Page 25 of 239

Sleutels, portieren en ruiten23Elektronische sleutel synchroniseren
Druk vier keer op een toets op de
elektronische sleutel binnen bereik
van de detectiezone (ongeveer
één meter) van de voordeuren of de
bagageruimte. De elektronische sleu‐
tel wordt gesynchroniseerd wanneer
het contact wordt aangezet.
Elektronisch sleutelsysteem
Voor een handenvrije bediening van
de volgende functies:
● centrale vergrendeling 3 25
● bagageruimte 3 35
● contact inschakelen en motor
starten 3 133
● vergrendelingssysteem 3 37
● diefstalalarmsysteem 3 38
De bestuurder hoeft alleen de elek‐ tronische sleutel bij zich te dragen.
Let op
Neem bij het uitstappen altijd de
elektronische sleutel mee.
Bij het achterlaten van de elektroni‐
sche sleutel in de kaartlezer klinkt er een geluidssignaal 3 104 en
verschijnt er een bericht op het
Driver Information Center 3 103 bij
het openen van de bestuurdersdeur.
Daarbij heeft de elektronische sleutel
de functionaliteit van de bediening op afstand 3 21 en een instapverlich‐
tingsfunctie 3 115.
Voor handenvrije bediening moet de elektronische sleutel buiten de auto
zijn, binnen een bereik van ongeveer
één meter van de voordeuren of de
bagageruimte. Het werkingsbereik
van de toetsen op de elektronische
sleutel kan door externe invloeden beperkt zijn. Brandende alarmknip‐
perlichten dienen als bevestiging.Handzender met zorg behandelen,
vochtvrij houden, beschermen tegen
hoge temperaturen en onnodig
gebruik vermijden.
Let op
Leg de elektronische sleutel onder‐
weg niet in de bagageruimte, aange‐ zien deze buiten de detectiezone
(aangegeven door een geluidssig‐
naal bij lage snelheid 3 104 en een
bericht op het Driver Information Center 3 103) ligt.
Let op
Als de elektronische sleutel in het interieur voorin wordt bewaart en er
een bericht op het Driver Information
Center verschijnt (waarbij er moge‐
lijk een geluidssignaal klinkt) ter indi‐
catie dat deze buiten het ontvangst‐
bereik is, adviseren we de elektroni‐
sche sleutel in de kaartlezer te
steken.
Let op
Als de elektronische sleutel niet
wordt gedetecteerd in het interieur
voorin na het openen en sluiten van een portier met draaiende motor,
verschijnt er een bericht op het
Driver Information Center (begeleid
Page 26 of 239

24Sleutels, portieren en ruitendoor een geluidssignaal als een
bepaalde snelheid wordt overschre‐
den) dat deze buiten het ontvangst‐
bereik is.
Zo wordt bijv. voorkomen dat u
wegrijdt na het afzetten van een
passagier die de elektronische sleu‐
tel heeft.
Het bericht verdwijnt wanneer de
elektronische sleutel weer wordt
gedetecteerd.
Handenvrije bediening wordt automa‐ tisch gedeactiveerd wanneer de toet‐
sen op de elektronische sleutel zijn
gebruikt of de centrale vergrende‐
lingstoets e 3 25 wordt ingedrukt.
Start de motor om de handenvrije
bediening weer te activeren.
Aan/Uit-knop 3 133.
Batterij elektronische sleutel
vervangen
Batterij meteen vervangen zodra het systeem niet meer goed werkt of het
bereik ervan afneemt. Een bericht op
het Driver Information Center geeft
aan dat de batterij moet worden
vervangen 3 103.Batterij vervangen, zie 'Handzender'
3 21.
Storing
Als de centrale vergrendeling niet kan worden bediend of als de motor niet
kan worden gestart, kan dit de
volgende oorzaken hebben:
● storing in elektronische sleutel
● elektronische sleutel buiten het ontvangstbereik
● batterijspanning te laag
● overbelasting van de centrale vergrendeling door herhaalde,
snel opeenvolgende activering
van de handzender, waardoor de stroomvoorziening voor korte tijd
wordt onderbroken
● storing door radiogolven afkom‐ stig van externe zenders met eenhoog vermogenFysieke noodsleutel
Ontgrendelingsknop aan de zijkant
van de elektronische sleutel ingedrukt houden en fysieke noodsleutel uit de
bovenkant trekken.
Deuren handmatig vergrendelen of
ontgrendelen door de sleutel in het
slot te draaien.
Steek de fysieke noodsleutel na
gebruik weer in de behuizing van de
elektronische sleutel.
Page 27 of 239

Sleutels, portieren en ruiten25Portiersloten
Diefstalvergrendeling
Open het bestuurdersportier en scha‐ kel de diefstalvergrendeling in om te
voorkomen dat de portieren van
buiten af wordt geopend.
Draai de schakelaar van de vergren‐
deling op de deur met een geschikt
gereedschap in de vergrendelde
stand. De deuren/achterklep kunnen/ kan van buiten af niet worden
geopend.
De diefstalvergrendeling blijft zelfs na
het ontgrendelen van de auto met de
afstandsbediening ingeschakeld. De
deuren/achterklep kunnen/kan alleen van binnen of met de fysieke sleutel
worden geopend.
Let op
Afhankelijk van de versie blijft de
achterklep mogelijk ontgrendeld wanneer de diefstalvergrendelingingeschakeld is.
Schakel deze uit door de schakelaar
in de ontgrendelde stand te zetten.
Achterdeur handmatig
vergrendelenDraai de vergrendelschakelaar
rechtsom om de achterdeur links
vanuit de bagageruimte te vergren‐
delen. Draai de schakelaar linksom
om het slot uit te schakelen.
Achterdeuren 3 33.
Centrale vergrendeling
Ontgrendelt en vergrendelt de voor‐
portieren, de zijschuifdeuren en de
bagageruimte.
Met de handzender met 3 toetsen worden de voordeuren en de baga‐
geruimte/zijschuifdeuren (indien
aanwezig) onafhankelijk van elkaar
ontgrendeld en vergrendeld.
Om veiligheidsredenen kan de auto
niet worden vergrendeld, wanneer de sleutel in het contactslot steekt.
Let op
Als er binnen ongeveer
twee minuten na het ontgrendelen van de auto geen portier wordt
geopend, wordt de auto automatisch weer vergrendeld.
Page 28 of 239

26Sleutels, portieren en ruitenPortieren en bagageruimte sluiten. Bij
een niet goed gesloten deur werkt de
centrale vergrendeling niet.
Zie "Bediening met fysieke sleutel"
hieronder voor nadere informatie.
Werking van afstandsbediening
De werking van de centrale vergren‐
deling met de handzender wordt
bevestigd door de alarmknipperlich‐
ten. De alarmknipperlichten knippe‐
ren één keer ter indicatie dat de auto
ontgrendeld is en twee keer ter indi‐
catie dat de auto vergrendeld is.
Ontgrendelen met handzender met
twee toetsenAfhankelijk van model en configura‐
tie:
● Druk op c en houd ingedrukt om
alle portieren en de bagage‐ ruimte te ontgrendelen.
- of -
● c eenmaal indrukken om het
bestuurdersportier te ontgrende‐
len en c tweemaal indrukken om
alle portieren en de bagage‐
ruimte te ontgrendelen.
Ontgrendelen met handzender met
drie toetsenAfhankelijk van model en configura‐
tie:
● Druk op c en houd ingedrukt om
alle portieren en de bagage‐ ruimte te ontgrendelen.
- of -
● c eenmaal indrukken om het
bestuurdersportier te ontgrende‐
len en c tweemaal indrukken om
alle portieren en de bagage‐
ruimte te ontgrendelen.
- of -
● Druk één keer op c om alle
portieren en de laadruimte te
ontgrendelen.
Page 29 of 239
Sleutels, portieren en ruiten27Vergrendelen met handzender met
twee toetsen
Druk op e om: Alle deuren en de
bagageruimte worden vergrendeld.
Vergrendelen met handzender met
drie toetsen
Druk op e om: Alle deuren en de
bagageruimte worden vergrendeld.
Let op
Indien aanwezig, wordt de bewaking van het interieur 3 38 uitgescha‐
keld door e ingedrukt te houden (ter
bevestiging klinkt een geluidssig‐
naal).
Als dit per ongeluk is gebeurd, moet
u de portieren opnieuw ontgrende‐
len en e korte tijd indrukken om de
auto te vergrendelen.
Bagageruimte vergrendelen en
ontgrendelen met handzender met
2 toetsen
Druk afhankelijk van model en confi‐
guratie één of tweemaal op c om de
bagageruimte (en de zijschuifdeuren) te ontgrendelen.
Druk op e om de laadruimte (en,
afhankelijk van de versie, de zijschuif‐
deuren) te vergrendelen.
Page 30 of 239

28Sleutels, portieren en ruitenBagageruimte vergrendelen en
ontgrendelen met handzender met
3 toetsen
Druk op G om de laadruimte (en,
afhankelijk van de versie, de zijschuif‐
deuren) te vergrendelen of te
ontgrendelen.
Werking elektronisch
sleutelsysteem
Voor handenvrije bediening moet de
elektronische sleutel buiten de auto
zijn, binnen een bereik van ongeveer
één meter van de voordeuren of de
bagageruimte.
Let op
Er zit geen knop voor handenvrije
bediening in de buitenkruk van de
zijschuifdeur.
Er mag geen elektronische sleutel in
de auto blijven liggen en niet nog een extra elektronische sleutel in de
detectiezones zijn, omdat anders dehandenvrije bediening van de
centrale vergrendeling niet werkt.
De werking van de centrale vergren‐
deling met de elektronische sleutel
wordt bevestigd door de alarmknip‐
perlichten. De alarmknipperlichten knipperen één keer ter indicatie dat
de auto ontgrendeld is en twee keer
ter indicatie dat de auto vergrendeld
is.
Als bij het vergrendelen een portier
open of onjuist gesloten is, vergren‐
delt en ontgrendelt de centrale
vergrendeling snel achter elkaar
zonder dat de alarmknipperlichten
knipperen.9 Gevaar
Laat nooit een elektronische sleu‐
tel achter in de auto bij kinderen of dieren, om onbedoeld bedienen
van ruiten, deuren of motor te
voorkomen. Kans op fataal letsel.
Page 31 of 239

Sleutels, portieren en ruiten29Ontgrendelen met elektronische
sleutel - handenvrije bediening
Druk op de knop op de buitenkruk van
een van de voorportieren om te
ontgrendelen en trek het aan de
hendel open.
Druk bij de achterdeuren/achterklep
op de knop op de buitenkruk om te
ontgrendelen en trek deze aan de
hendel open.
De auto ontgrendelt alleen wanneer
er ten minste drie seconden zijn
verstreken na het handenvrij vergren‐
delen.
Handenvrije bediening wordt automa‐
tisch gedeactiveerd wanneer de toet‐
sen op de elektronische sleutel zijn
gebruikt. Start de motor om de
handenvrije bediening weer te active‐
ren.
Ontgrendelen met toetsen op de
elektronische sleutel
Druk op c om alle portieren en de
bagageruimte te ontgrendelen.
Vergrendelen met elektronische
sleutel - handenvrije bediening
Druk op de knop op een van de
buitenkrukken. Alle deuren en de
bagageruimte worden vergrendeld.
De auto vergrendelt alleen wanneer
er ten minste drie seconden zijn
verstreken na het handenvrij ontgren‐
delen.
Handenvrije bediening wordt automa‐
tisch gedeactiveerd wanneer de toet‐
sen op de elektronische sleutel zijn
Page 32 of 239

30Sleutels, portieren en ruitengebruikt. Start de motor om de
handenvrije bediening weer te active‐
ren.
Vergrendelen met toetsen op de
elektronische sleutel
Druk op e om alle portieren en de
bagageruimte te vergrendelen.
Bagageruimte vergrendelen en
ontgrendelen met elektronische
sleutel - handenvrije bediening
Druk op de toets op de buitenkruk om
de achterdeuren/achterklep (en de
zijschuifdeuren) te vergrendelen of te ontgrendelen wanneer de elektroni‐
sche sleutel binnen bereik van de
detectiezone (ongeveer één meter)
is.
De achterdeuren/achterklep (en de
zijschuifdeuren) vergrendelen/
ontgrendelen alleen wanneer er ten
minste drie seconden zijn verstreken
na de laatste keer indrukken van de
toets.
Handenvrije bediening wordt automa‐
tisch gedeactiveerd wanneer de toet‐
sen op de elektronische sleutel zijn
gebruikt. Start de motor om de
handenvrije bediening weer te active‐
ren.Bagageruimte vergrendelen en
ontgrendelen met toetsen op de
elektronische sleutel
Druk op G om de achterdeuren/
achterklep (en de zijschuifdeuren) te
vergrendelen/ontgrendelen.
Elektronisch sleutelsysteem 3 23.