Page 257 of 398
255
308_nl_Chap08_en-cas-de-panne_ed02-2015
F Draai de slotbout vast met de
wielsleutel 1 en de dop 4 (volgens
uitvoering).
F
D
raai de overige wielbouten vast met
alleen de wielsleutel 1 .
F
B
evestig de doppen op de overige
wielbouten (volgens uitvoering).
F
B
erg het gereedschap op in de houder.
op d
eze sticker staat de bandenspanning
aangegeven.
Na het verwisselen van het wiel
Ver w ijder de naafdop van het wiel
om het op de juiste manier in de
bagageruimte op te bergen.
Rijd met een noodreservewiel niet
sneller dan 80
km/h.
Laat zo snel mogelijk het
aanhaalmoment van de wielbouten en
de bandenspanning van het reservewiel
controleren door het P
e
ugeot
-
n
etwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Laat de lekke band zo spoedig mogelijk
repareren en verwissel hem met het
reservewiel.
Controleer als uw auto is uitgerust met
een bandenspanningscontrolesysteem
de bandenspanning en raadpleeg
vervolgens de desbetreffende rubriek.
8
Storingen verhelpen
Page 258 of 398
256
308_nl_Chap08_en-cas-de-panne_ed02-2015
een lamp vervangen
Verlichting vóór
Uitvoering met "full LEDs"
verlichting
1. Dagrijverlichting/parkeerlicht (LeD s).
2. D imlicht (L eD s).
3.
g
r
ootlicht (leds-full L e
D
s).
4.
R
ichtingaanwijzers (PY21-21W).
Uitvoering met halogeenlampen
1. Dimlicht (H7-55W).
2. gro otlicht (HB3).
3.
R
ichtingaanwijzers (PY21-21W).
4.
D
agrijverlichting/parkeerlicht (L
eD
s).
Let er bij het monteren van H7-lampen
met nokjes op dat deze nokjes goed in de
uitsparingen komen, zodat het licht in de juiste
richting schijnt.
Mistlampen vóór (H11)
Richtingaanwijzers (GT)
Neem voor het vervangen van dit type lamp
met LeD 's contact op met het Pe ugeot-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Het P
e
ugeot
-
netwerk kan u voor de L
eD
's
een vervangingsset leveren.
Storingen verhelpen
Page 259 of 398

257
308_nl_Chap08_en-cas-de-panne_ed02-2015
onder bepaalde weersomstandigheden
(lage temperatuur, vochtigheid) kan zich
een laagje condens aan de binnenzijde
van de koplampen en de achterlichten
vormen; dit verdwijnt enkele minuten na
het ontsteken van de koplampen.
De koplampunits zijn voorzien van glas
van polycarbonaat met een speciale
vernislaag:
F
r
einig de koplampen nooit met
een droge of schurende doek en
gebruik geen oplosmiddelen,
F
g
ebruik een spons met zeepwater
of een pH-neutraal product,
F
w
anneer u met een
hogedrukreiniger hardnekkig vuil
probeert te verwijderen, houd
de straal dan nooit langdurig op
de koplampen, de achterlichten
en de randen ervan gericht, om
beschadiging van de vernislaag en
de afdichtrubbers te voorkomen.
Bij het vervangen van lampen moet de
verlichting minstens enkele minuten
uitgeschakeld zijn (risico van ernstige
verbranding).
F
R
aak de lamp niet met de vingers
aan, maar gebruik een niet-
pluizende doek.
In verband met het behoud van de kwaliteit
van de koplampen mogen uitsluitend anti-
uV
-lampen worden gebruikt.
Vervang een kapotte lamp altijd
door een nieuwe lamp met dezelfde
specificaties.
Dagrijverlichting / parkeerlicht
Neem voor het vervangen van dit type lamp
met LeD ’s en lichtgeleiders contact op met het
P
e
ugeot
-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Het P
e
ugeot
-
netwerk kan u voor de L
eD
's
een vervangingsset leveren.
8
Storingen verhelpen
Page 260 of 398

258
308_nl_Chap08_en-cas-de-panne_ed02-2015
Grootlicht
(uitvoering met halogeenlampen)
F trek aan de borglip om de plastic
beschermkap te verwijderen.
F
D
raai de stekker (met de lamp) omhoog
(1/4
omwenteling).
F
t
r
ek de lamp uit de lamphouder en vervang
de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde volgorde.
Dimlicht
(uitvoering met halogeenlampen)
F trek aan de borglip om de plastic beschermkap te verwijderen.
F
N
eem de stekker van de lamp los.
F
M
aak de twee veren los
(indrukken en naar buiten bewegen).
F
t
r
ek de lamp uit de lamphouder en vervang
de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde. Let op het gedeelte achter de rechter
lamp, dat zo heet kan zijn dat u zich eraan
kunt branden (ontluchtingsleidingen).
ga o
m de lichtunit enkele centimeters naar
voren te verplaatsen om bij de lampen te
komen als volgt te werk:
F
V
erplaats de oranje clip naar achteren en
trek vervolgens aan de stekker ter wijl u het
zwarte gedeelte (boven op de oranje clip)
ingedrukt houdt.
F
V
er wijder de twee bouten waarmee de
lichtunit is bevestigd.
F
M
aak de pen aan de achterzijde en
vervolgens de centreernok aan de
voorzijde los.
F
V
erplaats de lichtunit naar voren.
Tip voor het verplaatsen van de lichtunit (uitvoering met halogeenlampen)
Storingen verhelpen
Page 261 of 398

259
308_nl_Chap08_en-cas-de-panne_ed02-2015
Voer voor de montage dezelfde handelingen in
omgekeerde volgorde uit.
Richtingaanwijzers
(uitvoering met halogeenlampen)
Als een verklikkerlampje (rechts of
links) van de richtingaanwijzers sneller
knippert, is een van de lampen aan de
desbetreffende zijde defect.
Dimlicht/parkeerlicht
(uitvoering met "full LEDs"
verlichting)
Neem voor het vervangen van dit type lamp
met leds "full LeD
s" contact op met het
P
e
ugeot
-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Richtingaanwijzers
(uitvoering met "full LEDs"
technologie)
De lamp van de richtingaanwijzers bevindt zich
onder de koplamp.
F
M
aak het sierdeel los door het aan de
bovenzijde los te trekken (uitsparing).
F
D
raai de lamphouder los (1/4 omwenteling).
F
V
ervang de defecte lamp.
Voer voor de montage dezelfde handelingen in
omgekeerde volgorde uit. Als een verklikkerlampje (rechts of
links) van de richtingaanwijzers sneller
knippert, is een van de lampen aan de
desbetreffende zijde defect.
F
D
raai de lamphouder los (1/4
omwenteling).
F
V
erwijder de lamphouder.
F
V
ervang de defecte lamp.
8
Storingen verhelpen
Page 262 of 398
260
308_nl_Chap08_en-cas-de-panne_ed02-2015
Geïntegreerde zijknipperlichten
Voor het vervangen van deze lampen dient u
het Pe
ugeot- netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats te raadplegen. Voor het vervangen van de L
eD d
ient u het
P
e
ugeot
-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats te raadplegen.
Mistlampen
F Maak het sierdeel los door het aan de bovenzijde los te trekken (uitsparing).
F
D
raai de twee bouten los om de unit te
verwijderen. F
M aak de stekker los.
F D raai de lamphouder los (1/4 omwenteling).
F
V
erwijder de lamphouder.
F
V
ervang de defecte lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde en bevestig het sierdeel door het vast
te drukken.
Instapverlichting in de
buitenspiegels
Storingen verhelpen
Page 263 of 398
261
308_nl_Chap08_en-cas-de-panne_ed02-2015
1. Parkeerlicht (LeD s).
2. A chteruitrijlicht (W16W).
3.
R
ichtingaanwijzers (PY21W amberkleurig).
4.
Re
mlicht (L
eD
s).
5.
M
istachterlichten (P21W).
Achterlichten
(Berline)
Leds
Neem voor het vervangen van leds
contact op met het Pe ugeot- netwerk
of met een gekwalificeerde werkplaats.
Achteruitrijlichten,
richtingaanwijzers (op de schermen)
F Neem de stekker van de lamp los.
F V erwijder de bevestigingsmoer van de lamp.
F
V
er wijder de lamp voorzichtig via de
buitenzijde van de auto.
F
D
raai de lamphouder los (1/4 omwenteling)
en vervang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde volgorde.
F
op
en de achterklep en verwijder
vervolgens het afdekplaatje.
8
Storingen verhelpen
Page 264 of 398
262
308_nl_Chap08_en-cas-de-panne_ed02-2015
F Maak de twee deksels links en rechts los.
F
D raai de bouten die zich daarachter
bevinden los.
F
M
aak de bekleding van de bagageruimte
los om bij de stekker van de lamp te
kunnen komen.
F
N
eem de stekker van de lamp los.
F
V
erwijder de bevestigingsmoer van de lamp.
F
V
er wijder de lamp voorzichtig via de
buitenzijde van de auto.
F
D
raai de lamphouder los (1/4 omwenteling)
en vervang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Mistachterlicht (achterklep)
F open de achterklep en verwijder vervolgens de grote kunststof afdekkap.
Storingen verhelpen