Mogelijke gebaren
GebaarBedieningFunctieWijsvinger in de richting van het beeldscherm voor-
of achteruit bewegen.Telefoongesprek aanne‐
men.
Check-Control-melding
bevestigen.Hand over de breedte van het Control Display in de
richting van de passagierszijde bewegen.Telefoongesprek weigeren.
Popup sluiten.Hand met naar voren gestrekte wijsvinger langzaam
in een cirkel rechtsom bewegen.
Gebaar wordt na ca. één cirkelvormige beweging
herkend.Volume verhogen.Hand met naar voren gestrekte wijsvinger langzaam
in een cirkel linksom bewegen.
Gebaar wordt na ca. één cirkelvormige beweging
herkend.Volume verlagen.Duim en wijsvinger uitsteken en hand horizontaal
naar rechts of links bewegen.Surround View: camera-
aanzicht draaien.
Dit gebaar is alleen tijdens
stilstand mogelijk.Wijs- en middelvinger uitgestrekt naar voren bewe‐
gen.Individuele gebaren op‐
slaan.De gebaren onder de binnenspiegel en naast
het stuurwiel uitvoeren.
De gebaren duidelijk uitvoeren.
De gebaren kunnen ook aan passagierszijde
uitgevoerd worden.Gebaar individueel opslaan
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Systeeminstellingen"3."Gebaren"4."Functietoewijzing"5.Gewenste instelling selecteren.Seite 29BMW gebarensturingOverzicht29
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Spraakgestuurd systeemUitrusting van de autoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐
fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
Principe▷Via het spraakgestuurd systeem kunnen
de meeste functies, die op het Control Dis‐
play worden weergegeven, door gespro‐
ken commando's worden bediend. Het
systeem ondersteunt bij de invoer met
aankondigingen.▷Functies die alleen bij een stilstaande auto
inzetbaar zijn, kunnen niet via het spraak‐
gestuurd systeem bediend worden.▷Tot het systeem behoort een speciale mi‐
crofoon aan de bestuurderszijde.▷›...‹ geeft commando's voor het spraakge‐
stuurd systeem aan in de handleiding.
Voorwaarden
Stel bij het Control Display een taal in die ook
door het taalinvoersysteem ondersteund wordt
om de uit te spreken commando's te kunnen
identificeren.
Taal instellen, zie pagina 36.
Commando's uitspreken
Spraakinvoer inschakelen1. Toets op het stuurwiel indrukken.2.Geluidssignaal afwachten.3.Commando uitspreken.
Commando, dat door het spraakgestuurd
systeem wordt herkend, wordt gesproken
en op het instrumentenpaneel weergege‐
ven.
Symbool in het instrumentenpaneel
wijst erop dat het spraakgestuurd sys‐
teem actief is.
Mogelijkerwijs zijn geen andere commando's
mogelijk, de functie in dit geval via iDrive be‐
dienen.
Spraakinvoer beëindigen Toets op stuurwiel indrukken
of ›Annuleren‹.
Mogelijke commando's
De meeste menupunten van het Control Dis‐ play kunnen als commando worden gespro‐
ken.
Er kunnen ook commando's uit andere menu's
worden gesproken.
Enkele lijstinvoeren, bijv. telefoonboekinvoe‐
ren, kunnen eveneens via het spraakgestuurd
systeem worden geselecteerd. Lijstinvoeren
daarbij exact zo uitspreken, zoals ze in de be‐
treffende lijst worden aangegeven.
Weergave van mogelijke commando's
In het bovenste gedeelte van het Control Dis‐
play wordt het volgende weergegeven:
Seite 31Spraakgestuurd systeemOverzicht31
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
3."Taal"4."Spreken tijdens spraakuitvoer"
Volume aanpassenVolumeknop tijdens de gesproken aanwijzin‐
gen draaien tot de gewenste volume is inge‐
steld.
▷Volume blijft behouden, ook wanneer het
volume van andere audioapparatuur wordt
gewijzigd.▷Het volume wordt opgeslagen voor het
momenteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Noodoproepen
Spraakgestuurd systeem niet gebruiken voor
noodoproepen. In stresssituaties kunnen taal
en stemniveau wijzigen. Daardoor wordt de
opbouw van een telefoonverbinding onnodig
vertraagd.
In plaats daarvan de SOS-toets, zie pa‐
gina 311, bij de binnenspiegel gebruiken.
Omgevingsomstandigheden
▷Commando's, cijfers en letters vloeiend en
met normaal volume, klemtonen en snel‐
heid uitspreken.▷Commando's altijd in de taal van het
spraakgestuurd systeem spreken.▷Bij de keuze van de radiozender de gebrui‐
kelijke uitspraak van de zendernaam ge‐
bruiken, het beste zoals de naam in het
Control Display wordt weergegeven.
›[...] Zender ...,‹ bijv. zender Classic Radio.▷Portieren, ruiten en schuifdak gesloten
houden, om storende geluiden te vermij‐
den.▷Nevengeluiden in de auto tijdens het spre‐
ken vermijden.Seite 33Spraakgestuurd systeemOverzicht33
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Systeeminstellingen"3."Displays"4."Instrumentencombinatie"5."Tijd"6.Gewenste instelling selecteren.
De instelling wordt opgeslagen voor het mo‐
menteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Automatische tijdinstelling
Afhankelijk van de uitrusting worden de tijd,
datum en evt. de tijdzone automatisch geac‐
tualiseerd.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Systeeminstellingen"3."Datum en tijd"4."Klok automatisch instellen"
De instelling wordt opgeslagen voor het mo‐
menteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Datum
Datum instellen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Systeeminstellingen"3."Datum en tijd"4."Datum:"5.Controller draaien tot de gewenste dag
wordt weergegeven.6.Controller indrukken.7.Instelling voor maand en jaar overeenkom‐
stig uitvoeren.
De instelling wordt opgeslagen voor het mo‐
menteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Weergavevorm van de datum instellen
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Systeeminstellingen"3."Datum en tijd"4."Datumformaat:"5.Gewenste instelling selecteren.
De instelling wordt opgeslagen voor het mo‐
menteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Maateenheden
Maateenheden instellen
Maateenheden voor bijv. verbruik, weg/afstan‐
den en temperatuur instellen:
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Systeeminstellingen"3."Eenheden"4.Gewenst menupunt selecteren.5.Gewenste instelling selecteren.
De instelling wordt opgeslagen voor het mo‐
menteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Weergave van de huidige
voertuigpositie activeren/
deactiveren
Is de GPS-plaatsbepaling geactiveerd, dan kan
de actuele voertuigpositie op de BMW i Con‐
nectedDrive app of op het ConnectedDrive-
klantenportaal worden weergegeven.
1."Mijn auto"2."GPS-tracking"3."GPS-tracking"Seite 37Algemene instellingenOverzicht37
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Control DisplayHelderheid
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Systeeminstellingen"3."Displays"4."Controledisplay"5."Helderheid 's nachts"6.Controller draaien tot de gewenste helder‐
heid bereikt is.7.Controller indrukken.
De instelling wordt opgeslagen voor het mo‐
menteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Naargelang de lichtverhoudingen kan de rege‐
ling van de lichtsterkte eventueel niet direct
worden herkend.
Schermbeveiliging
Als via iDrive geen invoer plaatsvindt, kan na
een instelbare tijd de schermbeveiliging wor‐
den weergegeven.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Systeeminstellingen"3."Aanwijzingenscherm"4."Screensaver"5.Gewenste instelling selecteren.
De instelling wordt opgeslagen voor het mo‐
menteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Mededelingen
Principe
Het menu toont alle berichten die in de auto
binnenkomen centraal in de vorm van een lijst.
De volgende berichten kunnen worden weer‐
gegeven:
▷Verkeersinformatie.▷Check-Control-meldingen.▷Communicatieberichten, bijv. e-mail, SMS
of Twitter.▷Onderhoudsmeldingen.
Mededelingen worden bovendien in het sta‐
tusveld weergegeven.
Mededelingen oproepen
Via iDrive:
1."Mededelingen"2.Gewenste mededeling selecteren.
Het betreffende menu waarin de mededeling
wordt weergegeven wordt geopend.
Mededelingen wissen
Alle mededelingen die geen Check-Control-
melding zijn kunnen uit de lijst gewist worden.
Check-Control-meldingen blijven aanwezig zo‐
lang ze relevant zijn.
Via iDrive:
1."Mededelingen"2.Evt. gewenste mededeling selecteren.3. Toets indrukken.4."Dit bericht wissen" of "Alle berichten
wissen"
Instellingen
De volgende instellingen kunnen uitgevoerd
worden:
▷De toepassingen selecteren die medede‐
lingen toelaten.▷De volgorde van de mededelingen op da‐
tum of prioriteit sorteren.▷Meerdere gelijksoortige mededelingen sa‐
menvatten.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Systeeminstellingen"Seite 38OverzichtAlgemene instellingen38
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
3."Mededelingen"4.Gewenste instelling selecteren.
Persoonlijke gegevens in de
auto wissen
Principe
De auto slaat, afhankelijk van het gebruik, per‐
soonlijke gegevens, zoals opgeslagen radio‐
zenders op. Deze persoonlijke gegevens kun‐
nen via iDrive onherroepelijk worden gewist.
Algemeen
Afhankelijk van de uitvoering kunnen de vol‐
gende gegevens worden gewist:
▷Bestuurdersprofiel instellingen.▷Opgeslagen radiozenders.▷Opgeslagen toets favorieten.▷Reis- en boordcomputerwaarden.▷Muziek harddisk.▷Navigatie, bijv. opgeslagen bestemmingen.▷Telefoonboek.▷Online-gegevens, bijv. favorieten, cookies.▷Office-gegevens, bijv. spraaknotities.▷Login-accounts.
Het wissen van de gegevens kan in totaal max.
15 minuten duren.
Voorwaarden voor een correcte
werking
Gegevens kunnen alleen bij stilstand worden
gewist.
Gegevens wissen
De aanwijzingen op het Control Display in acht
nemen en opvolgen.
Via iDrive:
1.Gereedheid inschakelen.2."Mijn auto"3."Systeeminstellingen"4."Persoonlijke gegevens wissen"5."Persoonlijke gegevens wissen"6."OK"7.Auto verlaten en vergrendelen.
Na 15 minuten is de wisprocedure volledig af‐
gerond.
Als niet alle gegevens zijn gewist, het wissen
evt. herhalen.
Wissen afbreken
De rijden-stand-by inschakelen om het wissen
van de gegevens af te breken.
Verbindingen
Principe Mobiele apparaten, bijv. mobiele telefoons of
laptops, kunnen op verschillende manieren
met de auto worden verbonden en gebruikt.
Soort verbindingFunctieMobiele telefoon
via Bluetooth.Telefoneren.
Office-functies.Audiospeler via
Bluetooth of via
USB‐aansluiting.Muziek weergeven.Smartphone via
WiFi of via USB‐
aansluiting.Video's weergeven.Smartphone via
Bluetooth of via
USB‐aansluiting.Apps gebruiken.Mobiel apparaat
via WLAN.Internet gebruiken.Seite 39Algemene instellingenOverzicht39
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
▷Evt. Bluetooth-instelling vooraf op het ap‐
paraat nodig, bijv. zichtbaarheid, zie hand‐
leiding van het apparaat.▷Evt. getal met ten minste 4 tot maximaal
16 cijfers als Bluetooth-code vastleggen.
Alleen nodig voor het eenmalig koppelen.
Bluetooth activeren
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Systeeminstellingen"3."Mobiele apparaten"4."Instellingen"5."Bluetooth"
Telefoonfunctie activeren/deactiveren
Om alle ondersteunde functies van de mobiele
telefoon te kunnen gebruiken moeten vóór de
koppeling de volgende functies worden geacti‐
veerd.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Systeeminstellingen"3."Mobiele apparaten"4."Instellingen"5.Gewenste instelling selecteren:▷"Office"
Functie activeren, om korte berichten,
e-mails, kalenders, taken, notities en
herinneringen naar de auto te verstu‐
ren. Door de overdracht van alle gege‐
vens naar de auto kunnen kosten ont‐
staan.▷"Contactfoto´s"
Functie activeren, om contactafbeel‐
dingen weer te geven.6.Controller naar links kantelen.Apparaat verbinden door invoeren van de passkey
De verbinding ofwel volledig aan het voorste of
het achterste Control Display uitvoeren.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Systeeminstellingen"3."Mobiele apparaten"4."Nieuw apparaat verbinden"5.Functies selecteren, waarvoor het apparaat
gebruikt moet worden▷ "Telefoon"▷ "Bluetooth-audio"▷ "Apps"
De Bluetooth-naam van de auto wordt op
het Control Display weergegeven.
6.Met het apparaat naar Bluetooth-appara‐
ten in de omgeving zoeken.
De Bluetooth-naam van de auto wordt op
het display van het apparaat weergegeven.
Bluetooth-naam van de auto selecteren.7.Geef in het apparaat en via de iDrive de‐
zelfde Passkey op en bevestig.
Of
Controlenummer in het Control Display
vergelijken met het controlenummer in de
display van het apparaat. Controlenummer
in het apparaat en in het Control Display
bevestigen.
Het apparaat wordt verbonden en in de ap‐
paratenlijst weergegeven.
Als het mobiele apparaat een mobiele tele‐
foon is, wordt weergegeven welke functies
het apparaat ondersteunt, zie pagina 40.
Als de verbinding niet is gelukt: Wat moet u
doen als ..., zie pagina 47.
Seite 41Algemene instellingenOverzicht41
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Apparaat verbinden via Near Field
Communication, NFC
Principe
Met Near Field Communication, NFC, kunnen
gegevens radiografisch over korte afstand
worden verzonden. Door deze functie wordt
het koppelen van een mobiel apparaat aan‐
zienlijk vereenvoudigd.
Geschikte apparaten, zie pagina 40.
Overzicht
De NFC-antenne bevindt zich in het dashboard
onder de toets voor de alarmknipperlichten.
Voorwaarden voor een correcte werking
Bij het koppelen moet het apparaat ontgren‐
deld zijn.
Apparaat verbinden
1.De functie NFC op het apparaat inschake‐
len, zie handleiding van het apparaat.2.Apparaat nabij de NFC-antenne houden.3.Controlenummer in het Control Display
vergelijken met het controlenummer in de
display van het apparaat. Controlenummer
in het apparaat bevestigen.
Of
De verbinding op het apparaat bevestigen.
Het apparaat wordt verbonden en in de ap‐
paratenlijst weergegeven.Afhankelijk van welke functies al bezet zijn,
wordt het mobiele apparaat met de functie te‐
lefoon, extra telefoon of muziek verbonden.
Als de koppeling niet is gelukt: Wat moet u
doen als ..., zie pagina 47.
De snap-in-adapter van de telefoon
achterin met de auto verbinden
Voorwaarden voor een correcte werking▷Bluetooth-passkey op de achterkant van
de snap-in-adapter is bekend.▷De snap-in-adapter is in de middenarm‐
steun ingebouwd.▷Gereedheid is ingeschakeld.▷SIM-kaart is in de snap-in-adapter inge‐
bracht of SIM-toegangsprofiel SAP is ac‐
tief.
Apparaat verbinden
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Systeeminstellingen"3."Mobiele apparaten"4."Nieuw apparaat verbinden"5. Toets op de snap-in-adapter ca.
3 seconden ingedrukt houden tot het ge‐
luidssignaal eenmaal klinkt.
LED boven de toets knippert groen.6.Bluetooth-Passkey van de snap-in-adapter
op het Control Display invoeren.7. "Telefoon"8.Het apparaat wordt verbonden en in de ap‐
paratenlijst weergegeven.
USB-verbinding
Principe Op de USB-aansluiting, zie pagina 239, kun‐
nen mobiele apparaten met USB‐aansluiting
aangesloten worden.
Seite 42OverzichtAlgemene instellingen42
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15