Page 9 of 281
mits dat contractueel met de klant is overeen‐
gekomen.
Voertuigidentificatienummer
Het voertuigidentificatienummer bevindt zich
in de motorruimte.
Seite 9Opmerkingen9
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 110 - X/15
Page 10 of 281
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 110 - X/15
Page 11 of 281
Overzicht
Overzichten van toetsen, schakelaars en
schermweergaven dienen hier ter eerste kennismaking. Daarnaast leert u snel de principes van de verschillende
bedieningsmogelijkheden kennen.Online Edition for Part no. 01 40 2 966 110 - X/15
Page 12 of 281
BedieningsorganenUitrusting van de autoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
Rondom het stuurwiel
1Zonnescherm voor achterruit 462Veiligheidsschakelaar voor ruiten ach‐
terin 443Ruitbediening 444Buitenspiegelbediening 575Dashboardkastje aan de bestuurders‐
zijde 175
RijhulpsystemenWaarschuwing veranderen van
rijbaan 126Intelligent Safety 115Waarschuwing rijbaan verla‐
ten 1246VerlichtingSeite 12OverzichtBedieningsorganen12
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 110 - X/15
Page 13 of 281

Mistlamp 104Mistachterlicht 104Licht uit
Dagrijlicht 102Stadslicht 100Dimlicht 100Automatische verlichtingsrege‐
ling 101
Adaptieve bochtverlichting 102
Grootlichtassistent 103Instrumentenverlichting 105Koplampverstelling 1037Stuurkolomschakelaar, linksRichtingaanwijzers 73Grootlicht, lichtsignaal 73Grootlichtassistent 103Parkeerlicht 101Boordcomputer 938Toetsen op stuurwiel, linksSnelheidsbegrenzer 127Snelheid oproepen 146, 138Snelheidsregeling aan/uit, onder‐
breken 144Actieve snelheidsregeling aan/uit,
onderbreken 138Afstand verkleinen 138Afstand vergroten 138Tuimelschakelaar voor snelheidsrege‐
ling 144, 1389Instrumentenpaneel 8210Toetsen op stuurwiel, rechtsEntertainmentbronVolumeSpraakinvoer 25TelefoonGekartelde knop voor selectielijsten 9211Stuurkolomschakelaar, rechtsRuitenwisser 74Regensensor 75Ruiten en koplampen reini‐
gen 7512Motor starten/afzetten en contact
in-/uitschakelen 69Automatische start-stop-func‐
tie 7013Claxon, gehele vlakSeite 13BedieningsorganenOverzicht13
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 110 - X/15
Page 14 of 281
14Stuurwielverwarming 6015Stuurwiel verstellen 5916Motorkap ontgrendelen 218
Rondom de middenconsole
1Control Display 162Ventilatie 1673Waarschuwingsknipperlichtin‐
stallatie 236Centrale vergrendeling 384Dashboardkastje 1745Radio/cd/multimedia6Klimaatregeling 1627Controller met toetsen 178Parkeerrem 739Park Distance Control PDC 147
Achteruitrijcamera 150
Parkeerassistent 156
Surround View 150Side View 15310Rijbelevingsschakelaar 134Dynamische stabiliteitscontrole
DSC 13211Steptronic versnellingsbak keuzehen‐
del 77Seite 14OverzichtBedieningsorganen14
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 110 - X/15
Page 15 of 281
Handgeschakelde versnellingsbak keuze‐
hendel 77
Rondom de dakhemel
1Intelligente noodoproep 2362Glazen dak, elektrisch 463Controlelampje passagiersair‐
bag 1084Leeslampjes 1055Interieurverlichting 105Seite 15BedieningsorganenOverzicht15
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 110 - X/15
Page 16 of 281

iDriveUitrusting van de auto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐
fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
Principe iDrive omvat de functies van een groot aantal
schakelaars. Deze functies kunnen derhalve op
een centrale plaats worden bediend.
WAARSCHUWING
De bediening van geïntegreerde informa‐
tiesystemen en communicatieapparatuur tij‐
dens het rijden kan de aandacht van het ver‐
keer afleiden. U kunt de controle over de auto
verliezen. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
De systemen en apparatuur alleen bedienen
als de verkeerssituatie het toelaat. Zo nodig
stoppen en de systemen resp. apparatuur bij
stilstaande auto bedienen.◀Overzicht
bedieningselementen
Bedieningselementen1Control Display2Controller met toetsen en, afhankelijk van
de uitrusting, met touchpad
Control Display
Aanwijzingen
▷Voor het reinigen van het Control Display
onderhoudsaanwijzingen in acht nemen.▷Geen voorwerpen in het gebied voor het
Control Display neerleggen, het Control
Display kan anders worden beschadigd.▷Wanneer het Control Display wordt bloot‐
gesteld aan zeer hoge temperaturen, bijv.
door intensieve zonnestralen, kan de hel‐
derheid verminderen of kan het Control
Display volledig worden uitgeschakeld. Bij
verlaging van de temperatuur, bijv. door
schaduw of airconditioning, worden de
normale functies weer hersteld.
Inschakelen
1.Contact inschakelen.2.Controller indrukken.Seite 16OverzichtiDrive16
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 110 - X/15