Page 161 of 302

159
C4-cactus_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2015
Het monteren van elektrische apparatuur of
accessoires die niet onder een artikelnummer in het
assortiment van CITROËN voorkomen, kan leiden tot
storingen in het elektronisch systeem van uw auto en
een verhoogd stroomverbruik veroorzaken.
Houd hier rekening mee en neem contact op met een
vertegenwoordiger van het merk CITROËN om u te
laten informeren over het assortiment uitrustingen en
accessoires voorzien van een artikelnummer.
Installeren van
radiocommunicatiezenders
Voordat u radiozenders met
buitenantenne als uitrusting
achteraf monteert, kunt u bij het
CITROËN-netwerk de technische
gegevens (frequentieband, maximaal
uitgangsvermogen, positie antenne,
specifieke installatievoorschriften) van
de voor montage geschikte zenders
opvragen, conform de Richtlijn
Elektromagnetische Compatibiliteit
(2004/104/EG).Afhankelijk van de lokale wetgeving
kan de aanwezigheid van bepaalde
veiligheidsuitrusting verplicht zijn:
veiligheidsvesten, gevarendriehoeken,
alcoholtests, een set reservelampen,
reservezekeringen, een brandblusser,
een verbandtrommel, spatlappen aan
de achterzijde van de auto.
7
Praktische informatie
Page 162 of 302
160
C4-cactus_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2015
Wisserbladen vervangen
F Bedien de ruitenwisserschakelaar binnen één minuut na het afzetten van het contact
om de ruitenwissers in de verticale positie
te plaatsen.
Demonteren
F Til de desbetreffende ruitenwisserarm op.
F T rek de ruitensproeierslang los van de
sproeierkop (op het wisserblad).
F
M
aak het wisserblad los en verwijder het.
Monteren
F Breng het nieuwe wisserblad aan en klik het vast.
F
S
luit de ruitensproeierslang aan op de
sproeierkop van het wisserblad.
F
Z
et de ruitenwisserarm voorzichtig terug.
Na het monteren van een
wisserblad vóór
F Zet het contact aan.
F B edien nogmaals de
ruitenwisserschakelaar om de
ruitenwissers in de ruststand te zetten.
Voordat u een wisserblad
demonteert
Praktische informatie
Page 163 of 302
161
C4-cactus_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2015
Allesdragers
Uit veiligheidsoverwegingen en om te
voorkomen dat het dak van uw auto
beschadigd raakt, is het raadzaam
uitsluitend voor uw auto goedgekeurde
allesdragers te gebruiken.
Houd u aan de montage- en de
gebruiksvoorschriften die zijn vermeld
in de handleiding van de allesdragers.Uitvoering zonder dakrails
U moet de vier verankeringspunten op het
dakframe gebruiken voor de bevestiging van
de allesdragers. Deze punten worden aan het
zicht onttrokken wanneer de portieren zijn
gesloten.
De bevestigingen van de allesdragers zijn
voorzien van een tapeind die in de opening van
elk verankeringspunt moet worden gestoken.
Uitvoering met dakrails
U moet de allesdragers bevestigen op de
dakrails. Gebruik daarbij de bevestigingspunten
die met merktekens in de dakrails zijn
aangegeven.
7
Praktische informatie
Page 164 of 302
162
C4-cactus_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2015
Maximaal toegestane last op
allesdragers voor een hoogte van
minder dan 40 cm: 80 kg.
Deze waarde kan worden gewijzigd,
raadpleeg de in de handleiding van
de allesdragers vermelde maximaal
toegestane last.
Als de hoogte boven de 40
cm uitkomt,
dient u uw snelheid aan te passen aan
de weggesteldheid, om te voorkomen
dat de allesdragers en de bevestigingen
op de auto beschadigd raken.
Raadpleeg de wetgeving in uw land
omtrent het vervoeren van voorwerpen
die langer zijn dan de auto zelf.
Aanbevelingen
F Zorg voor een gelijkmatige verdeling en voorkom overbelasting aan één kant.
F
P
laats de zwaarste lading zo dicht mogelijk
bij het dak.
F
S
jor de lading goed vast en markeer buiten
de auto stekende lading.
F
R
ijd behoedzaam: wees bedacht op een
grotere zijwindgevoeligheid (de stabiliteit
van de auto kan door de belading worden
beïnvloed).
F
V
er wijder de allesdragers zodra deze niet
meer nodig zijn.
Praktische informatie
Page 165 of 302
163
C4-cactus_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2015
TOTAL & CITROËN
Partners in prestaties en
respect voor het milieu
Innovatie voor nog betere prestaties
Sinds meer dan 40 jaar ontwikkelen de Research &
D evelopment-teams van TOTAL voor CITROËN
smeermiddelen die geschikt zijn voor de nieuwste
technologieën die in auto’s van het merk CITROËN
worden toegepast, zowel voor wedstrijddoeleinden als
gebruik in het dagelijkse leven.
Zo kunt u rekenen op de beste prestaties van de motor.
Een optimale bescherming
van uw motor
Het gebruik van TOTAL smeermiddelen
bij het onderhoud van uw CITROËN
zorgt voor een langere levensduur en
betere prestaties van de motor, waarbij
het milieu zo min mogelijk wordt belast.
7
Praktische informatie
Page 166 of 302

164
C4-cactus_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2015
Motorkap
F Open het linker voorportier.Door de plaats van de hendel kan de
motorkap niet worden geopend zolang
het linker voorportier is gesloten.
Wees bij warme motor voorzichtig met
het bedienen van de veiligheidshaak
en de motorkapsteun (kans op
brandwonden). Gebruik de beschermde
zone.
Zorg ervoor dat u bij geopende motorkap
niet tegen de hendel aan stoot.
F
D
uw de hendel omhoog en til de
motorkap op. F
N
eem de motorkapsteun uit de houder
en bevestig deze in de uitsparing om de
motorkap geopend te houden.
Openen
F Trek de hendel aan de onderzijde van het portierkader naar u toe.
De koelventilator kan ook nog gaan
draaien nadat de motor is afgezet:
houd daarom voor werpen en kleding
uit de buur t van de ventilator.
Open de motorkap niet als het hard
waait.
Sluiten
F Haal de motorkapsteun uit de uitsparing.
F Be vestig de motorkapsteun in de houder.
F
L
aat de motorkap voorzichtig zakken en
laat deze aan het einde van de slag in het
slot vallen.
F
T
rek aan de motorkap om te controleren of
deze goed vergrendeld is.
In verband met de aanwezigheid van
elektrische uitrustingen in de motorruimte wordt
geadviseerd om blootstelling aan water (regen,
wassen,
...) te beperken.
Schakel het Stop&Start-systeem
altijd uit als u handelingen onder de
motorkap wilt uitvoeren, om letsel
door het automatisch activeren van de
START-stand te voorkomen.
Praktische informatie
Page 167 of 302
165
C4-cactus_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2015
1. Reservoir ruitensproeiervloeistof.
2. Reservoir koelvloeistof.
3.
R
eservoir remvloeistof.
4.
A
ccu.
5.
Zekeringkast.
6.
Luchtfilter.
7.
Oliepeilstok.
8.
M
otorolie (bij)vullen.
Benzinemotoren
7
Praktische informatie
Page 168 of 302
166
C4-cactus_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2015
1. Reservoir ruitensproeiervloeistof.
2. Reservoir koelvloeistof.
3.
R
eservoir remvloeistof.
4.
A
ccu.
5.
Zekeringkast.
6.
Luchtfilter.
7.
Oliepeilstok.
8.
M
otorolie (bij)vullen.
9.
Handopvoerpomp*.
Dieselmotoren
* Volgens motoruitvoering.
Praktische informatie