55
C4-cactus_nl_Chap03_Ergonomie-et-confort_ed01-2015
Ventilatie
Luchttoevoer
De lucht in het interieur, die overigens wordt
gefilterd, wordt van buitenaf toegevoerd via het
luchtrooster onder de voorruit, of is lucht die in
het interieur wordt gerecirculeerd.
Luchtgeleiding
De lucht kan afhankelijk van de instellingen van
de bestuurder via verschillende circuits worden
toegevoerd:
-
r
echtstreekse toevoer naar het interieur
(toevoer van buitenlucht),
-
t
oevoer via het verwarmingscircuit,
-
t
oevoer via het circuit van de
airconditioning.
Bedieningspaneel
1. Uitstroomopeningen voor het ontdooien of ontwasemen van de voorruit.
2.
Ui
tstroomopeningen voor het ontdooien of
ontwasemen van de zijruiten vóór.
3.
A
fsluitbaar en verstelbaar
zijventilatierooster (uitsluitend aan
bestuurderszijde). 4. A
fsluitbare en verstelbare middelste
ventilatieroosters.
5.
Ui
tstroomopeningen beenruimte
voorpassagiers.
6.
Ui
tstroomopeningen beenruimte
achterpassagiers.
Luchtverdeling
Dit systeem wordt bediend via het
menu " Airconditioning " van het
touchscreen tablet A .
De toetsen voor de ontwaseming/ontdooiing
van de voorruit en van de achteruitver warming
bevinden zich onder het touchscreen tablet.
3
Ergonomie en comfort
56
C4-cactus_nl_Chap03_Ergonomie-et-confort_ed01-2015
Neem voor een optimale werking van de ver warming, ventilatie en airconditioning de
volgende gebruiksadviezen in acht:
F
L
et erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur de
uitstroomopening onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, ventilatieroosters
en overige uitstroomopeningen alsmede de ventilatieopening in de bagageruimte vrij
blijven.
F
L
et erop dat de zonnesensor op het dashboard niet wordt afgedekt. Deze sensor dient
voor de regeling van de automatische airconditioning.
F
Z
et de airconditioning minstens één tot twee keer per maand vijf tot tien minuten aan
om het systeem in per fecte staat te houden.
F
C
ontroleer regelmatig de staat van het interieur filter en laat de filterelementen periodiek
vervangen.
W
ij raden u een gecombineerd interieur filter aan. Dankzij het toegevoegde speciale
actieve middel draagt het bij tot een gezuiverde lucht voor de inzittenden en een schoon
interieur (vermindering van allergische reacties, stank en vetaanslag).
F
L
aat om de per fecte werking van de airconditioning te garanderen het systeem
regelmatig controleren zoals voorgeschreven in het garantie- en onderhoudsboekje.
F
G
ebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en raadpleeg het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning
Als de auto lange tijd in de zon heeft
gestaan en de temperatuur in het
interieur hoog is opgelopen, zet dan de
ruiten enige tijd open.
Zorg ervoor dat de aanjagersnelheid
voldoende hoog is ingesteld, zodat de
lucht in het interieur goed ververst wordt.
Het airconditioningssysteem is chloorvrij
en is niet schadelijk voor de ozonlaag.
Condensvorming in de airconditioning
kan ertoe leiden dat zich een klein
plasje water onder de auto vormt. Dit is
een normaal verschijnsel.
Bij een zware belasting van de motor (trekken van een aanhanger op een steile helling bij
een hoge buitentemperatuur) kan de airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld voor een
optimale trekkracht van de motor.
Stop & Start-systeem
De ver warming en de airconditioning
werken uitsluitend bij draaiende motor.
Als u het thermische comfort in de
auto op het door u gewenste niveau
wilt houden, kunt u tijdelijk de functie
Stop & Start uitschakelen (zie de
desbetreffende rubriek).
Ergonomie en comfort
170
C4-cactus_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2015
Controles
12V-accu
De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om regelmatig te
controleren of de accupolen en -klemmen
schoon zijn, vooral bij warm weer en in de winter.Laat de filters periodiek vervangen
volgens de in het onderhoudsschema
van de fabrikant aangegeven
intervallen.
Luchtfilter en interieurfilter
Laat bij het olie verversen tevens het
oliefilter vervangen.
Raadpleeg het onderhoudsschema
van de fabrikant voor het
vervangingsinterval van dit
onderdeel.
Oliefilter
Deze sticker, die hoort bij het Stop & Start-
systeem, geeft aan dat er een speciale
12V-loodaccu is gebruikt die alleen
losgekoppeld en/of vervangen mag worden
door het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, het onderhoudsschema van de fabrikant dat betrekking heeft op de motoruitvoering van uw auto voor het controleren van bepaalde onderdelen.Laat de controles eventueel uitvoeren door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.Als de omgeving (veel stof...) en het gebruik
(veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding
geven, moeten de filters twee keer zo vaak
worden vervangen.
Een verstopt interieur filter kan de prestaties
van de airconditioning verstoren en
onaangename geuren veroorzaken.
Roetfilter (diesel)
Als het roetfilter vervuild begint te
raken, wordt u hierop geattendeerd
door het blijven branden van dit
lampje in combinatie met een
waarschuwingsmelding.
Ga om het roetfilter te regenereren, zodra de
omstandigheden het toelaten, met een snelheid
van minimaal 60 km/h rijden tot het lampje
dooft.
Als het lampje blijft branden, is het minimale
brandstofadditiefniveau bereikt.
Zie de rubriek "Niveau brandstofadditief ".
Bij een nieuwe auto kunt u de
eerste paar keer dat het roetfilter
geregenereerd wordt een brandlucht
ruiken; dit is volkomen normaal.
Als langdurig met zeer lage snelheid
wordt gereden of de motor langdurig
stationair draait, kan bij gasgeven
soms rook uit de uitlaat waargenomen
worden. Dit heeft geen invloed op de
prestaties en heeft geen gevolgen voor
het milieu.
Raadpleeg voordat u de accukabels losneemt de
rubriek "12V-accu" voor meer informatie over de te
nemen voorzorgsmaatregelen.
Praktische informatie
253
C4-cactus_nl_Chap10b_SMEGplus_ed01-2015
Niveau 1Niveau 2 Niveau 3 Aanwijzingen
Navigatie
Secundaire pagina Traffic-berichten Op de route
De keuzes voor de meldingen en het
filtergebied instellen.
Rondom auto
Op bestemming
Omleiden
Afwijken over een afstand van
Route herberekenen
Afsluiten De opties opslaan.
Navigatie
Secundaire pagina Config. kaart Richting
Noorden boven
De weergave en de richting van de kaart
kiezen.
Rijrichting boven
In perspectief
Kaarten
Kenmerk Kaartkleur "dag"
Kaartkleur "nacht"
Dag-/nachtst. automat.
Bevestigen De instellingen opslaan.
Navigatie
Secundaire pagina Instellingen Rekencriteria
De keuzes vastleggen en het stemvolume en
het opnoemen van straatnamen selecteren.
Spraak
Waarschuwing!
Opties traffic
Bevestigen
De opties opslaan.
.
Audio en telematica
258
C4-cactus_nl_Chap10b_SMEGplus_ed01-2015
Instellen
waarschuwingsmeldingen
Risicozones / Gevarenzones
Druk op Navigatie om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de secundaire pagina.
Selecteer " Instellingen ".
Selecteer " Waarschuwing! ".
U kunt nu de melding voor Risicozones
inschakelen en vervolgens kiezen voor:
-
"Geluidssignaal"
-
"
Alleen waarschuw. bij navigatie"
-
"
Alleen snelheidswaarschuw."
-
"
Snelheidsbeperking weergeven"
-
"
Tijd": u kunt de tijd tussen het moment
van de melding en het passeren van de
Risicozones instellen.
Selecteer " Bevestigen ".Deze waarschuwings- en
weergavefuncties zijn alleen beschikbaar
als de Risicozones vooraf zijn gedownload
en in het systeem zijn geïnstalleerd.
Verkeer
Verkeersinformatie
Weergave van berichten
Druk op Navigatie om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de secundaire pagina.
Selecteer " Traffic-berichten ".
Stel de filters "Op de route ",
" Rondom ",
" Op bestemming " in om een
meer gedetailleerd overzicht van
meldingen te krijgen.
Druk nogmaals op de knop om het filter
ongedaan te maken.
Audio en telematica
259
C4-cactus_nl_Chap10b_SMEGplus_ed01-2015
Selecteer de melding in de
weergegeven lijst.
Selecteer het vergrootglas om
gesproken berichten te ontvangen.
Filters instellen
Druk op Navigatie om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de secundaire pagina.
Selecteer " Instellingen ".
Selecteer " Info-opties ".
Selecteer:
-
"Nieuwe berichten melden ",
-
"Spraakweergave berichten ",
Ver fijn vervolgens het gebied van
het filter.
Selecteer " Bevestigen ".
Wij adviseren een filtergebied van:
-
2
0 km in de stad,
-
5
0 km op de snelweg.
Een via het GPS-navigatiesysteem ontvangen
TMC-bericht (Trafic Message Channel) is informatie
met betrekking tot de verkeersomstandigheden die
in real time wordt ontvangen.
De functie TA (Traffic Announcement)
geeft voorrang aan het luisteren naar
verkeersberichten. Om te worden geactiveerd
moet deze functie een radiozender die deze
berichten uitzendt, goed kunnen ontvangen.
Zodra een verkeersbericht wordt uitgezonden,
wordt de geluidsbron die op dat moment wordt
weergegeven automatisch onderbroken en wordt
het verkeersbericht weergegeven. Zodra het
verkeersbericht is afgelopen, wordt de weergave
van de oorspronkelijke geluidsbron hervat.
Verkeersberichten beluisteren
Druk op Navigatie om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk vervolgens op de secundaire
pagina.
Selecteer " Instellingen ".
Selecteer " Spraak".
Schakel " Verkeer (TA) " in
of uit.
.
Audio en telematica
288
C4-cactus_nl_Chap11_index-alpha_ed01-2015
Niveaus controleren ...............................167-169
Niveaus en controles ............................165 -169
Noodbediening achterklep
..................................................... 47
N
oodprocedure
starten
................
......................................... 210Panoramadak
..................................................
68
Park Assist ....................................................
142
Parkeerhulp achter
....................................... 13
9
Parkeerhulp vóór
...........................................
140
Parkeerlichten
................... 7
7, 82, 194, 195, 199
Passagiersairbag uitschakelen
..............
9 7, 1 0 4
Plafonnier ................................................
6 7, 2 0 1
Portieren .........................................................45
Portieren ontgrendelen
......................40, 44, 46
Portieren openen
............................................45
Portieren sluiten
..............................................45
Portieren vergrendelen
.............................44, 46
Pyrotechnische gordelspanners
..................... 95
N
P
Matten ................................................. 69, 70, 74
Mat verwijderen .............................................. 74
M
enu
................................... 232, 234, 236, 246,
248, 252, 260, 270, 272
Menu's (audio)
.....................232, 234, 236, 246,
248, 252, 270, 272
Menu's (Touchscreen)
................ 2
8, 29, 225, 230, 231
Menustructuren display
......232, 234, 236, 246,
248, 252, 260, 270, 272
Menustructuur
..................... 2
32, 234, 236, 246,
248, 252, 270, 272
Milieu
........................................................... 9, 42
Mistachterlicht
......................................... 79, 19 9
Mistlampen vóór
........................79, 84, 194, 197
Motoren
................................................. 215, 217
Motorenoverzicht
.................................. 215, 217
Motorkap
....................................................... 16 4
Motorkap, openen
........................................................ 16 4
Motorkapsteun
...............................
...............16 4
Motorolie
...............
........................................ 167
Motorolieniveau, controle
...............................
..........................27
Motorolieniveaumeter
..................................... 27
Motorruimte
........................................... 165, 166Oliefilter
.........................................................170
Oliefilter (vervangen)
....................................170
Olieniveau
...............................................2 7, 1 6 7
Oliepeilstok
..............................
...............2 7, 1 6 7
Olieverbruik
................................................... 16
7
Onderhoud (adviezen)
..........................179, 18 0
Onderhoudsadviezen
..................... 6
8, 171, 180
Onderhoudscontroles
.......................................9
Onderhoudsintervalindicator
..........................24
Onderhoudsintervalindicator resetten
.........................................................26
Ontdooien ..................................................65, 66
Ontgrendelen
..................................................40
Ontwasemen
...................................................65
Ontwasemen achter
........................................ 65
O
ntwasemen voor
...........................................65
Opbergvak ....................................................... 76
Opbergvakken
...........................................71, 73
Opschakelindicator
.......................................123
MO
Kinderen ......................................... 1 0 8 , 11 0 -113
Kinderen (veiligheid) ..................................... 115
Kinderen (veiligheidsvoorzieningen)
............. 9
7,
101-103, 108, 110 -114
Kinderzitjes
.............. 9
5, 101-103, 107, 108, 114
Kinderzitjes (conventioneel)
.........................107
Kinderzitjes i-Size
........................................................... 113
Kledinghaak
.................................................... 73
Kleurcode lak
................................................ 220
Kleurendisplay
................................29, 230, 231
Klokje (instellen)
...............................
...............38
Koelvloeistofniveau
....................................... 169
Kofferdeksel sluiten ............................................................ 47
Koplampen
...............................
.....................180
Koplampverstelling
......................................... 83
Kri
k
........................................................ 188, 189
Lampen (vervangen)
.............................19 4, 19 9
Lampen vervangen
....................... 19
4, 19 9, 201
Leder (onderhoud)
........................................ 18
0
LED-verlichting
....................................... 82, 201
Lekke band
.................................................... 182
Lichtschakelaar
................................... 7
7, 78, 82
Lokaliseren van de auto
.......................................................... 41
Luchtfilter
...................................................... 170
Luchtfilter (vervangen)
..................................170
Luchtrecirculatie .................................. 57, 59, 61
Luchttoevoer (bediening)
.............................................. 59, 61
Luchtverdeling ........................................... 5 7, 6 1
L
Trefwoordenregister