Page 249 of 313
Verzorging van de auto247ZijmarkeringslichtenLaat defecte leds door een werk‐
plaats vervangen.
Dagrijlicht
Laat defecte leds door een werk‐
plaats vervangen.
LED-koplampen Koplampen voor groot- en dimlicht,
zijmarkeringslicht, dagrijlicht en rich‐
tingaanwijzers zijn uitgevoerd met
LED's en kunnen niet worden vervan‐
gen.
Laat lichten bij eventuele storingen
door een werkplaats vervangen.Mistlampen
1. Maak de afdekking los met een schroevendraaier in de uitsparing
en verwijder de afdekking.
2. Draai de schroef los en verwijder de console.
3. Draai de drie schroeven los entrek de lampmodule naar voren.
Page 250 of 313
248Verzorging van de auto4. Draai de lampfitting linksom enhaal deze uit de lampmodule.
5.Klik de lampfitting los van de stek‐
ker door op de borgnok te druk‐
ken.
6. Vervang de lamp in de lampfitting
en klik deze weer vast aan de
stekker.
7. Plaats de lampfitting in de licht‐ module door deze rechtsom te
draaien en zet deze vast.
8. Monteer de lamp door de drie schroeven vast te draaien.
9. Bevestig de console en haal de schroef aan.
10. Bevestig en vergrendel de afdek‐ king.
Achterlichten
De achterlichten en remlichten zijn
uitgevoerd als LED's. Mochten deze
uitvallen, laat ze dan in een werk‐
plaats vervangen.
Lichtmodule in de carrosserie
1. Verwijder de afdekking aan de betreffende zijde.
2.Twee kunststof bevestigingsmoe‐
ren van binnen met de hand
losdraaien.
Page 251 of 313
Verzorging van de auto2493. Trek de achterlichtmodule voor‐zichtig uit de uitsparing en verwij‐
der deze.
4. Draai de lamphouder linksom en haal deze uit de lampmodule.
5.Verwijder en vervang de lamp van
de richtingaanwijzer.
6. Bevestig de lamphouder in de module.
7. Bevestig de lampmodule aan de carrosserie en haal de bevesti‐
gingsmoeren aan vanaf de
binnenkant van de bagageruimte.
Bevestig de afdekking.
Lichtmodule in de achterklep
1. Til de afdekking in de achterklep op en neem deze weg.
2. Schroef de kunststof bevesti‐gingsmoer met de hand vast.
3.Trek de lichtmodule voorzichtig uit
de uitsparingen en verwijder
deze.
Page 252 of 313
250Verzorging van de auto
4. Draai de lamphouder linksom enhaal deze uit de lampmodule.
Mistachterlicht ( 1)
Achteruitrijlicht ( 2)
5. Verwijder de gloeilamp en vervang deze:Mistachterlicht
Achteruitrijlicht
6. Plaats de lamphouder in de achterlichtmodule. Sluit de stek‐
ker op de lichtmodule aan. Breng
de lichtmodule op de achterklep
aan en haal de schroef vanaf de
binnenkant aan. Bevestig de
afdekking.
Zijrichtingaanwijzers Demonteer voor het vervangen van
de gloeilamp de lampbehuizing:
1. Schuif de lamp naar de linkerkant
ervan en haal deze aan de rech‐
terkant ervan los.
Page 253 of 313

Verzorging van de auto251
2. Draai de lamphouder linksom uitde behuizing.
3. Trek de lamp uit de lamphouderen vervang deze.
4. Breng de lamphouder aan en draai deze rechtsom.
5. Steek de linkerkant van de lamp erin, schuif deze naar links en
steek de rechterkant erin.
Kentekenverlichting De kentekenverlichting is uitgevoerd
met LED's en kan niet worden vervan‐
gen. Laat defecte leds door een werk‐ plaats vervangen.
Binnenverlichting Interieurverlichting, leeslampjes
Gloeilampen door een werkplaats
laten vervangen.
Bagageruimteverlichting
Gloeilampen door een werkplaats
laten vervangen.
Instrumentenverlichting Gloeilampen door een werkplaats
laten vervangen.Elektrisch systeem
Zekeringen Controleren of het opschrift op de
vervangende zekering overeenkomt
met dat op de defecte zekering.
Er zitten drie zekeringenkasten in de
auto:
● motorruimte
● instrumentenpaneel
● bagageruimte
Alvorens een zekering te vervangen,
de desbetreffende schakelaar en de
ontsteking uitschakelen.
Een defecte zekering is te herkennen aan de doorgebrande smeltdraad.Voorzichtig
Vervang de zekering niet totdat de oorzaak van de storing is verhol‐
pen.
Sommige functies worden door meer‐ dere zekeringen beveiligd.
Er kunnen zekeringen aanwezig zijn
die geen functie hebben.
Page 254 of 313
252Verzorging van de auto
Zekeringtrekker
In de zekeringenkast in de motor‐
ruimte zit mogelijk een zekeringtrek‐
ker.Zekeringtrekker van bovenaf of van
opzij op zekering steken en zekering
lostrekken.
Zekeringenkast in
motorruimte
De zekeringenkast zit linksvoor in de
motorruimte.
Maak het deksel los en verwijder het.
Page 255 of 313
Verzorging van de auto253Nr.Stroomkring1–2–3ABS4–5–6Achterklep7Mistlampen8Geheugenmodule9Verwarmde voorruit10Lendensteun stoel11DC/DC-accu12Verwarmbare achterruit13Spiegelverwarming14–15–16Ruitenwisser voor17Elektrisch bediende stoel,
passagier18ZonneschermNr.Stroomkring19Elektrisch bediende stoel,
bestuurder20–21Zonnedak22Achterruitenwisser/airbag23Adaptief rijlicht (AFL)24–25–26Transmissieregelmodule27Contact/instrumentenpaneel28–29Achteruitkijkcamera/lucht‐
rooster30Storingsindicatielamp/
aanhanger31–32Camera33Stoelverwarming voor34Stoelverwarming achter35Demping/aandrijving op alle
wielen
Page 256 of 313
254Verzorging van de autoNr.Stroomkring36Brandstofsysteem37–38–39–40Stuurslot41–42–43Verwarmd stuurwiel44Koplampverstelling45–46Motorregelmodule47–48DC/DC-omvormer/luchtrooster/
E-Boost49Regelmodule achterdeuren50–51–52–53–54–Nr.Stroomkring55–56Startmotor57–58–59Koplamp links (LED)60Koelventilator61–62–63–64–65Verwarming en ventilatie66–67–68–69Grootlicht rechts (halogeen)/
koplamp rechts (LED)70Grootlicht links (halogeen)71–72Startmotor73–Nr.Stroomkring74Transmissieregelmodule75Motorregelmodule76Emissiereductiesysteem77–78Claxon79Ruitensproeier80–81Motorregelmodule82–83Bobine84Bobine85Aandrijflijn86–87Verwarming dieselbrandstof88Ventilatieklep89–90–91–92Nadraaipomp93Elektronisch sleutelsysteem