Page 73 of 239

Stoelen, veiligheidssystemen71GewichtsklasseMaat
klasseBevestigingVoorstoelenZitplaatsen op 2e rij 1Bank op 3e
zitrijMiddenBuitenste zitplaatsauto's met enkele
passagiersstoelauto's met dubbele
passagiersstoelGroep I: 9 tot 18 kgDISO/R2XXILXXCISO/R3XXILXXBISO/F2XXIL, IUF 2IL, IUF2XB1ISO/F2XXXIL, IUF2IL, IUF2XAISO/F3XXIL, IUF 2IL, IUF2XGroep II: 15 tot 25 kgXXIL, IUF2IL, IUF2XGroep III: 22 tot 36 kgXXIL, IUF 2IL, IUF2X1:Schuif zo nodig de verstelbare voorstoel naar voren om een kinderveiligheidssysteem op deze zitplaatsen te instal‐
leren. Wellicht is er bij auto's met vaste voorstoelen onvoldoende ruimte voor het installeren van een kinderveilig‐
heidssysteem.2:Voorwaarts gerichte kinderveiligheidssystemen: Verwijder de hoofdsteun 3 46 voordat u het kinderveiligheidssysteem
installeert. De stoel vóór de plek van de installatie mag niet verder dan op de helft van de rails naar achteren staan. Maximale hoek van de rugleuning is 25°. Stoelverstelling 3 48.IUF:Geschikt voor voorwaarts gerichte ISOFIX kinderveiligheidssystemen uit de universele categorie, goedgekeurd
voor deze gewichtsklasse.X:Geen ISOFIX kinderveiligheidssysteem goedgekeurd voor deze gewichtsklasse.IL:Geschikt voor bepaalde ISOFIX veiligheidssystemen uit de categorieën 'specifieke auto', 'beperkt' of
'semi-universeel'. Het ISOFIX veiligheidssysteem moet goedgekeurd zijn voor het specifieke autotype.
Page 74 of 239
72Stoelen, veiligheidssystemenISOFIX-maatklasse en zitgelegenheidA - ISO/F3:Voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse 9 tot
18 kg.B - ISO/F2:Voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kg.B1 - ISO/F2X:Voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kg.C - ISO/R3:Achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse tot
18 kg.D - ISO/R2:Achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse tot 18 kg.E - ISO/R1:Achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor jonge kinderen in de gewichtsklasse tot 13 kg.
Page 75 of 239

Opbergen73OpbergenOpbergruimten............................. 73
Opbergvakken ........................... 73
Opbergvakken instrumentenpaneel ..................73
Handschoenenkastje .................74
Bekerhouders ............................ 75
Opbergruimte voor ....................75
Opbergruimte portierbekleding ........................76
Opbergvak onder passagiersstoel ........................76
Opbergruimte plafond ................78
Bagageruimte .............................. 78
Bagageruimte-afdekking ...........79
Sjorogen .................................... 79
Veiligheidsnet ............................ 80
Scheidingsrooster bagageruimte ........................... 81
Gevarendriehoek .......................82
Verbanddoos ............................. 82
Dakdragersysteem .......................82
Dakdrager .................................. 82
Beladingsinformatie .....................82Opbergruimten
Opbergvakken9 Waarschuwing
Berg geen zware of scherpe
objecten in de opbergruimten op.
Anders kan de klep van de
opbergruimte open gaan en
kunnen de inzittenden bij krachtig
remmen, plotseling afslaan of een ongeval letsel door rondslinge‐
rende voorwerpen oplopen.
Opbergvakken
instrumentenpaneel
Het instrumentenpaneel is uitgevoerd met opbergruimten, -zakken en
-bakken.
Er kan een muntenhouder op het
instrumentenpaneel zitten.
Er kan een telefoonhouder op het
instrumentenpaneel zitten.
Page 76 of 239
74Opbergen
Er kan een tablethouder op het instru‐mentenpaneel zitten.
Gebruik de tablethouder door de
hendel geheel naar u toe te trekken.
Zwenk de houder en druk deze
geheel erin. Laat zo nodig de voet van
de houder zakken om deze uit te trek‐
ken.
Breng de tablethouder weer aan door
deze geheel naar u toe te trekken, op te tillen tot een horizontale stand en
geheel erin te drukken.Afhankelijk van de versie kan de bak bovenop het instrumentenpaneel zijn
voorzien van een deksel.
Handschoenenkastje
Om te openen aan de handgreep
trekken.
Afhankelijk van de uitvoering kan het
handschoenenkastje een lampje
hebben dat gaat branden wanneer
het kastje wordt geopend en het kan
mogelijk ook worden vergrendeld.
Het handschoenenkastje tijdens het
rijden gesloten houden.
Page 77 of 239

Opbergen75Bekerhouders
Er zitten bekerhouders aan beide
uiteinden van het instrumentenpa‐
neel, centraal onder in het instrumen‐
tenpaneel en, afhankelijk van de
versie, ook in de deurholtes en bij de
achterbank.
Extra bekerhouders bevinden zich op
de achterkant van de neergeklapte
achterbank midden 3 75, 3 51.
De bekerhouders kunnen ook worden gebruikt als houder voor de draag‐
bare asbak. Verwijder de draagbare
asbakmodule om de bekerhouders te kunnen gebruiken.
Asbakken 3 90.
Opbergruimte voor
Kledinghaken bevinden zich op het
cabineschutbord en op de handgre‐
pen in de hemelbekleding.
Neerklapbare rugleuning midden
Wanneer de rugleuning van de
middelste passagiersstoel voor hele‐
maal naar voren is geklapt. heeft
deze stoel een opbergruimte, beker‐
houder en papierlade.
Rugleuning neerklappen 3 50.9 Waarschuwing
Wanneer de middelste passa‐
giersstoel voor opgeklapt is, moet
het airbagsysteem voor de passa‐ gier voor worden gedeactiveerd.
Airbag deactiveren 3 64.
Sluit de bekerhouder op het instru‐
mentenpaneel voordat u de rugleu‐
ning neerklapt.
Druk op de knop (zie pijl) aan de
achterkant van de rugleuning om de
papierlade te ontgrendelen en de
opbergruimten te kunnen bereiken.
Installeer de papierlade door het (de) eindstuk(ken) in een van de gleuvenbij de bekerhouder te steken.
Page 78 of 239

76Opbergen
Zet de papierlade altijd weer in de
oorspronkelijke stand voordat u de
rugleuning omhoog zet.
Zet voorwerpen zo nodig met de band vast.
Wanneer de opbergruimte wordt
gesloten, is het mogelijk om een
oplaadkabel van een voorwerp in de
opbergruimte door de inkeping te
leiden om apparaten bijv. met een
elektrische aansluiting te verbinden.
12 V-aansluitingen 3 88.
Opbergruimte portierbekleding
De portier- en achterdeurholtes
bevatten fleshouders en, afhankelijk
van de versie, een houder voor
bekers of asbakken.
Opbergvak onder passagiersstoel
Op sommige modellen bevindt zich
een opbergvak onder de voorstoel.
Trek aan het opbergvak om het te
verwijderen.
De bijrijdersbank kan ook een
opbergruimte hebben voor onder de
stoel.
Trek het kussen van de passagiers‐
stoel aan de banden naar voren om
toegang tot de opbergruimte onder de
stoel te krijgen.
Dubbele cabine - opbergvak
onder passagiersstoel
Afhankelijk van de versie hebben
bijrijdersbanken opbergvakken onder
sommige zittingkussens.
Page 79 of 239
Opbergen77Openen
Ontgrendel voor toegang tot een
opbergvak eerst het zittingkussen
door het zittingkussen met de band
aan de voorste rand ervan omhoog te trekken en daarna voorzichtig naar
voren te schuiven.
Klap het zittingkussen daarna open
door de achterkant omhoog te trek‐
ken.
Demonteren
Het opbergvak kan ook worden
verwijderd wanneer het zittingkussen
opengeklapt is. Omhoog trekken om
de borgring uit het vak te halen en
daarna het vak onder de stoel
vandaan schuiven.
Plaats het opbergvak terug wanneer
het niet wordt gebruikt.
Sluiten
Sluit: klap het zittingkussen omlaag,
duw het iets naar achteren en druk
het voorste deel van het kussen naar beneden om het vast te klikken.
Wanneer de stoel neergeklapt is, kunt u met de band ook de stand van de
zitting bijstellen naar persoonlijke
voorkeur.
Stoelverstelling 3 48, zitplaatsen
achterin 3 51.
Ruimte voor lang materiaal
Page 80 of 239

78OpbergenOm lange voorwerpen onder de
achterbak (alleen aan de kant van de
passagiersstoel voor) te kunnen
opbergen, kunnen de onderste bekle‐ dingskleppen losgemaakt worden.
Trek eerst aan de band op de zitting
van de passagiersstoel om de stoel
omhoog te brengen en kantel de
voorste klep dan naar binnen door
aan de lip achter de stoel te trekken
(zie illustratie).
Klap de achterste klep met de hand
omhoog; deze wordt door magneten
in de open stand gehouden.
9 Waarschuwing
Passagiers mogen de stoel niet
gebruiken wanneer eronder voor‐
werpen worden vervoerd terwijl de onderste bekledingskleppen
geopend zijn.
Opbergruimte plafond
Niet meer dan 35 kg aan spullen in dit
opbergvak bewaren.
Bagageruimte
Bevestig of hang geen voorwerpen
aan de onderste of bovenste veerpo‐
ten aan de zijkanten van de laad‐
ruimte.9 Waarschuwing
Controleer altijd of de lading in het
voertuig goed vastgezet is. Als datniet het geval is, kunnen er voor‐
werpen in het voertuig rondslinge‐
ren en letsel of schade aan de
lading of de auto veroorzaken.