Page 145 of 328
143
berlingo-2-Vu_nl_chap08_Aide rapide_ed01-2015berlingo-2-Vu_nl_chap08_Aide rapide_ed01-2015
3. Reservewiel
- Haal de reservewielhouder los van
de haak en plaats het reservewiel
in de nabijheid van het te
vervangen wiel.
-
Draai de bout los met behulp
van de wielsleutel, tot de
reservewielhouder zo laag mogelijk
hangt.
-
o
pen de achterdeuren voor
toegang tot het reservewiel.
sneL Weer oP WeG
8
Wiel verwisselen
Page 146 of 328

144
berlingo-2-Vu_nl_chap08_Aide rapide_ed01-2015berlingo-2-Vu_nl_chap08_Aide rapide_ed01-2015
4. Werkwijze
- Plaats de krik onder het steunpunt
bij het te verwisselen wiel.
-
Draai de krik uit tot de kop van de
krik tegen het steunpunt komt; het
middelste gedeelte van de kop
moet goed in het steunpunt
A van
de auto steken.
-
k rik de auto op tot er voldoende
ruimte is tussen het wiel en de
grond, zodat later gemakkelijk het
(niet lekke) reservewiel kan worden
gemonteerd.
-
Draai alle wielbouten geheel los.
-
V
erwijder de wielbouten en het
wiel.
-
V
erwijder het wieldeksel.
-
Draai de wielbouten iets los. Zorg ervoor dat de krik stabiel staat.
De voet van de krik moet recht op de
grond staan.
o
p een gladde of zachte ondergrond
kan de krik wegschuiven of
wegzakken -
k ans op letsel!
Gebruik alleen de voor de krik
bestemde steunpunten onder de auto
en zorg ervoor dat de kop van de krik
goed in het steunpunt steekt.
Anders kan de auto beschadigd raken
en/of kan de krik wegzakken -
k ans op
letsel!
Draai de krik niet uit voordat de
wielbouten van het te verwisselen
wiel iets zijn losgedraaid en het
wiel dat zich schuin tegenover
het te verwisselen wiel bevindt, is
geblokkeerd met een wielblok.
Wiel verwisselen
Page 147 of 328
145
berlingo-2-Vu_nl_chap08_Aide rapide_ed01-2015berlingo-2-Vu_nl_chap08_Aide rapide_ed01-2015
5. Monteren van het reservewiel
- Laat de auto volledig zakken
door de krik omlaag te draaien en
verwijder de krik vervolgens.
-
Draai de wielbouten met de
wielsleutel volledig vast, zonder te
forceren.
-
b erg het wiel met de lekke band op
in de reservewielhouder. -
Hang de reservewielhouder op aan
de haak en draai deze omhoog
door de bout met de wielsleutel
vast te draaien.
- Draai de bout volledig vast en
controleer of het wiel correct horizontaal
tegen de bodemplaat aanligt.
Is dit niet het geval, herhaal de
handeling dan.
-
Plaats het wiel op de naaf en draai
de wielbouten met de hand vast.
-
Draai de wielbouten met de
wielsleutel enigszins vast.
Ga nooit onder een auto liggen die
alleen op de krik steunt (gebruik
bokken).
Gebruik nooit ander gereedschap dan
de wielsleutel.
sneL Weer oP WeG
8
Wiel verwisselen
Page 148 of 328

146
berlingo-2-Vu_nl_chap08_Aide rapide_ed01-2015berlingo-2-Vu_nl_chap08_Aide rapide_ed01-2015
AFNEEMBAAR SNEEUWSCHERM
(
AFSLUITER )
Afhankelijk van het land van
bestemming wordt het afneembare
sneeuwscherm op het onderste
gedeelte van de voorbumper geplaatst
om een opeenhoping van sneeuw bij
de koelventilator van de radiateur te
voorkomen.
Vergeet niet het sneeuwscherm te
verwijderen als de buitentemperatuur
hoger is dan 10°
c (en er geen kans
op sneeuw meer is) of als de auto een
aanhanger trekt.
Plaatsen
Verwijderen
- steek een schroevendraaier in de
opening ter hoogte van de clips.
-
Wip de vier clips
B één voor één
los.
-
b reng het afneembare
sneeuwscherm aan in de richting van
de centreerstift A op de voorbumper.
-
Zet het scherm vast door de vier
hoeken aan te drukken ter hoogte
van de clips
B.
6. Monteren van het gerepareerde
wiel
Het wiel dient op dezelfde manier te
worden gemonteerd als bij stap 5.
Vergeet bovendien niet het wieldeksel te
monteren.
Zie in rubriek 9
het gedeelte
"Identificatie" voor de plaats van
de sticker met informatie over de
banden.
Zie in rubriek 3
het gedeelte
"
c ockpit", hoofdstuk
"
b andenspanningsdetectie"
voor aanbevelingen na het
vervangen van een wiel met
bandenspanningssensor.
Het reservewiel is niet geschikt
voor het afleggen van lange
afstanden. Laat zo snel mogelijk
het aanhaalmoment van de
wielbouten en de bandenspanning
van het reservewiel controleren
door het
c I tro Ë n -netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Laat bovendien de lekke band zo
spoedig mogelijk repareren en het
oorspronkelijke wiel in de plaats
van het reservewiel monteren
door het
c I tro Ë n -netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
sneeuwscherm
Page 149 of 328

147
berlingo-2-Vu_nl_chap08_Aide rapide_ed01-2015berlingo-2-Vu_nl_chap08_Aide rapide_ed01-2015
SNEEUWkETTINGEN
onder winterse omstandigheden
verbeteren sneeuwkettingen de tractie
en het remgedrag van de auto.
u
itsluitend de aangedreven wielen
mogen van sneeuwkettingen
worden voorzien.
e en
noodreservewiel mag niet worden
voorzien van een sneeuwketting. Houd u altijd aan de ter plekke
geldende regelgeving over het
gebruik van sneeuwkettingen en
de maximaal toegestane snelheid. Montagetips
F
Als u onderweg sneeuwkettingen
moet monteren, zet de auto dan
langs de kant van de weg stil op
een vlakke ondergrond.
F
t
rek de handrem aan en plaats
eventueel wielblokken voor of
achter de wielen om te voorkomen
dat de auto wegglijd
t.
F
Monteer de sneeuwkettingen, volg
daarbij de aanwijzingen van de
fabrikant.
F
r ijd langzaam weg en rijd een
klein stukje met een snelheid van
maximaal 50
km/h.
F
Zet de auto stil en controleer of de
kettingen correct gespannen zijn.
Het verdient aanbeveling voor
vertrek het monteren van de
sneeuwkettingen te oefenen; doe dit
op een vlakke en droge ondergrond.
Gebruik uitsluitend kettingen die
geschikt zijn voor het type velg van uw
auto:
n
eem voor meer informatie over
sneeuwkettingen contact op met
het
c I tro Ë n -netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Maat van de af
fabriek gemonteerde bandenMaximale
afmeting van de schakels
195/65
r
15
9
mm
195/70
r
15
205/65
r
15
215/55
r
16
215/50
r
17
r
ijd niet met sneeuwkettingen op
een sneeuwvrij gemaakte weg
om schade aan de banden en het
wegdek te voorkomen. Als uw auto
is voorzien van lichtmetalen velgen,
controleer dan of de ketting en de
bevestigingen de velg niet raken.
sneL Weer oP WeG
8
sneeuwkettingen
Page 150 of 328
148
berlingo-2-Vu_nl_chap08_Aide rapide_ed01-2015berlingo-2-Vu_nl_chap08_Aide rapide_ed01-2015
LAMPEN VERVANGEN
Type B
Lamp met bajonetsluiting:
druk de lamp iets in en
draai hem linksom. Type A
Volledig glazen lamp:
de lamp is gemonteerd
met een drukbevestiging.
trek de lamp daarom
voorzichtig los.
T
ype C
Halogeenlamp: duw
de borgveer open en
verwijder de lamp uit de
lamphouder.
Lampen
u
w auto is voorzien van verschillende
typen lampen.
Verwijder ze als volgt:
Lamp vervangen
Page 151 of 328

149
berlingo-2-Vu_nl_chap08_Aide rapide_ed01-2015berlingo-2-Vu_nl_chap08_Aide rapide_ed01-2015
open de motorkap. steek uw hand
achter de reflector voor toegang tot de
lampen.
Ga in omgekeerde volgorde te werk
voor het vervangen van een lamp en
controleer altijd of de beschermkap
weer goed is gesloten.
Het vervangen van een
halogeenlamp moet altijd met
uitgeschakelde verlichting
plaatsvinden. Wacht enkele minuten tot
de lamp afgekoeld is (risico van ernstige
brandwonden). Raak de lamp nooit met
uw vingers aan, gebruik hiervoor een
zachte, niet-pluizende doek.
Het is normaal dat aan de binnenzijde
van de koplampen enige condensvorming
optreedt.
b ij regelmatig gebruik van de
auto zal deze vanzelf verdwijnen.
Het vervangen van een lamp dient
plaats te vinden met afgezet contact
of losgekoppelde accu. Wacht na het
vervangen van een lamp 3
minuten
met het aansluiten van de accu.
c
ontroleer telkens als u een lamp
vervangt of deze goed werkt.
Hogedrukreiniging
Probeer hardnekkig vuil niet van
de koplampen, achterlichten en
omgeving te verwijderen met een
hogedrukreiniger, om te voorkomen
dat de vernislaag en de afdichtrubbers
beschadigd raken. 2. Parkeerlicht
Type A, W5W - 5
W
-
t
rek aan de rubber borglip en
verwijder het deksel.
-
t
rek aan de stekker om de met
een drukbevestiging gemonteerde
lamphouder los te nemen.
-
V
ervang de lamp.
-
Plaats het deksel terug en
controleer of het rondom goed
aansluit voor een goede afdichting.
koplampen
1. Dimlicht/grootlicht
Type C, H4 - 55 W
-
t
rek aan de rubber borglip en
verwijder het middelste deksel.
-
n eem de stekker los.
-
Maak de borglip los.
-
V
ervang de lamp en let erop dat het
metalen gedeelte goed aansluit op
de groeven van de lampunit.
-
Maak de borglip weer vast.
-
Plaats het deksel terug en
controleer of het rondom goed
aansluit voor een goede afdichting.
sneL Weer oP WeG
8
Lamp vervangen
Page 152 of 328
150
berlingo-2-Vu_nl_chap08_Aide rapide_ed01-2015berlingo-2-Vu_nl_chap08_Aide rapide_ed01-2015
3. Richtingaanwijzers
Type B, PY21W - 21 W (amberkleurig)
-
V
erwijder het deksel door aan de
flexibele rubber lip te trekken.
-
Draai de lamphouder een kwart
omwenteling linksom.
-
Druk de lamp iets in en draai hem
linksom.
-
V
ervang de lamp.
-
Plaats het deksel terug en
controleer of het rondom goed
aansluit voor een goede afdichting. 4. Mistlamp vóór
T
ype C, H1 - 55 W
-
V
erwijder de drie
bevestigingsklemmen en de bout
uit de spatplaat onder de bumper.
-
b eweeg de spatplaat omhoog.
-
Maak de stekker van de
lamphouder los door de lip
bovenaan in te drukken.-
V
erwijder de lamphouder door de
twee klemmen (boven en onder)
met duim en wijsvinger samen te
drukken.
-
V
ervang de module (lamphouder
met gloeilamp).
-
Ga in omgekeerde volgorde te werk
om de module en de bumper terug
te plaatsen.
Lamp vervangen