Page 49 of 398
47
308_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed02-2015
Display A (zonder autoradio)
F Selecteer een parameter met de toets "5"
of " 6" en druk op de toets "OK" om de
waarde te wijzigen.
F
W
acht ongeveer 10 seconden tot de
gewijzigde waarde is opgeslagen of druk
op de toets "ESC" om de uitgevoerde
handeling af te breken.
Vervolgens keert het display terug naar het
vorige scherm.
1
Instrumentenpaneel
Page 50 of 398

48
308_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2015
u kunt om de auto te vergrendelen of ontgrendelen
d e centrale vergrendeling bedienen met de sleutel
in het portierslot of met de afstandsbediening.
De sleutel met afstandsbediening dient tevens
voor de lokalisatie en het starten van de auto
en maakt deel uit van de diefstalbeveiliging.
Sleutel met afstandsbediening
Uitklappen/inklappen van de sleutel
F Druk op deze knop om de sleutel uit te klappen/in te klappen.
Volledig ontgrendelen
Met de sleutel Met de afstandsbediening
F Druk op het geopende hangslot
om de auto te ontgrendelen.
Het ontgrendelen wordt bevestigd
door het gedurende ongeveer
2
seconden snel knipperen van de
richtingaanwijzers.
te
gelijkertijd worden, afhankelijk
van de uitvoering van de auto, de
buitenspiegels uitgeklapt.
F
D
raai de sleutel in de richting van de
voorzijde van de auto om de auto te
ontgrendelen en trek vervolgens aan de
portiergreep om het portier te openen.
Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt
niet uitgeschakeld. Het alarm zal worden
geactiveerd door het openen van een portier
en kan worden uitgeschakeld door het contact
aan te zetten.
Wanneer u deze knop niet indrukt,
kan de afstandsbediening beschadigd
raken.
toegang tot de auto
Page 51 of 398

49
308_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2015
Selectieve ontgrendeling
F Alleen het bestuurdersportier ontgrendelen: druk één keer op
het geopende hangslot.
Met de afstandsbediening
Standaard is de volledige ontgrendeling geactiveerd.
De selectieve ontgrendeling kan worden ingesteld met
behulp van het menu "Rijhulpsysteem" en vervolgens
"Configuratie auto" en "Toegang auto".
Het ontgrendelen wordt bevestigd
door het gedurende ongeveer
2
seconden snel knipperen van de
richtingaanwijzers.
te
gelijkertijd worden, afhankelijk
van de uitvoering van de auto, de
buitenspiegels uitgeklapt.
F
D
e overige portieren en de achterklep
ontgrendelen: druk nogmaals op het
geopende hangslot. Druk op deze toets om aanvullende
informatie weer te geven.
Het vergrendelen wordt bevestigd door
het gedurende ongeveer 2
seconden
branden van de richtingaanwijzers.
te
gelijkertijd worden, afhankelijk
van de uitvoering van de auto, de
buitenspiegels ingeklapt.
Het rijden met vergrendelde portieren kan
in noodgevallen de toegang tot het interieur
voor de hulpdiensten bemoeilijken.
Verlaat om veiligheidsredenen (kinderen
in de auto) de auto nooit, zelfs niet voor
een korte tijd, zonder de sleutel mee te
nemen.
Normale vergrendeling
Met de afstandsbediening
F Druk op het gesloten hangslot om de auto volledig te
vergrendelen.
Met de sleutel
F Draai de sleutel in de richting van de achterzijde van de auto om de auto volledig
te vergrendelen.
Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt niet
ingeschakeld.
Wanneer u de sleutel in de vergrendelstand
gedraaid houdt of de knop van de
afstandsbediening ingedrukt houdt, worden ook
de ruiten gesloten. Als een portier of de achterklep niet
goed is gesloten, zal bij draaiende
motor of als de auto sneller dan
10
km/h rijdt gedurende enkele
seconden een melding worden
weergegeven.
2
toegang tot de auto
Page 52 of 398

50
308_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2015
Als één van de portieren of de
achterklep geopend is, werkt de
centrale vergrendeling niet.
Als de auto is vergrendeld en per
ongeluk wordt ontgrendeld zonder dat
binnen ongeveer 30
seconden een van
de portieren wordt geopend, wordt de
auto automatisch weer vergrendeld.
Het alarmsysteem (indien aanwezig)
wordt in dat geval niet meer
ingeschakeld.
Het in- en uitklappen van de
buitenspiegels kan worden uitgeschakeld
door het P
e
ugeot
-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Supervergrendeling
De supervergrendeling blokkeert het van
buitenaf en van binnenuit openen van de
portieren.
Als de supervergrendeling is ingeschakeld,
is ook de vergrendelingsschakelaar in het
interieur buiten werking.
Schakel daarom nooit de supervergrendeling
in als er zich iemand in de auto bevindt.
Met de sleutel
F Draai de sleutel richting de achterzijde van de auto om de auto volledig te
vergrendelen.
F
D
raai binnen 5 seconden de sleutel
nogmaals richting de achterzijde van de
auto om de supervergrendeling van de
auto in te schakelen. De supervergrendeling wordt
bevestigd door het gedurende
ongeveer 2
seconden branden van de
richtingaanwijzers.
te
gelijkertijd worden, afhankelijk van de
uitvoering, de buitenspiegels ingeklapt.
Met de afstandsbediening
F Druk op het gesloten hangslot om de auto volledig te
vergrendelen.
F
D
ruk binnen 5 seconden nogmaals
op het gesloten hangslot om de
supervergrendeling van de auto in te
schakelen.
toegang tot de auto
Page 53 of 398

51
308_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2015
Elektronische startblokkering
In de sleutel is een chip aangebracht die over
een specifieke code beschikt. om t e kunnen
starten, moet bij het aanzetten van het contact
de code van de sleutel worden herkend door de
startblokkering.
Deze elektronische startblokkering blokkeert
het motormanagementsysteem zodra het
contact wordt afgezet en voorkomt zo het
starten van de motor bij een inbraak.
F
D
ruk op het gesloten hangslot op
de afstandsbediening.
Lokaliseren van de auto
Hierna zullen gedurende ongeveer tien
seconden de plafonniers gaan branden en de
richtingaanwijzers gaan knipperen.
Verlichting via de afstandsbediening
Druk kort op deze toets om de
verlichting via de afstandsbediening
te activeren (inschakelen van het
parkeerlicht, het dimlicht en de
kentekenplaatverlichting).
Door de toets een tweede keer in te drukken
ter wijl de verlichting nog brandt, wordt de
verlichting via de afstandsbediening weer
uitgeschakeld.
Diefstalbeveiliging
Bij een storing in het systeem wordt u
gewaarschuwd door dit verklikkerlampje
in combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display.
Bewaar de sticker die u bij de aflevering
van uw auto samen met de sleutels is
overhandigd zorgvuldig op een plaats
buiten de auto.
De auto kan dan niet gestart worden.
Raadpleeg zo snel mogelijk het P
e
ugeot
-
n
etwerk.
Met deze functie kunt u uw auto op afstand
lokaliseren, wat vooral praktisch is bij weinig licht.
De auto dient hiervoor wel vergrendeld te zijn.
2
toegang tot de auto
Page 54 of 398

52
308_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2015
Noodbediening
Bestuurdersportier
F Steek de sleutel in het slot om het portier te vergrendelen of ontgrendelen.
Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt niet
in-/uitgeschakeld als u de auto met de sleutel
vergrendelt/ontgrendelt.
Het alarm wordt geactiveerd als een portier
wordt geopend en kan worden uitgeschakeld
door het contact aan te zetten.
Overige portieren
F Controleer bij de achterportieren of de kinderbeveiliging is uitgeschakeld.
F
S
teek de geïntegreerde sleutel in het slot
op de zijkant van het portier en draai de
sleutel een achtste omwenteling rechtsom
(rechter portier) of linksom (linker portier).
F
S
luit de portieren en controleer van
buitenaf of de auto correct is vergrendeld.
Hiermee kunt u de portieren mechanisch
vergrendelen en ontgrendelen in het geval van
een storing in de centrale vergrendeling of van
de accu.
Het alarmsysteem (indien aanwezig)
wordt niet in-/uitgeschakeld als u de auto
met de sleutel vergrendelt/ontgrendelt.
Het alarm wordt geactiveerd als een portier
wordt geopend en kan worden uitgeschakeld
door het contact aan te zetten.
toegang tot de auto
Page 55 of 398

53
308_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2015
Batterij vervangen
gooi de lege batterijen van de
afstandsbediening niet weg: ze bevatten
metalen die schadelijk zijn voor het milieu.
Lever lege batterijen in bij een speciaal
verzamelpunt.Als de batterij van de
afstandsbediening leeg is, wordt
u gewaarschuwd door dit lampje op het
dashboard, een geluidssignaal, en een melding
op het display.
F
W
ip het deksel los door een kleine
schroevendraaier in de uitsparing te steken.
F
t
il
de deksel op.
F
V
erwijder de lege batterij.
F
P
laats de nieuwe batterij in de juiste
richting.
F
K
lik het deksel vast.
Storing afstandsbediening
Synchroniseren
F Zet het contact af.
F
Z et de sleutel in de stand 2 (Contact).
Na het losnemen en weer aansluiten van de
accukabels, het vervangen van de batterij
van de afstandsbediening of een storing in de
afstandsbediening kan de auto niet meer met
de afstandsbediening ontgrendeld, vergrendeld
en gelokaliseerd worden.
F
o
n
tgrendel of vergrendel de auto eerst met
de sleutel in het slot.
F
S
ynchroniseer vervolgens de
afstandsbediening.
Raadpleeg zo snel mogelijk het
P
e
ugeot
-
netwerk als de storing niet is
verholpen. Batterij ref.: CR1620 / 3 V.
F
Druk zo snel mogelijk gedurende enkele
seconden op de vergrendelknop (gesloten
hangslot) van de afstandsbediening.
F Zet het contact af en ver wijder de sleutel uit het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer.
2
toegang tot de auto
Page 56 of 398

54
308_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2015
"Keyless entry and start" met
afstandsbediening
Volledig ontgrendelenSelectief ontgrendelen
u kunt om de auto te ontgrendelen (openen)
o f vergrendelen (sluiten) de centrale
vergrendeling bedienen met de sleutel in het
portierslot of met de afstandsbediening.
De sleutel met afstandsbediening dient tevens
voor de lokalisatie en het starten van de auto
en maakt deel uit van de diefstalbeveiliging.
Standaard is de volledige ontgrendeling geactiveerd.
Het ontgrendelen wordt bevestigd door
het gedurende twee seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering worden
gelijktijdig de buitenspiegels uitgeklapt.
Bovendien wordt het inbraakalarm
uitgeschakeld (indien aanwezig). F
D
ruk om uitsluitend het
bestuurdersportier te
ontgrendelen één keer op de
toets met het geopende hangslot.
F
D
ruk op het geopende hangslot
om de auto te ontgrendelen. F
D
ruk nogmaals op de toets met het
geopende hangslot om de overige
portieren te ontgrendelen en de achterklep
te openen.
Deze functie kan worden ingesteld via het
menu "Rijhulpsysteem"
en vervolgens
"Configuratie auto" en "Toegang auto".
Druk op deze toets om aanvullende
informatie weer te geven.
Vergrendelen
Het vergrendelen wordt bevestigd
door het gedurende enkele seconden
branden van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto
worden de buitenspiegels ingeklapt en
wordt het inbraakalarm ingeschakeld. F
D
ruk op de toets met het
gesloten hangslot om de auto
volledig te vergrendelen.
H
oud deze toets ingedrukt tot de
ruiten volledig gesloten zijn.
Als de portieren vergrendeld zijn, kunnen
de hulpdiensten in geval van nood
mogelijkerwijs moeilijker toegang krijgen tot
het interieur.
Zorg ervoor dat kinderen zich tijdens het
bedienen van de ruiten niet kunnen bezeren.
Als een portier of de achterklep niet goed
is gesloten, zal bij draaiende motor of
als de auto sneller dan 10
km/h rijdt
gedurende enkele seconden een melding
worden weergegeven.
toegang tot de auto