3."Mobiele apparaten"4."Instellingen"5."Internet-hotspot"
Apparaat met WLAN-hotspot
verbinden
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Systeeminstellingen"3."Mobiele apparaten"4."Nieuw apparaat verbinden"5. "Internet-hotspot"
Hotspot-naam en hotspot-sleutel worden
op het Control Display weergegeven.6.Op het apparaat naar WLAN-netwerken
zoeken. Netwerknaam op het apparaat se‐
lecteren.7.Hotspot-sleutel op het apparaat invoeren
en verbinden.
Het apparaat maakt via WLAN verbinding
met de hotspot.
Voor het eerste gebruik van internet via de
WLAN-hotspot moet een databundel worden
aangeschaft bij een provider.
Alle via de WLAN-hotspot verbonden appara‐
ten maken gebruik van deze databundel.
Evt. kan een databundel worden aangeschaft
via de ConnectedDrive Store.
Wi-Fi-verbinding De verbinding ofwel volledig aan het voorste of
het achterste Control Display uitvoeren.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Systeeminstellingen"3."Mobiele apparaten"4."Nieuw apparaat verbinden"5. "Screencast"De Wi-Fi-naam van de auto wordt op het
Control Display weergegeven.6.Met het apparaat naar Wi-Fi-apparaten in
de omgeving zoeken.
De Wi-Fi-naam van de auto wordt op het
display van het apparaat weergegeven. Wi-
Fi-naam van de auto selecteren.7.De verbinding via iDrive bevestigen.
Het apparaat wordt verbonden en in de ap‐
paratenlijst weergegeven.
Als de verbinding niet is gelukt: Wat moet u
doen als ..., zie pagina 47.
Verdere functies
Na de eerste keer koppelen
▷Het apparaat is na korte tijd met de auto
verbonden als de motor draait of als de ge‐
reedheid ingeschakeld is.▷De op de SIM-kaart of in de mobiele tele‐
foon opgeslagen gegevens worden na her‐
kenning overgebracht naar de auto.▷Bij sommige apparaten zijn evtl. bepaalde
instellingen nodig, bijv. autorisatie, zie
handleiding van het apparaat.▷Na de eenmalige koppeling worden de ap‐
paraten bij ingeschakelde gereedheid au‐
tomatisch herkend en weer verbonden.
Apparaat configureren
Functies kunnen bij gekoppelde of verbonden
apparaat worden geactiveerd of gedeactiveerd.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Systeeminstellingen"3."Mobiele apparaten"4.Gewenste apparaat selecteren.5.Gewenste instelling selecteren.
Wordt een functie toegewezen aan een appa‐
raat, dan wordt dit evt. bij een al verbonden ap‐
Seite 44OverzichtAlgemene instellingen44
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Geïntegreerde handleiding in de autoUitrusting van de autoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐
fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
Geïntegreerde handleiding in de auto
Principe
De geïntegreerde handleiding kan worden
weergegeven op het Control Display. Daarin worden in het bijzonder de uitrustingen en
functies beschreven die voorhanden zijn in de
auto.
Onderdelen van de geïntegreerde
handleiding
De geïntegreerde handleiding bestaat uit vier
delen, die verschillende informatieniveaus of
toegangsmogelijkheden bieden.
Beknopte handleiding
In de beknopte handleiding vindt u belangrijke
informatie over het gebruik van de auto, de be‐
diening van de belangrijkste autofuncties en
instructies voor in het geval van pech. Deze
gegevens kunnen ook worden weergegeven
tijdens het rijden.
Zoeken op afbeelding
Door middel van het zoeken op afbeelding kan
gezocht worden naar gegevens en beschrijvin‐gen aan de hand van afbeeldingen. Dit komt
bijv. van pas wanneer de beschrijving bij een
uitrusting nodig is waarvan de benaming niet
bekend is.
Zoeken op trefwoord Hier kan gezocht worden naar gegevens en
beschrijvingen door de directe invoer van een
zoekopdracht via de index.
Animaties
In de animaties worden de belangrijkste func‐ ties van de geselecteerde systemen verklaard.
Bestanddelen selecteren1. Toets indrukken.2."Mijn auto"3."Handleiding"4.Gewenste instelling selecteren.
Scrollen in de handleiding
Controller draaien, tot de volgende of vorige
inhouden worden weergegeven.
Help-informatie/handleiding bij de op
dat moment geselecteerde functie
Passende informatie kan direct worden weer‐
gegeven.
Oproepen bij bediening via iDrive Direct vanuit de applicatie op het Control Dis‐
play in het menu "Opties" selecteren:
1. Toets indrukken.2."Handleiding"Seite 49Geïntegreerde handleiding in de autoOverzicht49
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Oproepen bij weergave van een
Check-Control-melding
Direct vanuit de Check-Control-melding op het
Control Display:
"Handleiding"
Omschakelen tussen functie en handleiding
Op het Control Display uit een functie, bijv.
radio, in de handleiding en tussen de beide
weergaven heen en terug wisselen:
1. Toets indrukken.2."Handleiding"3.Gewenste pagina in de handleiding selec‐
teren.4. Toets opnieuw indrukken om naar de
laatste weergegeven functie terug te ke‐
ren.5. Toets indrukken om naar de laatste
weergegeven pagina van de handleiding
terug te keren.
Om permanent tussen de laatste weergegeven
functie en de laatste weergegeven pagina van
de handleiding te wisselen de stappen 4 en
5 herhalen. Hierbij worden steeds nieuwe
beeldvensters geopend.
Voorkeuzetoetsen
Algemeen
De punten van de handleiding kunnen onder
de voorkeuzetoetsen, zie pagina 26, worden
opgeslagen en daarmee direct worden opge‐
roepen.
Opslaan
1.Gewenste punt via iDrive selecteren▷"Beknopte handleiding"▷"Zoeken op afbeelding"▷"Zoeken op trefwoord"▷"Animaties"2. Gewenste voorkeuzetoets langer
dan 2 seconden ingedrukt houden.
Uitvoeren
Desbetreffende toets indrukken.Handleiding wordt met het geselec‐
teerde punt direct weergegeven.
Seite 50OverzichtGeïntegreerde handleiding in de auto50
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
BMW displaysleutelAlgemeen
In de leveringsomvang is in plaats van een
standaard afstandsbediening de BMW display
sleutel met een extra mechanische sleutel op‐
genomen. Als gebruik wordt gemaakt van de
BMW display sleutel, moet de mechanische
sleutel ook worden meegenomen, bijv. in de
portemonnee.
De BMW display sleutel ondersteunt alle func‐
ties van de standaard afstandsbediening, en
beschikt daarnaast over de volgende functies.▷Status van portieren en ruiten oproepen.▷Status van de alarminstallatie oproepen.▷Met interieurvoorverwarming: interieur‐
voorverwarming bedienen.
Zonder interieurvoorverwarming: interieur‐
voorventilatie bedienen.▷Actieradius met de beschikbare brandstof
oproepen.▷Service-informatie oproepen.▷Op afstand bediend parkeren.
Noodherkenning van de BMW
displaysleutel
De beschrijving van de noodherkenning van de
afstandsbediening, zie pagina 55, geldt ook
voor de BMW displaysleutel. De vergrendel‐
toets moet zich echter op de hoogte van de
markering bevinden.
Overzicht1Kofferklep openen/sluiten2Ontgrendelen3Thuiskomverlichting4Vergrendelen5Parkeertoets6Display7Terug8Display in-/uitschakelen9Micro-USB laadaansluiting
Ontvangstbereik
Het aantal beschikbare functies van de af‐
standsbediening hangt af van de afstand tot de
auto.
▷In het ontvangstbereik in de buurt van de
auto staan alle functies van de afstandsbe‐
diening beschikbaar.▷In het uitgebreide ontvangstbereik kan de
statusinformatie worden opgeroepen.
Met interieurvoorverwarming: de interieur‐
voorverwarming kan worden bediend.
Zonder interieurvoorverwarming: de interi‐
eurvoorventilatie kan worden bediend.▷Buiten het ontvangstbereik kan de laatst
van de auto overgedragen statusinformatie
worden afgebeeld.
Het symbool wordt op het display weerge‐
geven als een van de toetsen buiten het ont‐
vangstbereik wordt ingedrukt.
Seite 56BedieningOpenen en sluiten56
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Display
Opbouw
Het display is ingedeeld in de bovenste status‐
balk het informatiegedeelte en de onderste
statusbalk.
In de bovenste statusbalk wordt de volgende
informatie afgebeeld:▷ Auto beveiligd.
Auto onbeveiligd.
▷Tijdsinstelling in de auto.▷ Laadtoestand van de batterij in de af‐
standsbediening.
In het informatiegedeelte kan de informatie
worden opgeroepen en kunnen de extra func‐
ties worden ingeschakeld.
In de onderste statusbalk wordt afgebeeld of
de afstandsbediening zich in ontvangstbereik,
zie pagina 56, bevindt.
▷"Verbonden": afstandsbediening bevindt
zich in het ontvangstbereik.▷"Geactual.": afstandsbediening bevindt
zich buiten het ontvangstbereik. Er wordt
aangegeven wanneer de laatste gegevens‐
overdracht met de auto heeft plaatsgevon‐
den.
Bediening
Als het informatiegedeelte meer dan één pa‐
gina omvat, dan worden onder de informatie
pagina-indicatoren afgebeeld.
De indicator voor de actuele zijde is in‐
gevuld.
Met de vinger naar rechts of links vegen om
van de ene pagina naar de andere te gaan.
Als op een pagina meer informatie kan worden
opgeroepen, het betreffende symbool aantip‐
pen.
Het pijlsymbool onder het display aantip‐
pen om naar de bovenliggende pagina terug te
keren.
Display uit-/inschakelen
Om ontladen van de accu te voorkomen wordt
de schermweergave na korte tijd automatisch
uitgeschakeld.
Om de schermweergave handmatig uit te
schakelen moet u de toets aan de linkerzijde
van de afstandsbediening indrukken. Over‐
zicht, zie pagina 56.
Schermweergave activeren:1.Toets aan de linkerzijde van de afstands‐
bediening indrukken.2.Met de vinger van onder naar boven vegen
om de beeldschermblokkering op te hef‐
fen.
Om de gebruiksduur van de accu te verhogen
kan het display volledig worden uitgeschakeld.
1.Toets aan de linkerzijde van de afstands‐
bediening langer dan 4 seconden inge‐
drukt houden.2."OK" aantippen.
Om het display in te schakelen, toets aan de
linkerzijde van de afstandsbediening indruk‐
ken.
Bedieningsprincipe
Afhankelijk van de uitrusting zijn er maximaal
vijf startmenu's, waarmee naar de submenu's
kan worden gegaan.
Het volgende overzicht toont, via welke start‐
menu's de informatie en functies bereikbaar
zijn.
Seite 57Openen en sluitenBediening57
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
MenuInformatie/functie"Info
veiligheid" /
Status van de portieren
Status van de alarminstalla‐
tie
Na activering van het alarm:
datum, tijd en reden voor de
activering van het alarm
Status van de ruiten
Status van het glazen dak"Info auto"Onderhoudsintervalmelding
van de Condition Based
Service CBS, zie pa‐
gina 303
Status van de parkeerlich‐
ten"Info
actieradius"Actieradius met de beschik‐
bare brandstof"Instelling
klimaat"Met interieurvoorverwar‐
ming: interieurvoorverwar‐
ming bedienen, zie pa‐
gina 227.
Zonder interieurvoorver‐
warming: Interieurvoorven‐
tilatie bedienen, zie pa‐
gina 227."Afstandsbest.
parker."Op afstand bediend in-/
uitparkeren, zie pagina 210
Batterij van de afstandsbediening
laden
Als de laadtoestand van de batterij van de af‐
standsbediening minder wordt, wordt het dis‐
play automatisch uitgeschakeld. De batterij
moet geladen worden voordat het display weer
kan worden ingeschakeld. De werking van de
standaardtoetsen blijft zo lang intakt, totdat de
batterij geheel leeg is.
Om de batterij van de afstandsbediening te la‐
den:▷Afstandsbediening met de vergrendeltoets
omhoog in de uitsparing van de Wireless
Charging-houder onder de middenarm‐
steun plaatsen.▷Afstandsbediening via de micro-USB‐aan‐
sluiting aan de linkerzijde op een USB‐aan‐
sluiting aansluiten.
Bestuurdersprofielen
Principe In de bestuurdersprofielen kunnen individuele
instellingen van meerdere bestuurders worden
opgeslagen en op een later tijdstip weer wor‐
den opgeroepen.
Algemeen
Er zijn drie bestuurdersprofielen beschikbaar
waarin persoonlijke instellingen voor de auto
worden opgeslagen. Aan iedere afstandsbe‐
diening is één van deze bestuurdersprofielen
toegewezen.
Als de auto met een afstandsbediening wordt
ontgrendeld, wordt het bijbehorende bestuur‐
dersprofiel geactiveerd. Alle in het bestuurder‐
sprofiel opgeslagen instellingen worden auto‐
matisch uitgevoerd.
Als meerdere bestuurders ieder een eigen af‐
standsbediening hebben, past de auto zich bij
het ontgrendelen aan de persoonlijke instellin‐
gen aan. Deze instellingen worden ook her‐
steld als de auto tussendoor door een persoon
Seite 58BedieningOpenen en sluiten58
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
werd gebruikt met een andere afstandsbedie‐
ning.
Wijzigingen aan de instellingen worden auto‐
matisch opgeslagen in het op dat moment ge‐
bruikte bestuurdersprofiel.
Als via iDrive een ander bestuurdersprofiel
wordt geselecteerd, worden de daarin opge‐
slagen instellingen automatisch uitgevoerd.
Het nieuwe bestuurdersprofiel wordt toegewe‐
zen aan de momenteel gebruikte afstandsbe‐
diening.
Bovendien is er een gastprofiel beschikbaar
dat niet aan een afstandsbediening wordt toe‐
gekend: "Gewoon gaan rijden (gast)". Dit kan
worden gebruikt om instellingen aan de auto te
kunnen uitvoeren zonder de persoonlijke be‐
stuurdersprofielen te wijzigen.
Momenteel gebruikt
bestuurdersprofiel
Na het inschakelen van het Control Display
verschijnt de naam van het momenteel ge‐
bruikte bestuurdersprofiel.
Er kan direct naar het profielbeheer, zie pa‐
gina 59, worden gesprongen, bijv. om het ei‐
gen bestuurdersprofiel te selecteren. Hiermee
kunnen de persoonlijke instellingen voor de
auto worden opgeroepen als de auto niet met
de eigen sleutel is ontgrendeld.1."Best.profiel wisselen"2.Bestuurdersprofiel selecteren, zie pa‐
gina 59.
Zodra de motor is gestart of een willekeurige
toets wordt ingedrukt, verschijnt op het Con‐
trol Display de laatst geselecteerde weergave.
Om het welkomstscherm via iDrive te beëindi‐
gen:
"OK"
Instellingen
De instellingen van de volgende systemen en
functies worden opgeslagen in het momenteel
gebruikte bestuurdersprofiel. De omvang van
de instellingen die worden opgeslagen is af‐
hankelijk van land en uitvoering.▷Ontgrendelen en vergrendelen.▷Licht.▷Klimaatregeling.▷Radio.▷Instrumentenpaneel.▷Voorkeuzetoetsen.▷Volume, klank.▷Control Display.▷Navigatie.▷Tv.▷Park Distance Control PDC.▷Achteruitrijcamera.▷Panorama View.▷Head-Up Display.▷Rijbelevingsschakelaar.▷Stoelpositie, spiegelpositie, stuurwiel‐
stand.▷Snelheidsregeling.▷Intelligent Safety.▷Night Vision.
Profielbeheer
Bestuurdersprofiel selecteren Ongeacht de momenteel gebruikte afstands‐bediening kan een ander bestuurdersprofiel
worden opgeroepen.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3.Bestuurdersprofiel selecteren.4."OK"▷De in het opgeroepen bestuurdersprofiel
opgeslagen instellingen worden automa‐
tisch uitgevoerd.Seite 59Openen en sluitenBediening59
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Thuiskomverlichting inschakelenToets van de afstandsbediening in‐
drukken.
De duur kan op het Control Display worden in‐
gesteld.
Storing
De herkenning van de afstandsbediening door
het voertuig kan o.a. door de volgende om‐
standigheden worden verstoord:▷De batterij van de afstandsbediening is
leeg. Batterij vervangen, zie pagina 55.▷Storing in de verbinding door zendmasten
of andere installaties met een hoog zend‐
vermogen.▷Afscherming van de afstandsbediening
door metalen objecten.▷Storing in de verbinding door mobiele tele‐
foons of andere elektrische toestellen in de
onmiddellijke omgeving.
Transporteer de afstandsbediening nooit sa‐
men met metalen voorwerpen of andere elek‐
trische apparatuur.
In geval van storing kan het voertuig ook zon‐
der afstandsbediening, zie pagina 63, van
buitenaf worden ont- c.q. vergrendeld.
Zonder afstandsbediening
Van buitenaf WAARSCHUWING
Bij sommige landuitvoeringen is het ont‐
grendelen van binnenuit alleen mogelijk met
speciale kennis.
Als personen een langere tijd in de auto moe‐
ten doorbrengen en daarbij aan overmatige
warmte of koude worden blootgesteld, bestaat
er kans op letsel of levensgevaar. De auto niet
van buitenaf vergrendelen als zich daarin per‐
sonen bevinden.◀
ATTENTIE
Het portierslot is vast met het portier ver‐
bonden. De portierhandgreep kan worden be‐
wogen. Als bij aangebrachte geïntegreerde
sleutel aan de portierhandgreep word getrok‐
ken, kan de lak of de sleutel worden bescha‐
digd. Er bestaat gevaar voor schade. Alvorens
aan de portierhandgreep aan de buitenzijde te
trekken, de geïntegreerde sleutel verwijde‐
ren.◀1.Met één hand de portierhandgreep naar
buiten trekken en vasthouden.2.Een vinger van de andere hand vanaf de
achterzijde onder de afdekkap steken, de
hier voelbare ontgrendeling naar buiten
drukken en de afdekkap verwijderen.Seite 63Openen en sluitenBediening63
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15