2017.5 OPEL INSIGNIA BREAK Gebruikershandleiding (in Dutch)

Page 193 of 313

OPEL INSIGNIA BREAK 2017.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Rijden en bediening191Wanneer adaptieve cruise control
wordt gedeactiveerd, verandert
controlelamp  m van groen in wit en
verschijnt er een pop-upbericht op het
Driver Information Center.
De opslagen

Page 194 of 313

OPEL INSIGNIA BREAK 2017.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) 192Rijden en bedieningnieuwe voorligger wordt gedetec‐
teerd, kan het systeem de
snelheid verhogen in plaats van
te remmen.
● De adaptieve cruise control negeert tegemoetkomend
verkeer.
● Adapti

Page 195 of 313

OPEL INSIGNIA BREAK 2017.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Rijden en bediening193accelereren. Verlaag daarom de snel‐
heid voor het oprijden of verlaten van
de snelweg.
Koersveranderingen
Als een ander voertuig voor u invoegt, zal de adaptieve cruise contro

Page 196 of 313

OPEL INSIGNIA BREAK 2017.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) 194Rijden en bedieningpositie van de adaptieve cruisecontrol sensor te controleren en
corrigeren.
Instellingen
Instellingen kunnen in het menu
Persoonlijke instellingen op het
Colour-Info-Display word

Page 197 of 313

OPEL INSIGNIA BREAK 2017.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Rijden en bediening195systeem een voorligger heeft waar‐
genomen. Bij auto's met head-
updisplay wordt  A op de voorruit
geprojecteerd.
Controlelamp  A wordt geel als de
afstand tot een rijdende

Page 198 of 313

OPEL INSIGNIA BREAK 2017.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) 196Rijden en bedieningtiming van de waarschuwingen reke‐
ning met de verkeerssituatie en de
weersomstandigheden.
Let op: de instelling voor de gevoelig‐
heid van het alarm wordt gedeeld met de afs

Page 199 of 313

OPEL INSIGNIA BREAK 2017.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Rijden en bediening197Indicatie afstand tot
voorligger
De volgende afstandsaanduiding
toont de afstand tot een bewegend voorliggend voertuig. De frontcamera
in de voorruit wordt gebruikt voor het dete

Page 200 of 313

OPEL INSIGNIA BREAK 2017.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) 198Rijden en bediening● Door weersomstandighedenbeperkt zicht, zoals bij mist,
regen of sneeuw.
● De sensor is bedekt met sneeuw,
ijs, slijk, modder, vuil, schade aan
de voorruit of werkt slechter