OpmerkingATTENTIE
Bij een actieradius onder 50 km kan de
brandstoftoevoer naar de motor in gevaar ko‐
men. Het functioneren van de motor is niet ge‐
waarborgd. Er bestaat gevaar voor schade. Op
tijd tanken.◀
Weergave
Instrumentenpaneel De actuele actieradius wordt als
getalswaarde onderin de snel‐
heidsaanduiding weergegeven.
Instrumentenpaneel met uitgebreide
omvang
De actuele actieradius wordt als
getalswaarde naast de brand‐
stofpeil-aanduiding weergege‐
ven.
Benodigd onderhoud Principe
De afstand of de tijd tot het volgende onder‐
houd wordt na inschakelen van rijden-stand-by
kort weergegeven op het instrumentenpaneel.
De actuele servicebehoefte kan door een ser‐
viceadviseur worden uitgelezen uit de af‐
standsbediening.
Bepaalde informatie over het benodigd onder‐
houd kan ook op de afstandsbediening met
display worden weergegeven.Weergave
Gedetailleerde informatie over het
benodigde onderhoud
Nadere informatie over de omvang van het on‐
derhoud kan op het Control Display worden
weergegeven.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Servicebehoefte"
Noodzakelijke omvang van het onderhoud
en zo nodig wettelijk voorgeschreven keu‐
ringen worden weergegeven.4.Vermelding selecteren om nadere informa‐
tie te laten weergeven.
Symbolen
Sym‐
bolenBeschrijvingOnderhoud is op dit moment niet
noodzakelijk.Auto is aan een onderhoudsbeurt of
een wettelijke keuring toe.Termijn voor het onderhoud is over‐
schreden.
Afspraken invoeren
Afspraken voor voorgeschreven keuringen in‐
voeren.
Ervoor zorgen dat datum en tijd van de auto
juist zijn ingesteld.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Servicebehoefte"4."Autokeuring (APK)"Seite 124BedieningWeergaven124
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
5."Datum:"6.Gewenste instelling selecteren.7.Bevestigen.
Datuminvoer wordt opgeslagen.
Automatische servicewaarschuwing De gegevens over de onderhoudstoestand of
over wettelijk voorgeschreven keuringen van
de auto worden automatisch voor de vervalda‐
tum doorgegeven aan de Service Partner.
Er kan worden gecontroleerd, wanneer de Ser‐
vice Partner werd ingelicht.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Teleservice oproep"
Onderhoudsgeschiedenis
Algemeen
Onderhoudswerkzaamheden bij een Service
Partner van de fabrikant of een andere gekwa‐
lificeerde Service Partner of specialist laten uit‐
voeren. De uitgevoerde onderhoudswerkzaam‐
heden worden ingevoerd in de
voertuiggegevens, zie pagina 303.
Het ingevoerde onderhoud kan op het Control
Display worden weergegeven. De functie is
beschikbaar zodra er een onderhoudsbeurt in
de autogegevens is ingevoerd.
Onderhoudsgeschiedenis weergeven Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Servicebehoefte"4. "Service historie"
Uitgevoerd onderhoud wordt weergege‐
ven.5.Vermelding selecteren om nadere informa‐
tie te laten weergeven.SymbolenSym‐
bolenBeschrijvingGroen: onderhoud is tijdig uitge‐
voerd.Geel: onderhoud is te laat uitge‐
voerd.Onderhoud is niet uitgevoerd.
Schakelpuntindicator
Principe
Het systeem geeft de meest energiezuinige
versnelling voor de actuele rijsituatie aan.
Algemeen
De schakelpuntindicator is, afhankelijk van de uitrusting en landuitvoering, actief bij de hand‐
matige bediening van de Steptronic versnel‐
lingsbak.
Aanwijzingen voor op- of terugschakelen wor‐
den op het instrumentenpaneel weergegeven.
Bij voertuigen zonder schakelpuntindicator
wordt de ingeschakelde versnelling weergege‐
ven.
Weergaven
VoorbeeldBeschrijvingMeest energiezuinige versnelling
is ingeschakeld.Naar energiezuinigere versnelling
schakelen.Seite 125WeergavenBediening125
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
SnelheidslimietinformatieBekende snelheidsbeperking.
Snelheidslimiet opgeheven -
voor Duitse autosnelwegen.
Snelheidslimietinformatie niet
beschikbaar.
De Speed Limit informatie kan ook in het
Head-Up Display worden weergegeven.
Inhaalverbodinfo Inhaalverbod.
Einde van het inhaalverbod.
De inhaalverbodinfo kan ook in het Head-Up
Display worden weergegeven.
Grenzen van het systeem De werking kan bijv. in de volgende situaties
beperkt zijn en evt. verkeerde informatie aan‐
geven:▷Bij dichte mist en hevige regen of sneeuw‐
val.▷Als borden door objecten verborgen zijn.▷Bij dicht achter het voorliggende voertuig
rijden.▷Bij sterk tegenlicht.▷Als de voorruit voor de binnenspiegel be‐
slagen, verontreinigd of door stickers enz.
bedekt is.▷Vanwege mogelijke verkeerde herkennin‐
gen van de camera.▷Als de in het navigatiesysteem opgeslagen
snelheidsbeperkingen onjuist zijn.▷In gebieden die in het navigatiesysteem
niet voorkomen.▷Bij afwijkingen van de navigatie, bijv. door
gewijzigde tracés.▷Bij het inhalen van bussen of vrachtwagens
met snelheidssticker.▷Als verkeerstekens niet overeenkomen
met de norm.▷Tijdens de kalibratieprocedure van de ca‐
mera direct na aflevering van de auto.
Keuzelijsten op het
instrumentenpaneel
Principe
Afhankelijk van de uitrusting kan m.b.v. de
toetsen, de gekartelde knop aan het stuur of
via de meldingen op het instrumentenpaneel
en Head-Up Display het volgende worden ge‐
toond of bediend:
▷Actuele audiobron.▷Nummerherhaling bij de telefoon.▷Activeren van het spraakgestuurd sys‐
teem.Seite 127WeergavenBediening127
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Weergave
Afhankelijk van de uitrusting kan de lijst in het
instrumentenpaneel afwijken van de afbeel‐
ding.
Lijst activeren en instelling uitvoeren
Op de rechter stuurwielzijde aan de gekartelde
knop draaien, om de betreffende lijst te active‐
ren.
Met de gekartelde knop de gewenste instelling
selecteren en door het indrukken van de ge‐
kartelde knop bevestigen.
Boordcomputer in het instrumentenpaneel
Weergave
De informatie van de boordcomputer wordt
weergegeven in het instrumentenpaneel.
Informatie oproepen
Toets op de richtingaanwijzerschakelaar in‐
drukken.
De betreffende informatie wordt weergegeven
op het instrumentenpaneel.
Overzicht van de informatie
Door herhaald op de toets op de richtingaan‐
wijzerhendel te drukken wordt de volgende in‐
formatie op het instrumentenpaneel getoond:
▷Kilometer en dagkilometer.▷Balkenweergave voor energieterugwinning
en momenteel brandstofverbruik.▷Gemiddeld verbruik en gemiddelde snel‐
heid.▷Aankomsttijd en afstand tot bestemming.
Bij actieve routebegeleiding in het naviga‐
tiesysteem.▷In de rijmodus ECO PRO: bonusactiera‐
dius.
Informatie voor boordcomputer
instellen
Voor sommige informatie van de boordcompu‐
ter kan worden ingesteld of deze op het instru‐
mentenpaneel kunnen worden opgeroepen.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Systeeminstellingen"3."Displays"4."Instrumentencombinatie"Seite 128BedieningWeergaven128
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Weergave▷Gemiddelde snelheid, pijl 1.▷Gemiddeld verbruik, pijl 2.
Gemiddelde waarden resetten
Toets op de richtingaanwijzerschakelaar inge‐
drukt houden.
Aankomsttijd en afstand tot
bestemming
Principe
De verwachte aankomsttijd en nog resterende
afstand tot het reisdoel worden weergegeven
als er voor het begin van de rit een bestem‐
ming in het navigatiesysteem is ingevoerd.
Voorwaarde voor een correcte aankomsttijd is
een juist ingestelde klok.
Weergave▷Aankomsttijd, pijl 1.▷Afstand tot reisdoel, pijl 2.
ECO PRO-bonusactieradius
In de rijmodus ECO PRO kan de ECO PRO-bo‐
nusactieradius, zie pagina 264, op het instru‐
mentenpaneel worden weergegeven.
Boordcomputer op het
Control Display
Algemeen Op het Control Display staan twee verschil‐
lende boordcomputers ter beschikking:
▷"Boordcomputer": waarden kunnen naar
believen worden gereset.▷"Reiscomputer": waarden leveren een
overzicht van de actuele rit.
Boordcomputer of reis-
boordcomputer oproepen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Rij informatie"3."Boordcomputer" of "Reiscomputer"
Reis-boordcomputer resetten
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Rij informatie"Seite 130BedieningWeergaven130
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
3."Reiscomputer"4.▷ "Terugzetten": alle waarden wor‐
den teruggezet.▷ "Automatische reset": alle waar‐
den worden na ca. 4 uur stilstand van
de auto teruggezet.
Verbruik of snelheid terugzetten
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Rij informatie"3."Boordcomputer"4."Verbruik" of "Snelheid"5."OK"
Sportweergaven
Principe
In het Control Display kunnen bij overeenkom‐
stige uitrusting de actuele waarden voor ver‐
mogen en koppel worden weergegeven.
Sportweergaven op het Control
Display weergeven
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Techniek beleven"3."Sportdisplays"
Snelheidswaarschuwing
Principe
Weergave van een snelheid, waarbij een waar‐ schuwing gegeven moet worden.
Herhaalde waarschuwing wanneer de inge‐
stelde snelheid met ten minste 5 km/h wordt
overschreden.
Snelheidswaarschuwing weergeven,
instellen of wijzigen
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Snelheidswaarschuwing"4."Waarschuwing bij:"5.Controller draaien tot de gewenste snel‐
heid wordt weergegeven.6.Controller indrukken.
Snelheidswaarschuwing wordt opgeslagen.
Snelheidswaarschuwing activeren/
deactiveren
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Snelheidswaarschuwing"4."Snelheidswaarschuwing"5.Controller indrukken.
Actuele snelheid overnemen als
snelheidswaarschuwing
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Snelheidswaarschuwing"4."Huidige snelheid overnemen"5.Controller indrukken.
De momenteel gereden snelheid wordt op‐
geslagen als snelheidswaarschuwing.
Voertuigstatus
Principe Er kunnen voor enkele systemen de toestan‐
den worden weergegeven of acties worden uit‐
gevoerd.
Seite 131WeergavenBediening131
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Voertuigstatus oproepenVia iDrive:1."Mijn auto"2."Autostatus"
Overzicht van de informatie
▷ "Indicatie lekke band (RPA)": Status
van de bandenpechwaarschuwing, zie pa‐
gina 292.▷ "Bandenspanningscontrole": Status
van de bandenspanningscontrole, zie pa‐
gina 288.▷Terugzetten van de bandenspanningscon‐
trole, zie pagina 288.▷ "Motoroliepeil": Elektronische olie‐
peilcontrole, zie pagina 297.▷ "AdBlue": BMW diesel met BluePerfor‐
mance, zie pagina 275.▷ "Check Control": Check-Control-mel‐
dingen worden op de achtergrond opge‐
slagen en kunnen op het Control Display
worden weergegeven. Weergave opgesla‐
gen Check-Control-meldingen, zie pa‐
gina 122.▷ "Servicebehoefte": Weergave van de
servicebehoefte, zie pagina 124.▷ "Teleservice oproep": Teleservice Call.
Head-Up Display
Principe
Het systeem projecteert belangrijke informatie
in het gezichtsveld van de bestuurder, bijv. de
snelheid.
De bestuurder kan deze informatie zo in zich
opnemen zonder de blik van de weg af te wen‐
den.
Aanwijzingen Aanwijzingen voor het reinigen van het Head-
Up Display in acht nemen, zie pagina 320.
Overzicht
Herkenbaarheid van de weergave
De zichtbaarheid van de weergaven in het
Head-Up Display wordt beïnvloed door de vol‐
gende factoren:
▷Bepaalde stoelposities.▷Voorwerpen op de afdekking van het
Head-Up Display.▷Zonnebrillen met bepaalde polarisatiefil‐
ters.▷Nat wegdek.▷Ongunstige lichtverhoudingen.
Als het beeld vervormd wordt weergegeven,
de basisinstellingen door een Service Partner
van de fabrikant of een andere gekwalificeerde
Service Partner of specialist laten controleren.
In-/uitschakelen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Systeeminstellingen"3."Displays"4."Head-up display"5."Head-up display"
Weergave
Overzicht
Op het Head-Up Display wordt de volgende in‐
formatie weergegeven:
▷Snelheid.Seite 132BedieningWeergaven132
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
▷Navigatiesysteem.▷Check-Control-meldingen.▷Keuzelijst op het instrumentenpaneel.▷Rijhulpsystemen.
Een deel van deze informatie wordt alleen in‐
dien nodig kortstondig weergegeven.
Weergaven in het Head-Up Display
selecteren
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Systeeminstellingen"3."Displays"4."Head-up display"5.Gewenste instelling selecteren.
De instelling wordt opgeslagen voor het mo‐
menteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Aanzicht
Bij het Head-Up Display zijn die verschillende aanzichten beschikbaar:
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Systeeminstellingen"3."Displays"4."Head-up display"5.Gewenste instelling selecteren.▷"STANDARD": alle weergaven op het
Head-Up Display zijn actief.▷"RUSTIG": de weergaven op het Head-
Up Display worden tot het hoogstno‐
dige beperkt.▷"INDIVIDUAL": alle weergaven op het
Head-Up Display zijn actief. Enkele
weergaven, bijv. Check-Control-mel‐
dingen, kunnen individueel worden ge‐
configureerd.
De instelling wordt opgeslagen voor het mo‐
menteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Helderheid instellen
De helderheid wordt automatisch aan het om‐
gevingslicht aangepast.
De basisinstelling kan handmatig worden inge‐
steld.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Systeeminstellingen"3."Displays"4."Head-up display"5."Helderheid"6.Controller draaien tot de gewenste helder‐
heid bereikt is.7.Controller indrukken.
Bij ingeschakeld dimlicht kan de helderheid
van het Head-Up Display ook met behulp van
de instrumentenverlichting worden aangepast.
De instelling wordt opgeslagen voor het mo‐
menteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Hoogte instellenVia iDrive:
1."Mijn auto"2."Systeeminstellingen"3."Displays"4."Head-up display"5."Hoogte"6.Controller draaien tot de gewenste hoogte
is bereikt.7.Controller indrukken.
De instelling wordt opgeslagen voor het mo‐
menteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Rotatie instellen
Het beeld van het Head-Up Display kan om zijn
eigen as worden gedraaid.
Seite 133WeergavenBediening133
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15