Page 49 of 302
47
C4-cactus_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2015
Achterklep
Openen
F Druk, na het ontgrendelen van de achterklep met de afstandsbediening, op
de knop voor het openen van de achterklep
en beweeg de achterklep omhoog. F
T rek de achterklep omlaag met behulp van
de handgreep aan de binnenzijde.
Sluiten Noodbediening
Ontgrendelen
F Klap de rugleuning van de achterbank
neer om bij het slot in de bagageruimte te
komen.
F
S
teek een kleine schroevendraaier in de
opening A van het slot om de achterklep te
ontgrendelen.
Hiermee kan bij een lege accu of een eventuele
storing in de centrale vergrendeling de
achterklep mechanisch ontgrendeld worden.
Als de achterklep niet goed is gesloten:
-
b
ij draaiende motor
verschijnt er een
melding op het scherm,
-
ti
jdens het rijden verschijnt er een
melding op het scherm in combinatie met
een geluidssignaal.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de sleutel met
afstandsbediening.
2
Toegang tot de auto
Page 50 of 302

48
C4-cactus_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2015
Elektrisch bedienbare ruiten vóór
De schakelaars van de ruitbediening
kunnen na het afzetten van het contact
nog gedurende ongeveer 45 seconden
of totdat een van de voorportieren
geopend wordt, worden bediend. Als
u gedurende deze 45 seconden een
portier opent terwijl de ruitbediening
actief is, zal de ruit stoppen. Pas na het
opnieuw aanzetten van het contact kunt
u de ruit opnieuw bedienen.
1.
E
lektrisch bedienbare ruit links voor.
2.
E
lektrisch bedienbare ruit rechts voor .
F
D
ruk op de schakelaar om de ruit te
openen.
F
T
rek aan de schakelaar om de ruit te
sluiten.
De ruit stopt zodra u de schakelaar loslaat. Neem bij het verlaten van de auto, zelfs
voor een korte periode, altijd de sleutel uit
het contact.
Wanneer tijdens het bedienen van de ruit
iets tussen de ruit en de sponning bekneld
raakt, moet de ruit weer worden geopend.
Druk daarvoor op de desbetreffende
schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit aan
passagierszijde bedient, moet deze ervan
verzekerd zijn dat geen van de inzittenden
het correcte sluiten van de ruit hindert.
De bestuurder moet ervan verzekerd
zijn dat de passagier op de juiste manier
gebruik maakt van de elektrische
ruitbediening.
Let goed op dat kinderen zich tijdens het
bedienen van de ruit niet kunnen bezeren.
Achterportierruiten
Openen
Sluiten
F Kantel de hendel naar voren.
F D uw de hendel zo ver mogelijk naar
buiten om de ruit in de geopende stand te
vergrendelen.
F
T
rek de hendel naar binnen om de ruit te
ontgrendelen.
F
K
antel de hendel volledig naar achteren om
de ruit in de gesloten stand te vergrendelen.
De achterportierruiten zijn uitstelbaar voor de
ventilatie van de zitplaatsen achterin.
Toegang tot de auto
Page 51 of 302
49
C4-cactus_nl_Chap03_Ergonomie-et-confort_ed01-2015
Vo or stoelen
F Til de beugel A op en schuif de stoel in de gewenste stand. F
T rek de hendel C omhoog of duw deze
omlaag tot de gewenste stand van de
hoogteverstelling van de stoel bereikt is.
F
D raai aan de draaiknop B om de
rugleuning te verstellen.
Verstelling in lengterichting Hoogte
Rugleuningverstelling
Verstellen
(alleen bestuurder)
Voer het verstellen van de bestuurdersstoel uit veiligheidsoverwegingen uitsluitend uit bij stilstaande auto.
Zorg er bij het verstellen van de stoel naar achteren voor dat het schuiven van de stoel niet wordt verhinderd door personen of hinderlijke
voor werpen op de vloer achter de stoel om te voorkomen dat de stoel wordt geblokkeerd. Onderbreek het schuiven van de stoel meteen als dit
het geval is.
3
Ergonomie en comfort
Page 52 of 302

50
C4-cactus_nl_Chap03_Ergonomie-et-confort_ed01-2015
F Trek de hoofdsteun omhoog om hem hoger te zetten.
F
D
ruk op de pal A en trek de hoofdsteun
omhoog om hem te verwijderen.
F
S
teek om de hoofdsteun terug te zetten
de pennen van de hoofdsteun recht in
de openingen van de rugleuning tot de
hoofdsteun op zijn plaats blijft.
F
D
ruk gelijktijdig op de pal A en op de
hoofdsteun om deze lager te zetten. Voor de veiligheid is het frame van de
hoofdsteun gekarteld om te voorkomen
dat de hoofdsteun zakt in het geval van
een aanrijding.
De juiste stand van de hoofdsteun is
als de bovenzijde van de hoofdsteun
zich ter hoogte van de bovenzijde
van het hoofd bevindt.
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn
verwijderd. De hoofdsteunen moeten
zijn geplaatst en correct zijn afgesteld.
Hoogte van de hoofdsteun
Stoelverwarming
F Bij draaiende motor kunt u met de
draaiknop de stoelver warming inschakelen
en een verwarmingsstand selecteren:
0: U
it.
1: L
aag.
2:
Gemiddeld.
3:
Hoog.Controleer voordat u de auto verlaat of de
draaiknop van de stoelver warming van de
passagiersstoel in de stand 0
s
taat, zodat
de stoelver warming de volgende keer dat
u de auto gebruikt niet onnodig werkt als
er geen voorpassagier in de auto zit. De voorstoelen kunnen onafhankelijk
van elkaar worden ver warmd.
Ergonomie en comfort
Page 53 of 302

51
C4-cactus_nl_Chap03_Ergonomie-et-confort_ed01-2015
Neerklappen van de rugleuning
F Schuif de desbetreffende voorstoelen indien nodig naar voren.
F
P
laats de veiligheidsgordels tegen de
rugleuning en maak ze vast.
F
Z
et de hoofdsteunen in de laagste stand. Met een eendelige neerklapbare rugleuning:
F
D ruk de knoppen 1 gelijktijdig in om de
rugleuning 2 te ontgrendelen.
F
K
lap de rugleuning 2 op de zitting.
AchterbankAchterbank met een eendelige zitting die niet opgeklapt kan worden en een eendelige neerklapbare rugleuning, of achterbank met een eendelige
zitting die niet opgeklapt kan worden en een in twee delen (1/3 - 2/3) neerklapbare rugleuning om de bagageruimte te vergroten.
Bij het neerklappen van de rugleuning mag de
middelste veiligheidsgordel niet worden vastgemaakt,
deze moet plat op de rugleuning worden gelegd.
Met een in twee delen (1/3 - 2/3) neerklapbare
rugleuning:
F
O
ntgrendel de rugleuning 2 door op de
desbetreffende knop 1 te drukken.
F
K
lap de rugleuning 2 op de zitting.
De achterbank heeft een vaste
zitting. Klap om de inhoud van
de bagageruimte te vergroten de
rugleuning van de achterbank neer.
3
Ergonomie en comfort
Page 54 of 302

52
C4-cactus_nl_Chap03_Ergonomie-et-confort_ed01-2015
Terugplaatsen van de rugleuning
F Zet de rugleuning 2 rechtop en vergrendel deze.
F
M
aak de veiligheidsgordels los en plaats
ze naast de rugleuning.
Let erop dat bij het terugplaatsen van
de rugleuning van de achterbank de
veiligheidsgordels niet klem komen te
zitten en de rode markering (ter hoogte
van de knoppen 1 ) niet meer zichtbaar is.
Hoofdsteunen achter
De hoofdsteunen achter kunnen worden verwijderd
en onderling worden verwisseld.
Verwijderen van een hoofdsteun:
F Trek de hoofdsteun omhoog tot aan de aanslag,F Druk vervolgens de pal A in.
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn
verwijderd; de hoofdsteunen moeten
zijn geplaatst en zijn afgesteld in de
gebruiksstand (omhoog).
De hoofdsteunen achter hebben een gebruiksstand
(hoog) en een ingeklapte stand (laag).
Terugplaatsen van een hoofdsteun:
F
S teek de pennen van de hoofdsteunen
recht in de openingen.
Omlaag zetten van een hoofdsteun:
F
D
uw de hoofdsteun omlaag ter wijl u de
nok A ingedrukt houdt.
Ergonomie en comfort
Page 55 of 302

53
C4-cactus_nl_Chap03_Ergonomie-et-confort_ed01-2015
Spiegels
De verstelbare buitenspiegels zorgen voor
het benodigde zicht naar achteren bij een
inhaalmanoeuvre of het parkeren van de auto.
De buitenspiegels kunnen ook worden ingeklapt
voor het parkeren in een smalle straat.
Buitenspiegels
Ontwaseming - ontdooiing
F Zet de knop A naar links of rechts om de desbetreffende spiegel te selecteren.
F
D
uw de knop in de 4 richtingen om de
spiegel af te stellen.
F
Z
et de knop weer in het midden. Deze functie kunt u inschakelen door
bij draaiende motor op de toets van
de achterruitverwarming te drukken.
Elektrische verstelling
De waargenomen objecten in de
buitenspiegels lijken verder af dan ze in
werkelijkheid zijn.
Hiermee moet rekening worden
gehouden om de afstand ten opzichte van
achteropkomend verkeer goed in te schatten.
Handmatig inklappen
U kunt de buitenspiegels handmatig inklappen
(parkeren, smalle garage, ...).
F
K
antel de spiegel naar de auto.
Stel om veiligheidsredenen de
buitenspiegels goed af om de "dode
hoek" zo klein mogelijk te maken. Raadpleeg voor meer informatie over de
ontwaseming en ontdooiing van de achterruit
de desbetreffende rubriek.
3
Ergonomie en comfort
Page 56 of 302

54
C4-cactus_nl_Chap03_Ergonomie-et-confort_ed01-2015
Binnenspiegel
De binnenspiegel is voorzien van een antiverblindingsstand
waardoor de spiegel donkerder wordt en de bestuurder
minder hinder ondervindt van bijvoorbeeld de zon en van
de koplampen van achteropkomend verkeer.
Verstellen
F Stel de spiegel af als deze in de dagstand staat.
Dag-/nachtstand
F Trek aan het hendeltje om de spiegel in de nachtstand te zetten.
F
D
uw het hendeltje naar voren om de
spiegel terug te zetten in de dagstand.
Stuurwielverstelling
F Zorg dat de auto stilstaat en duw de hendel A omlaag om het stuur wiel te
ontgrendelen.
F
V
erstel het stuur wiel in hoogte voor een
optimale zithouding.
F
D
uw de hendel A omhoog om het stuur wiel
te vergrendelen.
Voer deze handelingen om
veiligheidsredenen uitsluitend uit bij
stilstaande auto.
Juiste zitpositie
Stel alvorens te gaan rijden en om te profiteren
van de ergonomie van de cockpit uw zitpositie af
in de volgende volgorde:
-
d
e hoogte van de hoofdsteun,
-
d
e hoek van de rugleuning,
-
d
e hoogte van de zitting van de stoel,
-
d
e verstelling in lengterichting van de zitting,
-
d
e hoogte van het stuur wiel.
-
d
e buitenspiegels en binnenspiegel.
Controleer vervolgens of u vanuit uw
zitpositie een goed zicht hebt op het
instrumentenpaneel.
Ergonomie en comfort