van de koplampen
wordt de hoogte van het grootlicht aangepast
aan de hellingshoek van de auto.
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
38
Media
Uconnect biedt aansluitmogelijkheden via
USB, SD, Bluetooth en AUX-poorten (indien
aanwezig). Spraakbediening is alleen be-
schikbaar voor aangesloten USB- en iPod-
apparaten. (De cd-speler met afstandsbedie-
ning is optioneel en niet beschikbaar bij alle
auto's.)
Druk op de toets VR
. Zeg na de piep-
toon een van de volgende commando's en
volg de aanwijzingen om uw mediabron te
wisselen of een artiest te kiezen.
•"Change source toBluetooth" (wijzig bron in
Bluetooth)
•"Change source toiPod" (wijzig bron in iPod)
•"Change source toUSB" (wijzig bron in
USB)
•"Play artistBeethoven" (speel artiest Beet-
hoven); "Play albumGreatest Hits" (speel
album Greatest Hits); "Play songMoonlight
Sonata" (speel nummer Moonlight Sonata);
"Play genreClassical" (speel genre klassiek)TIP:Kies de schermtoets "Browse" (blade-
ren) om alle muziek op uw iPod- of USB-
apparaat te bekijken. Uw spraakcommando
moetexactovereenkomen met hoe de artiest,
het album, het nummer en het genre worden
weergegeven.Uconnect 3 Radio
Uconnect 3C/3C NAV Radio
Uconnect 3 Media
MULTIMEDIA
314