Page 25 of 328

23
BERLINGO-2-VU_NL_CHAP03_PRET-A-PARTIR_ED01-2015
Praktische informatie
bij het vervoer van lange voorwerpen
kan met de rechter achterdeur
geopend worden gereden. De linker
achterdeur wordt gesloten gehouden
door de duidelijk zichtbare gele
vergrendeling in de deurstijl. Deze
gesloten deur mag niet worden
gebruikt om lading op zijn plaats te
houden.
r
ijd alleen met een geopende deur
als het niet anders kan.
r especteer de
wettelijke veiligheidsvoorschriften om
medeweggebruikers op de uítstekende
belading te attenderen.
ACHTERDEUREN
V
an buitenaf
trek aan de hendel om de rechterdeur
te openen.
s
luit om de achterdeuren te sluiten
eerst de rechterdeur en vervolgens de
linkerdeur.
trek om de achterdeuren te openen de
handgreep naar u toe. De twee achterdeuren zijn
asymmetrisch (2/3
- 1/3), met de kleine
deur rechts.
Ze zijn voorzien van een centraal slot.
b
ij uitvoeringen met achterklep is
de achterbumper versterkt en kan
deze als opstap worden gebruikt.
Let op: als er een aanhanger op
de trekhaakkogel is bevestigd
kunnen de achterdeuren mogelijk
niet geopend worden en moet u
de aanhanger losmaken.
toegang tot de auto
VoorDAt u GAAt rIjDen
3
Page 26 of 328
24
BERLINGO-2-VU_NL_CHAP03_PRET-A-PARTIR_ED01-2015
Van binnenuit
trek deze handgreep, indien
aanwezig, naar u toe om de linkerdeur
te openen.
Openen tot ongeveer 180°
De deurvangers maken het mogelijk
de achterdeuren met een hoek van
ongeveer 90° tot 180° te openen.
trek als de deur is geopend aan de
gele hendel.
b
ij het sluiten van de deur komt
de deurvanger automatisch in zijn
oorspronkelijke stand terug.
b
ij het parkeren
van de auto met de
achterdeuren 90°
geopend, bedekken
de deuren de
achterlichten. Gebruik
een gevarendriehoek of
een andere signalering
die door de regelgeving
en wetten van uw land
voorgeschreven is om
andere weggebruikers,
die in dezelfde richting
rijden en niet opmerken
dat u stilstaat, te
waarschuwen.
toegang tot de auto
Page 27 of 328

25
BERLINGO-2-VU_NL_CHAP03_PRET-A-PARTIR_ED01-2015
DAkkLEP
Steunstang
u heeft de beschikking over een
steunstang voor het vervoer van lange
stukken na het openen van de dakklep.
k
lap de steunstang neer door de
hendel omhoog te zetten.
b
reng het uiteinde van de stang naar
de achterdeursponning.
Houd de te vervoeren lange
voorwerpen met één hand vast, til
ze op en zet met de andere hand de
steunstang terug.
c
ontroleer of deze goed is vergrendeld
door de handgreep naar beneden te
duwen tot voorbij het zware punt en zet
de lading stevig vast. De achterbumpers zijn versterkt
voor het gebruik als treeplank bij
het instappen in de laadruimte.
Ga nooit rijden als de steunstang
niet op zijn plaats zit.
De steunen opzij kunnen worden
gebruikt als bevestigingspunten.
-
laat het zwarte hendeltje zakken
om de dakklep te vergrendelen.
Door de dakklep te vergrendelen, wordt
deze goed op het rubber geplaatst
waardoor een juiste afdichting, zonder
bijgeluiden, is gegarandeerd.
s
luiten van de dakklep:
-
controleer of de steunstang goed is
vergrendeld,
-
laat de dakklep zakken,
-
pak, terwijl u de dakklep naar
beneden duwt, de twee ringen van
de veer vast en zet de haak op zijn
plaats,
Deze dakklep achter is alleen mogelijk
bij uitvoeringen met achterdeuren.
o
penen van de dakklep:
-
til het zwarte hendeltje van de kap
omhoog,
-
duw de dakklep voorzichtig naar
beneden en maak de haak los,
-
trek de dakklep omhoog,
-
open de dakklep tot voorbij het
zware punt om hem te blokkeren
met de steunen.
Ga nooit rijden als de steunen niet
geplaatst zijn.
b
evestig de belading nooit aan de
dakklep.
De achterdeuren kunnen alleen
worden vergrendeld als de steunstang
is geplaatst.
Let bij het rijden met geopende girafon op
wegen met een beperkte doorrijhoogte.
Laat geen belading tegen de
achterdeuren rusten.
r
especteer de wettelijke voorschriften
om medeweggebruikers op de
uítstekende belading te attenderen.
b
eperk het gebruik van de dakklep tot
korte afstanden.
toegang tot de auto
VoorDAt u GAAt rIjDen
3
Page 28 of 328
26
BERLINGO-2-VU_NL_CHAP03_PRET-A-PARTIR_ED01-2015
ACHTERkLEP
Openen
Van binnenuit
(noodbediening)
Hiermee kan bij een eventuele storing
in de centrale vergrendeling de
achterklep van binnenuit ontgrendeld
worden.
s
teek een kleine schroevendraaier in
de opening tussen de achterklep en
de vloer. Verplaats de nok naar links
om het slot te ontgrendelen en duw de
klep vervolgens open.
Van buitenaf
De achterklep kan worden
vergrendeld en ontgrendeld met de
afstandsbediening.
Druk om de achterklep te openen op
de knop onder de sierlijst en open de
klep.
u
kunt gebruik maken van een lus om
de geopende achterklep te sluiten.
trek de achterklep omlaag tot aan het
evenwichtspunt en duw de achterklep
vervolgens volledig dicht.
toegang tot de auto
Page 29 of 328

27
BERLINGO-2-VU_NL_CHAP03_PRET-A-PARTIR_ED01-2015
Het rijden met vergrendelde
portieren kan bij een noodgeval de
toegang tot de auto belemmeren.
CENTRALE VERGRENDELING
Cabine en laadruimte
Laadruimte
Vergrendelen tijdens het rijden
Het systeem vergrendelt de
achterdeuren zodra een snelheid
van 10 km/h wordt bereikt. o p dat
moment klinkt het geluidssignaal voor
de centrale vergrendeling. Het lampje
in de schakelaar op het centrale
bedieningspaneel op het dashboard
gaat branden.
Als tijdens het rijden één van de
achterdeuren wordt geopend wordt de
auto volledig ontgrendeld.
Anti-overvalsysteem
Door eenmaal te drukken
worden de portieren en
achterdeuren centraal
vergrendeld, op voorwaarde
dat deze gesloten zijn.
Door nogmaals te drukken wordt de
auto weer ontgrendeld.
De schakelaar werkt niet als de auto is
vergrendeld met de afstandsbediening
of van buitenaf met de sleutel. Inschakeling/uitschakeling van het
systeem
Als het contact aan staat, kan
het systeem worden in- of
uitgeschakeld door éénmaal
lang op de knop te drukken.
Verklikkerlampje geopend portier Als het verklikkerlampje gaat
branden, controleer dan of
de portieren en achterdeuren
goed gesloten zijn.
Door eenmaal te drukken
worden de achterdeuren
van de laadruimte centraal
vergrendeld/ontgrendeld,
onafhankelijk van de status
van de vergrendeling van de cabine.
De achterdeuren kunnen altijd van
binnenuit geopend worden.
Het lampje in de schakelaar:
-
knippert als de portieren worden
vergrendeld terwijl de auto stilstaat
en het contact uit staat.
-
brandt als de portieren worden
vergrendeld en vanaf het moment
dat het contact aan staat.
toegang tot de auto
VoorDAt u GAAt rIjDen
3
Page 30 of 328
28
BERLINGO-2-VU_NL_CHAP03_PRET-A-PARTIR_ED01-2015BERLINGO-2-VU_NL_CHAP03_PRET-A-PARTIR_ED01-2015
INSTRUMENTENPANEEL
k lokken
1. kilometer-/mijlenteller.
2.
Display
.
3.
b randstofniveaumeter,
koelvloeistoftemperatuurmeter.
4.
t
oerenteller
.
5.
n ulstelling dagteller/
onderhoudsindicator.
6.
Dimmer dashboardverlichting.
Displays
Niveau 1
Niveau 2
met touchscreen
Displays
De informatie die wordt weergegeven
hangt af van de uitrusting van de auto.
cockpit
Page 31 of 328

29
BERLINGO-2-VU_NL_CHAP03_PRET-A-PARTIR_ED01-2015BERLINGO-2-VU_NL_CHAP03_PRET-A-PARTIR_ED01-2015
Middenconsole met display
Instrumentenpaneel zonder display
-
Linksom draaien: tijdsaanduiding in
24H of 12H.
-
r echtsom draaien: 24H of 12H
selecteren.
-
Linksom draaien: ingestelde tijd
bevestigen.
Als er ongeveer 30
seconden geen
handelingen worden uitgevoerd,
verschijnt de huidige weergave.
DATUM EN TIJD
Middenconsole zonder display
Met de knop aan de
linkerzijde kan het klokje
worden ingesteld. De tijdweergave is afhankelijk
van de uitvoering. De
toegang tot "Datum" is alleen
actief als de datum geheel in
letters wordt weergegeven
(volgens uitvoering).
-
Linksom draaien: de minuten
knipperen.
-
r
echtsom draaien: minuten
verhogen (houd de knop naar
rechts om de tijd in een sneller
tempo in te stellen).
-
Linksom draaien: de uren
knipperen.
-
r
echtsom draaien: uren verhogen
(houd de knop naar rechts om
de tijd in een sneller tempo in te
stellen).
VoorDAt u GAAt rIjDen
3
cockpit
Page 32 of 328
30
BERLINGO-2-VU_NL_CHAP03_PRET-A-PARTIR_ED01-2015BERLINGO-2-VU_NL_CHAP03_PRET-A-PARTIR_ED01-2015
Display C
Druk op de toets MENU.
s
electeer met de pijltoetsen
de functie PERSOONLIJ
k
E
INSTELLING -
CONFIGURATIE.
Druk op de toets om de
selectie te bevestigen.
s
electeer met de pijltoetsen
de functie CONFIGURATIE
BEELDSCHERM.
Druk op de toets om de
selectie te bevestigen.
s
electeer met de pijltoetsen
de functie DATUM EN TIJD
INSTELLEN. Druk op de toets om de
selectie te bevestigen.
s
tel de parameters één
voor één in door deze te
bevestigen met de toets O
k .
s
electeer vervolgens de knop
ok
op het display en bevestig
de instellingen.
cockpit