Page 89 of 204

ONDERHOUD VAN DE
VEILIGHEIDSGORDELS
Volg voor het juiste onderhoud van de
veiligheidsgordels de volgende
aanwijzingen zorgvuldig op:
zorg er altijd voor dat de gordel goed
uitgetrokken en niet gedraaid is;
controleer ook of de oprolautomaat niet
haperend werkt;
controleer de werking van de
veiligheidsgordel als volgt: maak de
gordel vast en trek hard aan de gordel;
vervang de gordels na een ongeval,
ook al lijken ze niet beschadigd. Vervang
de gordels ook altijd als de
gordelspanners in werking zijn getreden;
zorg dat er geen vocht in de
oprolautomaat komt: de goede werking
ervan is alleen gegarandeerd als ze droog
blijven;
vervang de gordels als ze sporen van
slijtage of beschadiging vertonen.
BELANGRIJK
69)De gordelspanner is voor éénmalig
gebruik bestemd. Neem contact op met het
Alfa Romeo Servicenetwerk om hen na
activering te laten vervangen.70)Het demonteren of aanpassen van
onderdelen van de veiligheidsgordel of
gordelspanner is ten strengste verboden.
Werkzaamheden aan deze onderdelen
moeten worden uitgevoerd door
gekwalificeerd en bevoegd personeel. Neem
altijd contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
71)Voor optimale veiligheid moet de
rugleuning rechtop gezet worden, moet men
goed tegen de rugleuning aanzitten en moet
de gordel goed aansluiten op de borst en het
bekken. Draag altijd veiligheidsgordels,
zowel voor- als achterin! Rijden zonder
veiligheidsgordels doet bij een ongeval het
risico op ernstige verwondingen toenemen
en kan zelfs de dood tot gevolg hebben.
72)Nadat een gordel aan een ware
belasting is blootgesteld (bijvoorbeeld bij
een ongeval), moet de gordel compleet met
de verankeringen, bevestigingsbouten en de
gordelspanner worden vervangen. Ook als er
geen zichtbare schade is, kan de gordel toch
verzwakt zijn.
BELANGRIJK
29)Werkzaamheden die leiden tot stoten,
trillingen of plaatselijke verhitting in de zone
rondom de gordelspanners (meer dan 100 °C
gedurende ten hoogste zes uur) kunnen de
gordelspanners beschadigen of in werking
doen treden. Neem contact op met het Alfa
Romeo Servicenetwerk voor eventuele
werkzaamheden aan deze componenten.
KINDERZITJES
KINDEREN VEILIG VERVOEREN
73) 74) 75) 76)
Om een optimale bescherming bij een
ongeval te kunnen garanderen, moeten
alle inzittenden zitten en gebruik maken
van goedgekeurde beveiligingssystemen,
ook pasgeborenen en kinderen!
Dit is een wettelijke verplichting in alle
EU-landen, conform de Europese richtlijn
2003/20/EG.
Kinderen met een lengte van minder dan
1,50 meter en tot de leeftijd van 12 jaar
moeten beschermd worden door
geschikte kinderzitjes en moeten op de
achterbank zitten.
Statistieken over ongevallen tonen aan
dat de achterbank een betere
bescherming biedt voor kinderen.
Vergeleken met een volwassene, is het
hoofd van kleine kinderen in verhouding
tot de rest van het lichaam groter en
zwaarder, maar de spieren en de
botstructuur van kinderen zijn nog niet
volledig ontwikkeld. Daarom zijn correcte
beveiligingssystemen, naast
veiligheidsgordels voor volwassenen,
noodzakelijk om het gevaar van letsel in
geval van een aanrijding, remmen of
plotselinge manoeuvres, zo veel mogelijk
te beperken.
Kinderen moeten veilig en comfortabel
87
Page 90 of 204

zitten. Afhankelijk van de eigenschappen
van de gebruikte kinderzitjes, wordt
geadviseerd om kinderzitjes zo lang
mogelijk tegen de rijrichting in te
monteren (tot het kind minstens 3–4 jaar
oud is), omdat die stand bij een ongeval
de meeste bescherming biedt.
De keuze van het meest geschikte
kinderzitje is afhankelijk van het gewicht
en de lengte van het kind. Er zijn
verschillende types kinderzitjes, die aan
het voertuig bevestigd kunnen worden
met behulp van de veiligheidsgordels of
met de ISOFIX/i-Size
bevestigingspunten.
Het wordt geadviseerd altijd het voor het
kind meest geschikte kinderzitje te
kiezen; raadpleeg daarom altijd de
Gebruiksaanwijzing die bij het kinderzitje
geleverd is, om er zeker van te zijn dat dit
het juiste type is voor de kinderen
waarvoor het is bedoeld.In Europa vallen de eigenschappen van
kinderzitjes onder de norm ECE-R44, die
ze in vijf gewichtsgroepen indeelt:
Groep Gewichtsgroep
Groep 0 tot 10 kg
Groep 0+ tot 13 kg
Groep
1 9-18 kg
Groep 2 15-25 kg
Groep 3 22 - 36 kg
De ECE-R44 norm werd recent aangevuld
met de ECE R-129 norm, waarin de
eigenschappen van de nieuwe i-Size
kinderzitjes gedefinieerd zijn (zie de
paragraaf "Geschiktheid van
passagiersstoelen voor gebruik van
i-Size kinderzitje" voor nadere
informatie).
Alle beveiligingssystemen moeten
voorzien zijn van de
typegoedkeuringsgegevens en het
keurmerk op een label dat stevig
bevestigd moet zijn op het kinderzitje en
dat absoluut niet verwijderd mag worden.
In het Lineaccessori-assortiment zijn
kinderzitjes voor elke gewichtsgroep
opgenomen. Het gebruik van deze
kinderzitjes wordt ten zeerste
aanbevolen, omdat ze speciaal voor Alfa
Romeo voertuigen ontworpen zijn.
KINDERZITJE MONTEREN MET DE
VEILIGHEIDSGORDELS
De Universele kinderzitjes die
gemonteerd worden met de
veiligheidsgordels zijn alleen
goedgekeurd op basis van de ECE
R44 norm en zijn ingedeeld in
verschillende gewichtsgroepen.
77) 78) 79) 80)
BELANGRIJK De afbeeldingen zijn
indicatief en dienen slechts ter illustratie
van de montage. Monteer het kinderzitje
overeenkomstig de aanwijzingen, die
bijgesloten moeten zijn.
Groep 0 en 0+
Baby's met een gewicht van tot 13 kg
moeten in kinderzitjes worden vervoerd
die tegen de rijrichting in worden
geplaatst, zoals afgebeeld in fig. 84;
hierbij wordt het achterhoofd gesteund
en wordt bij abrupte vertragingen de nek
niet belast.
88
VEILIGHEID
Page 91 of 204

Het kinderzitje wordt op zijn plaats
gehouden door de veiligheidsgordels van
het voertuig, zoals afgebeeld in fig. 84 en
moet het kind beschermen met de eigen
gordels.
Groep 1
Kinderen met een gewicht van 9 tot 18 kg
mogen in een in de rijrichting gemonteerd
kinderzitje vervoerd worden fig. 85.Groep 2
Kinderen met een gewicht tussen 15 en
25 kg mogen rechtstreeks de
veiligheidsgordels van de auto gebruiken
fig. 86.
Het kinderzitje is in dit geval nodig om
het kind correct ten opzichte van de
gordels te plaatsen, zodat het diagonale
gordelgedeelte schuin over de borst en
nooit langs de nek ligt; het onderste
gordelgedeelte moet over het bekken en
niet over de buik liggen.Groep 3
Voor kinderen met een gewicht van
22 tot 36 kg bestaan er geschikte
beveiligingssystemen om de
veiligheidsgordel correct te kunnen
omleggen.
In de fig. 87 afbeelding is de juiste
plaatsing van het kinderzitje op de
achterstoel weergegeven.
Kinderen langer dan 1,50 m kunnen de
veiligheidsgordels net zoals volwassenen
dragen.
8406086S0001EM
8506086S0002EM
8606086S0003EM
8706086S0004EM
89
Page 92 of 204
GESCHIKTHEID VAN DE PASSAGIERSSTOELEN VOOR HET GEBRUIK VAN UNIVERSELE KINDERZITJES
In overeenstemming met de Europese Richtlijn 2000/3/EG is de geschiktheid van elke passagiersstoel voor de montage van
universele kinderzitjes in de volgende tabel weergegeven:
“Universeel” kinderzitje monteren
Groep GewichtsgroepPassagier voor Passagiers achter
Passagier airbags
aanPassagier airbags
uitPassagier achterin in
het midden
(indien aanwezig)Passagiers
achterin aan de
zijkanten
Groep 0 tot 10 kg X U X U
Groep
0+ tot 13 kg X U X U
Groep1 9-18 kg X U X U
Groep 2 15-25 kg U U X U
Groep 3 22-36 kg U U X U
X = Ongeschikte zitplaats voor kinderen in deze gewichtscategorie.
U = geschikt voor kinderzitjes van de "Universele" categorie overeenkomstig de Europese ECE/R44-norm voor de aangegeven
"Groepen".
90
VEILIGHEID
Page 93 of 204

EEN ISOFIX-KINDERZITJE MONTEREN
81) 82) 83) 84) 85)
De achterstoelen aan de zijkanten van
het voertuig zijn uitgerust met
ISOFIX-bevestigingen, voor het snel,
eenvoudig en veilig bevestigen van
kinderzitjes.
Met het ISOFIX-systeem kunt u het
ISOFIX-kinderzitje monteren zonder
gebruik van de veiligheidsgordels van de
auto maar door dit rechtstreeks vast te
maken aan de stoel met behulp van de
drie bevestigingspunten in de auto.
ISOFIX-kinderzitjes en conventionele
kinderzitjes kunnen in hetzelfde voertuig
op verschillende stoelen worden
gemonteerd.
Om een ISOFIX-kinderzitje te installeren,
moet deze worden bevestigd aan de twee
metalen bevestigingspunten 1 fig. 88 die
kunnen worden bereikt door de portieren
2 op te tillen achter het kussen van de
achterbank, op het punt waar het tegen
de rugleuning komt, bevestig dan de
bovenste haak van het kinderzitje aan het
speciale bevestigingspunt 3
fig. 89 achter de hoofdsteun van de bank.Ter illustratie toont fig. 90 een voorbeeld
van een universeel ISOFIX-kinderzitje
voor gewichtsgroep 1.
BELANGRIJK De fig. 90 is indicatief en
dient slechts ter illustratie van de
montage. Monteer het kinderzitje
overeenkomstig de aanwijzingen, die
bijgesloten moeten zijn.
OPMERKING Wanneer een Universeel
ISOFIX-kinderzitje wordt gebruikt,
kunnen alleen ECE R44 "ISOFIX
Universal” (R44/03 of latere updates)
typegoedgekeurde kinderzitjes gebruikt
worden (zie fig. 91 ).
Voor andere gewichtsgroepen zijn
specifieke ISOFIX-kinderzitjes voorzien,
die alleen gebruikt kunnen worden als ze
speciaal voor dit voertuig zijn getest (zie
overzicht voertuigen met bijbehorend
kinderzitje).8806086S0009EM
8906086S0005EM
9006086S0006EM
9106086S0007EM
91
Page 94 of 204

GESCHIKTHEID VAN PASSAGIERSSTOELEN VOOR GEBRUIK VAN ISOFIX-KINDERZITJES
ISOFIX PLAATSEN IN HET VOERTUIG
Gewichtscategorieën Maatcategorie Apparaat Passagier voorPassagiers
achterin aan de
zijkantenPassagier achterin
in het midden
(indien aanwezig)
Groep 0 tot 10 kg E ISO/R1XILX
Groep 0+ (tot 13 kg)E ISO/R1
XILX
D ISO/R2XILX
C ISO/R3X IL (*) X
Groep 1 (van 9 tot
18 kg)D ISO/R2
XILX
C ISO/R3X IL (*) X
B ISO/F2X IUF–IL X
B1 ISO/F2XX IUF–IL X
A ISO/F3X IUF–IL X
Groep 2 (van 15 tot
25 kg)XILX
Groep 3 (van 22 tot
36 kg)XILX
X ISOFIX-plaats niet geschikt voor ISOFIX-kinderzitjes in deze gewichts- en/of maatcategorie.
IL Geschikt voor ISOFIX kinderzitjes van de categorieën "Specifiek voor het voertuig", "Beperkt", of "Semi-universeel", goedgekeurd voor dit type
voertuig.
IL (*) Het is mogelijk de ISOFIX-kinderzitjes te installeren door de voorstoel te verstellen (verstellen is niet vereist als de "Sparco" Cabonshell Sport
stoelen zijn geinstalleerd).
IUF Geschikt voor in de rijrichting geplaatste ISOFIX kinderzitjes in de Universele categorie en typegoedgekeurd voor gebruik voor de gewichtsgroep.
X ISOFIX-plaats niet geschikt voor ISOFIX-kinderzitjes in deze gewichts- en/of maatcategorie.
92
VEILIGHEID
Page 95 of 204

GESCHIKTHEID VAN
PASSAGIERSSTOELEN VOOR GEBRUIK
VAN i-Size KINDERZITJE
De achterstoelen aan de zijkanten van
het voertuig zijn typegoedgekeurd voor
de geavanceerde i-Size kinderzitjes.
Deze kinderzitjes, gefabriceerd en
typegoedgekeurd volgens de norm i-Size
(ECE R129), garanderen betere
veiligheidsomstandigheden voor het
vervoer van kinderen in een voertuig:
het kind moet in een tegen de
rijrichting in gemonteerd zitje vervoerd
worden tot de leeftijd van 15 maanden;
bescherming door het kinderzitje is
verbeterd in het geval van een
flankbotsing;
het gebruik van ISOFIX-systeem wordt
aanbevolen, om een onjuiste montage
van het kinderzitje te voorkomen;
efficiëntie in de keuze voor het
kinderzitje, niet meer op basis van
gewicht maar op de lengte van het kind, is
verbeterd;
compatibiliteit tussen
voertuigstoelen en kinderzitjes is beter:
de i-Size-kinderzitjes kunnen beschouwd
worden als "Super ISOFIX", dit betekent
dat ze uitstekend gemonteerd kunnen
worden in de typegoedgekeurde
i-Size-stoelen, maar ook gemonteerd
kunnen worden op de ISOFIX (ECE R44)
typegoedgekeurde stoelen.
OPMERKING De i-Size-typegoedgekeurde voertuigstoelen zijn
gemarkeerd met het symbool afgebeeld
in fig. 92.
9206086S0008EM
93
Page 96 of 204
In de volgende tabel is, in overeenstemming met de Europese regelgeving ECE 129, de mogelijkheid voor montage van
i-Size-kinderzitjes aangegeven.
i-Size PLAATSEN IN HET VOERTUIG
Apparaat Passagier voorPassagiers achterin
aan de zijkantenPassagier achterin in
het midden
i-Size kinderzitjesISO/R2
X i-U X
ISO/F2 X i-U X
i-U: geschikt voor Universele i-Size-kinderzitjes, zowel gemonteerd tegen de rijrichting in als in de rijrichting.
X: stoel niet geschikt voor Universele i-Size-kinderzitjes.
94
VEILIGHEID