9
308_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed02-2015
onderhoud - ge gevens
Afmetingen 29 2-294
Identificatie 295
Brandstoftank leeg (diesel,
handopvoerpomp)
2
77
Niveaus controleren
2
29-232
-
olie
-
remvloeistof
-
koelvloeistof
-
ruitensproeiervloeistof,
koplampsproeiers
-
b
randstofadditief (diesel met roetfilter)
Controle van onderdelen
23
3-234
-
accu
-
luchtfilter/interieurfilter
-
oliefilter
-
r
oetfilter (diesel)
-
remblokken/-schijven
Lampen vervangen
2
56-265
-
voor
-
achter 12V-accu
272-274
Spaar fase accu, eco-mode
2
19
Zekeringen motorruimte
2
66, 270-271
Motorkapontgrendeling
226
on
der de motorkap (benzine)
2
27
on
der de motorkap (diesel)
2
28
Motoren (benzine)
2
78 -280
Motoren (diesel)
2
84-287
AdBlue
235-242
ge
wichten (benzine)
2
81-283
ge
wichten (diesel)
2
88 -291
.
overzicht
104
308_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed02-2015
Plafonniers
1. Plafonnier vóór
2. Kaartleeslampjes vóór
3.
P
lafonnier achter
4.
K
aartleeslampjes achter
Plafonnier vóór - achter
F Druk bij aangezet contact op de desbetreffende schakelaar.
Kaartleeslampjes vóór -
achter
In de stand "interieurverlichting permanent
ingeschakeld", blijft de interieurverlichting
afhankelijk van de omstandigheden
gedurende een bepaalde tijd branden:
- bij afgezet contact: ongeveer 10 minuten,
- i n de eco-mode: ongeveer 30 seconden,
-
b
ij draaiende motor: onbeperkt.
In deze stand gaat de
interieurverlichting geleidelijk branden:
Permanent uit.
Permanent aan.
-
a
ls de auto wordt ontgrendeld,
-
a
ls de elektronische sleutel uit de lezer
wordt verwijderd,
-
a
ls een portier wordt geopend,
-
a
ls op de vergrendelingsknop van de
afstandsbediening wordt gedrukt om de
auto te lokaliseren.
De interieurverlichting gaat geleidelijk uit:
-
a
ls de auto wordt vergrendeld,
-
a
ls het contact wordt aangezet,
-
3
0 seconden na het sluiten van het laatste
portier. Zorg ervoor dat er geen voor werpen in
contact zijn met de plafonniers.
Afhankelijk van de uitvoering van uw
auto kunt u de plafonnier ook in- of
uitschakelen door op deze toets te
drukken.
ergonomie en comfort
152
308_nl_Chap06_conduite_ed02-2015
Als de auto niet stilstaat, wordt de motor
niet afgezet.
Afzetten
F Zet de auto stil.F
D
ruk op de knop "START/STOP"
terwijl de elektronische sleutel zich
in het interieur van de auto bevindt.
De motor wordt afgezet en het stuurslot wordt
vergrendeld.
Stand van het contact
(accessoires)
Wanneer u de accessoirestand te lang
gebruikt, gaat het systeem automatisch
over op de eco-mode om te voorkomen
dat de accu ontladen raakt.
Druk zonder een pedaal in te trappen op de
knop "S
tA
R
t/
S
t
o
P
" om het contact aan te
zetten en zo de verschillende accessoires te
activeren.
F
D
ruk op de knop "S
tA
R
t/
S
t
o
P
":
de verlichting en lampjes van het
instrumentenpaneel gaan branden
zonder dat de motor wordt gestart.
F
D
ruk nogmaals op de knop om het
contact af te zetten en de auto te kunnen
vergrendelen.
Rijden
219
308_nl_Chap07_info-pratiques_ed02-2015
De eco-mode bepaalt de maximale gebruiksduur van een aantal functies om te voorkomen dat de
accu ontladen raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u een aantal elektrische functies zoals het audio- en
telematicasysteem, de ruitenwissers, dimlichten, plafonniers, ... nog in totaal maximaal 40 minuten
gebruiken.
eco-mode
Inschakelen van de eco-
mode
Vervolgens geeft een melding op het display
van het instrumentenpaneel aan dat de eco-
mode is ingeschakeld en worden de actieve
functies in de ruststand gezet.
Als u op het moment dat de eco-mode wordt
ingeschakeld aan het telefoneren bent, kan het
gesprek nog gedurende ongeveer 10 minuten
worden voortgezet via de handsfree set van uw
autoradio.
Uitschakelen van de eco-
mode
De functies worden automatisch weer
ingeschakeld als de motor gestart wordt.
Start om de functies direct weer te kunnen
gebruiken de motor en laat deze draaien:
-
m
inder dan tien minuten om de functies
ongeveer vijf minuten te kunnen gebruiken,
-
m
eer dan tien minuten om de functies
ongeveer dertig minuten te kunnen
gebruiken.
Neem de tijd die nodig is voor het starten van
de motor in acht om een juiste lading van de
accu te garanderen.
Vermijd het herhaaldelijk en continu starten van
de motor om de accu bij te laden.
Als de accu ontladen is, kan de motor niet
gestart worden.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de accu.
Spaarfase
De spaar fase stuurt de elektrische functies
van de auto aan om het ontladen van de accu
te voorkomen.
ti
jdens het rijden kunnen in verband met de
laadtoestand van de accu enkele functies
(airconditioning, achterruitverwarming,
...)
tijdelijk worden uitgeschakeld.
Deze functies worden automatisch
ingeschakeld zodra de laadtoestand van de
accu dit toelaat.
7
Praktische informatie
299
308_nl_Chap10c_SMegplus_ed02-2015
7 inch touchscreen
GPS-navigatie - Multimedia-autoradio - Bluetooth®-telefoon
Inhoud
Basisfuncties 3 00
Stuurkolomschakelaars
3
03
Menu's
304
Media
306
Radio
312
Digitale radio (DAB, Digital Audio
Broadcasting)
3
14
Muziek
3
16
Navigatie
320
Navigatie - routebegeleiding
3
28
Verkeer
332
Configuratie
3
34
Internetdiensten
344
P
e
ugeot
Connect Apps
3
45
tel
efoon
346
Veelgestelde vragen
3
54
Dit systeem is zodanig gecodeerd dat het uitsluitend in uw auto
functioneert.
om
veiligheidsredenen mag de bestuurder handelingen die zijn
volledige aandacht vragen uitsluitend uitvoeren bij stilstaande
auto.
Als de melding "eco-mode" wordt weergegeven, wordt het
systeem spoedig uitgeschakeld. Zie de rubriek over de eco-mode.
.
Audio en telematica
360
308_nl_Chap10c_SMegplus_ed02-2015
VR A AGANTWOORD OPLOSSING
er i
s een verschil in
geluidskwaliteit tussen
de verschillende
geluidsbronnen. Voor een optimaal luistergenot kunt u de audio-instellingen
(Volume, Lage tonen, Hoge tonen,
o
m
geving, Loudness) voor elke
geluidsbron afzonderlijk instellen. Hierdoor kunnen bij het selecteren
van een andere geluidsbron verschillen in de geluidskwaliteit
hoorbaar zijn. Controleer of de audio-instellingen (Volume, Lage
tonen, Hoge tonen,
o
m
geving, Loudness) zijn
afgestemd op de verschillende geluidsbronnen.
Het is raadzaam de audiofuncties (Lage tonen,
Hoge tonen, Balans V-A, Balans L-R) in de
middelste stand te zetten, de klankkleur "Lineair"
te selecteren en de functie Loudness A AN te
zetten als de CD-speler is geselecteerd en
u
It
te
zetten als de radio is geselecteerd.
Na het afzetten van de
motor wordt het systeem
na enkele minuten
automatisch uitgeschakeld.
Als de motor is afgezet, blijft het systeem nog werken zolang de laadtoestand
van de accu dat toestaat.
Het automatisch uitschakelen duidt erop dat de eco-mode van het systeem is
geactiveerd om te voorkomen dat de accu van de auto ontladen raakt.Start de motor om de accu op te laden.
Audio en telematica
374
308_nl_Chap10d_RD45_ed02-2015
telefoon
Koppelen van een Bluetooth®-telefoon
Display C
(Afhankelijk van model en uitvoering)
Het koppelen van de Bluetooth-telefoon
aan het Bluetooth-systeem van uw
autoradio mag om veiligheidsredenen
en vanwege het feit dat deze handeling
de volledige aandacht van de
bestuurder vraagt, uitsluitend worden
uitgevoerd bij stilstaande auto en met
aangezet contact.
Raadpleeg de site www.peugeot.nl voor meer
informatie (compatibiliteit, extra informatie, ...).
Activeer de functie Bluetooth van uw telefoon
en zorg ervoor dat deze "zichtbaar is voor
iedereen" (configuratie van de telefoon). Druk op de toets MENU . Kies in het menu:
-
" Bluetooth: telefoon - audio"
-
"
Bluetooth configuratie"
-
"
Zoeken via Bluetooth"
er w
ordt een venster weergegeven met de
melding dat het systeem bezig is met zoeken.
De beschikbare functies zijn afhankelijk van
het netwerk, de simkaart en de compatibiliteit
van de gebruikte Bluetooth-apparatuur.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw
telefoon of neem contact op met uw provider
voor meer informatie over de beschikbare
functies.
* Als uw telefoon volledig compatibel is. De eerste vier herkende telefoons worden in dit
venster weergegeven.
Met het menu "Telefoon" krijgt u onder andere
toegang tot de volgende functies: "Index"*
,
" Logboek van oproepen ", "Raadplegen
koppelingen" . Selecteer in de lijst de te koppelen telefoon.
u
kunt slechts één telefoon per keer koppelen.
op het scherm wordt een toetsenbord weergegeven:
voer een code van minimaal 4 cijfers in.
Bevestig met OK.
op het scherm wordt de geselecteerde telefoon
weergegeven. Voer, om de koppeling te accepteren, in de
telefoon dezelfde code in en bevestig vervolgens met OK.
Mocht de koppeling niet gelukt zijn dan kunt u het, een
onbeperkt aantal keren, nogmaals proberen.
op het scherm verschijnt de melding dat de
koppeling is geslaagd.
De toegestane automatische verbinding
wordt geactiveerd nadat de telefoon is
geconfigureerd.
Het adresboek en het logboek gesprekken zijn
na de synchronisatie beschikbaar.
Audio en telematica
384
308_nl_Chap11_index-alpha_ed02-2015
Fietsendrager ................................................ 224
Flacon AdBlue ............................................... 242
Follow me home verlichting
.................... 5
1, 113
Frequentie (radio)
.................................. 312, 313
Functie snelweg (richtingaanwijzers) ..................................... 111
F
H
electronic Stability Program
(eS P)....................................... 17, 21, 120, 12 2
el
ektrisch bediende
handrem
........................................ 20, 155, 160
el
ektrisch verstelbare
stoelen
.......................................................... 73
el
ektronische remdrukregelaar
(R
e
F)
.......................................................... 120
el
ektronische sleutel
............... 4
8, 54, 56, 57, 61
el
ektronische startblokkering
...........51, 63, 154
el
ektronisch gestuurde
versnellingsbak
............................................. 10
el
ektronisch Stabiliteits
Programma (
e
SP) ................................17, 1 2 0
eS
P/ASR
....................................................... 120
e
SP (
el
ektronisch Stabiliteits
Programma)
.................................................. 17
Claxon
........................................................... 120
Configuratie van de auto
.......................................................... 41
Contact
............................................ 9 9, 150, 152
Contact aangezet
.......................................... 152
Controle motorolieniveau ................................31
Controles
.............................. 227, 228, 233, 234
Halogeenlampen
..................................256, 258
Handgeschakelde versnellingsbak
....10, 12, 15,
162, 163, 170, 177, 181, 234
Handopvoerpomp
.........................................277
Handrem
.........................................15, 15 4, 23 4
Handsfree set
................................350, 351, 374
Hill-Holder
..................................................... 16
2
Hoedenplank
...................................................86
Hoofdsteunen achter
................................ 7
8, 79
Hoofdsteunen verstellen
.................................75
Hoofdsteunen vóór .......................................... 75
Hoogte- en diepteverstelling stuurwiel
.......................................................71
Hulpoproep
........................................... 11
9 , 2 9 6gereedschap ........................................2
44, 250ge
varendriehoek ..........................................243
ge
wichten
.............................................281, 288
gro
otlicht
..............................108, 256, 258, 260
DAB (Digital Audio Broadcasting) - Digitale radio .......................314, 315, 368, 369
Dagteller
.......................................................... 32
Datum (instellen)
................................. 44, 45, 47
Denon (audiosysteem)
........................... 88, 298
Detectie te lage bandenspanning
................... 24, 209, 211, 249
Dieselmotor
............. 15, 215, 228, 277, 284, 288
Digitale radio - DAB (Digital Audio Broadcasting) ...............314, 315
Dimlicht
........................................ 1
08, 256, 258
Dimmer dashboardverlichting
......................... 33
Display instrumentenpaneel
................... 34, 164
Dodehoekdetectie
................................... 1
6, 195
Dynamische noodrem
........................... 155, 16 0
D
eco-mode ...................................................... 219ec
o-rijden
(a d v i eze n)
..................................................... 10
E
geheugen instellingen bestuurder .................74ge
koeld dashboardkastje ...............................80
G
I
Identificatiegegevens auto ............................295
Identificatieplaatjes constructeur
................................................ 295
Indeling bagageruimte
.............................. 8
6, 87
Indeling interieur
............................................. 80
Inhoud brandstoftank
.................................... 213
Instapverlichting
............................................ 11
3
Index