Page 73 of 313
Opbergen71Armsteun met opbergruimte
Opbergruimte in voorste
armsteun
Druk de toets in om de armsteun
omhoog te klappen.
Opbergvak middenconsole
In het opbergvak kunt u kleine voor‐
werpen opbergen.
Afhankelijk van de versie bevindt er
zich een opbergvak onder een afdek‐
king.
Druk aan de achterkant op de afdek‐
king om deze te openen.
Bagageruimte
Afhankelijk van de uitrusting is de
achterbank in twee of drie delen
verdeeld. U kunt alle delen neerklap‐
pen.
Voer zo nodig onderstaande stappen uit voordat u de achterbank neerklapt:
● Bagagerolhoes bagageruimte verwijderen 3 74.
● Duw de hoofdsteunen omlaag door de pal in te drukken en inge‐drukt te houden 3 40.
● Verwijder de achterste hoofd‐ steunen, zodat de rugleuningen
volledig op de zittingen kunnen rusten 3 40.
Page 74 of 313

72OpbergenVerlenging bagageruimte
(tweedelige achterbank)
● Trek aan één kant of beide buitenste kanten aan de ontgren‐
delingshendel en klap de rugleu‐
ningen neer op de zitting. Trek bij inklappen van de rugleuningen
de veiligheidsgordels mee.
● U klapt de rugleuningen weer omhoog door deze zover rechtop
te zetten dat ze hoorbaar vast‐
klikken.
De rugleuningen zijn goed
vergrendeld wanneer het rode
merkteken dichtbij de ontgrende‐ lingshendel niet meer zichtbaar
is.
9 Waarschuwing
Bij opklappen moet u zich ervan
verzekeren dat de rugleuningen
stevig op hun plaats vergrendeld
zijn alvorens te gaan rijden. Het
nalaten hiervan kan lichamelijk
letsel of schade aan de bagage of
de auto tot gevolg hebben bij
krachtig remmen of een botsing.
Bij het te snel opklappen van de
rugleuning kan de veiligheidsgordel
van de middelste zitplaats geblok‐
keerd raken. Ontgrendel het oprolme‐ chanisme door de veiligheidsgordel in
te steken of door deze ongeveer
20 mm naar buiten te trekken en
vervolgens los te laten.
Verlenging bagageruimte
(driedelige achterbank)
● Klap de achterste armsteun omhoog.
Page 75 of 313

Opbergen73
● Trek aan de lus en klap derugleuning van de middelste
zitplaats neer.
● Trek aan één kant of beide buitenste kanten aan de ontgren‐
delingshendel en klap de rugleu‐
ningen neer op de zitting.
9 Waarschuwing
Voordat u de rugleuning van de
rechtse zitplaats neerklapt, moet
de rugleuning van de middelste
zitplaats worden neergeklapt.
Gevaar voor letsel door de bout
die uit de binnenkant van de
leuning steekt.
● Trek aan één kant of beide buitenste kanten aan de ontgren‐
delingshendel en klap de rugleu‐
ningen neer op de zitting. Trek bij inklappen van de rugleuningen
de veiligheidsgordels mee.
9 Waarschuwing
Voordat u de rugleuning van de
rechtse zitplaats neerklapt, moet
de rugleuning van de middelste
zitplaats worden neergeklapt.
Gevaar voor letsel door de bout
die uit de binnenkant van de
leuning steekt.
● Of klap de rugleuning neer vanuit
de bagageruimte: trek aan de
hendel in de linker of rechter
zijwand van de bagageruimte om
het desbetreffende deel van de rugleuning van de achterbankneer te klappen.
9 Waarschuwing
Wees voorzichtig wanneer u de
rugleuning van de achterbank
bedient vanuit de bagageruimte.
Page 76 of 313

74OpbergenDe rugleuning wordt met aanzien‐
lijke kracht neergeklapt. Er bestaat verwondingsgevaar, met name
voor kinderen.
Zorg ervoor dat er niets aan de
zitplaatsen achterin is vastge‐
maakt of dat er niets op het stoel‐
kussen ligt.
● U klapt de rugleuningen weer omhoog door deze zover rechtopte zetten dat ze hoorbaar vast‐
klikken.
De rugleuningen zijn goed
vergrendeld wanneer het rode
merkteken dichtbij de ontgrende‐ lingshendel niet meer zichtbaar
is.
9 Waarschuwing
Bij opklappen moet u zich ervan
verzekeren dat de rugleuningen
stevig op hun plaats vergrendeld
zijn alvorens te gaan rijden. Het
nalaten hiervan kan lichamelijk
letsel of schade aan de bagage of de auto tot gevolg hebben bij
krachtig remmen of een botsing.
Bij het te snel opklappen van de
rugleuning kan de veiligheidsgordel
van de middelste zitplaats geblok‐
keerd raken. Ontgrendel het oprolme‐ chanisme door de veiligheidsgordel in
te steken of door deze ongeveer
20 mm naar buiten te trekken en
vervolgens los te laten.
Bagageruimte-afdekking
Leg niets op de hoedenplank.
De afdekking verwijderen
Maak de ophangkoorden los van de
achterklep.
Page 77 of 313
Opbergen75
Til de afdekking achteraan en voor‐
aan omhoog.
Verwijder het deksel.
De afdekking plaatsen Steek de hoedenplank in de zijgelei‐
ders en klap deze omlaag. Bevestig
de spanbanden aan de achterklep.
Vloerafdekking
bagageruimte
De vloerplaat van de bagageruimte
kan worden verwijderd. Til de plaat aan de lus omhoog en verwijder deze.
Sjorogen
De sjorogen dienen om voorwerpen
vast te zetten, bijv. met spanbanden
of een bagagenet.
Page 78 of 313
76OpbergenGevarendriehoek
Leg de gevarendriehoek in de ruimte
achterin de bagageruimte.
Verbanddoos
Berg de verbanddoos aan de rechter‐
kant van de bagageruimte op en zet
deze vast met de band.
Dakdragersysteem
Dakdrager
Om veiligheidsredenen en ter vermij‐
ding van dakschade adviseren wij het voor uw auto goedgekeurde dakdra‐gersysteem te gebruiken. Neem
contact op met uw werkplaats voor
meer informatie.
Dakdrager monteren
Open alle portieren.
De bevestigingspunten zitten aan weerskanten in de portieropeningen.
Zet de dakdrager volgens de
montage-instructies vast.
Page 79 of 313

Opbergen77Dakdrager wegnemen als deze niet
wordt gebruikt.Beladingsinformatie
● Zware voorwerpen in de bagage‐
ruimte tegen de rugleuningen
leggen. Zorg dat de rugleuningen
goed vastklikken. D.w.z. dat de
rode merktekens dichtbij de
ontgrendelingshendel aan de
zijkant mogen niet meer zicht‐
baar mogen zijn. Bij stapelbare
voorwerpen de zwaarste voor‐
werpen onderop leggen.
● Voorwerpen met spanbanden aan de sjorogen vastzetten 3 75.
● Losse voorwerpen in de bagage‐
ruimte vastzetten om glijden
tegen te gaan.
● Bij het vervoeren van voorwer‐ pen in de bagageruimte mogen
de rugleuningen van de achter‐
bank niet schuin naar voren
geklapt zijn.
● Bagage niet boven de rugleunin‐ gen laten uitsteken.
● Leg niets op de bagageruimte- afdekking of op het instrumenten‐
paneel en dek de sensor boven
op het instrumentenpaneel niet af.
● De bagage mag de bediening van pedalen, handrem, schakel‐
hendel en de bewegingsvrijheid van de bestuurder niet belemme‐ ren. Geen losse voorwerpen inhet interieur leggen.
● Niet met een geopende achter‐ klep rijden.
Page 80 of 313

78Opbergen9Waarschuwing
Controleer altijd of de lading in het
voertuig goed vastgezet is. Als datniet het geval is, kunnen voorwer‐
pen in het voertuig rondgeslingerd worden en letsel of schade aan delading of de auto veroorzaken.
● Het nuttig draagvermogen is het verschil tussen het maximaal
toelaatbare totaalgewicht van de
auto (zie typeplaatje 3 284) en
het EU-leeggewicht van de auto.
U berekent het nuttige draagver‐
mogen door de gegevens van uw auto in de tabel Gewichten voorin deze handleiding in te voeren.
Het EU-leeggewicht omvat ook
het gewicht van de bestuurder
(68 kg), de bagage (7 kg) en alle
vloeistoffen (brandstoftank voor
90% gevuld).
Extra uitrusting en accessoires verhogen het leeggewicht.
● Rijden met daklading verhoogt de zijwindgevoeligheid van de
auto en verslechtert het rijgedrag
door het hogere zwaartepunt.
Lading gelijkmatig verdelen en
goed met spanbanden vastzet‐
ten. Bandenspanning en rijsnel‐
heid aan de beladingstoestand
aanpassen. Spanbanden regel‐
matig controleren en bijspannen.
Niet sneller rijden dan 120 km/u.
De toegestane daklast is 100 kg.
De dakbelasting is de som van het gewicht van het dakdrager‐
systeem en de lading.