Page 89 of 398
87
308_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed02-2015
Indeling van de bagageruimte (SW)
1. Bagageruimteverlichting
2. S chakelaars voor neerklappen zitplaatsen
achter
3.
1
2V-aansluiting (maximaal 120 W)
4.
u
i
tneembare opbergbak
t
r
ek de opbergbak omhoog om hem los te
maken.
5.
op
bergvakken
h
ierin zijn opgeborgen:
-
he
t sleepoog,
-
d
e bandenreparatieset,
-
h
et reservewiel (afhankelijk van het
uitrustingsniveau optioneel of standaard).
6.
Riem
7.
Bagageafdekking
(
zie de destreffende rubriek).
8.
R
ingen voor het bevestigen van een net
(voor het vastzetten van bagage)
(
volgens uitvoering)
F
P
ak de ringen één voor één en leg ze in de
geleiderail.
F
V
erplaats de ring in de gewenste positie
door op de knop te duwen.
F
N
eem de montagerichting in acht (ringen in
verticale stand naar de buitenzijde van de
auto gericht).
3
ergonomie en comfort
Page 90 of 398
88
308_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed02-2015
Bagageafdekscherm (SW)
OprollenVerwijderenOpbergen
F Ver wijder de geleiders van het scherm uit
de rails op de achterstijlen.
F
L
aat het scherm los, het wordt automatisch
opgerold. F
H oud uw linkerhand onder
het
bagageafdekscherm.
F
M
aak het uiteinde van de oprolautomaat
los door het naar voren (rechtsom) te
draaien.
F
V
oer dezelfde handeling uit voor de
rechterzijde (linksom).In de opbergbak onder de vloerbekleding van de
bagageruimte bevindt zich een uitsparing waarin het
bagageafdekscherm diagonaal kan worden opgeborgen.
Deze uitsparing is bij auto's met een
subwoofer niet aanwezig.
ergonomie en comfort
Page 91 of 398

89
308_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed02-2015
Plaatsen
F Plaats het linker en vervolgens het rechter uiteinde van het bagageafdekscherm in de
desbetreffende uitsparingen.
F
P
laats uw handen boven op de
oprolautomaat en draai het geheel naar
achteren om het vast te zetten.
F
R
ol het scherm af tot het vast kan worden
gezet aan de achterstijl.
Hoge belading (SW)
Bagagenet
1e zitrij
F Klap de achterbank neer.
F V erwijder aan weerszijden de afdekplaatjes
bovenaan bij de hemelbekleding.
F
P
laats de bovenste haken van het net één
voor één in de hemelbekleding.
F
B
evestig het net aan de haken aan
de onderzijde, ter hoogte van de
bevestigingspunten van de veiligheidsgordels.
F
S
pan het net met behulp van de riemen.
oo
k als het net is geplaatst kunnen de
rugleuningen van de achterbank probleemloos
worden neergeklapt.
2e zitrij
F Verwijder aan weerszijden de afdekplaatjes bovenaan bij de hemelbekleding.
F
P
laats de bovenste haken van het net één
voor één in de hemelbekleding.
F
B
evestig het net aan de sjorogen aan
de onderzijde die zich aan weerszijden
van de vloerbekleding of op de rails in
de bagageruimte bevinden (volgens
uitvoering).
F
S
pan het net met behulp van de riemen.
Met dit bagagenet kan de auto tot aan het dak worden beladen:
-
a
chter de voorstoelen (1
e zitrij) wanneer de achterbank is neergeklapt.
-
a
chter de achterbank (2e zitrij).
3
ergonomie en comfort
Page 92 of 398

90
308_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed02-2015
Verwarming en ventilatie
Luchttoevoer
De lucht in het interieur wordt gefilterd
en wordt van buitenaf toegevoerd via het
luchtrooster onder de voorruit, of in het interieur
gerecirculeerd.
Bedieningspaneel
De lucht kan afhankelijk van de instellingen
van de bestuurder, voorpassagier of
achterpassagiers (afhankelijk van het
uitrustingsniveau) via verschillende circuits
worden toegevoerd.
Stel de temperatuurregeling in: de lucht van de
verschillende circuits wordt gemengd om het
gewenste comfortniveau te bereiken.
Stel de luchtverdeling in met de desbetreffende
(combinatie van) toetsen: de lucht wordt via de
gewenste uitstroomopeningen verdeeld.
Stel de luchtopbrengst in: de aanjagersnelheid
wordt verhoogd of verlaagd.
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto kan
de verwarming en ventilatie worden bediend
via het menu "Airconditioning" van het
touchscreen of via het bedieningspaneel van
de middenconsole. 1.
u itstroomopeningen voor het ontdooien of
ontwasemen van de voorruit.
2.
u itstroomopeningen voor het ontdooien of
ontwasemen van de zijruiten.
3.
A
fsluitbare en verstelbare
zijventilatieroosters. 4.
A
fsluitbare en verstelbare middelste
ventilatieroosters.
5.
u itstroomopeningen beenruimte
voorpassagiers.
6.
u itstroomopeningen beenruimte
achterpassagiers.
Luchtverdeling
ergonomie en comfort
Page 93 of 398

91
308_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed02-2015
Neem voor een optimale werking van de ver warming, ventilatie en airconditioning de
volgende gebruiksadviezen in acht:
F
L
et erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur de
uitstroomopening onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, ventilatieroosters
en overige uitstroomopeningen alsmede de ventilatieopening in de bagageruimte vrij
blijven.
F
L
et erop dat de zonnesensor op het dashboard niet wordt afgedekt. Deze sensor dient
voor de regeling van de automatische airconditioning.
F
Z
et de airconditioning minstens één tot twee keer per maand vijf tot tien minuten aan
om het systeem in per fecte staat te houden.
F
C
ontroleer regelmatig de staat van het interieur filter en laat de filterelementen periodiek
vervangen.
W
ij raden u een gecombineerd interieur filter aan. Dankzij het toegevoegde speciale
actieve middel draagt het bij tot een gezuiverde lucht voor de inzittenden en een schoon
interieur (vermindering van allergische reacties, stank en vetaanslag).
F
L
aat om de per fecte werking van de airconditioning te garanderen het systeem
regelmatig controleren zoals voorgeschreven in het garantie- en onderhoudsboekje.
F
g
e
bruik de airconditioning niet als deze niet koelt en raadpleeg het P
e
ugeot
-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning
Als de auto lange tijd in de zon heeft
gestaan en de temperatuur in het
interieur hoog is opgelopen, zet dan de
ruiten enige tijd open.
Zorg ervoor dat de aanjagersnelheid
voldoende hoog is ingesteld, zodat
de lucht in het interieur goed ververst
wordt.
Het airconditioningssysteem is chloorvrij
en is niet schadelijk voor de ozonlaag.
Condensvorming in de airconditioning
kan ertoe leiden dat zich een klein
plasje water onder de auto vormt. Dit is
een normaal verschijnsel.
Bij een zware belasting van de motor (trekken van een aanhanger op een steile helling bij
een hoge buitentemperatuur) kan de airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld voor een
optimale trekkracht van de motor.
Stop & Start-systeem
De ver warming en de airconditioning
werken uitsluitend bij draaiende motor.
Als u het thermische comfort in de
auto op het door u gewenste niveau
wilt houden, kunt u tijdelijk de functie
Stop & Start uitschakelen (zie de
desbetreffende rubriek).
3
ergonomie en comfort
Page 94 of 398
92
308_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed02-2015
Temperatuurregeling
F Draai de knop van blauw (koel) naar rood (warm) om de
temperatuur naar behoefte in te
stellen. De airconditioning werkt alleen als de motor draait.
Luchtopbrengstregeling
F Draai de knop om de gewenste
luchtopbrengst te verkrijgen.
Wanneer de knop van de
luchtopbrengstregeling in de minimumstand
staat (uitschakeling van het systeem), wordt
het thermische comfort niet meer geregeld.
e
r
blijft door de rijwind echter nog wel een kleine
luchtstroom gehandhaafd.
Handbediende airconditioning
Verwarming / ventilatie
ergonomie en comfort
Page 95 of 398

93
308_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed02-2015
Luchtverdeling
Voorruit en zijruiten.
Beenruimte. Middelste ventilatieroosters en
zijventilatieroosters.
De luchtstroom kan worden verdeeld door
meerdere toetsen in te drukken.
Airconditioning aan/uit
Het systeem stelt u in staat:
- d e temperatuur in het interieur 's zomers te
verlagen,
-
i
n de winter bij temperaturen boven 3°C
beslagen ruiten snel te ontwasemen.
Aan
F Druk op deze toets. Het verklikkerlampje gaat branden.
Uit
F Druk nogmaals op deze toets. Het verklikkerlampje gaat uit.
Als de airconditioning is uitgeschakeld, kunnen
onaangename verschijnselen optreden (vocht,
beslagen ruiten). De airconditioning werkt doeltreffend
in elk jaargetijde, mits de ruiten zijn
gesloten.
De airconditioning werkt niet als de
regeling voor de luchtopbrengst is
uitgeschakeld.
om s
neller koele lucht te verkrijgen kunt u
gedurende enige tijd de recirculatiestand
inschakelen. Schakel daarna de toevoer van
buitenlucht weer in.
3
ergonomie en comfort
Page 96 of 398
94
308_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed02-2015
Handbediende airconditioning (touchscreen)
Temperatuurregeling
F Druk op een van deze toetsen om de
waarde te verlagen of te verhogen.
De handbediende airconditioning werkt bij
draaiende motor.
Luchtopbrengstregeling
Druk op een van deze toetsen om
de aanjagersnelheid te verhogen
of te verlagen.
Het symbool van de luchtopbrengst (ventilator)
wordt geleidelijk opgevuld, afhankelijk van de
gewenste aanjagersnelheid.
Door de aanjagersnelheid in de laagst
mogelijke stand te zetten wordt de aanjager
volledig uitgeschakeld. Rijd niet te lang met uitgeschakelde
aanjager om te voorkomen dat de ruiten
beslaan en de luchtkwaliteit vermindert.
Druk op de toets van het menu " Airconditioning"
om de pagina met de bedieningstoetsen van het
systeem weer te geven.
ergonomie en comfort