Page 185 of 204
Toets MENU (4)
Toegang tot hoofdmenu.
15911036S0060EM
183
Page 186 of 204
BEDIENINGSELEMENTEN OP HET STUURWIEL
BESCHRIJVING
De bedieningselementen voor de belangrijkste functies van het systeem bevinden zich op het stuurwiel, om het systeem
gemakkelijker te kunnen bedienen.
De inschakeling van de gekozen functie is in sommige gevallen afhankelijk van hoelang de knop wordt ingedrukt (kort indrukken of
ingedrukt houden) zoals in onderstaande tabel is aangegeven.
SAMENVATTENDE TABEL KNOPPEN AAN HET STUUR
Toets(1)
Actie Functie
KORTE DRUKIn Radio-modus: selecteer hetvolgende radiostation.
In Media-modus: selecteer de volgende track.
LANGE DRUKIn Radio-modus: scan van de hogere frequenties totdat de knop wordt
losgelaten.
In Media-modus: snel vooruitspoelen van track.
16011046S0001EM
184
MULTIMEDIA
Page 187 of 204
Toets(2)
Actie Functie
KORTE DRUKIn Radio-modus: selecteer hetvorige radiostation.
In Media-modus: selecteer de vorige track.
LANGE DRUKIn Radio-modus: scan van de lagere frequenties totdat de knop wordt
losgelaten.
In Media-modus: snel achteruit spoelen van track.
Toets spraakbediening (3)
Actie Functie
KORTE DRUK Activering spraakbediening
LANGE DRUK Onmiddellijke afsluiting spraaksessie.
Telefoontoets (4)
Antwoord/afsluiten oproep of opsommen van de recente oproepen.
Volumebediening (5)
Actie Functie
ROTATIEomhoog: het volume neemttoe.
Omlaag: het volume neemt af.
KORTE DRUKIn Radio-modus: activeert/deactiveert de Mute-functie.
In Media-modus: activeert play/pauze.
185
Page 188 of 204
INLEIDING
Het systeem kan weer worden
ingeschakeld met de Roterende Knop.
Draai eraan om door de menu's te
navigeren, druk erop om de selecties te
activeren/bevestigen, duw hem naar links
om terug te gaan naar het vorige scherm.
RADIOMODUS
Als het gewenste radiostation eenmaal is
geselecteerd op het display
fig. 161 wordt de volgende informatie
weergegeven:
1 - bedieningsbalk:
Favorietenlijst;
Volgende;
Vorige;
Lijst stations;
Handmatig zoeken;
Frequentieband.
2 - naam van het beluisterde radiostation
en het symbool favorieten, als het station
is opgeslagen in die lijst;
3 - logo van de actieve frequentieband;
4 - type uitgezonden programma;
5 - frequentie beluisterd radiostation;
6 - het preselectienummer (als het
ingeschakelde stationopgeslagen is).Audio
Via het “Audio”-menu, in het menu Opties
(toets Option), kunt u de volgende
afstellingen verrichten:
Lage tonen;
Hoge tonen;
Middentonen;
Balans/Fader;
Op snelheid geregeld volume;
Surround geluid;
AUX Volume Compensatie;
Instellingen herstellen.
16111056S0006EM
186
MULTIMEDIA
Page 189 of 204
MEDIA-MODUS
BELANGRIJK Toepassingen die gebruikt
worden op draagbare apparaten kunnen
mogelijk niet compatibel zijn met het
Connect systeem.
Nummer kiezen (Browse)
Bij ingeschakelde MEDIA
fig. 162 -modus, de knoppen
/kort
indrukken om het vorige/volgende
nummer af te spelen of de knoppen
/
ingedrukt houden om het nummer
snel vooruit/achteruit te spoelen.
Bluetooth® BRON
Een Bluetooth® Audioapparaat
koppelen
Ga als volgt te werk:
schakel de functie Bluetooth® in op het
apparaat;
druk op de MENUknop, selecteer de
functie "INSTELLINGEN" door de
Roterende Knop te draaien en in te
drukken;
selecteer “Infotainment”;
selecteer de Bluetooth®
ondersteuning;
Selecteer “Toestel toev.”;
zoek naar het Uconnect-systeem op
het Bluetooth® audioapparaat (tijdens de
koppelingsfase verschijnt op het scherm
de voortgang van het proces);
selecteer het apparaat dat gekoppeld
moet worden;
voer, als het audioapparaat hierom
vraagt, de PIN-code in die wordt getoond
op het display van het systeem of
bevestig de op het apparaat getoonde
PIN;
als de koppelingsprocedure met
succes is afgesloten, wordt een speciaal
scherm getoond;
de “Bluetooth®” kan ook worden
bereikt door te drukken op de OPTIE
knop in de TELEFOON of MEDIA functies.
Deze laatste kan worden geselecteerd
door te draaien aan en te drukken op deRoterende Knop in het hoofdmenu
(MENU-knop).
BELANGRIJK Raadpleeg het
instructieboekje van de mobiele telefoon
als de Bluetooth®-verbinding tussen
mobiele telefoon en systeem wordt
verbroken.
16211066S0002EM
187
Page 190 of 204
ONDERSTEUNING
USB/iPod/AUX
Er kunnen maximaal drie USB-poorten
zijn, eentje onder het controlepaneel van
de airconditioning, eentje in het
handschoenenkastje in het tunnelconsole
en eentje (alleen opladen) onder de
ventilatie achter het tunnelconsole. Een
AUX-contact in het handschoenenkastje
in het tunnelconsole.
TELEFOONMODUS
TELEFOONmodus kan worden
geactiveerd vanuit het hoofdmenu
(MENU-knop) door aan de Roterende
knop te draaien en erop te drukken.
Het volgende scherm wordt op het
display weergegeven fig. 163:
Recente gesprekken;
Favorieten;
Contacten;
Kies;
met telefoongesprek in gang:
Uitschakelen microfoon;
Einde oproep.
BELANGRIJK Het geluid van de mobiele
telefoon wordt over het audiosysteem
van het voertuig uitgezonden: het
systeem schakelt automatisch het geluid
van het autosysteem uit wanneer de
TELEFOONfunctie wordt gebruikt.BELANGRIJK Voor compatibele mobiele
telefoonlijst en ondersteuningsoperaties
kunt u contact opnemen met
Klantenservice 00 800 0 426 5337.
Mobiele telefoon koppelen
Ga als volgt te werk:
schakel de functie Bluetooth® in op het
apparaat;
Druk op de MENUknop, selecteer de
functie "INSTELLINGEN" door de
Roterende Knop te draaien en in te
drukken;
selecteer “Infotainment”;
selecteer het Bluetooth®-apparaat;
Selecteer “Toestel toev.”;
zoek naar het Uconnect-systeem op
het Bluetooth® audioapparaat (tijdens de
koppelingsfase verschijnt op het scherm
de voortgang van het proces);
selecteer het apparaat dat gekoppeld
moet worden;
voer, als het audioapparaat hierom
vraagt, de PIN-code in die wordt getoond
op het display van het systeem of
bevestig de op het apparaat getoonde
PIN;
wanneer de koppelingsprocedure met
succes is afgesloten, wordt een speciaal
scherm getoond;
de “Bluetooth®” kan ook worden
bereikt door te drukken op de OPTIE
knop in de TELEFOON of MEDIA functies.
Deze laatste kan worden geselecteerd
16311106S0002EM
188
MULTIMEDIA
Page 191 of 204
door te draaien aan en te drukken op de
Roterende Knop in het hoofdmenu
(MENU-knop).
Een nummer bellen
Ga als volgt te werk:
selecteer het pictogram "Recente
oproepen";
selecteer het pictogram "Contacten";
selecteer het pictogram "Kies".
NAVIGATIEMODUS
(indien aanwezig)
BELANGRIJK In het belang van de
veiligheid en om afleiding tijdens het
rijden te beperken, kunt u het beste altijd
uw route plannen voordat u op weg gaat.
Ga als volgt te werk om een route te
plannen:
Activeer de NAVIGATIE-modus door
deze te selecteren op het hoofdmenu
fig. 164;
Activeer de "Bestemming
instellen"-functie;
Om het adres in te voeren, selecteer het
toe te voegen item (Land, Plaats) op het
circulaire toetsenbord, door de toets te
kiezen om de gewenste naam samen te
stellen; ga door met het ingeven van de
letters, het systeem voltooit automatisch
het woord en aan de rechterkant van het
display staat een lijst met opties die vantoepassing zijn op de ingegeven letters. U
kunt nu het woord voltooien of naar de
lijst met suggesties gaan door de
Roterende Knop naar rechts te bewegen
of door naar "OK" te wijzen en de
Roterende Knop in te drukken.
Of
Selecteer een adres in de "Recente
Bestemmingen"-lijst.
Of
Selecteer een adres in de "Favoriete
Bestemmingen"-lijst.
Zodra de gewenste bestemming is
ingesteld, selecteer "Start navigatie".
Met de navigatie gestart en met gebruik
van de controlebalk op het display, kunt u
kiezen uit de volgende opties:
Navigatie onderbreken: hiermee kunt u
de navigatie onderbreken;
Navigatievolume: hiermee kunt u het
berichtvolume instellen;
Routebeheer: hiermee kunt u de route
van uw keuze verfijnen, met een reeks
opties;
Route preview: hiermee kunt u een
preview zien van de geplande route;
Zoom: hiermee kan de kaart worden
vergroot/verkleind;
Kaart onderzoeken: laat u binnen de
kaart verplaatsen.
16411186S0003EM
189
Page 192 of 204
INSTELLINGEN
Om de door de gebruiker te
programmeren functies binnen te gaan,
opent u het hoofdmenu door op de knop
MENU te drukken. Selecteer dan
INSTELLINGEN door de Roterende Knop
te draaien en in te drukken.
Hier zijn de volgende menu-items te
vinden fig. 165:
Lichten;
Meeteenheid & Taal;
Tijd en Datum;
Veiligheid;
Bestuurdersbijstand;
Portieren en vergrendelingen;
Instrumentenpaneel;
Infotainment;
Systeem.
Lichten
Om toegang te krijgen tot de functie
"Lichten", deze selecteren door te
draaien aan de Roterende Knop en tedrukken op de Roterende knop om hem
te activeren. De volgende instellingen
kunnen worden gewijzigd wanneer deze
modus is geselecteerd:
Sensor koplampen;
Follow me;
Flanklichten;
Knipperlichten bij vergrendelen;
Dagverlichting;
Instapverlichting;
Interieurverlichting;
Automatisch grootlicht;
Instellingen herstellen.
Meeteenheid & Taal
Om toegang te krijgen tot de functie
"Meeteenheid & Taal", deze selecteren
door te draaien aan de Roterende Knop
en te drukken op de Roterende knop om
hem te activeren. De volgende
instellingen kunnen worden gewijzigd
wanneer deze modus is geselecteerd:
Meeteenheid;
Taal;
Instellingen herstellen.
Tijd en datum
Om toegang te krijgen tot de functie "Tijd
en datum", deze selecteren door te
draaien aan de Roterende Knop en te
drukken op de Roterende knop om hem
te activeren. De volgende instellingen
kunnen worden gewijzigd wanneer deze
modus is geselecteerd:
Synchronisatie met GPS tijd;
Tijd instellen;
Tijdformaat:
Datum instellen;
Instellingen herstellen.
Veiligheid
Om toegang te krijgen tot de functie
"Veiligheid", deze selecteren door te
draaien aan de Roterende Knop en te
drukken op de Roterende knop om hem
te activeren.
De volgende instellingen kunnen worden
gewijzigd wanneer deze modus is
geselecteerd:
Snelheidsbegrenzer
Hiermee kunt u de functie
activeren/deactiveren en wordt u
gewaarschuwd dat u de ingestelde
snelheid heeft overschreden.
Snelheidsbegrenzer snelheid
Laat u de snelheidslimietwaarde
instellen. Door te draaien aan de
Roterende Knop, neemt de snelheid toe
met 5 km/h, bij het draaien, van minimaal
30 km/h tot maximaal 180 km/h.
Let op: front. botsing
Hiermee kan men de reactiesnelheid van
het anti-collision-systeem selecteren. De
beschikbare opties zijn:
"Status": hiermee kunt u het systeem
activeren/deactiveren (waar voorzien);
"Mode": gebruikt om de volgende
bedieningsmodi in te stellen:
16511126S0001EM
190
MULTIMEDIA