Page 56 of 313

54Stoelen, veiligheidssystemenAirbagsysteem
Het airbagsysteem bestaat uit meer‐
dere afzonderlijke systemen afhanke‐
lijk van de omvang van de uitrusting.
Bij het activeren worden de airbags
binnen enkele milliseconden gevuld.
Ook het leeglopen van de airbags
verloopt zo snel, dat dit tijdens een
aanrijding vaak niet eens wordt opge‐ merkt.9 Waarschuwing
Wanneer de airbagsystemen
verkeerd worden gebruikt, kunnen
ze op een explosieve manier
ontploffen.
Let op
Ter hoogte van de middenconsole zitten de regelelektronica van het
airbagsysteem en de gordelspan‐
ners. In dit gebied geen magneti‐
sche voorwerpen plaatsen.
Bevestig geen voorwerpen op de
afdekkingen van de airbags en
bedek ze niet met andere materia‐
len. Laat beschadigde afdekkingen
vervangen door een werkplaats.
Elke airbag treedt slechts eenmaal
in werking. Geactiveerde airbags
onmiddellijk laten vervangen door
een werkplaats. Ook moeten even‐
tueel het stuurwiel, het instrumen‐
tenbord, plaatwerk, de portierafdich‐ tingen, handgrepen en de stoelen
worden vervangen.
Geen aanpassingen in het airbag‐
systeem aanbrengen, anders
vervalt de typegoedkeuring van de auto.
Bij het ontplooien van de airbags kunnen de vrijkomende hete gassen
brandwonden veroorzaken.
Controlelamp v voor airbagsystemen
3 99.
Kinderveiligheidssystemen op de
passagiersstoel met
airbagsystemen
Waarschuwing conform ECE R94.02 :
EN: NEVER use a rearward-facing
child restraint on a seat protected by
an ACTIVE AIRBAG in front of it;
DEATH or SERIOUS INJURY to the
CHILD can occur.
DE: Nach hinten gerichtete Kinder‐
sitze NIEMALS auf einem Sitz
verwenden, der durch einen davor
befindlichen AKTIVEN AIRBAG
geschützt ist, da dies den TOD oder
SCHWERE VERLETZUNGEN DES
KINDES zur Folge haben kann.
FR: NE JAMAIS utiliser un siège d'en‐
fant orienté vers l'arrière sur un siège protégé par un COUSSIN GONFLA‐
BLE ACTIF placé devant lui, sous
Page 61 of 313

Stoelen, veiligheidssystemen59
U deactiveert het airbagsysteem van
de voorpassagier met een slot aan de passagierszijde van het instrumen‐
tenpaneel.
Gebruik de contactsleutel om de posi‐ tie te kiezen:
*
OFF:airbag van voorpassagier is
gedeactiveerd en gaat niet
af bij een aanrijding. Contro‐
lelampje *OFF brandt
voortdurend in de midden‐
consoleV
ON:airbag van voorpassagier is
actief9 Gevaar
Deactiveer de passagiersairbag
uitsluitend bij gebruik van een
kinderveiligheidssystemen,
volgens de instructies en beper‐
kingen in de tabel 3 63.
Anders is er kans op dodelijk letsel voor een persoon op de passa‐
giersstoel met een gedeacti‐
veerde airbag.
Als de controlelamp V ongeveer
60 seconden brandt nadat het contact ingeschakeld is, gaat het airbagsys‐
teem voor de voorpassagier af bij een
aanrijding.
Als de controlelamp * oplicht na het
inschakelen van het contact, wordt het airbagsysteem voor de voorpas‐
sagier gedeactiveerd. Het blijft aan
terwijl de airbag gedeactiveerd is.
Indien beide conrolelampen tegelij‐
kertijd branden zit er een storing in het
systeem. De systeemstatus wordt
niet aangeduid; er mag niemand op
de stoel van de voorpassagier
vervoerd worden. Roep onmiddellijk
de hulp van een werkplaats in.
Raadpleeg onmiddellijk een werk‐
plaats indien geen van beide contro‐
lelampjes brandt.
Verander de status alleen tijdens stil‐
stand terwijl de ontsteking is uitge‐
schakeld.
Status blijft actief tot de volgende
verandering.
Controlelamp airbag-deactivering
3 100.
Page 308 of 313

306TrefwoordenlijstAAan/Uit-knop ............................... 157
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............281, 286
Aanduidingen op banden ..........258
Aanhangerkoppeling ..................231
Aanhangerstabilisatie ................234
Aanhanger trekken ....................232
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 237
Accu ........................................... 242
Achterlichten .............................. 248
Achterruitverwarming ................... 37
Achteruitkijkcamera ...................217
Achteruitrijlichten .......................138
Actieve motorkap ..........................67
Actieve noodrem......................... 198 Adaptieve cruise control .....104, 185
AdBlue ................................ 102, 165
Afmetingen auto ........................292
Afstand tot voorligger .................101
Airbag deactiveren ....................... 58 Airbag-deactivering .................... 100
Airbag en gordelspanners ...........99
Airbaglabel.................................... 54
Airbagsysteem ............................. 54
Airconditioning ........................... 143
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 154
Alarmknipperlichten ...................136Algemene informatie .................. 231
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 156
All-wheel drive ........................... 173
Andere auto slepen ...................275
Antiblokkeersysteem .................174
Antiblokkeersysteem (ABS) .......101
Armsteun ................................ 48, 50
Armsteun met opbergruimte ........71
Asbakken ..................................... 88
Autogegevens ............................ 286
Autokrik....................................... 257 Automatische dimfunctie .............34
Automatische verlichting ............ 130
Automatische versnellingsbak ...168
Automatisch vergrendelen ...........26
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 274
Auto stallen ................................. 237
Autostop ..................................... 160
B Bagageruimte ........................ 28, 71
Bagageruimte-afdekking .............74
Bandenreparatieset ...................264
Bandenspanning .......................258
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ................................ 103, 260
Bandenspanningswaarden ........295
Baselevel-display........................ 105