Page 129 of 328

127
Berlingo-2-VU_nl_Chap07_Verification_ed01-2015Berlingo-2-VU_nl_Chap07_Verification_ed01-2015
NIVEAUS
Olie verversen
Dit dient volgens het
onderhoudsschema van de fabrikant
te worden uitgevoerd. Informeer naar
de voorschriften bij het c I tro Ë n -
netwerk.
n
eem voordat u olie bijvult de peilstok
uit de houder.
c
ontroleer na het bijvullen het
motorolieniveau (het niveau mag
niet boven het bovenste merkteken
uitkomen).
Draai de olievuldop vast alvorens de
motorkap te sluiten.
Remvloeistof verversen
De remvloeistof dient volgens de door
de fabrikant voorgeschreven intervallen
te worden ververst.
Gebruik remvloeistof die door de
fabrikant wordt aanbevolen en aan de
D
ot 4-normen voldoet.
Het niveau dient steeds tussen de
merktekens MI
n I en MAXI van het
reservoir te staan.
r
aadpleeg als het reservoir vaak
bijgevuld moet worden zo snel
mogelijk het
c I tro Ë n -netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Verklikkerlampjes
Let erop dat u bij het eventueel
verwijderen en monteren van
de afdekkap van de motor, de
bevestigingsclips niet beschadigt.
Motorolieniveau
Het wordt aanbevolen om deze controle
iedere 5000 km uit te voeren en - indien
nodig tussen twee verversingen in - olie
bij te vullen.
De controle dient bij koude motor en
horizontaal geplaatste auto te geschieden,
met behulp van de oliepeilstok.
Oliepeilstok
k
euze van de viscositeitsgraad
De olie dient in ieder geval aan de door
de fabrikant voorgeschreven normen
te voldoen, zoals vermeld in het
onderhoudsschema.
Voer de onderstaande controles
regelmatig uit om uw auto
in goede staat te houden.
Informeer naar de voorschriften bij het
c
I tro Ë n -netwerk of raadpleeg het
garantie- en onderhoudsboekje dat bij
dit instructieboekje zit.
Zie in rubriek 3 het gedeelte
"
c ockpit" voor meer informatie
over de verklikkerlampjes van het
instrumentenpaneel.
2 merktekens op de peilstok:A = maxi.r
aadpleeg het
c
I tro Ë n -netwerk of
een gekwalificeerde
werkplaats als het
oliepeil boven dit
merkteken uitkomt.
B = mini.
Laat het oliepeil nooit onder
dit merkteken uitkomen.
Voor het behoud van
de bedrijfszekerheid
van de motoren en de
emissieregelsystemen
mogen in geen geval
additieven aan de motorolie
worden toegevoegd.
onDerHouD
7
niveaus
Page 130 of 328

128
Berlingo-2-VU_nl_Chap07_Verification_ed01-2015Berlingo-2-VU_nl_Chap07_Verification_ed01-2015
koelvloeistofniveau
Gebruik om ernstige motorschade
te voorkomen uitsluitend door de
fabrikant aanbevolen koelvloeistof.
Als de motor warm is, wordt de
temperatuur van de koelvloeistof
geregeld door de koelventilator.
Wacht voor werkzaamheden aan het
koelsysteem ten minste 1 uur nadat
de motor gedraaid heeft, omdat de
koelventilator nog kan (gaan) werken
als de sleutel uit het contactslot is
verwijderd en omdat het koelsysteem
onder druk staat.
Draai de dop eerst een kwart
omwenteling los om de druk te laten
dalen en om te voorkomen dat de hete
koelvloeistof uit het koelsysteem spuit.
trek, als de druk eenmaal gedaald is,
de dop los en vul koelvloeistof bij.
Laat het koelsysteem, als vaak
koelvloeistof moet worden bijgevuld,
zo snel mogelijk
controleren door het
c
I tro Ë n -netwerk.
Vloeistofniveau stuurbekrachtiging
controleer het niveau van de
stuurbekrachtigingsvloeistof als de auto op
een vlakke ondergrond staat en de motor
koud is. Draai de dop met geïntegreerde
peilstok los en controleer of het niveau
tussen de merktekens MI
n I en MAXI staat.
Om het filter te regenereren, wordt
geadviseerd zo snel mogelijk, indien
de omstandigheden dit toelaten,
gedurende minstens 5 minuten met
een snelheid van 60
km/h of hoger te
rijden (totdat de melding op het display
verdwijnt en het verklikkerlampje
Service uit gaat).
Tijdens het regenereren van het roetfilter,
kunnen enkele geluiden van het relais
hoorbaar zijn onder het dashboard.
r
aadpleeg het c I tro Ë n -netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats als de
melding niet verdwijnt en het lampje
s
ervice blijft branden.
Bijvullen
Het niveau dient steeds tussen
de merktekens MI
n
I en MAXI van
het expansievat te staan. Laat het
koelsysteem, als meer dan 1
liter
moet worden bijgevuld, controleren
door het
c
I
tro
Ë
n
-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Vloeistofniveau ruiten- en
koplampsproeiers
Wij adviseren u voor een optimale
reiniging en voor uw eigen veiligheid de
producten van
c I tro Ë n te gebruiken.
b
ovendien mag het vloeistofniveau
niet worden bijgevuld met of worden
vervangen door water, om bevriezing
te voorkomen en een goede reiniging
te garanderen.
Inhoud reservoir ruitensproeiers:
ongeveer 3
liter.
Als uw auto is voorzien van
koplampsproeiers, bedraagt de inhoud
van het reservoir 6
liter.
Niveau brandstofadditief
(diesel met roetfilter)
Bijvullen
Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk
uitvoeren door het c I tro Ë n -netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Afgewerkte producten
Vermijd langdurig huidcontact met
afgewerkte olie.
r
emvloeistof is schadelijk voor de
gezondheid; het is bovendien een erg
bijtend middel.
Gooi afgewerkte olie, remvloeistof en
koelvloeistof niet in het riool, in het
water of op de grond, maar deponeer
deze in de daarvoor bestemde
containers bij het
c I tro Ë n -netwerk.
e
en te laag additiefniveau wordt
aangegeven door het verklikkerlampje
s
ervice in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op het
display.
Als dit bij draaiende motor gebeurt,
komt dit doordat het roetfilter verstopt
dreigt te raken (uitzonderlijke
rijomstandigheden: veelvuldig
stadsverkeer, lage snelheid, lange
files, ...).
niveaus
Page 131 of 328

129
Berlingo-2-VU_nl_Chap07_Verification_ed01-2015Berlingo-2-VU_nl_Chap07_Verification_ed01-2015
CONTROLESk oolstoffilter en interieurfilter
Via een luikje kunnen de filters worden
vervangen.
Het koolstoffilter zorgt ervoor dat
stofdeeltjes permanent en krachtig
gefilterd worden.
Een verstopt interieurfilter vermindert
de prestaties van de airconditioning
en kan nare geuren in het interieur
veroorzaken.
Wij adviseren u een gecombineerd
interieurfilter de gebruiken. Danzij het
specifieke tweede actieve filter, draagt
het bij aan de zuivering van de door de
inzittenden ingeademde lucht en aan
een schoon interieur (vermindering van
allergische reacties, onaangename
geuren en vette aanslag).
Accu
Laat uw accu voor de zomer of de winter
door het c I tro Ë n -netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats controleren.
Remblokken
De slijtage van de remblokken is
sterk afhankelijk van de rijstijl, vooral
bij stadsverkeer en veel korte ritten.
Hierdoor kan het noodzakelijk blijken
om de remblokken vaker, tussen twee
onderhoudscontroles door, te laten
controleren.
Als het remvloeistofniveau te laag is,
kan dit behalve door lekkage van het
remsysteem ook veroorzaakt worden
door slijtage van de remblokken.
Slijtage remschijven/-trommels
raadpleeg het cItroËn-netwerk voor
meer informatie over de controle van
uw remschijven/-trommels.
Handrem
Als de handrem een te grote slag heeft
of als het systeem minder goed werkt,
moet de handrem zelfs tussen twee
onderhoudscontroles worden afgesteld.
Laat het systeem controleren door
het
c I tro Ë n -netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
r
aadpleeg het garantie- en
onderhoudsboekje voor informatie
over het vervangingsinterval van de
filterelementen.
Als de omgeving (veel stof) en de
gebruiksomstandigheden van de auto
(veel stadsverkeer) daartoe aanleiding
geven, moeten de filters twee keer zo
vaak worden vervangen.
onDerHouD
7
controles
Page 132 of 328

130
Berlingo-2-VU_nl_Chap07_Verification_ed01-2015Berlingo-2-VU_nl_Chap07_Verification_ed01-2015
Gebruiksvoorschrift
Gebruik uitsluitend door cItroËn
aanbevolen producten of
gelijkwaardige kwaliteitsproducten.
o
m de werking van belangrijke
organen zoals het remsysteem te
optimaliseren, worden door
c I tro Ë n
specifieke producten geselecteerd en
aangeboden.
Aftappen van water in het
brandstoffilter Handgeschakelde versnellingsbak
Laat het niveau controleren volgens
het onderhoudsschema van de
constructeur.
Vanwege de kans op
beschadiging van het elektrisch
systeem is het reinigen van de
motorruimte met een hogedrukreiniger
niet toegestaan.
n
a het wassen kan er zich een laagje
vocht, of in de winter ijs, vormen op
de remschijven en remblokken: de
remwerking kan daardoor afnemen.
r
em een paar keer lichtjes om de
remmen vocht- en ijsvrij te maken.
Als dit lampje gaat branden,
moet het brandstoffilter worden
afgetapt.
o
m te voorkomen dat
het lampje gaat branden, kan
het filter ook op regelmatige
basis worden afgetapt,
bijvoorbeeld bij een onderhoudsbeurt.
Draai de aftapplug van het filter los.
Ga door met aftappen tot al het water
uit het filter is weggelopen via de
transparante slang. Draai vervolgens de
aftapplug weer vast.
Roetfilter (diesel)
onderhoudswerkzaamheden aan het
roetfiler moeten worden uitgevoerd
door het
c I tro Ë n -netwerk.
Als langdurig met zeer lage snelheid
wordt gereden of de motor langdurig
stationair draait, kan bij gasgeven
soms rook uit de uitlaat waargenomen
worden. Dit heeft geen invloed op de
prestaties van de auto en heeft geen
gevolgen voor het milieu.
Oliefilter
Vervang het oliefilterelement periodiek,
volgens het onderhoudsschema van
de fabrikant.
De HDi-motoren zijn
technologisch geavanceerde
motoren. Laat werkzaamheden
aan deze motoren altijd uitvoeren
door gekwalificeerde technici van het
c
I tro Ë n -netwerk.
Volgens land van bestemming.
controles
Page 133 of 328

131
Berlingo-2-VU_nl_Chap07_Verification_ed01-2015Berlingo-2-VU_nl_Chap07_Verification_ed01-2015
BRANDSTOF TANkEN
T
e laag brandstofniveau
Tanken
Het tanken dient met afgezette motor
te geschieden.
-
o pen de brandstofvulklep.
-
s teek de sleutel in het slot en draai de
sleutel een kwart omwenteling om.
-
t
rek de tankdop uit de vulopening
en bevestig deze aan de haak aan
de binnenzijde van de vulklep.
Zorg ervoor dat tijdens het tanken,
als de brandstofvulklep geopend
is, niemand de schuifdeur
probeert te openen.
Als het
minimumbrandstofniveau
is bereikt, gaat dit lampje
branden.e
r bevindt zich nog ongeveer 8
liter in
de tank.
tank bij de eerstvolgende gelegenheid
om een lege brandstoftank te voorkomen.
r
ijd de tank nooit helemaal leeg, dit
zou tot storingen in de emisseregeling
en/of het inspuitsysteem kunnen
leiden.Brandstof voor benzinemotoren
op een sticker aan de binnenzijde van
het tankklepje staat de voorgeschreven
soort brandstof aangegeven.
e
r moet minstens 5 liter bijgevuld
worden voordat de meter de nieuwe
hoeveelheid brandstof in de tank
correct aangeeft.
b
ij het verwijderen van de tankdop kan
er enige zuiging ontstaan. Dit vacuüm
is normaal en komt door de afdichting
van het brandstofcircuit.
Laat het vulpistool bij het aftanken
van de auto nooit meer dan 3
keer
automatisch uitspringen. Indien dit wel
gebeurt, kunnen er storingen optreden.
De inhoud van de brandstoftank
bedraagt ca. 60
liter.
-
V
ergrendel na het tanken de vuldop
en sluit de vulklep. Auto's met benzinemotoren kunnen
rijden op biobrandstoffen van het type
E10
(deze bevatten 10% ethanol) die
voldoen aan de e uropese richtlijnen
en
228 en en 15376.
b
randstoffen van het type e 85 (deze
bevatten tot 85% ethanol) zijn
uitsluitend geschikt voor auto's die
speciaal bestemd zijn voor dit type
brandstof (BioFlex-auto's). De kwaliteit
van de ethanol moet voldoen aan de
e
uropese richtlijn en 15293.
onDerHouD
7
brandstof
Page 134 of 328

DIESEL
132
Berlingo-2-VU_nl_Chap07_Verification_ed01-2015Berlingo-2-VU_nl_Chap07_Verification_ed01-2015
BRANDSTOFTOEVOER
UITGESCHA
k ELD
Als dit verklikkerlampje gaat
knipperen, verschijnt een
melding op het display.
c
ontroleer buiten de auto of u
geen brandstof ruikt en of er geen
brandstoflekkage is en herstel de
brandstoftoevoer als volgt:
-
zet het contact af (stand ST
OP),
-
neem de sleutel uit het contactslot,
-
plaats de sleutel in het contactslot,
-
zet het contact aan en start de
motor
.
HANDOPVOERPOMP DIESEL
raadpleeg in rubriek 7 het
gedeelte " o nder de motorkap".
Brandstof voor dieselmotoren
Auto's met dieselmotoren kunnen
rijden op biobrandstoffen die aan de
huidige en toekomstige
e uropese
richtlijnen voldoen (diesel die voldoet
aan de richtlijn
en 590 gemengd met
biobrandstof die voldoet aan de richtlijn
EN 14214) en die aan de pomp getankt
kunnen worden (met een gehalte aan
methyl-estervetzuren van 0
tot 7%).
Het gebruik van biobrandstof
b 30 is bij
bepaalde dieselmotoren mogelijk. Maar
als deze brandstof, ook al is het slechts
incidenteel, wordt gebruikt, moeten de
bijzondere onderhoudsvoorschriften
strikt worden nageleefd.
r aadpleeg
het
c I tro Ë n -netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Het gebruik van elk ander type (bio)
brandstof (zuivere of verdunde
plantaardige of dierlijke olie,
stookolie ...) is nadrukkelijk verboden
(kans op schade aan de motor en het
brandstofcircuit). In het geval van een lege
brandstoftank is het noodzakelijk het
brandstofsysteem te ontluchten.
-
V
ul de brandstoftank met minimaal
vijf liter diesel.
-
b edien de handopvoerpomp
voor de ontluchting (onder de
beschermkap in de motorruimte).
-
Houd de sleutel in de stand "D"
(starten) tot de motor aanslaat.
bij een zware aanrijding wordt de
brandstoftoevoer automatisch door de
brandstofafsluiter onderbroken.
brandstof
Page 135 of 328

133
Berlingo-2-VU_nl_Chap07_Verification_ed01-2015Berlingo-2-VU_nl_Chap07_Verification_ed01-2015
BLUEHDI
EN ADDITIEF A D B LUE
®
Technologie
Adblue® is de merknaam van een
oplossing die noodzakelijk is voor de
goede werking van het
scr -systeem.Auto's met een
b lueHDi-motor zijn
voorzien van een specifiek reservoir
voor de Ad b lue
® met een inhoud van
17
liter.
De vulpijp van het reservoir bevindt
zich links van de brandstofvuldop.
Deze pijp wordt afgesloten met een
blauwe dop.
Het Ad
b
lue
®-reservoir kan worden
bijgevuld met bidons van 5 of 10 liter
of flacons van 1,89
l. Ook kunt u het
reservoir bijvullen bij tankstations met
een speciale Ad
b lue
®-pomp voor
personenauto's en lichte bedrijfswagens.
De
b
lueHDi-technologie verlaagt
de uitstoot van NOx (stikstofoxide)
met wel 90% dankzij een systeem
dat de NOx omzet in waterdamp en
stikstof met behulp van een specifieke
scr
-katalysator (
s
elective
c
atalytic
Reduction).
Hiermee voldoet de auto aan de nieuwste
e
uro-emissienormen van de
e
uropese
u
nie. Deze normen zijn bedoeld om
de uitstoot van schadelijke stoffen door
verbrandingsmotoren te beperken.
De
b
lueHDi-dieselmotoren voldoen
aan de
e
uropese
e
uro 6-norm door
gebruik te maken van een reservoir
met Ad
b
lue
®-vloeistof voor de
nabehandeling van uitlaatgassen.
u
kunt het reservoir natuurlijk ook
laten bijvullen door het
c I tro Ë n -
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Let op: sommige tankstations
beschikken over pompen met hoge
opbrengst voor vrachtwagens en
bussen. Deze pompen zijn niet
geschikt voor personenauto's en lichte
bedrijfswagens.
Gebruik deze pompen daarom niet.
onDerHouD
7
Additief Adblue®
Page 136 of 328

134
Berlingo-2-VU_nl_Chap07_Verification_ed01-2015Berlingo-2-VU_nl_Chap07_Verification_ed01-2015
Gebruikadviezen
Als er voldoende Adb lue®-vloeistof
in het reservoir aanwezig is, wordt er
geen informatie weergegeven op het
instrumentenpaneel.
Als echter een resterende actieradius
van 2400
km (1500
mijl) wordt bereikt,
wordt u op verschillende manieren
gewaarschuwd (verklikkerlampje,
melding, geluidssignaal). Deze
waarschuwingen worden steeds vaker
herhaald, naar gelang de actieradius
afneemt, tot ze permanent worden
weergegeven.
n
aar gelang het aantal afgelegde
kilometers, neemt de hoeveelheid
vloeistof af en worden de
waarschuwingen steeds vaker
herhaald tot ze permanent worden
weergegeven.
Als het Ad
b
lue
®-reservoir leeg is, kan
de motor niet meer worden gestart.
Wacht niet tot de waarschuwingen
steeds vaker worden herhaald, maar
vul het Ad
b
lue
®-reservoir zo snel
mogelijk bij.
Vullen van het additiefreservoir
b
ij het
c
I
tro
Ë
n
-netwerk zijn bidons
van 5
of 10
liter en flacons van
1,89
liter (1/2
gallon) verkrijgbaar
voor het bijvullen van reservoirs
van personenauto's en lichte
bedrijfswagens. In de toekomst zal
het netwerk beschikken over Ad
b
lue
®-
pompen.
Als u zelf het Ad
b
lue
®-reservoir wilt
bijvullen, zorg er dan voor dat u over
de juiste vulslang beschikt (al dan niet
meegeleverd met de bidon).
Additief Adblue®